Tweede Blad.
Gemeenteraad.
Nr. 71. Zaterdag 6 Sept. 47e Jaarg.
HAARSTEEG.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 26 Augustas
des voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter Edelachtbare heer Van
Bokhoven.
Ongeveer kwart over tien uur opent
de Voorzitter de vergadering aanwezig
alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen.
De heer Van Hemert zegt dat naar
aanleiding van een gesprek, dat hij met
den Secretaris heeft gehad in de
notulen wordt gesproken van mis
verstand. Dit moet echter zijn mis
leiding, want ten allen tijde wil hij
onder eede bevestigen, wat is gezegd.
Voorzitter. Ge behoett geen eed
te doen.
Van Hemert. Als men dit maar in
de notulen opneemt.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
Een schrijven van Ged. Staten
houdende de mededeeling dat tegen
het raadsbesluit, om aan het R. K.
Kerkbestuur een perceeltje grond te
verkoopen, door den heer Van Hoof bij
de Kroon in beroep is gegaan. Men
heeft echter geen termen gevonden
om het wettig genomen besluit te
vernietigen.
Dobbelsteen. Mogen wij ook het
afschrift eens hooren wat is geant
woord, toen om inlichtingen is ge
vraagd, Welke motieven zijn toen door
Burg. en Weth. aangevoerd om het
besluit gehandhaafd te zien.
Voorzitter. Wij hebben er niets bij
gevoegd. De Kroon acht het genomen
besluit niet tegen het algemeen belang
en ik ook niet. Ik begrijp niet dat een
besluit, dat met algemeene stemmen
is genomen en waarvan de zaken al
door den Notaris zijn geregeld, zou
moeten worden vernietigd.
Dobbelsteen. Op heteerste schrijven
hebt U toch moeten antwoorden. Ik
vraag het maar omdat door Ged Staten
van een boschrand is gesproken.
Voorzitter. Ik heb dat woord in
geen enkel schrijven gezien.
Dobbelsteen. Ik zelf heb het schrijven
van iemand gezien en daar wordt van
boschrand gesproken, alhoewel hier
toch zeker van boschrand geen sprake
kan zijn.
Voorzitter. Dat kan ook niet.
Door den Secretaris wordt het be
doelde schrijven gehaald en voor
gelezen.
Voorzitter. U ziet dus dat van bosch
rand in het geheel niet wordt gespro
ken. Alleen dat het Kerkbestuur het
perceeltje grond voor een toegangsweg
te verkrijgen tot het kerkhof, nood
zakelijk noodig heeft. Ik zou ook
vreezen dat het Kerkbestuur de ge
meente in rechten zou gaan vervolgen
als ze de beschikking over dat land,
nadat het eenmaal is verkocht, niet
zou krijgen.
Dobbelsteen. Ik heb een schrijven
van iemand gezien dat hij als ant
woord heeft ontvangen waarin wel
degelijk het woord boschrand in
voorkomt.
Voorzitter. Dat weet ik niet, daar
kan ik niet over oordeelen, want ik
heb het niet gezien.
Door den Secretaris wordt alsnu een
desbetreffend schrijven voorgelezen
waaruit blijkt dat het woord bosch
rand niet is gebruikt. Wel is daarin
te kennen gegeven dat de prijs, waar
voor het land is verkocht, zeer billijk
is te noemen en bij verkooping in het
openbaar niet gemakkelijk meer zal
opbrengen omdat het niet zoo gunstig
is gelegen en nooit is bemest.
Vervolgens deelt de Voorzitter mede
dat van v. d. Wiel uit Hedikhuijzen
het verzoek is ingekomen om hem
ontheffing van schoolgeld te willen
verleenen. Het verzoek is echter een
jaar te laat ingekomen.
Dobbelsteen. Tot heden is dat dan
toch nog verleend. De menschen moeten
er eens op gewezen worden dat zoo
iets niet meer kan gebeuren.
Voorzitter. Daar is genoeg op ge
wezen. Bovendien staat het op ieder
briefje.
Van Hemert. Bij het innen van het
schoolgeld moest daar op gewezen
worden.
Voorzitter. Daar is op gewezen,
maar de menschen wachten maar.
Van Engelen Ik zou er nu nog
eens op ingaan, maar in het vervolg
niet meer.
Van Hemert. Het is veel gekomen
door die ziekte, die heeft geheerscht.
Dobbelsteen. Ik zou nu ook nog
voldoen aan het verzoek maar besluiten
om in het vervolg daarop niet meer
in te gaan.
Van Vrede Daar is door den Voor
zitter wel gezegd dat het kenbaar is
gemaakt maar bij ons heb ik er nooit
iets va» in het plakbord zien staan.
Een schrijven van het Kerkbestuur
van Hedikhuijzen waarin subsidie
wordt gevraagd voor de Bewaarschool,
wordt aangehouden tot de behandeling
van de begrooting
Schrijven van Ged. Staten houdende
het bericht dat voor pensioenbijdrage
van de ambtenaren niet meer dan
3'/2 pCt mag worden verhaald. Ged.
Staten geven in overweging alzoo te
doen. Voor dit jaar betreft het nu een
wijziging van den datum.
Bericht van Ged Staten betreffende
vereeniging van gemeenten Vlijmen,
Nieuwkuijk en Hedikhuijzen.
Ged. Staten zeggen dat eenige
heeren in een onderhoud dat ze met
hen hebben gehad, te kennen hebben
gegeven dat de bewoners thans voor
vereeniging iets meer voelen. Daar
over zien Ged. Staten gaarne het
antwoord van den raad tegemoet.
Van der Heijden. Er zijn twee leden
van den raad op audiëntie geweest en
volgens de praatjes die ik daarover
heb gehoord en die nogal van nabij
komen, zal Dobbelsteen en consorten
daarvoor Judasgeld ontvangen als het
goed van stapel loopt.
Van Hemert. Van die beleediging
zal ik kennis geven aan de officier van
justitie.
Voorzitter. Wat in de vergadering
wordt gezegd, daarover hebt u niets
bij de officier van justitie, te brengen.
Dobbelsteen. Op de eerste plaats
Voorzitter. Ik moet het lid van der
Heijden nog verzoeken hier met geen
praatjes van de straat te komen, daar
hebben we hier niets mede te maken.
Dobbelsteen. Is reeds door U op dit
schrijven geantwoord.
Voorzitter. Neen, want het was niet
aan mij maar aan den raad gericht.
Dobbelsteen. Ik heb deze vraag ge
steld op grond dat door Ged. Staten
wordt gevraagd het antwoord voor 28
Augustus te willen inzenden Waarom
hebt u nu pas een vergadering uitge
schreven.
Voorzitter. Het is nu nog maar 26
Augustus.
Dobbelsteen. Nu komen de leden
plotseling voor een belangrijke kwestie
te staan en is het moeilijk om een
goed gedocumenteerd rapport uit te
brengen. Waarom hebt u niet eerder
een afschrift van dat schrijven aan de
leden verstrekt
Voorzitter. U is dus een en ander
bekend.
Dobbelsteen. Dat doet niets ter zake
ln een vorige vergadering is besloten
dat van alle stukken van belang een
afschrift aan de leden zal worden ver
strekt. Dat is een raadsbesluit ea
daaraan hebt u zich te houden. Waar
om hebt u dit nu weer niet gedaan?
Dat ontwerp is een paar jaar geleden
hier geweest en weten de meesten van
ons er niet veel meer van.
Van Hemert. U zegt dat wij met die
zaak bekend zijn, maar dat is niet zoo,
daar zijn wij onbekend mee. Wij zijn
wel op audiëntie geweest voor een
persoonlijk feit en toen is daarover
niet direct gesproken.
Voorzitter. In den brief van Ged.
Staten staat dat twee leden van den
raad zijn geweest, die hebben ver
klaard dat de menschen nu wat meer
voelen voor vereeniging v. gemeenten
Van Hemert. U moet me uit laten
spreken.
Voorzitter. Als u dan maar bij het
onderwerp blijft.
Van Hemert. In het gesprek zei een
lid van Ged. Staten denkt er aan dat
er nog altijd een ontwerp ligt voor
vereeniging van gemeenten.
Voorzitter. Daar hebben wij nu niets
mee te maken. Het gaat er nu alleen
maar over om te zeggen hoe men
denkt over annexatie en wil u zich
daaraan niet houden, dan zal ik het
direct in stemming brengen.
Van Hemert. We hebben er op ge
wezen dat door jullie toedoen hier
een onhoudbare toestand is gaan
heerschen.
Voorzitter. Dat behoeft u hier niet
te vertellen.
Van Hemert. Het plan van
Voorzitter hamerend. Daar vraag ik
niet naar. Ik ben er niets nieuwsgierig
naar ook.
Van Hemert. Ik moet de zaak toch
eerlijk ophelderen.
Voorzitter In dien brief wordt over
2 leden gesproken.
Van Hemert. Wij hebben niet ge
zegd dat wij daarvoor kwamen maar
in den loop van het gesprek zei de
heer Kip dat er nog een plan lag en
toen heb ik gezegd dat, als de toestand
zoo moet blijven, dat ik dan in principe
niet tegen annexatie zou zijn.
De heer van Engelen zegt met die
twisterij niet te maken te willen heb
ben, het gaat over annexatie en alleep
daarover wil hij spreken. Hij voor
zich heeft die zaak eens goed over
wogen en hoopt dat alle leden dat
eens goed zullen doen. Komen wij bij
Vlijmen, dan zijn we onze zelfstandig
heid kwijt en hebben we in de toe
komst niet zoo heel veel goeds te ver
wachten. Hij zelf heeft dat betreffende
een landbouwvereeniging al eens
ondervonden. Er is niet mee samen te
werken en het gevolg zal zijn dat
men hier steeds stiefmoederlijk in alles
zal worden bedeeld.
Spr vraagt zich af waarom annexa
tie en of deze gemeente geen reden
van bestaan heeft. Zeker heeft deze
gemeente reden van bestaan, zeker zoo
goed als welke gemeente ook. Wel is
er de laatste jaren eene drukkende
belasting maar dat is alleen gevolg
van de schulden die door de crisis
gemaakt zijn moeten worden. Voor 50
jaar geleden is er voor het lichtbedrijf
een schuld gemaakt van f 40 000
doch daar is de helft ongeveer al van
afgelost. Voor de verbouwing en meu
bileering van het Raadhuis is schuld
gemaakt maar ook daar is al veel van
afgelost. Nu d;ukt een rentebetaling
van f 8580 de gemeente, nog te veel,
maar in 1929 zal dit maar slechts
f 3000 meer zijn
Voorzitter. Als er geen andere lee
ningen intusschen gedaan behoeven te
worden.
Van Engelen. Het electriciteitsbedrijf
bedruipt zich. Nu zijn er 2 veldwach
ters en in de toekomst kan misschien
wel met een worden volstaan wat
direct een groote bezuiniging brengt
nl. f 1500. De gemeente is in het be
zit van veel landerijen welke in de
toekomst veel opbrengen. Voor dit
jaar is de opbrengst wel tegengeval
len, maar men mag toch gerust zeggen
dat het in de toekomst veel geld op
brengt.
Dat het in den raad er slecht naar
toe gaat is waar, maar is van korten
datum en kan veranderen. Zelfs al
zou men hier iets meer belasting
moeten betalen, dan zou dat nog geen
motief zijn want het gemak voor de
menschen dat ze hebben als hier het
raadhuis is, weegt daar ruimschoots
tegen op. Ik geef gaarne toe dat de
gemeente niet zoo groot van opper
vlakte is, doch dat zegt niets Als
men op de kaart van Europa kijkt
dan is ons landje maar heel klein en
bijna niet te vinden en toch is er
niemand te vinden die het in zijn
hersens krijgt om te zeggen Nederland
is zoo klein, laten we dat maar bij
üuitschland voegen. Zelfs een Wijnkoop
of een Troelstra wagen zich daar
niet aan.
Wat voor stof heeft het ook*niet
opgejaagd toen er verleden jaar iemand
was opgestaan die schreef dat het
noodig was dat 't Zuidelijk deel van
Limburg maar bij België moest worden
gevoegd.
En ik zou ook niet gaarne komen
met een voorstel om ons met andere
gemeenten te vereenigen.
De heer Dobbelsteen kan direct
niet op de cijfers door wethouder
van Engelen genoemd, ingaan. Op een
zaak wil hij echter wijzen en dat is
dat Van Engelen het laat voorkomen
of binnen korten tijd de gemeente
geheel van haar schuld af zal zijn,
maar hij vergeet er bij te zeggeji dat
het o zoo gemakkelijk kan dat er
nieuwe schuld bij komt. Vanaf het
begin, zegt spr., dat wij hier zitten
hebben wij voor bezuiniging gewerkt.
Voorzitter. Jullie voor bezuiniging
gewerkt, daar moet ik mee lachen.
Dobbelsteen. Het is toch een feit
dat, als wij er niet waren geweest, de
gemeente weer 4 a 5 duizend gulden
meer kwijt was geweest voor die
verbouwing van de school.
Voorzitter. Jullie zijn duur.
Dobbelsteen. U moet mij niet telkens
interrumpeeren. Hebben wij dat wet
houder van Engelen gedaan Die
hebben we toch ook fatsoenlijk laten
uitspreken.
Om op de zaak terug te komen, als wij
het niet hadden tegengehouden, dan
zou voor die school heel wat meer
geld zijn uitgegeven, maar nu kan men
makkelijk zeggen wat men wil omdat
de menschen toch niet met de juiste
toestand op de hoogte zijn. Ja, lacht
U maar, mijnheer de Voorzitter. Ik
ben zeker zoo serieus als U.
Voorzitter. Een vreemdeling die hier
is gekomen, is wei op de hoogte,
niet die hier geboren of er al jaren
woonachtig zijn.
Dobbelsteen. Zeker, de meeste men
schen zijn niet op de hoogte met de
ware toedracht der zaak. De schuld
hieraan is dat altijd alles veel te
eenzijdig is behandeld.
Voorzitter. Altijd 4 tegen 3, ja dat
is eenzijdig.
Dobbelsteen. Als er wat wordt
besloten, zoekt men er nog van af te
komen. Wat is er dezen winter nog
door den Secretaris gezegd. Die zei
als jullie dat doen plegen wij leidelijk
verzet.
Voorzitter. Ik verzoek U geen per
soonlijke zaken er van te maken en
anders ontneem ik U het woord,
Dobbelsteen. Dan vraag ik daarvoor
machtiging aan den raad.
Van Vrede. U moet dan het woord
geven. Het staat in het reglement van
orde. 't Wordt zoo een mooie boel.
Voorzitter hamerendIk verzoek
U niet door elkaar te praten, niemand
die er dan iets meer kan verstaan.
Dobbelsteen. De Secretaris...
Voorzitter hamerend Ik geef daar
voor het woord niet en schors gedu
rende een kwartier uur de vergadering.
Een geweldige scheldpartij ontstaat
nu en van weerskanten worden harde
woorden te slikken gegeven.
De Voorzitter en Secretaris verlieten
de zaal.
Na eer kwartier uur zegt de Voor
zitter de vergadering te zullen heropenen
mits de gemoederen zijn gekalmeerd
Dobbelsteen Ik had daar straks het
woord en heb er toen opgewezen dat
de cijfers van den heer van Engelen
bij nader onderzoek 'wel zullen zijn
aan te vechten Van die f 1400.— be
treffende de pensioengelden is weinig
op de begrooting te zien Dan wil ik
ook even spreken over het judasloon
waarover de heer v. d. Heijden het
heeft gehad
Voorzitter. Ik kan niet toestaan daar
verder op in te laten gaan.
Dobbelsteen Ikmoettochantwoorden
Voorzitter. Ik verzoek U te zwijgen
en niet persoonlijk te worden. Ik moet
de otde hier handhaven.
Van den Brand Kan dat niet aan
gehouden worden tot een volgende
vergadering, opdat we er eens over
kunnen praciseeren. Het is toch nogal
van gewicht om zoo iets ineens te
behandelen.
Voorzitter. Moet U er nu nog langer
over denken. Ge bent toch al een ge-
heele week met U vieren aan het ver
gaderen geweest.
Van den Brand. Dat is niet waar.
Ge zegt ook zoo maar iets, waar ge
niets van weet.
Voorzitter Ik heb het gezien.
Van den Brand. Daar heb je niets
van gezien.
Van Hemert Wat voor 3 jaar hier
is geweest, daar kunnen wij thans niet
zoo over oordeelen. Wij dienden eerst
den inhoud van dit schrijven.eens te
kennen.
Voorzitter. Dat berust nu bij Ged.
Staten en is al lang komen te vervallen,
zoqdat men daar niets aan heeft.
Winkel. Daar is al genoeg over
gesproken, geloof dat maar Laat daar
om maar direct er over stemmen.
Met vier tegen drie stemmen wordt
-daarn^ besloten Ged. Staten te ant
woorden dat men thans wel iets voor
vereeniging van gemeenten voelt.
Voor stemden de heeren Van Vrede,
Dobbelsteen, Van Hemert en Van den
Brand. Tegen de heeren Winkel, Van
der Heijden en- Van Engelen.
Winkel. Men behoeft nu niet meer
te vragen van wie het uitgaat.
Aanbieding Rekening Gemeente
bestuur, Electriciteitsbedrijf en Arm
bestuur.
De Voorzitter deelt mede dat de
gemeenterekening sluit met een na-
deelig slot van f 6569, die van het
Electriciteitsbedrijf met een goed slot
van f 954 en die van het Armbestuur
met een goed slot van f 19 84.
Dobbelsteen. Worden die rekeningen
ooit gecontroleerd.
Voorzitter. Zeker, dat doen Burg
en Weth.
Dobbelsteen. Beter acht ik het dat
dit door eenige leden van den raad
wordt gedaan.
Voorzitter. Goed, dan benoem ik
daarvoor de heeren Van der Heijden,
Dobbelsteen en Van den Brand.
Dobbelsteen. Ik zou daaraan de heer
van Hemert ook nog toevoegen.
Voorzitter Voegt er dan den heer
van Vrede er ook nog maar bij dan
ben u met z'n vieren.
Dobbelsteen. Dat is niet noodig maar
misschien dat de heer van den Brand
liever geen zitting in deze commissie
heeft.
„Voorzitter Van den Brand heeft het
al zooveel jaren gedaan en die woont
korter bij dan van Vrede. Men kan
toch den heelen raad niet in de com
missie zetten.
Dobbelsteen. Waarom nu juist die
personen genomen. Volgens het regle
ment van orde kan de raad die com
missie benoemen.
Voorzitter. Dan benoem van Hemert
ook'maar
Van der Heijden Ik wil geen zitting
nemen, want ik zit in zoo'n commissie
toch maar voor oud vuil.
Van Hemert Dan blijf maar weg.
Winkel Zoo'ri leelijk ventje, zijn
eigen patroon zegt zelf dat hij hem
niet meer
Van Hemert. Mijnheer de Voorzitter,
dat is niet aan de orde.
Wijziging begrooting
De heer Dobbelsteen vraagt of die
eene post niet kan betaald worden uit
de post onderhoud van landerijen.
De Voorzitter merkt op, dat door
de vier heeren besloten is om van
Geffen te betalen. Daar is geen post
voor op de begrooting gebracht.
Alle menschen kunnen nu wel aan
komen en zeggen, dat ze voor de ge
meente gewerkt hebben. Dat gaat
gced zoo.
Dobbelsteen. Dat werk heeft hij toch
ieder jaar stilzwijgend gedaan.
Voorzitter. Hij is nooit aan het werk
gegaan of hem moest daarvoor last zijn
gegeven.
Dobbelsteen. Hij heeft mij pertinent
verklaard, dat hem opdracht is gegeven.
Voorzitter Daar is totaal niets van
aan.
Van Hemert. Raas Luyben heeft
hem last gegeven.
Voorzitter. Toen deze Wethouder
was kan dat zijn gebeurd, maar nu hij
dat al lang niet meer is kan zoo iets
niet meer bestaan. Maar ik wil wel
eens zien waar men blijft als men zoo
door gaat. Iedereen kan dan wel
komen.
Winkel Dat is bezuiniging, die ze
op 't oog hebben
Van Vrtde. 15 jaar lang heeft de
man dat werk stilzwijgend gedaan
Voorzitter Hem is altijd last gege
ven om het werk te doen, nu niet.
Van Vrede-. Dan mag toch wel eens
nagegaan worden ot Raas Luyben
dat doet lk zal het niet doen.
Winkel Het is te gek om er over
te praten, maar de heeren hebben
besloten.
Benoeming van twee leden voor het
College van Zet'ers.
Na een stemming waaraan schier
geen einde scheen te komen werden
gekozen als le ca .didaat v. Vrede en
2e candidaat v. Hemert en voor de
periodieke aftreding van den Brand
v. d. Brand en van Engelen.
Winkel. Had ze het onder hun
vieren maar laten uitmaken. Dat is nu
weer bezuiriging van papier geweest.
Van Hemert. Dat leeren we wel.
Dobbelsteen. In de vergadering van
10 April is besloten dat die lantaarn
bij uw woning niet meer zou worden
ontstoken en de Kroon heeft dat be
sluit zelfs gehandhaafd en nu ziet men
de lantaarn nog geregeld branden.
Hoe komt dat -
Voorzitter. Omdat ze 'm aansteken.
Dobbelsteen. Zoo, dan stel ik de
volgende motie voor:
HEDIKHUIZEN, 29 Aug. 1924.
Aan het College van Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant
's-Hertogenbosch.
Geacht College.
Geeft met verschuldigden eerbied te
kennen, de Raad der Gemeente Hedik-
huizen,
dat bij Besluit van den Raad van 10
April j.l. zijn Voorzitter verplicht werd
een des nachts brandende lantaarn voor
zijne woning op te heffen
dat 11 April j.l zijn voorzitter tegen
dit Besluit in beroep ging bij de Kroon,
doch dit beroep niet ontvankelijk werd
verklaard, als zijnde niet in het alge
meen belang
dat desondanks zijn voorzitter zich
niet stoort aan de uitspraak van de
Kroon en weigert bewuste lantaarn
buiten werking te stellen, terwijl art.
70 der Gemeentewet hem toch dezen
plicht oplegt
dat ook aan andere Raadsbesluiten
door zijn voorzitter slechts tijdelijk
uitvoering wordt gegeven, en waarop
onze Raad t. z. t. terug zal komen
dat de Voorzitter door zijn tyranniek
optreden den indruk wekt boven de
Kroon te willen staan
Redenen, waarom onze Raad Uw
geacht College beleefd, doch dringend
verzoekt zijn Voorzitter op zijn onge
hoord optreden en eedsschending te
willen wijzen, en desnoods andere in-
giijpcnde maatregelen te widen nemen.
Hetwelk doende enz.
De Raad der Gemeente
Hedikhuizen.
Met 4 tegen 3 stemmen wordt deze
motie aangenomen
Voorzitter. Prachtig. Verlangt nog
iemand het woord
Dobbelsteen. Verscheidene malen is
er al op aangedrongen om de ver
gaderingen op een uur te stellen dat
ieder makkelijk uit zijn werk kan
gaan Dat is nu de derde maai dat
deze vergadering wordt bijeen geroe
pen, eerst om 2 uur toen om 4 en nu
dan om 10 uur. Wenscnt U nu abso
luut geen rekening met ons verzoek
te houden.
Voorzitter. Zoolang ik van jullie
kant geen medewerking ondervindt,
kan ik daar geen rekening mee houden
Winkel. Ze houden nogal rekening
met de belangen.
Voorzitter, lk heb toen aan het
verzoek voldaan en de vergadering
's avonds, uitgeschreven, maar de
eerste de beste keer kwamen jullie
toen al niet. Dus ge moet niet praten
dat met jullie belangen geen rekening
is gehouden. Zooals van de week ook
weer. Van den Brand kon makkelijk
komen want die is hier voorbij komen
wandelen maar mocht natuurlijk van
jullie niet komen.
Dobbelsteen. Hij handelt uit eigen
beweging.
Winkel. Het is wat moois met
Dobbelsteen Zijn eigen patroon zegt
zelf dat hij alles durft doen, in
sommige zaken onbetrouwbaar en zeer
brutaal is.
De Voorzitter hamert.
Van Vrede. Dat zijtï ook praatjes
van de straat.
Voorzitter hamerend. Ik sluit de
vergadering.
ruiNinu