Jkf Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. EERSTE BLAD Buitenland. Binnenland Land- en Tuinbouw FEUILLETON „NOORD-BRABAND" Wit SATERDAG 23 AUGUSTUS UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. De bochten waarin de Duitsch- nationalen zich wringen om den schijn van oppositie te bewaren en toch de overeenkomsten van Londen onverlet door het parlement heen te halen, worden steeds stouter. Zij zullen tegen alles en nog wat spreken en stemmen, maar als het er op aankomt, d.w.z. bij de spoorwegwet, die een meerderheid van a/3 behoeft, omdat zij een grond wetswijziging inhoudt, gaan zij overstag De Vorwarts, welk blad de D.-n. al weken lang met spot overlaadt en hen afbeeldt als politieke slangemenschen, zal uit dit gedraai wel munt slaan, als later de vorming van een „burgerlijk blok" nog eens aan de orde mocht komen. De houding die de socialisten aannemen, steekt inderdaad gunstig af bij die der Duitsch-nationalen Zij hebben zich van meet af op het stand punt gesteld, dat van de Londensche conferentie niet meer dan een com promis te verwachten was, welks baten en lasten men als een geheel moet beoordeelen. In arbeiderskringen is men bijvoorbeeld allerminst opgetogen over de spoorwegwet, die het bedrijf denationaliseert en tot op zekere hoogte zelfs onder buitenlandsche contröle plaatst, doch daarover stapt men zonder morren heen omdat er grootere voor deden tegenover staan. Voor de be wering van de Tag dat de socialistische Rijksdaggroep misschien tegen de spoorwegwet zal stemmen is dan ook niet de minste reden. De eindstemming wordt vandaag over een week verwacht. Morgen spre ken alleen de leden der Duitsche delegatie, Marx, Stresemann en Luther en dan gaat de Rijksdag tot Maandag uiteen om den Rijksraad en de com missie van buitenlandsche zaken in de gelegenheid te stellen intusschen de ontwerpen te behandelen. De bankwet en de wet op de uit gifte van nijverheidsobligaties volgen geheel het voetspoor van het plan- Dawes. Opmerking verdient alleen, dat de Rijksbank met de bevoegdheid wordt bekleed, die de commissie-Dawes aan een nieuwe emissiebank wilde toe kennen. Dat is een aanmerkelijke ver eenvoudiging omdat men nu met een wijziging van de bestaande centrale bankinstelling kan volstaan. De indus- trieele bedrijven, te wier laste obligaties ten bedrage van 5 milliard goudmark worden uitgegeven, omvatten mijn-, scheepvaart- en particuliere spoor- en tramwegondernemingen. De regeering is echter voornemens bij bijzondere wet ook andere bedrijven te laten bij dragen, zooals banken, handelsonder nemingen, verzekeringsmaatschappijen, hotelbedrijven, enz., met een maat schappelijk kapitaal van ten minste 50,000 goudmark Over de spoorwegwet deelen de Duitsche bladen nog geen nadere bij zonderheden mede. De hoofdzaken ervan zijn echter wel bekend en komen hierop neer dat de rijkssporen worden omgezet in een N.V. (met een maat schappelijk kapitaal van 13 milliard gewone en 2 milliard preferente aan- deelen) die elf milliard 5 pet. obligaties aan de commissie van herstel afstaat Terwijl de aanneming dezer ont werpen thans vrijwel verzekerd lijkt, zal het bij de besprekingen allicht weer tot onverkwikkelijke tooneelen komen. De communisten en volkschen schijnen voornemens voor het gebruikelijke lawaai te zorgen. Bij de uitvoeriig der Rijwiel belastingwet is aan de betrokken ambtenaren de instructie gegeven, om de eerste vier weken niet te verbali seeren. Ten onrechte is hieruit de conclusie getrokken, dat gedurende 'de geheele maand Augustus geen procesverbaal ingevolge die wet zou worden opgemaakt De Tel. verneemt thans, dat de minister van Financiën een schrijven heeft rondgezonden, waarin word bepaald, dat te beginnen met 29 Augustus a.s. ieder, die zijn rijwiel niet voorzien heeft van het voorge schreven belastingmerk, behoort te worden geverbaliseerd. Op 1 Augustus 1924 werden 3636 weduwenrenten en 5801 weezen- renten krachtens de Invaliditeitswet genoten, terwijl op genoemden datum krachtens art. 373 dier wet 37.383 personen in het gerot verkeerden van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per weekvoorts genoten 6436 personen een invaliditeitsrente als bedoeld in art. 11 dier wet. Krachtens de vrijvillige verzekering waren op vorengenoemde datum 80.973 personen in het genot van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van 3 gulden per week. In het door het Centraal Bureau voor de Statistiek onlangs uitgegeven Statistisch Zakboek komt een interes sant staaltje voor betreffende de Rijks inkomstenbelasting. In het belastingjaar 1921 1922 waren 1 638-456 personen in de Rijksinkomstenbelasting aange slagen met een gezamelijk inkomen van 4292 millioen, opbrengende een lelasting van ruim 130 millioen. Uit dit staatje blijkt o m. dat 63 pCt. der aangeslagenen een inkomen had van minder dan f 2000. 93 pCt. een inkomen van minder dan f5000 en 97.8 pCt. een inkomen van minder dan f 10 000 Slechts 2 2. pCt. had dus een inkomen van f 10.000 of hooger en slechts 0.79 pCt. van f20.000 of hooger. Deze laatste betrekkelijk kleine ca tegorie van 13.036 personen betaalde te zamen ruim 53 pCt„ dus meer dan de helft der geheele inkomstenbelasting. De 3730 rijken, die een inkomen van f 50.000 en meer hadden, betaalden te zamen ruim 41 pCt. van deze belasting, de 1335 allerrijksten, met een inkomen van f 100.000 en daarboven, betaalden bijna 30 pCt. der geheele belasting. Wij zijn benieuwd naar de gegevens over 1922—1923, welke binnenkort bekend zullen worden. 67) ^WAA LW UK^püFT DOOD. ERVARING Wat iedere maand te doen geeft. Nadruk verboden. (2e helft Augustus). De graanoogst ondervond in de eerste helft veel tegenstand door het natte weer. Zoo voorspoedig het met den hooibouw ging, zoo traag kon men opschieten met het koren, dat op vele akkers zelfs al begon te loopen. Zulk zaad is natuurlijk voor den zaai niet geschikt. Overigens valt de zaadop- brengst der rogge, ofschoon het gewas niet te dik stond, wel mee; de aren zijn vrij goed geladen. Ofschoon we nog eenige weken vóór den zaaitijd zijn van het wintergraan (wintergerst) eind September, winterrogge van begin tot half October), moet de voorbereiding der akkers nu reeds, zoo mogelijk, ge schieden. De gerst stelt hooge eischen, vooral op zwaren grond na vaste stop pels, in welk geval men het best doet 3-maal te ploegen. Was het voorgewas aardappelen, dan kan men eerst eggen, daarna ploegen, vervolgens weer eg gen voor den zaai. In plaats van het aardappelland te eggen, kan men ook den cultivator gebruiken. De grond mag niet al te los gemaakt worden met het oog op het gevaar voor uitwinte- ren van het gewas. Inzonderheid bij gerst is de rijenteelt aan te bevelen. Dit verhoogt de winter-vastheid, voor komt het legeren en vermindert het gevaar voor roest. De grondbewerking voor rogge heeft ten doel, dat zij diep kan wqvtelem Js de akker in den regel behoorlijk diep bewerkt, dan is een bijzondere bewerking voor de rogge niet noodig; in het tegenovergestelde geval verdient het aanbeveling den ondergrond los te maken niet te keeren door middel van den onder grondsploeg; bij het gebruik hiervan blijft dus de ondergrond ook beneden, alleen wordt de bouwvoor verdiept. Breng den mest niet te diep weg; strooi dien uit bij het voorlaatste ploegen; als ge 3-maal ploegt, dus bij de 2e maal; ploegt ge 2 keer, dan reeds bij het stoppelploegen. Denk er aan: rog ge houdt van bezakten grond; tusschen het onderploegen van de mest en het zaaien moet derhalve eenige tijd ver loopen. Wij kunnen thans bij de grond bewerking van het roggeland niet lan ger stilstaan, alleen herhalen we: er mogen onder de bouwvoor geen harde lagen blijven zitten, en „bonken" moe ten met een diepgaande egge naar boven worden gehaald en worden fijn gemaakt. In den hof: 't Is nu een geschikte tijd om vele vaste planten, die 's win ters buiten overblijven, te verplanten of te scheuren, b.v. het welriekend viooltje. Niet verplante violen bloeien in 't voorjaar niet zoo rijk als de wel verplante. Na het scheuren zet men ze op eenigen afstand op pollen na te voren den grond goed gemest te heb ben, tenzij deze in beste conditie mocht zijn. Eenige bedekking in den winter is wenschelijk, omdat ze na verplan ting altoos gevoeliger zijn. Ook de Pri- mula-V.eris, in 't voorjaar om haar bloemen zeer gezocht, scheurt men thans. Geef acht op uw Zonale (Gera nium) perken, de eene bloem groeit harder dan de andere, zoodat het perk licht wat onregelmatig wordt en dient opgeknapt te worden. Dan moeten de potten er worden afgenomen en op nieuw worden aangebonden; men neme de wortels onder aan den pot weg eveneens de gele bladeren en uitge bloeide bloemen, begiete de planten goed, ook met sterk verdunde gier, en plaatse daarna de planten weer op het perkgroote in het midden, de kleine aan den kant. Zij gaan dan opnieuw groeien en bloeien. Snijd van de oude aardbeiplanten de bladeren bij den grond af, verwijder de zijranken: schoffel de bedden eens goed, hark ze uit, en ge zult dan de planten na een poos weer jong blad zien maken,^Ge hebt onzen raad gevolgd en einde Juli begin Augustus wortelen gezaaid? Dan staan ze nu zeker al flink boven den grond en moet ge- de bedden wie den en vervolgens losmaken; tevens de planten uitdunnen, hetwelk nog noodiger is dan in den zomer, omdat ze behoorlijk ruimte moeten hebben om vóór den winter nog geschikt te worden voor 't gebruik. Wied ook de laatst gezaaide bedden: Spinazie, veld sla enz., en gebruik bij droog weer den schoffel. In den nazomer wordt het schoffelen en wieden dikwijls nagela ten; dit is verkeerd, want men krijgt daarvoor in 't volgend voorjaar weer zooveel te meer onkruid in de bedden, en dus ook meer werk. In de meloen en komkommerbakken, welke thans reeds opgeruimd kunnen worden, kan men nu uitstekend postelein zaaien, 't zij voor direct gebruik of wel voor den inmaak. Daarna goed omspitten en vochtig maken! Wie bakken en ramen bezit, kan ook den geheelen winter door kropsla hebben. Het zaad (broei- geel kropsla) zaaie men ónder glas; in zuivere aarde, anders vallen de plan tjes weg. Wanneer de plantjes twee blaadjes hebben, zet men ze op de bak ken. De grond zij niet alleen zuiver, maar ook goed vochtig! I 1 (Wordt vervolgd.) 47o JAARGANG. Waalwijfesclie en Lansslraalsehe Courant, Dit blad verschflnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.2S. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. PrtJs der AdvertentiSn 20 cent per regel; minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel. Bfl contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. van „De Echo van het Zuiden". GERECHTIGHEID. Ik heb niets gedaan, mijn goede mijn heer, gij begrijpt, als men mij vijf francs geeft om een brief weg te brengen dan doe ik het, ik doe alles wat men mij opdraagt en Zwijg en ga heen. De brave besteller gehoorzaamde aan de gebiedende beweging, die hem naar de deur wees en ging achteruit lieen, met een bui ging bij eiken stap, terwijl zijn vuurrood ge laat alle sporen van onrust vertoonde. Toen kolonel Allevard: alleen was, gaf hij lucht aan zjjn toorn en verwondering. Verduiveld, drijft men den spot met mü of is het waar? riep hij uit. Hij herlas langzaam en halfluid den brief die hem door Antoine Vautadour 'gebracht was. „Kolonel Een der officieren, die onder uw directe bevelen staan, en die eerst onlangs tot ka pitein benoemd en aan het ministerie ge plaatst wend, is een verrader. Uw geheim archief wordt degelijks doorzocht door dien onwaardige, de belangrijkste documenten worden er uitgenomen, thuis door hem ge- eopiëerd, die copiën verkocht aan het Duit sche gouvernement en daarop de orgineele stukken op hun plaats teruggebracht, zoo dat gij er niets van kunt bespeuren. Zoek lieden eens naar lias B135, die de gewich tige berekeningen bevat van den ingenieur Friel over het rookelooze kruit en ge zult die in uw kast niet vinden, maar wellicht zult ge gelukkiger zijn wanneer gij de wo ning van dien kapitein doorzoekt, want gis teren heeft li ij haar meegenomen. Het zal MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN wel niet noodig zfln, i dien officier met name te noemen, gij beg-ijpt zeer goed wien ik bedoel. De ellendelin; staat op het punt te huwen met eene rijke erfgename en heeft daarom in den laatsten ijd veel geld noodig daar hij zijn bruid verteld heeft, dat hij rijk is. emand die zijn jaderland liefheeft." De laaghartige aankhcht droeg verder geen onderteekening. Kolonel Allevard wierp het papier vol woede vanzichaf. Dat is meer dan afichuwelijkriep hij uit. Een Fransch officier, van zooiets te be schuldigen Neen, neen, lat zou al te laag zijn. Al haat ik Dormelles, dan mag ik toch niet aan die anonieme beschuldiging geloof slaan. Ik zal even het ardiief nazien en dat zal wel voldoende zijn om mij te overtuigen dat dit het. werk van etn laffen grappen maker is. De kolonel opende zijl kast en nam er doos B uit, waarin de vaeschillende liassen nauwkeurig op nummer hgen. Eensklaps verbleekte lij. Groote God, maar dSt is niet mogelijk. Hij bladerde de doeunenten stuk voor stuk door, zijn handen betfden zenuwachtig en zijn oogen fonkelden mder de saamge- knepen wenkbrauwen. Lias B135 was er niet meer, zij was ge stolen, de anonieme brief sprak dus waar heid. De woede en verontwaardiging van ko lonel Allevard werd nog verdubbeld door den haat en afgunst, die lij den jongen ka pitein toedroeg. Dat verlaad zou ontmas kerd worden, en wel dadelijk. De kolonel wierp de ebeumehten weder in doos B, zette die op hair plaats en sloot de kast. Nog nooit had hfj in zulk een toe stand van opgewondenhad verkeerd, hij was buiten zichzelven. Mft driftige schre den begaf liij zich naar het bureau, waar de onder zijn directie geplaatste officieren werkten, wierp de deur opai en trad binnen. De officieren keken verwonderd op. Zij waren met hun drieënFilip Dor melles, kapitein Massias en luitenant Gné- nard. zat aan een afzonderlijke schrijf- Allevard begaf zich regelrecht terwijl kalmte Ieder tafel. Kolonel naar Filip. Kapitein Dormelles! riep hij. hij zich met veel moeite tot eenige dwong. Filip stond op. Kolonel. Gij hebt stukken van het ministerie meegenomen? Ja, kolonel. Welke stukken zijn dat? Plans van de verbeteringen aan de forten aan de Maas, die nagezien moeten worden. Die stukken zijn van betrekkelijk weinig belang, want wanneer de plans zijn goedgekeurd, dan komt er een nauwkeurige beschrijving van in de officieele dagbladen. Goed. Waar zijn die plans? Ik heb ze vanmorgen aan luitenant Guénard teruggegeven, nadat ik het werk er aan had afgemaakt. De kolonel wendde zich tot luitenant Gué nard. Is dat zoo, luitenant? Ja, zeker, kolonel. Filip werd vuurrood van toorn over de i beleediging, die kolonel Allevard hem aan- i deed, door zijn woorden in twijfel te trek- ken. I Kolonelriep hij uit. 1 't Is goed antwoordde deze, zonder op de verontwaardiging van den jongen kapi- I tein te letten, wanneer die stukken op zijn i plaats zijn. dan zijn er andere die ontbre- ken. Wat wilt ge zeggen, kolonel? vroeg I Filip. Weet gjj waar lias B135 is? j Neen. Zfj is niet meer op het ministerie, ka- j pitein. Welnu? Zij is gestolen. I Gestolen? Ja, kapitein, gestolen, gisteren, en hier is een iirief, waarin mij wordt medegedeeld, I dat ik haar bij u aan huis kan terugvinden, ten minste zoo het nog niet te laat is. Bij mij aan huis? vroeg Filip met van woede trillende stem, bij mij aan huis? En waarom, met welk doel zou ik die stukken hebben meegenomen? Deze brief verzekert, dat gij die stuk ken copieert en de copieën verkoopt aan de Duitsche regeering. Dat wil dus met andere woorden zeg gen. dat ik een landverrader hen, ik. Filip DormellesEn dat zegt ge mij zoo maar in het gezicht, onomwonden, en tegenover ge tuigen Het gelaat van den jongen officier tee- kende de heftigste ontroering, zijn oogen schoten vonken, hij kneep de vuisten kramp ach tig samen. Met vasten tred naderde hij kolonel Al levard, kwam recht voor hem staan zoo dicht dat zijn borst bijna die van den hoofdofficier aanraakte en met zachte stem die zich met moeite een doorgang baande door de zenuwen, die zich in zijn keel op propten, hernam hij Gij haat mij, kolonel, en ten onrechte, want ik heb nooit iets jegens u misdaan, nooit. Gij hebt teleurstellingen ondervonden en daar ben ik de oorzaak van geweest, dat kan zijnmen heeft het mij verteld, maar g(j weet zeer goed, dat ik daar geen schuld aan heb, want ik kende u volstrekt niet, voordat ik hier te Parijs kwam. Gij hebt mij steeds op alle mogelijke wijzen uw mis noegen getoond, gij hebt geen gelegenheid laten voorbijgaan om uw wrok aan mij te koelen en ik heb uw onrechtvaardigheid en uw kwade luimen geduldig verdragen, maar nu gaat ge te ver, kolonel, nu doet ge mij een beleediging aan, die zelfs een geringe knecht niet zou dulden, nu beschuldigt ge mjj van de zwaarste misdaad, die een mi litair kan plegen en dat kan ik niet gedoo- gen, dat kan ik niet, verstaat ge. Gij ziet wel hoe alles wat in mij is daartegen in op stand komt, hoe mijn wil onmachtig is om mijn toorn te bedwingen, hoe ik tot daden van geweld, tot dwaasheden in staat zou zijn. Ozeg dat ge u vergist hebt, dat ge u door een booze ingeving' hebt laten verlei den, dat ge mij hebt willen vernederen, dat ge u hebt willen wreken. Zeg het, ik smeek liet u, kolonel, zeg het, of anders sla ik u in liet gelaat en dood ik n. Werkelijk hief Filip de hand op en stond reeds op het punt aan zijn bedreiging ge volg te geven. Kapitein Massias en luitenant Guénard snelden toe. Dormelles! Dormelles! riep de kapi tein der artillerie, terwijl hij met ijzeren vuist den arm van Filip tegenhield en zich tusschen hem en kolonel Allevard plaatste, kom tot uzelf, ge zoudt u in het ongeluk storten. Ongelukkige, wat wildet ge doen? Jawel, ik begrijp uw drift, uw verontwaar diging, elk Franschmau, die dien naam waardig is, zou hetzelfde gevoelen. Ja, men heeft ongelijk, zonder voorbehoud te geloo- ven aan een zoo zware beschuldiging, men heeft geen recht u te verdenken alvorens tl gehoord te hebben dat zeg ik overluid maar de aanklager is uw meerdere en ge weet wel hoe de voorschriften luiden om trent de verhouding van den militair tot zijn chef. Men heeft u beschuldigd, men zal die beschuldiging door bewijzen moeten onder steunen, of anders,, wee den lasteraar Hij voegde er bij, terwijl hij met. warmte de hand van Filip drukte s Sta mij toe, mjjn vriend, dat ik mjj ge- heel aan uw zijde schaar. In zoo ernstige omstandigheden moeten wij als kameraden elkaar helpen en steunen waar wij kunnen. Reken ook op mij, kapitein Dormelles, zeide luitenant Guénard, terwijl hij even eens Filip de hand toestak. Deze plotselinge tusschenkomst van den artillerie-kapitein, waardoor een groot en onherstelbaar ongeluk voor Filip werd ver meden. mishaagde zichtbaar aan den ko lonel, die zijn ondergeschikten, die zoo open lijk partij tegen hem kozen, een woedenden blik toewierp. Evenwel bracht kolonel Allevard zijn mis noegen niet onder woorden, want hij zag duidelijk in dat lijj te ver was gegaan en zich te veel door zijn persoonlijke vijand schap had laten leiden. Hij bepaalde zich er toe de schouders op te halen. Dat zijn maar woorden, die niets be wijzen, mompelde hfl. 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1