Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. EERSTE BLAD Gemeenteraad FEUILLETON Mugge beten „NOO&D-BRABAND" NUMMER 57 WOENSDAG 16 JULI 1924 UITGAVE: WAALWIJK8CHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. KAATSHEUVEL. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Zaterdag 12 Juli des namiddags ten 3 uur. Voorzitter Edelachtbare heer Van Besouw. Ongeveer kwart over drie uur opent de Voorzitter de vergaderingafwezig de heer Van Rooij. AAN DE ORDE: 1. Bespreking ontslag gemeente arbeiders. Voorzitter. Zooals de heeren bekend, heeft de raad bij de behandeling van de begrooting voor het dienstjaar '24 besloten het aantal gemeente-arbeiders van 7 op 6 terug te brengen. De begrooting is tweemaal door Ged Staten terug gezonden en thans hebben ze nog geen beslissing genomen, ik heb aan den Commissaris der Koningin gevraagd wat ik nu in deze moet doen, want zoo zonder meer kan hij niet worden uitbetaald. Met 1 Juli moest een van de arbeiders worden ontslaan wat nu, doordat Ged Staten nog geen beslissing hebben genomen, nog niet kan worden gedaan. Ged. Staten verwijzen in hun laatste schrijven naar hun reeds eerder ge zonden nota waarin ze op de nood zakelijkheid van 7 arbeiders wijzen. Burg. en Weth. stellen nu vooraan 7 arbeiders uitbetaling te doen totdat door Ged. Staten in deze een beslis sing zal zijn genomen. Vrinten. Daar zal niets anders opzitten. r- Verschure. Het gaat niet aan die menschen zoo maar ineens aan den dijk te zetten Er moet een behoorlijke opzeggingstermijn in acht genomen worden. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van Burg en Weth. hierna aangenomen. 2. Aangehouden voorstel weg-ver- betering Telefoonstraat met adres van de bewoners dier straat. De Voorzitter merkt op dat deze vergadering niet zoo spoedig zou zijn gehouden indien de bespreking ontslag gemeente-arbeiders alsook de veront reiniging van het water in Loon-op- Zand niet zoo urgent was geweest. Intusschen is van de bewoners dier straat een adres ingekomen waarin wordt gewezen dat ze met verwonde ring kennis hebben genomen van de debatten in de laatste vergadering betreffende de verharding van de Telefoonstraat. Het betoog van een der leden, als zouden er vele bewoners dier straat zijn die verharding liever achterwege zien blijven als daardoor weer meer belasting moet worden betaald, is hun onverklaarbaar, wijl allen veel liever een paar gulden meer belasting betalen dan 's Zomers in het stof te zitten en 's Winters in een modderpoel. De Bresser. Hoeveel handteekeningen staan er op. Voorzitter. Ik denk dat ze er zoowat allemaal op staan. De heer de Bresser blijft bij zijn standpunt. Verbetering is daar noodig, maar op 't oogenblik acht hij daar de tijd nog niet voor gekomen. Er zijn nog zooveel wegen die al zoo lang op verbetering wachten. De heer v. d. Horst kan, met het oog op den zeer slechten finantieelen toestand, zijn stem niet aan dit voor stel geven. Hij is het eens met den heer de Bresser die zegt dat er zooveel andere wegen zijn die al jaren lang op verbetering wachten. Dé menschen van het Loonsch Hoekje b.v. zitten al meer dan 60 jaar met een slechten zandweg te kijken. De heer van Beurden zou juist met het oog op de finantiën van de gemeente daar een harden weg willen aanleggen want vergeten mag niet worden dat de gemeente daar voor meer dan een half millioen gulden aan huizen heeft staan. Zijn die huizen 's winters niet anders dan door een modderpoel te bereiken en zit men er 's zomers steeds in de stof, dan kan het niet anders of de woningen komen leeg te staan. Om een débacle te voorkomen zou hij het bedrag willen voteeren. Alles moet gedaan worden om dat half millioen zoo rendabel mogelijk te maken. Vervolgens zegt spr. expres naar Loon-op-Zand te zijn geweest om zich- ook daar een harden weg wordt gelegd. De kosten daarvan zijn ge raamd op f 13.000, wat per jaar de gemeente dus op drie vier honderd gulden komt te staan. Hij stelt dan ook voor tot verharding van die twee wegen over te gaan. Voorzitter. Dus gecombineerd uit voeren het werk. zelf op de hoogie te stellen van den weg waarover een vorige vergadering is gesproken en nu hij de situatie heeft gezien is hij tot de overtuiging gekomen dat ook daar verharding van den weg beslist noodzakelijk is. Er woont een dokter waarheen dag en nacht menschen gaan. Voorts heeft men er een school waar meermalen daags een paar honderd kinderen heen moeten, zoodat het z.i. billijk is dat 56) (n^rpT^WAALW U K ftTjffi) DOOD ERVARING STERK. De heer Vrinten kan zich met het voorstel van den heer van Beurden niet vereenigen. De meeste gezinnen moeten nu al meer dan 10 pCt van hun inkomen voor belasting afstaan en nu zou men daar dan nog eens wat bij gaan doen. Het is voor de menschen beslist onmogelijk om alle belasting behoorlijk te voldoen Daarbij komt nog dat men direct weer staat voor werkeloosheid. In Loon-op-Zand is het al aan den gang, daar zijn er al en hier staat het er ook heel slecht voor. Komt er niet spoedig verbete ring, dan zit men hier ook weldra voor groote werkeloosheid te kijken. Met dat alles voor oogen~durft hij niet mede te werken om te besluiten tot verharding van die wegen over te gaan. De heer v_ d. Horst wil even her inneren aan de vergadering in het begin van het jaar gehouden. Toen werd een vreeselijke film gegeven van de toestand waarin de gemeente- ünantien verkeerden en de hulp inge roepen van allen om mede te werken teneinde een débacle te voorkomen Toen werd er reeds op gewezen dat de belastingen 3. 4 maal hooger zijn dan de rijksinkomstenbelasting en het zoo niet langer kon dat er bezuinigd moest worden zooveel als mogelijk is. Daaraan heeft hij gaarne medegewerkt alleen heeft hij het met groote tegenzin gedaan op de salarieering van het gemeente-personeel en om nu direct f60.000 te gaan uitgeven aan verhar ding van wegen, dat kan hij niet Wat zijn persoon betreft, gaarne zou hij er een persoonlijk offer voor over hebben maar als raadslid meent hij een dergelijk bedrag thans niet te mogen uitgeven. Herhaaldelijk heeft hij zich in de afgeloopen week de vraag gesteld wat in deze mag worden gedaan en telkens is het antwoord in hem opgekomen dat men er thans niet toe mag overgaan, dat niet alles op het spel mag worden gezet. Nu kan de heer van Beurden wel zeggen dat het is voor de Bouw- vereeniging maar de menschen op de Vossenberg, om maar eens iets te noemen, zitten al zoo lang met een slechten weg te kijken. Spr. verklaart nogmaals dat hij persoonlijk wel wat voor verbetering van dien weg over heett, maar dat hij als raadslid op het oogenblik niet verantwoord is om f 60.000 uit te geven daaraan. Liever zou hij op een andere manier de weg in orde willen maken b.v. met sintels en zoodra de middelen het toelaten kan zoowel de Telefoonstraat als de straat in Loon-op-Zand worden verhard Nu daartoe reeds overgaan zou op z'n minst genomen zeer ontijdig zijn. De heer Van Beurden wil opmerken dat de bouwvereeniging hier wel dege lijk een gemeentezaak is De leden mogen dat wel eens bedenken De gemeente is voor alles aansprakelijk. Het bestuur moet voor alle mogelijke zaken zorg dragen, zien dat de wo ningen zoo goed mogelijk worden verhuurd, maar de gemeente is aan sprakelijk voor het geld Kan de bouw vereeniging niet meer op tijd de rente en aflossing van het kapitaal betalen, dan wordt de gemeente daarvoor aanspra kelijk gesteld. Bovendien eischt het Rijk dat de huizen aan een harden weg zijn gelegen en daarom is destijds bij aankoop van den grond daar al reke ning mee gehouden Door den heer Van der Horst is op den Vossenberg gewezen doch daar staat van de ge meente geen kapitaal aan woningen van een half millioen gulden. De heer Van Lier kan zich met het door den heer Van Beurden ingeno men standpunt niet vereenigen In 47e JAARGANG. De Echo van het Zuiden, Waalwpsche en Langstraatsche Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door bet geheele rijk f 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prfls der Advertentlën 20 cent per regelminimum f 1.50 Reclames 40 cent per regel. Bfl contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. van „De Bcho van het Zuiden". 4 Geen pijn, geen jeuk, geen bulten als gij direct Akker's Kloosterbalsem er op doet. Wrijf wat op Uw huid, dan laten de insecten U met rast. Heel goed, heel goed, mompelde Mar tineau, het is altijd aangenaam met een mooie vrouw in één huis te wonen. Men kan haar dan nog eens van tijd tot tijd zien en een vriendelijken groet met haar wisselen Ja, mijnheer Martineau, en haar bijna doen flauwvallen van schrik, door haar als een dolle stier tegen het lijft te rennen. Moeder Bergougnous had gezegd„als een dolle stier." Helaas ik ben ook zulk een ongeluks vogel, zuchtte Martineau. Zij moet mij wel voor een lomperd en voor een stommerik gehouden hebben. Nu, nu, zoo erg vond ze het niet. Toch waar? -Maar ik moet er bij zeggen, dat ik u nogal in de hoogte gestoken heb. -Ja, daar heb ik zoo iets van gehoord. Zóo, nu ziet ge eens hoe ik ben. Ik kan er niets aan dien, maar ik heb een zwak voor u. Openhartig, gesproken, zoo ben ik nu, wat er in is, dat moet er uit ook. Dank u wel, moeder Bergougnous, ge kunt op mijn dankbaarheid rekenen, maar hoe heeft uw huurster die lofrede .op mij opgenomen? Zeer goed, mijn jongen, zeer goed. Nadat ze zeer' aandachtig naar mij geluis terd had, heeft ze mij gezegd, het lieve kind, met dezelfde woorden waarmee ik het oververtel, mijnheer Martineau, „Dat jonge mensch schijnt me een origineele te zijn. Zoo vindt men er tegenwoordig niet velen, ik houd van origineelen." Heeft zij dat gezegd, moeder Bergoug nous? Dat heeft ze gezegd, zoo waar als ik een vrouw ben. - Omaar dan mag ik er zéker niet aan twijfelen, en ik ben er wat mee in mijn schik. Welzoo, mijnheer Martineau, zou dat lieve dametje u het hoofd op hol gebracht hebben Helaas ja, moeder Bergougnous, het is zoo. Zoo maar eensklaps, bom Bom Als een kanonschot, net ais in de ko medie? Als een kanonschot, juist, mijn lieve juffrouw, dat, is het ware woord, gij hebt een man voor u, die door een kanonschot is getroffen. Maar wien het toch niet zoo slecht zal bekomen. Wij zullen dat zaakje wel regelen mijnheer Martineau, wees maar gerust, ik zal u helpen, zooveel ik maar kan. Ik dank u bij voorbaat, moeder Ber gougnous, en om u wat aan te moedigon, wees zoo goed dit vast aan te nemen. De goedgeefsclie Martineau hield der waardige portierster een vijf-francssttik voor, dat zjj aannam onder luide betuigin gen van dank en gehechtheid. Kijk eens, daar komt mijn kapitein riep Martineau, terwijl hij buiten de por tiersloge snelde. Zoo vroeg? Dat is geen gewoonte. Inderdaad, kapitein Filip Dormelles kwam in klein-tenue, een portefeuille met papie ren onder den arm, van het ministerie terug. Martineau haalde zijn officier op de trap in. - Als ge een weinig vroeger gekomen waart, kapitein, dan had ge de deur geslo ten gevonden. Verduiveld, dat zou mij niet bevallen zijn, zeide Filip, want ik heb haast. Zijn stem klonk vroolflk en zijn gelaat stond zeer opgewekt. Goddank, zeide Martineau voor zich, er is niets gebeurd. Hij opende de deur der woning en volgde Filip in zijn studeerkamer. De officier legde de portefeuille in een lade van zijn schrijfbureau. Dit zullen wij zorgvuldig wegsluiten, mompelde hij, ér zijn gewichtige papieren in. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN Vervolgens wendde hij zich tot Martineau en zeide met een glimlach Ik ken iemand, die zoo aanstonds blij zal zijn. Ik misschien? Ja. Is mijn verlof afgekomen? Ja, mijn beste Martineau, gelijk met het mijne. Wij hebben 'elk drie maanden verlof, te beginnen met aanstaanden Za terdag en wij hebben heden Maandag 7 November, dus over 5 dagen. Leve de republiek riep Martineau," ter wijl hfl met beide armen in de lucht zwaai de. Daarna ging hij op dankbaren toon voort: Ik dank u van harte, kapitein, voor hetgeen ge voor mij gedaan hebt. Wanneer ik gedurende uw verlof naar de compagnie had moeten terugkeeren, dan weet ik niet wat er van mij zou geworden zijn. Ik ben u dus wel erkentelijk. Kom, kom, laat dat maar mijn vriend, ik zal u nooit genoeg kunnen vergelden tenminste als er geen onvoorziene dingen gebeuren, waar ik volstrekt niet naar ver lang. Om een andere wending aan het gesprek te geven, hernam hij Maar gij hebt u vandaag zoo mooi ge kleed of het Zondag was. Och ja, kapitein, het is eigenlijk een dwaasheid. Stel u voor, _dat ik op straat een mooie, jonge dame voor ons huis zag stilstaan en met veel aandacht naar het verhuurbiljet op de tweede verdieping zien, toen kreeg ik lust om haar eens van nabij te bekijken, ik heb gedaan alsof ik uitging env Mooi zoo, en zijt gij niet teleurgesteld? Volstrekt niet, kapitein, integendeel, Een schoonheid dus? Zoo schoon als men zich maar kan voorstellen. En ze heeft u al in haar net, Marti neau? Helaas, kapitein. Wees voorzichtig, jongenlief, de vos, hoe dol hfl ook is op kippen, wacht er zich wel voor een kippenhok te plunderen, dat dicht bij ztjn hol staat, htj zoekt ztjn slacht offers verderop. Kijk, daar heb ik in het geheel niet aan gedachtriep Martineau uit. Omaar dan zie ik van al mjjn plannen af en geef de hoop geheel op. Htj zuchtte. 't Is toch jammer. Och, zeide Filip lachend, over vijf da gen gaan wij mét verlof en in dien tijd zul len er geen rampen gebeuren. Beproef dus uw geluk, Don Juan, en verzuim niets om te slagen. De jonge officier wierp zich achterover in zijn lederen fauteuil, die voor de schrijf tafel stond. Over vijf dagen, hernam htj vol geest drift, over vijf dagen, vijf maal vieren twintig uren. Martineau, beste jongen, wat zal ik dan gelukkig ztjn. Dan geen onge rustheid meer, geen zorgen, een onbegrensd geluk. O! ik zou wel tien jaar van mijn leven willen, geven, als die vijf dagen al om waren. Zacht aan, kapitein, zacht aan. Tien jaren voor vtjf dagen, sapristi, dat is niet als een koopman gerekend, gij zijt al te vrij gevig. Wees maar zuinig met uw tijd, wees maar zuinig, men is nog nooit te lang ge lukkig geweest, En dan, gij of mejuffrouw De Briais worden nu toch door niets meer bedreigd? De grappen van daarginds ge weet wel hebben zich niet herhaald, of denkt ge wellicht, dat die schelmen nog iets in hun schild voeren. Volstrekt niet, ik heb tegen oom Da niël een paar woorden gesproken, die hij ter harte schijnt genomen te hebben. De lucht is zuiver, tenminste ik kan aan de houding van Daniël Hilson en zijn waarden neef Aurelien De Prabert niet merken, dat zij voornemens ztjn de vijandelijkheden te her vatten. Mejuffrouw De Briais houdt zich, hoewel zij nog altijd in het hotel De Pra bert woont, zooveel mogelijk afgezonderd van die onaangename familie, zij heeft zelf een kamenier gehuurd, een Lotharingsche, Jeannine genaamd, die vroeger in dienst van haar moeder was én op wier trouw en gehechtheid zij ten volle kan rekenen, dus behoef ik mtj over niets bezorgd te maken. Toch zon ik wel willen dat het al Zaterdag was, want ik zal niet volkomen gerust zijn, voordat mejuffrouw De Briais mijn vrouw is. Het is nog maar met een paar dagen te doen. Geduld hebben, kapitein, geduld hebben. Ja, ja, alles goed en wel, geduld heb benben; dat is gemakkelijk gezegd, maar moeilijker gedaan. In elk geval, de dag van lieden telt niet mee voor mijn ongeduld. Weet ge, Martineau, wat ik vanmorgen aan het ministerie heb ontvangen? Neen, kapitein, hóe ?ou ik dat weten. Goed, dan zal'ik het u vertellen. Ik heb vanmorgen een klein briefje ontvangen, waarinNeen wacht, ik zal het u voor lezen. Htj tastte in den binnenzak van zijn uni formjas, nam daar zijn portefeuille uit en haalde een briefje te voorschijn, waarvan hij het volgende voorlas: „Ik ben voornemens vanmorgen elf uur uit te gaan. Heeft kapitein Filip Dormelles tijd en lust om met zijn aanstaande en de trouwe Jeannine een wandeling door de verschillende magazijnen te doen met het prijzenswaardige doel om nóg het een en ander tot de inrichting van hun huishou den aan te koopen? Zoo ja, dan wordt hij om elf uur, militairen tijd, verwacht door Marguérite.". Ge kunt u mijn vreugde voorstellen, beste Martineau, ging hi) voort, terwijl hij den brief weer in zijn portefeuille borg, maar die vreugde was niet onverdeeld. Ik moest verlof vragen aan kolonel Alle- vard, mijn onmiddelijken chef, die mij om zekere redenen, geheel buiten mijn schuld, op verre na niet genegen is. Enfin, ik heb maar door een zuren appel heen gebeten, wat doet men al niet voor een plezierigen dag! Kolonel Allevard ontving mfl zoo onvriendelijk mogelijk wanneer ik na afloop van mijn verlof weer onder zijn bevelen moet komen, dan zou ik nog liever den generalen staf verlaten en naar Grenoble terugkeeren maar verduiveld, een kapitein van de genie is geen school jongen die zonder permissie van den meester niet uit mag en dat heeft kolonel Allevard ook ingezien. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1