IM VIN Bil ZliEN 0 Tweede Blad. Gemeenteraad. Nummer 38. Zaterdag to MEI WAALWIJK. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Dinsdag 6 Mei des avonds ten 63!4 uur. Voorzitter EdelAchtb. HeerE. Moonen. Klokslag zeven uur opent de Voor zitter de vergadering; aanwezig alle leden. De Voorzitter vraagt of de leden aan merking hebben op de ter visie ge legde notulen waarop de heer van der Qeld zegt geen aanmerkingen daarop te hebben, Wei wil hij het verzoek doen dat nl. voortaan de notulen regel matig bij de stukken zullen liggen. Thans is hij 2 maal geweest, dat deze er niet waren. Voorzitter. Ik heb ze een half uur onder mijn berusting gehad. Indien u zich had gemeld, dan had u ze on middellijk kunnen hebben. Van der Geld. Dat heb ik niet ge daan. Ik dank u wel. Hierna worden de notulen onver anderd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven van den heer G. Ouden hoven, houdende de mededeeling, dat hij met ingang van 31 juli de gemeente gaat verlaten en daardoor zijn huur contract komt te vervallen. b. Schrijven van den heer Ex, leeraar aan de Handelsschool, houden de het verzoek om het pand, thans bewoond door den heer van Ouden hoven te mogen huren. Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor het onder de bestaande condities den heer Ex te verhuren. dergelijke gevallen zou daar altijd rekening mee kunnen worden gehouden, ik meen dat de raad thans gerust kan overgaan tot het verhuren der woning. De heer Eibers is de meening toe- gedaan dat de verhuring aan den raad moet worden overgelaten. Te wachten tot eene volgende vergadering kan geen bezwaar zijn in dit geval De raad heeft toch al zoo weinig meer te zeggen en daarom zou hij deze kleine machtiging niet aan hem willen ontrukken. Als het in het belang van de school is, dan zal niet anders worden besloten. ligt ook niet in de recht aan den raad Voorzitter. Het bedoeling om het te onttrekken. Smolders. Het aan Roggeveen. Zijn er nog meer gega digden. Voorzitter. Neen. Roggeveen. Ik denk omdat het niet bekend is geweest dat de heer van Oudenhoven de gemeente gaat verlaten. De heer Klijberg merkt op, dat door den raad destijds gezegd is, dat deze woningen zooveel mogelijk bestemd zijn voor leeraren verbonden aan de Normaalschool en dat thans de voor keur zou worden gegeven aan" de leera ren van de Handelsschool. Daarom is het z.i niet noodig, dat de woning te huur wordt aangeboden. De heer Roggeveen geeft toe, dat daarover ooit is gesproken bij het op nieuw aan den heer van Oudenhoven verhuren van het huis, doch toen heeft hij zich daartegen verzet en er op ge wezen, dat iedereen er recht op moest hebben. Vroeger kan voor de Normaal school dat standpunt zijn ingenomen, thans is dat niet meer. Er kunnen ge gadigden zijn die het veel harder noodig hebben en daarom stelt hij voor de verhuring aan te houden tot eene volgende vergadering. Aangezien de heer van Oudenhoven eerst 31 Juli vertrekt kan daartegen geen bezwaar bestaan. Voorzitter. Dus u zou het bestaande standpunt willen verlaten. Roggeveen. Aan't voorkeur geven kan men nog blijven vasthouden maar er kunnen omstandigheden zich voordoen die het raadzaam maken om daarvan af te wijken. Als u b.v. nu nog geene woning had gehad en u zou zich ook als gegadigde hebben opgegeven, dan zou het toch jammer zijn geweest, in dien men u het niet had kunnen geven De raad moet zich niet vast verbin den dat men de voorkeur geeft voor de leeraren is nog iets anders. Nu de gemeente een woningbedrijf heeft moet iedereen recht hebben om woningen te kunnen huren. Voorzitter. Wilt U Burg en Weth. machtigen om het te verhuren aan hem die er het meest voor in aan merking komt of wel wachten tot de eerstvolgende raadsvergadering, die -den laatsten Vrijdag van de maand zal worden gehouden. De heer Smolders is het met den heer Klijberg eens. Het is in den raad tot uitdrukking gekomen dat men bij voorkeur deze woningen aan leeraren van de Handelsschool zou verhuren. Al heeft de heer Roggeveen zich daar tegen verzet dan neemt dat nog niet weg dat het de geest van den raad is geweest. Het is een groot voordeel voor de school indien de leeraren hier kunnen wonen en wat de heer Rogge veen voorts opmerkt betreffende de woningen dat ze tot het bedrijf be- hooren, is niet zoo. Deze woningen ressorteeren niet onder het bedrijf. Klijberg. Het zijn woningen van de gemeente die destijds gebouwd zijn voor de leeraren van de Normaalschool en later is het wel degelijk tot uitdruk king gekomen om die woningen zoo veel mogelijk te bestemmen voor leeraren van de Handelsschool. De heer Roggeveen haalt nu wel heel handig een geval aan van den Voor zitter, maar dat is exceptioneel en in is nu in den raad gebracht Er is een gegadigde, waarom zal men dan wachten. Eibers. Als Smolders dat zegt, brengt het dan maar in omvraag. De heer Timmermans vraagt of er eenig bijzonder voorrecht aan deze woning is verbonden. Is dit het geval dan zou hij er voor zijn om iedereen in de gelegenheid te stellen. Voorzitter. De huur bedraagt thans f575. In het college van Burg. en Weth. is er nog over gesproken of het wenschelijk was om de huur te verhoogen doch men was de meening toegedaan daar niet toe te moeten overgaan. Klijberg. Een vorig jaar is de huur van f 335 op f 575 gebracht. Roggeveen Het huis waar de secre taris uit is gegaan is nu voor f500 verhuurd. Waar ik woon moet f 700 voor worden betaald, dat maakt een groot verschil. Klijberg. Dit is gebouwd voor den oorlog en toen kon de gemeente met een huur van f 335 er goed mee uit komen en nu is de huur al met f 200 verhoogd. Het uwe is juist in den alierduursten tijd gebouwd. Roggeveen, Dus die toevallig komt te wonen in een huis dat in den alier duursten tijd is gebouwd moet daar dan maar steeds de lijdende partij van zijn, dat gaat niet op. Men moet den gangbaren prijs van de huizen nemen. Ik noemde het huis waar de secretaris in gewoond heeft en dan zal iedereen het met mij eens zijn dat het verschil tusschen deze twee panden veel grooter moet zijn. Klijberg. Van dit huis zal het grootste gedeelte al zijn afgeschreven. Roggeveen. Dat is geen redeneering Als alles afgeschreven is zou men het dus cadeau moeten geven. De heer Groenen is het met den heer Roggeveen eens. De heer Roggeveen merkt nog op dat hij geen aanmerking maakt op zijn f 700 huur; hij heeft goed geweten wat hij gedaan heeft maar hij wil in hoofdzaak maar doen uitkomen dat de verhouding van dezen huurprijs niet is met die van de andere huizen, De heer Timmermans meent dat de prijs dan gerust op f 625 kan worden gebracht. Dan kan men nivelleeren. Wat aan het eene ontbreekt kan van het andere genomen worden. Roggeveen. Ik meen dat de heer Siemer f 600 moet betalen. Vergelijkt dat dan eens. Voorzitter. Dan zal ik in stemming brengen of de huur op f 625 zal wor den gebracht of op f 575 zal worden gehouden. De heer Smolders zegt het huis niet anders te kunnen beoordeelen dan van buiten en daarom zou hij het wenschelijk vinden dat eene commissie wordt benoemd die een en ander onderzocht. De Voorzitter wijst er op dat het verschil nu zoo groot niet meer is De heer Smolders geeft toe dat hij zich in de cijfers heeft vergist en trekt daarom zijn voorstel in. Met algemeene stemmen wordt daarna besloten de huur op f 625 te brengen en het te verhuren aan den heer Ex c. Schrijven van Gebr. de Rooij, houdende de mededeeling dat zij met de aangeboden schadeloosstelling van f 100 voor het afstaan van een strook grond genoegen nemen. Voorzitter. De Gebr. de Rooij heb ben een strook grond afgestaan waar door de trottoir is verbreed kunnen worden. Groenen En hoe zal dit met de firma van Delft worden geregeld. Klijberg. Dat is reeds in orde. d. Aanbieding van het verslag van De Hanze-cursus en de Hoogere Han delsschool. Zal voor de leden ter inzage worden nedergelegd. Schrijven van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken, houdende de me dedeeling dat hij geen termen aanwezig acht om over de maanden Mei tot September steun toe te kennen voor de werkeloozen. Schrijven van de Kamer van Koop handel betreffende Motor- en Rijwielwet, Voorzitter. Wij zijn bezig met een nieuwe politie-verordening te ontwer pen en zullen daarbij met dit schrijven rekening houden. De heer Oomens vindt het goed dat in de bebouwde kom niet al te hard wordt gereden. Naar zijn oordeel echter wordt door de politie daar op wat al te overdreven manier op gelet. De politie gaat met een paar man achter een boom staan en maakt zoo in een uur tijds een 80 processen-verbaal. Voor zoo iets verletten ze dan een geheelen dag. Hij zou het verdommen om ze daarvoor te betalen. Hij wordt er verlegen om als hij die menschen daar een geheelen dag ziet staan te praten. De Voorzitter geeft in overweging om een en ander bij de behandeling van de politieverordening te bespreken. Roggeveen. De bestaande politie verordening is heel oud, zoodat er veel besproken zal moeten worden. Voorzitter. Vooraf zal de bouw verordening worden besproken en waarschijnlijk zal men met het ontwerp spoedig gereed zijn. 2. Nota van aanmerkingen van Ged. Staten op de gemeentebegrooting 1924. Het preadvies van Burg. en Weth. luidt Door Gedeputeerde Staten worden andermaal bij nota van 16 April 1924 aanmerkingen gemaakt op de begroo ting 1924, die grootendeels van ad ministratieven aard zijn Aan het slot der nota echter geven de Staten te kennen dat de jaarweddennorm sook in onze gemeente zeker niet aan den hoogen kant gebracht en gehouden is en dat daarom naar hunne meening ten aanzien van de salarisverlaging van het gemeentepersoneel eene afwachten de houding behoort te worden aan genomen. Onder jaarweddennorm verstaan in dit verband de Staten de bezoldiging hoogere belooning van Burgemeester en Secretaris en die van het secretarie- personeel Wij zijn dan ook niet overtuigd, dat het motief van G. S zoodanig steek houdend is, dat de Raad daardoor op zijn eenmaal genomen besluit moet terugkomen en meegaan met het prae- advies van B. en W. Nog is het ons niet duidelijk wat G. S. bedoelen met „een afwachtende houding aannemen". De Gemeentelijke Inkomstenbelasting is voor het belastingjaar 1923/24 reeds ll3 hooger, dan voor 1922/23. De kor tingen op de salarisen en loonen van het Rijkspersoneel zijn ingegaan met 1 Mei 1924, bedragen voor een gedeelte 5 pet., voor een ander gedeelte 10 pet. en met 1 October 1924 voor het ge- heele personeel 10, pet., terwijl op hunne bezoldiging met ingang van 1 Januari 1923 reeds is gekort voor pensioen 8'/a pet. Waar G. S. alleen spreken over het secretariepersoneel, wordt blijkbaar verondersteld dat alle loonen en sala rissen in evenredigheid daarmede zijn vastgesteld. Wij hebben boven onze conclusie getrokken over de door G. S. genoemde verhouding, zijn van oordeel, dat over de cijfers niet verder behoeft te worden gesproken en zijn van meening, dat op het door den Raad genomen besluit niet moet worden teruggekomen. Smolders. Het advies van Burg. en Weth. betreffende dit punt is al heel weinig in overeenstemming met den wenk, die Ged. Staten in hun nota van 16 Maart geven, nl. om betref fende de salarisregeling voor het van den Burgemeester, den Secretaris en den Ontvangerdit zijn de be zoldigingen die door hen worden ge regeld, bij welke regeling zij, naar zij mededeelen, de matigheid en de billijk heid zooveel mogelijk hebben betracht. Zij nemen aan, dat de regeling der bezoldiging onder meer van het secre tariepersoneel, hand aan hand is ge gaan met die van de hiervoor genoemde ambtenaren. Wij hebben in de verlaging der be zoldiging steeds een maatregel gezien, met noode toegepast, doch noodzakelijk met het oog op den financieelen toe stand der gemeente. Een algemeene percentsgewijze kor ting heeft daarenboven practische be zwaren, o.a. schept het ongelijkheid tusschen de ambtenaren die reeds hun maximum bezoldiging genieten en degenen, die in den loop van het jaar nog periodieke verhoogingen hebben te ontvangen. Deze regeling kan ook onbillijkheden met zich brengen omdat niet alle bezoldigingen in dezelfde evenredigheid zijn verhoogd, terwijl zij thans wel in gelijke mate worden ver- laagd. Op grond van een en ander meenen wij U te moeten adviseeren tot eene tegemoetkomende houding, door voor 1924 slechts toe te passen een korting van 5 pet. Intusschen kan dan een algeheele herziening der ver schillende salarisverordeningen worden ter hand genomen en zouden daarbij de salarissen met ingang van 1 Januari 1925 op zoodanig peil kunnen worden gebracht, dat op het totaal een ver mindering van 10 pet. is te verkrijgen. Roggeveen. Naar aanleiding van de aanmerkingen op de gemeentebegroo ting 1924 door Gedeputeerde Staten gemaakt, vergaderde de Bezuinigings commissie en wenscht het volgende in het midden te brengen. Ged. Staten dan deelen mede, dat door hen werden vastgesteld de sala rissen van Burgemeester, Secretaris en Ontvanger en naar hun oordeel daarbij de matigheid en billijkheid, zooveel mogelijk, is betracht Deze salarissen beschouwen G S. als jaarweddennorm en maken dan de gevolgtrekking, dat daartusschen en de bezoldiging van het secretariepersoneel, die door den Raad is vastgesteld, door dien Raad een zoodanige evenredigheid is be tracht, dat ook laatstgenoemde be looning niet te hoog is te achten Opgemerkt wordt, dat G. S. hierbij uit het oog hebben verloren een des tijds door den Raad gedaan voorstel, de salarissen van Burgemeester en Secretais te bepalen op een hooger bedrag, dan dat opgenomen in de regeling van G. S., welk voorstel echter de goedkeuring van meergenoemd College niet kon wegdragen. Aangenomen moet worden, dat de evenredigheid tusschen de salarissen van Burgemeester en Secretaris en het secretariepersoneel niet bestaat tot de door G. S. bepaalde bezoldiging, maar tusschen de door den Raad voorgestelde gemeente-personeel een afwachtende houding aan te nemen. Een kort uitstel van execussie wordt wel is waar voor gesteld, doch met 1 Januari 1925 zou door eene salaris-herziening eene totale vermindering van 10 pCt. ver kregen moeten worden. Hiertoe kan ik vooralsnog mijne medewerking nog niet verleenen. Er treden zelfs factoren op die het handhaven van de be staande salarissen nog meer wettigen dan bij de eerste behandeling. Sinds de bezuinigings-commissie in Mei 1923 hare eerste voorstellen tot salaris-vermindering indiende zijn vol gens de indexcijfers van het Bureau voor den Statistiek te Amsterdam, de kosten van het levensonderhoud met 7 pCt. gestegen. Voorts bewegen de cijfers van onze handelsbalans zich in een opgaande lijn. En wat van niet minder beteekenis is, is dat in onze plaatselijke industrie, in tegenstelling met het voorjaar 1923, eene alge meene drukte heerscht wat voor de finantiën der gemeente zeker een helderder perpectief geeft. Het is dan ook wel adrem dat Ged. Staten opmerken ten aanzien van het genomen besluit door den raad om pogingen aan te wenden om de jaarwedde van den burgemeester on middellijk op het bestaande maximum te brengen. De Raad voelde zelf dat het voor die functie noodig was. Doch laat de raad dan toch consequent blijven en waar het geldt de salarissen van het overige personeel in gemeentedienst, deze naar verhouding in overeen stemming laten met die van Burge meester, Wethouders, Secretaris en Ontvanger. Laat men doen zooals Ged. Staten adviseeren, eene afwachtende houding aannemen. Nog even wil ik opmerken dat het voorstel, waartoe Burg. en Weth thans adviseeren, nieuw is, althans afwijkt van het eenmaal genomen besluit en daarom had het vooraf in de Commissie van georganiseerd Overleg behandeld moeten worden Door den heer Roggeveen is zoo juist betoogd dat de evenredigheid tusschen de salarissen van Burge meester en Secretaris en het Secretarie personeel niet bestaat, doch dit is wel degelijk zoo al is het dan niet in gunstigen zin. Door de Commissie Raaijmakers is het wel wat ten goede veranderd, maar de verhoogingen hebben nooit die sprongen gemaakt, die de overige functionarissen hebben gemaakt. Daarom alleen is reeds de verhouding in ongunstigen zin Van der Geld. Door den heer Roggeveen is namens de bezuinigings commissie geadviseerd om het een maal door den raad genomen stand punt te handhaven, doch alvorens de raad dat advies opvolgt wil ik met aandrang vragen om toch rekening met de billijkheid te houden. Als de meerderheid van den raad van meening is dat tengevolge van de finantiën der gemeente salarisvermin dering noodzakelijk is, dat dan van allen die uit deze kas betaald moeten worden, een offer wordt gevraagd. In een vorige vergadering heb ik al ge zegd dat dit eene schrijnende onbil lijkheid is en voor die categorie is eene verlaging veel erger, wordt dieper ge voeld, als het op andere functionna- rissen niet wordt toegepast. ik ben nog niet overtuigd dat be zuiniging uitsluitend op het salaris moet worden verkregen maar ben nog steeds van meening dat dit op eene andere wijze beter is te vinden. Nog eens: Blijft de billijkheid be trachten. Ik stel dan ook voor Ged. Staten te verzoeken om de salarissen die zij regelen, met een gelijk percen tage te verminderen als voor het overige gemeente-personeel is aange nomen Kunnen Ged. Staten daartoe geen termen vinden, dat dan ook de overige ambtenaren geen vermindering van salaris wordt gegeven. De heer Timmermans wil over de motieven die tot vermindering van de salarissen geleid hebben niet meer spreken. De raad heeft het voor- en tegen goed overwogen en ten slotte deze met 10 tegen 3 stemmen aangenomen. Deze zaak is thans meer eene princi pieele kwestie. Voor hem gaat het thans meer over de prestige van den raad. Na eenige adressen te hebben ontvangen willen Ged Staten het be sluit te niet doen en daartegen zou hij willen protesteeren want het lijkt nu wel of Ged. Staten den raad hier als hoop onmondige kinderen be schouwen. Heeft de raad niets meer te zeggen, dan kunnen de leden veel beter naar huis gaan. En juist daarom acht hij het thans van veel meer ge wicht dat omtrent het beschikkings recht een uitspraak wordt uitgelokt, dan de heele salariskwestie. Hij stelt dan ook voor om niet op het voorstel van Burg. en Weth in te gaan maar het eenmaal genomen besluit krachtig te handhaven. De heer Oomens verklaart het vol komen eens te zijn met de zienswijze van den vorigen spreker. Het zou een beleediging voor den Raad zijn, indien anders werd besloten. Hij durft dan ook vertrouwen dat het genomen be sluit zal gehandhaafd blijven. De heer Smolders zegt zich in deze zaak breedvoerig genoeg te hebben uitgesproken. Met den heer van der Geld blijft hij het een groote onbillijk heid vinden dat op eene groep sala risvermindering zal worden toegepast terwijl op een andere groep dat niet wordt toegepast. Wordt, zooals door den heer v, d. Geld is voorgesteld, aan Ged. Staten verzocht dat ook op de salarissen van Burgemeester, Wet houders, Secretaris en Ontvanger een zelfde vermindering wordt toegepast, dan wil hij zich niet verder verzetten. Vervolgens wil hij nog opmerken dat aan het slot van het preadvies wordt gezegd dat de salarissen zullen worden herzien en zoo zullen gere geld dat daarop eene besparing van 10 pCt. wordt verkregen. Wordt nu van alle salarissen, dus ook van Burgemeester, Secretaris, Wethouders en Ontvanger 10 pCt. bespaard Is dit het geval, dan wordt het nog erger voor het gemeente- personeel want dan zal voor hen de vermindering nog hooger dan 10 pCt. zijn; De Voorzitter zegt dat daarvoor geen gevaar bestaat. De bedoeling is alleen dat eene besparing wordt ver kregen op die salarissen die door de raad worden vastgesteld. Het voorstel van Burg. en Weth. in omvraag gebracht wordt verworpen met op twee na algemeene stemmen. Alleen de heeren Klijberg en Gragt- mans stemden voor. Het voorstel van den heer Van der Geld wordt met op drie na algemeene stemmen verworpen, zoodat het besluit blijft gehandhaafd. Voor het voorstel stemden de heeren Smolders, van der Aa en van der Geld. 3. Vaststelling (vernieuwing) van verordeningen op de heffing en Invor dering van haven en kaaigeld. De Voorzitter deelt mede dat deze vernieuwing geen wijziging in de verordening op zich zelf brengt. Zonder hoofdelijke stemming wordt de verordening conform het voorstel van Burg. en Weth. vastgesteld. 4. Voorstel tot onderhandsche ver pachting van het jachtrecht op de onbebouwde eigendommen der ge meente. Burg. en Weth. hebben voor de pacht van het jachtrecht voor de terreinen bij de bouwhoeve Roestel- berg eene aanbieding gekregen van f0 75 per H.A. per jaar. Deze pacht komt Burg. en Weth. zeer redelijk voor. Het lijkt hun niet van belang ontbloot dat de jachten niet te veel versnipperd worden, wil men voor komen dat al het wild wordt uitge roeid en het jachtrecht dus in de toekomst geheel waardeloos wordt. De heer van Driel zou liever zien dat het jachtrecht publiek wordt ver- I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 5