DE [CM MIEN (ft i^M*r25 iaren 1 GEMEENTERAAD. Nr. 79. Zaterdag 4 Oct. 47e Jaarg. DERDE BLAD. DUSSEN. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Donderdag 2 Oct des namiddags te 3 uur. Voorzitter Edelachtb, heer Snijders Ongeveer kwart over drie uur opent de Voorzitter de vergaderingaanwezig £]]g jecjen. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken en mededee- ''"schrijven van Ged. Staten houdende de goedkeuring van het Raadsbesluit tot het verhuren van een woning voor f150 aan den Rijksveldwachter. 2. Vaststelling begrooting dienst jaar 1925. Door de Commissie van onderzoek is een rapport uitgebracht. Daarin wordt erop gewezen dat een der leden van de commissie van oordeel was dat het uitkeeren van pensioen aan welgestelde menschen, zooals den oud-Burge meester en oud-gemeente-ontvanger, moet worden gestaakt. Volgens dat lid hebben die menschen dit bedrag niet noodig en zullen ze het ook niet verlangen. Een ander geval is het wat betreft den gewezen veldwachter aangezien die van zijn pensioen moet leven. De andere leden echter waren van oordeel dat, aangezien deze pensioens grondslagen, zijn gebaseerd op de loonen van voor den oorlog, en deze toen hier zeer laag waren, daaraan niet kan worden gedacht. De Voorzitter merkt op dat de gelden door de gepensionneerden altijd zijn aanvaard, een bewijs dat ze het dus wel willen hebben Bovendien is niet altijd aan den uiterlijken staat van den mensch te zien of hij een pensioen kan missen, ja of neen. Dat is zoo maar niet uit te maken. Een dergelijke maatregel/afgescheiden van de vraag of het kan, zou niets dan wrevel ver- wekken. Vervolgens is de Commissie alge meen van oordeel dat er verbetering moet worden gebracht in den veeartse nijkundigen dienst.Tot heden wordtdeze gemeente bediend door den veearts van Almkerk doch het moet worden erkend dat diens gebied veel te uit gestrekt is en het onmogelijk is dat dit door een persoon wordt waarge nomen. Derhalve acht men het wenschelijk dat voor deze gemeente iemand af zonderlijk wordt aangewezen, vooral omdat door deze gemeente in die dienst toch al voor f 75 en 1475 wordt bij gedragen. 't Lijkt de Commissie nood zakelijk dat in de toekomst hier een veearts wordt benoemd dan zouden hem ook de werkzaamheden betreffende de vee- en vleeschkeuringsdienst kunnen worden opgedragen. Ten slotte is de commissie van ge voelen, dat op de begrooting geen bedrag mag worden uitgetrokken van f 150 voor de oudercommissie. Verder heeft de commissie geen op- of aanmerkingen en stelt voor de be grooting goed te keuren op een bedrag aan ontvangsten en uitgaven van f 69847,46 en voor de kapitaaldienst op f 13216.12. De heer Middelkoop vraagt voorle zing van enkele posten van de begroo ting waaraan door den Voorzitter wordt voldaan. De heer van Drunen meent zich te herinneren, dat bij een gelegenheid is gezegd, dat Ged. Staten werken in de richting tot verlaging van de salarissen van de Gemeente-ambténaren. Waar het Rijk al is voorgegaan zou hij gaarne vernemen of Ged. Staten daarmede al bezig zijn. De Voorzitter zegt van Ged. Staten nog niets te hebben ontvangen. Zoo dra zulks het geval is, wordt het den Raad medegedeeld. Hij weet niet of Ged. Staten voornemens zijne daartoe over te gaan. Wel weet hij dat de salarissen in Noordbrabant het laatst zijn verhoogd en nog het laagste staan van alle provinciën. Wellicht dat zulks voor Ged. Staten een reden zal zijn om voorloopig nog niet tot verlaging daarvan over te gaan en eerst eens afgewacht zal worden tot andere pro vincies zijn voorgegaan. Middelkoop. Scheelt het veel een plaats in Zuid-Holland en hier Dussen. De Voorzitter zegt dat zulks aan merkelijk scheelt. Precies kan hij het niet zeggen omdat het wordt geregeld naar de grootheid van de bevolking. In Noord-Braband zijn de loonen het laagst. Dan volgt Limburg en in Zee land zijn ze ook nog niet zoo hoog. Van Drunen. De regeling van de salarissen is aan Ged. Staten. Voorzitter. Dat is bij de wet gere geld. Zoo'n besluit van Ged. Staten wordt genomen na eerst den raad te hebben gehoord. Dan moet het nog door de Kroon worden goedgekeurd. Van Drunen. Het is niet ondienstig dat Ged. Staten het gevoelen van den raad eens hooren. U zegt wel dat de loonen hier laag zijn, maar ik weet niet of ze wel te handhaven zijn. Voorzitter. Ik zeg globaal genomen zijn de loonen in deze provincie het laagst. Van Drunen. Ik ben van oordeel dat de salarissen op het oogenblik op een peil staan, dat ze wel een klein beetje omlaag kunnen. Voorzitter. Iedereen kan er over oor- deelen, de vraag is maar of ze daartoe zoo bevoegd zijn dan Ged. Staten. Mijn gevoelen is dat Ged. Staten op de eerste plaats daartoe bevoegd zijn. Zoo kan ik wel van oordeel zijn dat de boeren nog wel wat minder kunnen verdienen, maar wat schiet ik daarmee op als ik dat denk. Van Drunen. Heeft de gemeente er voordeel bij dat het ambt van secre taris en burgemeester in een hand is 'vereenigd. Voorzitter. Ja, dat scheelt 10 pCt. Van Drunen. Kan dat goed zonder dat een of andere betrekking daardoor lijdt. Zoo dat goed kan, heeft dus een burgemeester maar een halve dag te werken evenzoo de secretaris. Voorzitter, Dat zijn van die vragen die moeilijk zijn te beantwoorden. De een zal zoo en de ander weer zus denken. Van Drunen. Het is niet aan uw adres gezegd. Maar ik zou willen vragen of er nog twee ambtenaren ter secretarie noodig zijn als de secretaris alleen secretaris was, dus een gehee- len dag aan die werkzaamheden zijn krachten kon schenken. Voorzitter. Ik zou denken dat men geen enkel ambtenaar kan missen. Die ge nu hebt, zou men zoo zonder meer ook maar niet kunnen ontslaan. Van Drunen. Dat bezwaar voel ik. Voorzitter. Destijds waren er drie ambtenaren. Toen is er een weggegaan en diens plaats is nooit aangevuld. Van Drunen. Ik weet wel hoe de zaak zit. Ged. Staten beschikken en wij moeten betalen. Van der Koppel. In Almkerk is het salaris van den Ontvanger toch met de helft omlaag gegaan. Voorzitter. Dat kan. Dat komt omdat de werkzaamheden van de Ontvangers minder zijn geworden doordat het Rijk voortaan de Hoofd. Omslag heeft. Ged. Staten hebben toen ook geschre ven dat, zoodra een vacature ontstaat, hun dit geschreven moet worden, wijl ze dan voor den Ontvanger een nieuwe salarisregeling treffen. Zoolang de be staande Ontvanger blijft, blijft het salaris zooals dat oorspronkelijk is bepaald geworden. De heer v. d. Steen wijst er op dat vroeger de raad ook al kankerde als de salarissen door Ged. Staten werden verhoogd zonder dat de raad daarin eenige medezeggingschap had. Ged. Staten vragen den raad wel, maar doen toch hun eigen zin. Van Drunen. Mijn vraag betreft niet alleen den gemeente-ontvanger, maar betreft alle ambtenaren. Voorzitter. Het zijn betrekkelijk gekke vragen want Ged. Staten handelen. Van Drunen. Dan hoop ik dat die spoedig tot betere gedachten mogen komen. Berm. Als wij aan Ged. Staten eens vroegen of ze de loonen toch wat willen verminderen en als ze dan eens gewezen worden op de groote schulden last waaronder de gemeente gedrukt gaat. Als Ged. Staten weten hoe diep dat we al in den kuil zitten, dan mag toch wel worden verwacht dat ze anders zullen gaan handelen Voorzitter. Hoe diep we in de kuil zitten, dat weten Ged. Staten wel, dat zien ze aan de begrooting. Men moet bij Ged. Staten niet met praatjes aankomen want dan maakt men zich bespottelijk. Er zijn tegenwoordig bonden ge noeg, die over de salarisregeling hun bevindingen te kennen geven en tijd schriften te over, die er geregeld over schrijven. Ged. Statui zijn beter op de hoogte dan men hier oppervlakkig durft beoordeelen. Men begrijpt toch wel dat Ged. Staten niet naar een gemeente kan gaan kijken, want die hebben de salarisregeling voor alle gemeenten uit de Provincie te regelen. Juist daarom wordt het voor hen zoo moeilijk om gehoor te geven aan een gemeenteraad, want de een zou zeggen, bij wijze van spreken, dat 5 cent genoeg was en een ander zou weer van oordeel zijn dat het een dubbeltje moet worden. Het staat den raad echter vrij om het te vragen, maar ik geloof niet dat men er wijzer door zal worden. Wil men zich be spottelijk maken, dat men dan zijn gang ga. Ik voorzie dat men er niets aan zal hebben en de vraag niet het minste effect zal sorteeren. Middelkoop. Dat geloof ik ook niet, wel als alle gemeenteraden daarop zouden aandringen. Berm. Denkt u dat wij ons zoo bespottelijk zullen maken als wij voof bezuiniging uitkomen. Voorzitter. Dat zeg ik niet. Het ligt er aan op welke manier dat wordt gedaan. U moet me goed verstaan. Het is zoo moeilijk om daar met praatjes aan te komen. Spijkers zoeken op laag water, dat zullen Ged. Staten erg gek vinden. Er zijn zooveel andere zaken waarop werkelijk kan bezuinigd worden. Berm. Als men iemand bij zijn portemonnaie grijpt, dan treft men hem op een zeer gevoelige plaats, dat weet ik wel, maar ik vraag me maar af waarom wij allemaal het met heel wat minder moeten doen dan in de mobilisatie en de ambtenaren niet. Voorzitter. Maakt u er een voorstel van. Ik heb thans mijn gevoelen gezegd. Middelkoop. Wij kunnen hier lang en breed over zitten praten, maar wij hebben er niets aan en daarom geloof ik dat het de verstandigste weg zal zijn om de zaak maar te laten loopen. Het helpt toch niets. Daarna wordt de begrooting vast gesteld als is aangeboden. 3. Vaststelling gemeente rekening. De ontvangsten hebben bedragen f 124838.39en de uitgaven fl I0980.43'/a Van Drunen. Die posten van af- en overschrijvingen, dat weten wij nooit wat dat is. Voorziiter. Dat kan u altijd voor de vergadering komen inzien, leder lid van den Raad heeft het recht voorde vergadering de stukken te komen inzien. Daarna wordt de rekening aldus vastgesteld. 4. Uitloting schuldbrieven. Van de leening groot f 10.000 aan gegaan 27 Januari 1917 worden uit geloot de nos. 7, 17, 19 en 10, waar mede deze leening is afgelost. Van de leening, groot f35,000, aan gegaan 12 Jan. 1918 worden uitgeloot de nos. 49 en 48. Van de leening groot f 20.000, aan gegaan 7 Febr. 1920 de nos. 31, 38, 23. 40, 22, 12, 32 en 1. Van de leening, groot f 10,000, aan gegaan 13 Maart 1920 no. 3. Van de leening, groot f 6000, aan gegaan 18 Sept. 1919 no. 7. Berm. Over het verzetten van den tijd is al heel wat gekankerd, vooral onder de werkmenschen, omdat het aanleiding heeft gegeven tot ontijdig of ongeregeld thuiskomen. Om welke reden heeft men op de openbare school van WijkA. er nog een anderen tijd bij gezet. Nu is het nog lastiger voor de men schen geworden want nu komen ze in drie ploegen thuis. De eerste, tweede en derde klas gaan een half uur eerder uit de school dan de vierde, vijfde en zesde. Hoe de menschen het nu met het eten moeten regelen weten ze heele- maal niet meer. Bij mijnheer Michael worden de oudste kinderen een half uur langer in school gehouden. Voorzitter. Ik heb daar nooit iets van gehoord, maar zal er een onderzoek naar instellen. Berm. Kees Donkersloot heeft het mij gezegd. Middelkoop. De een zal misschien een half uur langer onderweg blijven dan de ander. Berm. Neen, toen hij het mij zei, heb ik hem alles goed afgevraagd. Het zijn geen kletspraatjes. Van Drunen Mijnheer Michael zal toch geen half uur langer in school blijven, dan hij moet. Van der Steen. Toen wij in die school zijn geweest heeft hij ons gezegd dat hij zich, zooals hij moet doen, aan den nieuwen tijd houdt en er een paar kinderen 's middags overblijven omdat die te ver-af wonen. Als het is zooals Berm zegt, ja, dan komt dat voor de menschen erg ongelegen uit Berm. Ik heb hem gezegd de reden daarvan hier te zullen vragen. Hermans. Prinsen heeft destijds ge vraagd om vrijen overtocht over de pont voor zijn in Raamsdonksveer school gaand kind, Hij heeft daar nooit iets meer van gehoord. Voorzitter. Dat is aanstonds in de vergadering besproken en goedgevon den. Door een abuis is het zeker ver geten hem daarvan eenige mededee- ling te doen. Zegt u maar dat hij maar op moet geven hoelang zijn kind de school bezoekt. Hij heeft er recht op. In den Biesbosch hebben ze het alle maal. Van der Koppel. Ik heb hooren zeg gen dat de Rijksveldwachter eenige kamers heeft onderverhuurd. Is daar Burg. en Weth. iets van bekend. Voorzitter. Ja, hij heeft het mij ge vraagd en toen heb ik gezegd dat daartegen geen bezwaar kan bestaan. Ik heb er toen met de Wethouders over gesproken en ook die konden zich er mee vereenigen. De Rijksveld wachter is 's avonds veel al weg en dan is het voor zijn vrouw gezelliger dat er wat volk in huis was. De onderwijzeressen hebben er nu twee kamers van. Hermans. Enkele vereenigingen en ook particulieren hebben mij gevraagd er op te willen wijzen dat het voor het klooster In de polder zeer donker kan zijn. Bij vergaderingen of bij eenige feestelijkheid is dat zeer lastig en waar er voor het hek toch een paal staat, zou het voor de gemeente zoo goed als geen kosten met zich brengen in dien er een lamp aangebracht werd. Ook voor die oude menschen die 's avonds om 6 uur thuis komen, zou het zeer gemakkelijk zijn. Van der Koppel. Twee palen daar naast heeft men toch al een lamp. Hermans. Daar heeft men daar geen licht van. Van Steen. Is er ook een avond school. Van Drunen. Ik weet niet waarom dat noodig is. Er schijnt geen behoefte aan te zijn, want op het voor-terrein is nog niet eens een licht aan. fie terrein ^zelf is geheel donker. Voorzitter. Wij zullen de zaak eens onderzoeken en dan komen Burg. en Weth. wel met een voorstel. Voorzitter. Zooals de heeren mis schien al zullen hebben vernomen gaat de heer Broeders de school ver laten. Hij doet dat niet zoo direct, hij wil ons zoo lang ter wille zijn als dat voor het belang van het onderwijs noodig is. Ik wijs er echter maar op dat er hier nu eene aanmerkelijke be zuiniging plaats kan hebben. Bekend is dat naast de school kinderen wonen die naar een andere gemeente school gaan. Deze school is gezet voor de Protestantsche bevolking en heeft de gemeente f50.000'gekost. Het geval heeft zich nu voorgedaan dat er heel weinig op school gaan wat aan een onderling verschil moet worden toe geschreven. Ik heb personen gesproken die zeggen dat dat geschil tot een goede oplossing gebracht kan worden en ik hoop dat de leden van den raad, die daarop eenigen invloed uit kunnen oefenen, dat zeker zullen doen. Verder niets meer aan de orde zijnde en geen der leden meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. 1 filctaaar. De gemeenteraad besluit geen concessie te verleenen aan de firma Mijnseen Co. voor electrische verlichting en kracht-overbrenging. 15 October. De begrooting voor 1900 wordt ingediend aan inkomsten en uitgaven op f 45105.07'/». PROVINCIAAL NIEUWS. Waalwijk, 3 October 1924. MINISTERIE VAN BINNENLAND- SCHE ZAKEN EN LANDBOUW. No. 10222, Afd. B.B. Betreffende Vervroeging van den wettelijken tijd. Aan het Gemeentebestuur van WAALWIJK. 's Gravenhage, den 10 Sept. 1924. Ik heb de eer Uwe aandacht te ves tigen op het Koninklijk Besluit van 31 Januari 1924, No. 42 (Stbl. No. 28), waarbij in verband met art. 2 der wet van 23 Maart 1918 (Stbl. No. 165), ge wijzigd bij de wet van 22 Maart 1922 (Stbl. No. 130), bepaald wordt, dat in 1924 de vervroeging met een uur van den wettelijken tijd bedoeld in art. 1 der wet van 23 Juli 1908 (Stbl. No. 236), zal eindigen, den vijfden October a.s. te drie uur in den voormiddag. U gelieve toe te zien, dat de tijds aanwijzing op de openbare, door Uw bestuur beheerde klokken, van even genoemd tijdstip af, weder in overeen stemming zij, met de tijdregeling van den middtelbaren zomertijd van Am sterdam, welke tijdregeling alsdan aan wijst twee uur in den voormiddag. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, (get.) J. B. KAN. In herinnering wordt gebracht, dat in den nacht van Zaterdag op Zondag van 2 op 3 uur den middel bare zonnetijd van Amsterdam in de plaats zal treden van den Zomertijd. Men zal derhalve verstandig doen de uurwerken des Zaterdagsavonds vóór men zich te ruste begeeft, één uur terug te zetten. Men genoegen kunnen we ook mededeelen dat de R.K. Kerken ook thans de klok tegelijkertijd zullen ver zetten en niet Zondags na de kerke lijke diensten. We zullen dus niet meer die verwarring krijgen van andere malen, nu alle klokken in den nacht van Zaterdag op Zondag worden teruggezet. Woensdagavond had in het ge bouw ter Teekenschool de opening van den cursus 1924—1925 plaats. De leden van de Teekenschool commissie, de Edelachtb. heer Moonen en de heer J. Tielen, waren tegen woordig. De verschillende afdeelingen als hand-, vakhand- en bouwkundig teeke nen werden bezocht en overal stelde ZJEdelachtb. door het stellen van diverse vragen aan de jongelui, zich op de hoogte. Nadat de leerlingen van alle klassen zich in de hoogste klas hadden ver eenigd, nam Z.Edelachtb. het woord en zei er zich over te verheugen heden in de gelegenheid te worden gesteld enkele woorden tot de leerlingen te mogen spreken. Hij verheugt zich daarover niet zoozeer omdat hij iets nieuws zal gaan zeggen, want dat is geenszins het geval, maar omdat hij zal herhalen hetgeen anderen tevoren reeds maar weer op een andere manier, in een anderen vorm hebben gezegd. Hij hoopt dat zijne woorden ingang zullen vinden waar vorige po gingen daartoe misschien hebben ge faald. Zondag 1.1., toen hij met groote be langstelling de tentoonstelling heeft bezichtigd, hebben hem verschillende zaken aangenaam getroffen. Ten eerste de methode van het onderricht. Nergens was een spoor te ontdekken dat hier wordt aangekweekt tiet slaafs nateeke- nen van modellen, maar uit alles was te zien dat hier wordt aangekweekt smaak en kunstgevoel. De tentoon stelling heeft hem de overtuiging ge schonken dat het onderwijs op hoog peil staat en daarvoor wil hij gaarne den directeur en leeraren zijn groote erkentelijkheid betuigen, want ze geven zich met groote liefde aan hun taak. Hij twijfelt er dan ook niet aan of na enkele jaren zullen daarvan de beste resultaten zijn te zien. Verder gaande, wijst hij de jongens er op dat al het werken van de leeraren, al het streven van de overheid niet die vruchten zullen voortbrengen als ook de leerlingen daartoe niet mede werken, als die te kort schieten in ijver en belangstelling. Veelal is bij de jeugd te constateeren dat ze de toekomst zonder zorg inziet. Dit is op zichzelf niet zoo erg, als zulks maar niet ontaardt in zorgeloos heid en het verwaarloozen van plichten, dan wordt het erger. Spr. heeft tijdens zijn loopbaan de ervaring opgedaan dat jongelui die onder de gunstigste omstandigheden verkeerden, aanleg en alles bezaten, in hun carrière zijn mis lukt omdat ze hun onderwijs verwaar loosden en in hevige mate zorgeloos waren. Daarom moet men steeds voor oogen hebben, dat het onderwijs, het profiteeren van het onderwijs voor het verdere leven beslissend is en het nooit is in te halen later. Spr. gevoelt zich gedrongen daarop te wijzen omdat de meeste der leerlingen thans in die jaren zijn gekomen, die voor het latere leven van zulk een groote beteekenis zijn. Daarom moet men zich thans met kracht en energie aan de studie wijden, want later als men aan andere zaken gaat denken, komt van de studie niet veel en dan zou men het betreuren dat men die in zijn jeugd heeft ver waarloosd. Spr. durft daarom alle leerlingen op het hart te drukken om de lessen met ijver en ambitie te volgen. De beste resultaten daarvan zal men in het verdere leven plukken en zien dat het onderwijs van onschatbare waarde is. Hij durft* vertrouwen dat alle leer lingen met de grootste ambitie zullen zijn bezield en dan lijdt het geen twijfel of de resultaten daarvan zal men op een volgende te houden ten toonstelling zien. En daarmede opende hij den cursus 1924-1925. Door een krachtig applaus bewezen de jongens dat de gesproken woorden tot hen waren doorgedrongen en ze voornemens zijn de gegeven wenken op te volgen. Naar men ons mededeelt bereikt het aantal leerlingen ongeveer 100. Onder veel belangstelling hield verleden Zondag, 28 Sept., de Bond van Handboogschutterijen „Gezellig Samenzijn", zijn jaarlijksch najaars concours in de doele van de „Eendracht maakt macht", gevestigd bij O. Pul lens te v.m. Baardwijk. Circa half drie werd met den wed strijd, nadat de Voorzitter, de heer W. van Heesch, de schutters met enkele woorden had verwelkomd, een aanvang genomen. Begunstigd door het mooie weder en dank de goede regeling, was spoe dig de vreedzame strijd geleverd, zoo dat reeds om 7 uur de prijs-uitreiking plaats had. Alvorens hiertoe werd 'overgegaan, dankte eèrst de Voorzit ter den Secretaris, M. van Bokhoven, en andere bestuursleden voor hun hulp, die ze weder hadden betoond, tot het welslagen van dit concours, waar na de Secretaris den uitslag bekend maakte. Eere-kruis, geschonken door C. Pul lens, behaald door Th. Elshout te Dru nen, met 14 punten in de 4 pijlen. Bestuursprijs, door Fr. van Enge len te Elshout, met 12 p. in de 4 pij len. 1ste zestallen: Eereprijs „Ons Genoegen", Herpt, 129 p. Ie prijs „Ons Gezellig Tehuis", Baardwijk, 119 pC 2e prijs „Buiten verwachting", Vlijmen, 116 p.; 3e prijs „Constantia", Drunen, 109 p.4e prijs „Eendracht maakt macht", Baardwijk, 99 p.5e prijs „Victoria", Elshout, 95 p.; 6e prijs „Oefening en Volharding", Ammerzoden, 43 p. 2de zestallen le prijs „Eendracht maakt macht", 97 p.2e prijs „Constantia", 90 p.3e prijs „Ons Genoegen", 83 p.; 4e prijs „Ons Gezellig Tehuis", 56 p.,; 5e prijs „Buiten verwachting", 43 p.; 6e prijs „Oefening en Volharding", 33 p. Eenige dezer prijzen werden door den voorzitter zelf, terwijl de overige door andere personen, o.m. de heeren J. v. d. Mee en J. v. Houten, met en kele woorden werden uitgereikt aan de overwinnaars. Na afloop hiervan uitte de voorzit ter nog den wensch, dat de Bond „Ge zellig Samenzijn", nog lang zou mogen bestaan, tot groei en bloei der edele handboogsport. Ter navolging dient nog vermei^, dat de heer D. van den Boomgaard, reeds een prijs beschikbaar stelde voor het volgend concours, dat in 't voorjaar 1925 te Elshout zal worden gehouden. Maandag 6 October a.s. zal in het café van den heer A. van Berkel alhier een biljart-wedstrijd gehouden worden tusschen het 2e Zestal van „Pommerans" uit 's Bosch en de Kon. Erkende Biljartclub „W.B C." gevestigd bij den heer A. van Berkel. Moest korten tijd geleden het 2e Zestal van W.B.C. in 's Bosch met een klein i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 9