DE [CM MIEN
(ft
i^M*r25 iaren
1
GEMEENTERAAD.
Nr. 79. Zaterdag 4 Oct. 47e Jaarg.
DERDE BLAD.
DUSSEN.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Donderdag 2 Oct
des namiddags te 3 uur.
Voorzitter Edelachtb, heer Snijders
Ongeveer kwart over drie uur opent
de Voorzitter de vergaderingaanwezig
£]]g jecjen.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken en mededee-
''"schrijven van Ged. Staten houdende
de goedkeuring van het Raadsbesluit
tot het verhuren van een woning voor
f150 aan den Rijksveldwachter.
2. Vaststelling begrooting dienst
jaar 1925.
Door de Commissie van onderzoek
is een rapport uitgebracht. Daarin wordt
erop gewezen dat een der leden van
de commissie van oordeel was dat het
uitkeeren van pensioen aan welgestelde
menschen, zooals den oud-Burge
meester en oud-gemeente-ontvanger,
moet worden gestaakt. Volgens dat
lid hebben die menschen dit bedrag
niet noodig en zullen ze het ook niet
verlangen.
Een ander geval is het wat betreft
den gewezen veldwachter aangezien
die van zijn pensioen moet leven.
De andere leden echter waren van
oordeel dat, aangezien deze pensioens
grondslagen, zijn gebaseerd op de
loonen van voor den oorlog, en deze
toen hier zeer laag waren, daaraan
niet kan worden gedacht.
De Voorzitter merkt op dat de
gelden door de gepensionneerden altijd
zijn aanvaard, een bewijs dat ze het dus
wel willen hebben Bovendien is niet
altijd aan den uiterlijken staat van den
mensch te zien of hij een pensioen
kan missen, ja of neen. Dat is zoo
maar niet uit te maken. Een dergelijke
maatregel/afgescheiden van de vraag
of het kan, zou niets dan wrevel ver-
wekken.
Vervolgens is de Commissie alge
meen van oordeel dat er verbetering
moet worden gebracht in den veeartse
nijkundigen dienst.Tot heden wordtdeze
gemeente bediend door den veearts
van Almkerk doch het moet worden
erkend dat diens gebied veel te uit
gestrekt is en het onmogelijk is dat
dit door een persoon wordt waarge
nomen.
Derhalve acht men het wenschelijk
dat voor deze gemeente iemand af
zonderlijk wordt aangewezen, vooral
omdat door deze gemeente in die dienst
toch al voor f 75 en 1475 wordt bij
gedragen. 't Lijkt de Commissie nood
zakelijk dat in de toekomst hier een
veearts wordt benoemd dan zouden hem
ook de werkzaamheden betreffende
de vee- en vleeschkeuringsdienst
kunnen worden opgedragen.
Ten slotte is de commissie van ge
voelen, dat op de begrooting geen
bedrag mag worden uitgetrokken van
f 150 voor de oudercommissie.
Verder heeft de commissie geen op-
of aanmerkingen en stelt voor de be
grooting goed te keuren op een bedrag
aan ontvangsten en uitgaven van
f 69847,46 en voor de kapitaaldienst
op f 13216.12.
De heer Middelkoop vraagt voorle
zing van enkele posten van de begroo
ting waaraan door den Voorzitter wordt
voldaan.
De heer van Drunen meent zich te
herinneren, dat bij een gelegenheid is
gezegd, dat Ged. Staten werken in de
richting tot verlaging van de salarissen
van de Gemeente-ambténaren. Waar
het Rijk al is voorgegaan zou hij gaarne
vernemen of Ged. Staten daarmede al
bezig zijn.
De Voorzitter zegt van Ged. Staten
nog niets te hebben ontvangen. Zoo
dra zulks het geval is, wordt het den
Raad medegedeeld. Hij weet niet of
Ged. Staten voornemens zijne daartoe
over te gaan. Wel weet hij dat de
salarissen in Noordbrabant het laatst
zijn verhoogd en nog het laagste staan
van alle provinciën. Wellicht dat zulks
voor Ged. Staten een reden zal zijn
om voorloopig nog niet tot verlaging
daarvan over te gaan en eerst eens
afgewacht zal worden tot andere pro
vincies zijn voorgegaan.
Middelkoop. Scheelt het veel een
plaats in Zuid-Holland en hier Dussen.
De Voorzitter zegt dat zulks aan
merkelijk scheelt. Precies kan hij het
niet zeggen omdat het wordt geregeld
naar de grootheid van de bevolking.
In Noord-Braband zijn de loonen het
laagst. Dan volgt Limburg en in Zee
land zijn ze ook nog niet zoo hoog.
Van Drunen. De regeling van de
salarissen is aan Ged. Staten.
Voorzitter. Dat is bij de wet gere
geld. Zoo'n besluit van Ged. Staten
wordt genomen na eerst den raad te
hebben gehoord. Dan moet het nog
door de Kroon worden goedgekeurd.
Van Drunen. Het is niet ondienstig
dat Ged. Staten het gevoelen van den
raad eens hooren. U zegt wel dat de
loonen hier laag zijn, maar ik weet
niet of ze wel te handhaven zijn.
Voorzitter. Ik zeg globaal genomen
zijn de loonen in deze provincie het
laagst.
Van Drunen. Ik ben van oordeel dat
de salarissen op het oogenblik op een
peil staan, dat ze wel een klein beetje
omlaag kunnen.
Voorzitter. Iedereen kan er over oor-
deelen, de vraag is maar of ze daartoe
zoo bevoegd zijn dan Ged. Staten.
Mijn gevoelen is dat Ged. Staten op
de eerste plaats daartoe bevoegd zijn.
Zoo kan ik wel van oordeel zijn dat
de boeren nog wel wat minder kunnen
verdienen, maar wat schiet ik daarmee
op als ik dat denk.
Van Drunen. Heeft de gemeente er
voordeel bij dat het ambt van secre
taris en burgemeester in een hand is
'vereenigd.
Voorzitter. Ja, dat scheelt 10 pCt.
Van Drunen. Kan dat goed zonder
dat een of andere betrekking daardoor
lijdt. Zoo dat goed kan, heeft dus een
burgemeester maar een halve dag te
werken evenzoo de secretaris.
Voorzitter, Dat zijn van die vragen
die moeilijk zijn te beantwoorden. De
een zal zoo en de ander weer zus
denken.
Van Drunen. Het is niet aan uw
adres gezegd. Maar ik zou willen
vragen of er nog twee ambtenaren ter
secretarie noodig zijn als de secretaris
alleen secretaris was, dus een gehee-
len dag aan die werkzaamheden zijn
krachten kon schenken.
Voorzitter. Ik zou denken dat men
geen enkel ambtenaar kan missen.
Die ge nu hebt, zou men zoo zonder
meer ook maar niet kunnen ontslaan.
Van Drunen. Dat bezwaar voel ik.
Voorzitter. Destijds waren er drie
ambtenaren. Toen is er een weggegaan
en diens plaats is nooit aangevuld.
Van Drunen. Ik weet wel hoe de
zaak zit. Ged. Staten beschikken en
wij moeten betalen.
Van der Koppel. In Almkerk is het
salaris van den Ontvanger toch met
de helft omlaag gegaan.
Voorzitter. Dat kan. Dat komt omdat
de werkzaamheden van de Ontvangers
minder zijn geworden doordat het Rijk
voortaan de Hoofd. Omslag heeft.
Ged. Staten hebben toen ook geschre
ven dat, zoodra een vacature ontstaat,
hun dit geschreven moet worden, wijl
ze dan voor den Ontvanger een nieuwe
salarisregeling treffen. Zoolang de be
staande Ontvanger blijft, blijft het
salaris zooals dat oorspronkelijk is
bepaald geworden.
De heer v. d. Steen wijst er op dat
vroeger de raad ook al kankerde als
de salarissen door Ged. Staten werden
verhoogd zonder dat de raad daarin
eenige medezeggingschap had. Ged.
Staten vragen den raad wel, maar doen
toch hun eigen zin.
Van Drunen. Mijn vraag betreft niet
alleen den gemeente-ontvanger, maar
betreft alle ambtenaren.
Voorzitter. Het zijn betrekkelijk gekke
vragen want Ged. Staten handelen.
Van Drunen. Dan hoop ik dat die
spoedig tot betere gedachten mogen
komen.
Berm. Als wij aan Ged. Staten eens
vroegen of ze de loonen toch wat
willen verminderen en als ze dan eens
gewezen worden op de groote schulden
last waaronder de gemeente gedrukt
gaat. Als Ged. Staten weten hoe diep
dat we al in den kuil zitten, dan mag
toch wel worden verwacht dat ze
anders zullen gaan handelen
Voorzitter. Hoe diep we in de kuil
zitten, dat weten Ged. Staten wel,
dat zien ze aan de begrooting. Men
moet bij Ged. Staten niet met praatjes
aankomen want dan maakt men zich
bespottelijk.
Er zijn tegenwoordig bonden ge
noeg, die over de salarisregeling hun
bevindingen te kennen geven en tijd
schriften te over, die er geregeld over
schrijven. Ged. Statui zijn beter op
de hoogte dan men hier oppervlakkig
durft beoordeelen. Men begrijpt toch
wel dat Ged. Staten niet naar een
gemeente kan gaan kijken, want die
hebben de salarisregeling voor alle
gemeenten uit de Provincie te regelen.
Juist daarom wordt het voor hen zoo
moeilijk om gehoor te geven aan een
gemeenteraad, want de een zou
zeggen, bij wijze van spreken, dat
5 cent genoeg was en een ander zou
weer van oordeel zijn dat het een
dubbeltje moet worden. Het staat den
raad echter vrij om het te vragen,
maar ik geloof niet dat men er wijzer
door zal worden. Wil men zich be
spottelijk maken, dat men dan zijn
gang ga. Ik voorzie dat men er niets
aan zal hebben en de vraag niet het
minste effect zal sorteeren.
Middelkoop. Dat geloof ik ook niet,
wel als alle gemeenteraden daarop
zouden aandringen.
Berm. Denkt u dat wij ons zoo
bespottelijk zullen maken als wij voof
bezuiniging uitkomen.
Voorzitter. Dat zeg ik niet. Het ligt
er aan op welke manier dat wordt
gedaan. U moet me goed verstaan.
Het is zoo moeilijk om daar met
praatjes aan te komen. Spijkers zoeken
op laag water, dat zullen Ged. Staten
erg gek vinden. Er zijn zooveel andere
zaken waarop werkelijk kan bezuinigd
worden.
Berm. Als men iemand bij zijn
portemonnaie grijpt, dan treft men hem
op een zeer gevoelige plaats, dat weet
ik wel, maar ik vraag me maar af
waarom wij allemaal het met heel
wat minder moeten doen dan in de
mobilisatie en de ambtenaren niet.
Voorzitter. Maakt u er een voorstel
van. Ik heb thans mijn gevoelen gezegd.
Middelkoop. Wij kunnen hier lang
en breed over zitten praten, maar wij
hebben er niets aan en daarom geloof
ik dat het de verstandigste weg zal
zijn om de zaak maar te laten loopen.
Het helpt toch niets.
Daarna wordt de begrooting vast
gesteld als is aangeboden.
3. Vaststelling gemeente rekening.
De ontvangsten hebben bedragen
f 124838.39en de uitgaven fl I0980.43'/a
Van Drunen. Die posten van af- en
overschrijvingen, dat weten wij nooit
wat dat is.
Voorziiter. Dat kan u altijd voor de
vergadering komen inzien, leder lid
van den Raad heeft het recht voorde
vergadering de stukken te komen inzien.
Daarna wordt de rekening aldus
vastgesteld.
4. Uitloting schuldbrieven.
Van de leening groot f 10.000 aan
gegaan 27 Januari 1917 worden uit
geloot de nos. 7, 17, 19 en 10, waar
mede deze leening is afgelost.
Van de leening, groot f35,000, aan
gegaan 12 Jan. 1918 worden uitgeloot
de nos. 49 en 48.
Van de leening groot f 20.000, aan
gegaan 7 Febr. 1920 de nos. 31, 38,
23. 40, 22, 12, 32 en 1.
Van de leening, groot f 10,000, aan
gegaan 13 Maart 1920 no. 3.
Van de leening, groot f 6000, aan
gegaan 18 Sept. 1919 no. 7.
Berm. Over het verzetten van den
tijd is al heel wat gekankerd, vooral
onder de werkmenschen, omdat het
aanleiding heeft gegeven tot ontijdig
of ongeregeld thuiskomen. Om welke
reden heeft men op de openbare school
van WijkA. er nog een anderen tijd bij
gezet. Nu is het nog lastiger voor de men
schen geworden want nu komen ze in
drie ploegen thuis. De eerste, tweede
en derde klas gaan een half uur eerder
uit de school dan de vierde, vijfde en
zesde. Hoe de menschen het nu met
het eten moeten regelen weten ze heele-
maal niet meer. Bij mijnheer Michael
worden de oudste kinderen een half
uur langer in school gehouden.
Voorzitter. Ik heb daar nooit iets van
gehoord, maar zal er een onderzoek
naar instellen.
Berm. Kees Donkersloot heeft het
mij gezegd.
Middelkoop. De een zal misschien
een half uur langer onderweg blijven
dan de ander.
Berm. Neen, toen hij het mij zei, heb
ik hem alles goed afgevraagd. Het zijn
geen kletspraatjes.
Van Drunen Mijnheer Michael zal
toch geen half uur langer in school
blijven, dan hij moet.
Van der Steen. Toen wij in die
school zijn geweest heeft hij ons gezegd
dat hij zich, zooals hij moet doen, aan
den nieuwen tijd houdt en er een
paar kinderen 's middags overblijven
omdat die te ver-af wonen. Als het is
zooals Berm zegt, ja, dan komt dat
voor de menschen erg ongelegen uit
Berm. Ik heb hem gezegd de reden
daarvan hier te zullen vragen.
Hermans. Prinsen heeft destijds ge
vraagd om vrijen overtocht over de pont
voor zijn in Raamsdonksveer school
gaand kind, Hij heeft daar nooit iets
meer van gehoord.
Voorzitter. Dat is aanstonds in de
vergadering besproken en goedgevon
den. Door een abuis is het zeker ver
geten hem daarvan eenige mededee-
ling te doen. Zegt u maar dat hij maar
op moet geven hoelang zijn kind de
school bezoekt. Hij heeft er recht op.
In den Biesbosch hebben ze het alle
maal.
Van der Koppel. Ik heb hooren zeg
gen dat de Rijksveldwachter eenige
kamers heeft onderverhuurd. Is daar
Burg. en Weth. iets van bekend.
Voorzitter. Ja, hij heeft het mij ge
vraagd en toen heb ik gezegd dat
daartegen geen bezwaar kan bestaan.
Ik heb er toen met de Wethouders
over gesproken en ook die konden
zich er mee vereenigen. De Rijksveld
wachter is 's avonds veel al weg en
dan is het voor zijn vrouw gezelliger
dat er wat volk in huis was. De
onderwijzeressen hebben er nu twee
kamers van.
Hermans. Enkele vereenigingen en
ook particulieren hebben mij gevraagd
er op te willen wijzen dat het voor
het klooster In de polder zeer donker
kan zijn. Bij vergaderingen of bij eenige
feestelijkheid is dat zeer lastig en waar
er voor het hek toch een paal staat,
zou het voor de gemeente zoo goed
als geen kosten met zich brengen in
dien er een lamp aangebracht werd.
Ook voor die oude menschen die
's avonds om 6 uur thuis komen, zou
het zeer gemakkelijk zijn.
Van der Koppel. Twee palen daar
naast heeft men toch al een lamp.
Hermans. Daar heeft men daar geen
licht van.
Van Steen. Is er ook een avond
school.
Van Drunen. Ik weet niet waarom
dat noodig is. Er schijnt geen behoefte
aan te zijn, want op het voor-terrein
is nog niet eens een licht aan. fie
terrein ^zelf is geheel donker.
Voorzitter. Wij zullen de zaak eens
onderzoeken en dan komen Burg. en
Weth. wel met een voorstel.
Voorzitter. Zooals de heeren mis
schien al zullen hebben vernomen
gaat de heer Broeders de school ver
laten. Hij doet dat niet zoo direct, hij
wil ons zoo lang ter wille zijn als dat
voor het belang van het onderwijs
noodig is. Ik wijs er echter maar op
dat er hier nu eene aanmerkelijke be
zuiniging plaats kan hebben. Bekend
is dat naast de school kinderen wonen
die naar een andere gemeente school
gaan. Deze school is gezet voor de
Protestantsche bevolking en heeft de
gemeente f50.000'gekost. Het geval
heeft zich nu voorgedaan dat er heel
weinig op school gaan wat aan een
onderling verschil moet worden toe
geschreven. Ik heb personen gesproken
die zeggen dat dat geschil tot een
goede oplossing gebracht kan worden
en ik hoop dat de leden van den
raad, die daarop eenigen invloed uit
kunnen oefenen, dat zeker zullen
doen.
Verder niets meer aan de orde zijnde
en geen der leden meer het woord
verlangende, sluit de Voorzitter de
vergadering.
1 filctaaar. De gemeenteraad besluit
geen concessie te verleenen aan de
firma Mijnseen Co. voor electrische
verlichting en kracht-overbrenging.
15 October. De begrooting voor
1900 wordt ingediend aan inkomsten
en uitgaven op f 45105.07'/».
PROVINCIAAL NIEUWS.
Waalwijk, 3 October 1924.
MINISTERIE VAN BINNENLAND-
SCHE ZAKEN EN LANDBOUW.
No. 10222, Afd. B.B.
Betreffende
Vervroeging van den
wettelijken tijd.
Aan
het Gemeentebestuur van
WAALWIJK.
's Gravenhage, den 10 Sept. 1924.
Ik heb de eer Uwe aandacht te ves
tigen op het Koninklijk Besluit van
31 Januari 1924, No. 42 (Stbl. No. 28),
waarbij in verband met art. 2 der wet
van 23 Maart 1918 (Stbl. No. 165), ge
wijzigd bij de wet van 22 Maart 1922
(Stbl. No. 130), bepaald wordt, dat in
1924 de vervroeging met een uur van
den wettelijken tijd bedoeld in art. 1
der wet van 23 Juli 1908 (Stbl. No.
236), zal eindigen, den vijfden October
a.s. te drie uur in den voormiddag.
U gelieve toe te zien, dat de tijds
aanwijzing op de openbare, door Uw
bestuur beheerde klokken, van even
genoemd tijdstip af, weder in overeen
stemming zij, met de tijdregeling van
den middtelbaren zomertijd van Am
sterdam, welke tijdregeling alsdan aan
wijst twee uur in den voormiddag.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw,
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
(get.) J. B. KAN.
In herinnering wordt gebracht,
dat in den nacht van Zaterdag op
Zondag van 2 op 3 uur den middel
bare zonnetijd van Amsterdam in de
plaats zal treden van den Zomertijd.
Men zal derhalve verstandig doen de
uurwerken des Zaterdagsavonds vóór
men zich te ruste begeeft, één uur
terug te zetten.
Men genoegen kunnen we ook
mededeelen dat de R.K. Kerken ook
thans de klok tegelijkertijd zullen ver
zetten en niet Zondags na de kerke
lijke diensten. We zullen dus niet
meer die verwarring krijgen van andere
malen, nu alle klokken in den
nacht van Zaterdag op Zondag worden
teruggezet.
Woensdagavond had in het ge
bouw ter Teekenschool de opening
van den cursus 1924—1925 plaats.
De leden van de Teekenschool
commissie, de Edelachtb. heer Moonen
en de heer J. Tielen, waren tegen
woordig.
De verschillende afdeelingen als
hand-, vakhand- en bouwkundig teeke
nen werden bezocht en overal stelde
ZJEdelachtb. door het stellen van diverse
vragen aan de jongelui, zich op de
hoogte.
Nadat de leerlingen van alle klassen
zich in de hoogste klas hadden ver
eenigd, nam Z.Edelachtb. het woord
en zei er zich over te verheugen heden
in de gelegenheid te worden gesteld
enkele woorden tot de leerlingen te
mogen spreken. Hij verheugt zich
daarover niet zoozeer omdat hij iets
nieuws zal gaan zeggen, want dat is
geenszins het geval, maar omdat hij
zal herhalen hetgeen anderen tevoren
reeds maar weer op een andere
manier, in een anderen vorm hebben
gezegd. Hij hoopt dat zijne woorden
ingang zullen vinden waar vorige po
gingen daartoe misschien hebben ge
faald.
Zondag 1.1., toen hij met groote be
langstelling de tentoonstelling heeft
bezichtigd, hebben hem verschillende
zaken aangenaam getroffen. Ten eerste
de methode van het onderricht. Nergens
was een spoor te ontdekken dat hier
wordt aangekweekt tiet slaafs nateeke-
nen van modellen, maar uit alles was
te zien dat hier wordt aangekweekt
smaak en kunstgevoel. De tentoon
stelling heeft hem de overtuiging ge
schonken dat het onderwijs op hoog
peil staat en daarvoor wil hij gaarne
den directeur en leeraren zijn groote
erkentelijkheid betuigen, want ze geven
zich met groote liefde aan hun taak.
Hij twijfelt er dan ook niet aan of na
enkele jaren zullen daarvan de beste
resultaten zijn te zien.
Verder gaande, wijst hij de jongens
er op dat al het werken van de leeraren,
al het streven van de overheid niet
die vruchten zullen voortbrengen als
ook de leerlingen daartoe niet mede
werken, als die te kort schieten in
ijver en belangstelling.
Veelal is bij de jeugd te constateeren
dat ze de toekomst zonder zorg inziet.
Dit is op zichzelf niet zoo erg, als
zulks maar niet ontaardt in zorgeloos
heid en het verwaarloozen van plichten,
dan wordt het erger. Spr. heeft tijdens
zijn loopbaan de ervaring opgedaan
dat jongelui die onder de gunstigste
omstandigheden verkeerden, aanleg en
alles bezaten, in hun carrière zijn mis
lukt omdat ze hun onderwijs verwaar
loosden en in hevige mate zorgeloos
waren. Daarom moet men steeds voor
oogen hebben, dat het onderwijs, het
profiteeren van het onderwijs voor het
verdere leven beslissend is en het
nooit is in te halen later. Spr. gevoelt
zich gedrongen daarop te wijzen omdat
de meeste der leerlingen thans in die
jaren zijn gekomen, die voor het latere
leven van zulk een groote beteekenis
zijn. Daarom moet men zich thans met
kracht en energie aan de studie wijden,
want later als men aan andere zaken
gaat denken, komt van de studie niet
veel en dan zou men het betreuren
dat men die in zijn jeugd heeft ver
waarloosd.
Spr. durft daarom alle leerlingen op
het hart te drukken om de lessen met
ijver en ambitie te volgen. De beste
resultaten daarvan zal men in het
verdere leven plukken en zien dat het
onderwijs van onschatbare waarde is.
Hij durft* vertrouwen dat alle leer
lingen met de grootste ambitie zullen
zijn bezield en dan lijdt het geen
twijfel of de resultaten daarvan zal
men op een volgende te houden ten
toonstelling zien.
En daarmede opende hij den cursus
1924-1925.
Door een krachtig applaus bewezen
de jongens dat de gesproken woorden
tot hen waren doorgedrongen en ze
voornemens zijn de gegeven wenken
op te volgen.
Naar men ons mededeelt bereikt het
aantal leerlingen ongeveer 100.
Onder veel belangstelling hield
verleden Zondag, 28 Sept., de Bond
van Handboogschutterijen „Gezellig
Samenzijn", zijn jaarlijksch najaars
concours in de doele van de „Eendracht
maakt macht", gevestigd bij O. Pul
lens te v.m. Baardwijk.
Circa half drie werd met den wed
strijd, nadat de Voorzitter, de heer W.
van Heesch, de schutters met enkele
woorden had verwelkomd, een aanvang
genomen.
Begunstigd door het mooie weder
en dank de goede regeling, was spoe
dig de vreedzame strijd geleverd, zoo
dat reeds om 7 uur de prijs-uitreiking
plaats had. Alvorens hiertoe werd
'overgegaan, dankte eèrst de Voorzit
ter den Secretaris, M. van Bokhoven,
en andere bestuursleden voor hun
hulp, die ze weder hadden betoond, tot
het welslagen van dit concours, waar
na de Secretaris den uitslag bekend
maakte.
Eere-kruis, geschonken door C. Pul
lens, behaald door Th. Elshout te Dru
nen, met 14 punten in de 4 pijlen.
Bestuursprijs, door Fr. van Enge
len te Elshout, met 12 p. in de 4 pij
len.
1ste zestallen:
Eereprijs „Ons Genoegen", Herpt,
129 p. Ie prijs „Ons Gezellig Tehuis",
Baardwijk, 119 pC 2e prijs „Buiten
verwachting", Vlijmen, 116 p.; 3e prijs
„Constantia", Drunen, 109 p.4e prijs
„Eendracht maakt macht", Baardwijk,
99 p.5e prijs „Victoria", Elshout, 95
p.; 6e prijs „Oefening en Volharding",
Ammerzoden, 43 p.
2de zestallen
le prijs „Eendracht maakt macht",
97 p.2e prijs „Constantia", 90 p.3e
prijs „Ons Genoegen", 83 p.; 4e prijs
„Ons Gezellig Tehuis", 56 p.,; 5e prijs
„Buiten verwachting", 43 p.; 6e prijs
„Oefening en Volharding", 33 p.
Eenige dezer prijzen werden door
den voorzitter zelf, terwijl de overige
door andere personen, o.m. de heeren
J. v. d. Mee en J. v. Houten, met en
kele woorden werden uitgereikt aan
de overwinnaars.
Na afloop hiervan uitte de voorzit
ter nog den wensch, dat de Bond „Ge
zellig Samenzijn", nog lang zou mogen
bestaan, tot groei en bloei der edele
handboogsport.
Ter navolging dient nog vermei^,
dat de heer D. van den Boomgaard,
reeds een prijs beschikbaar stelde voor
het volgend concours, dat in 't voorjaar
1925 te Elshout zal worden gehouden.
Maandag 6 October a.s. zal in
het café van den heer A. van Berkel
alhier een biljart-wedstrijd gehouden
worden tusschen het 2e Zestal van
„Pommerans" uit 's Bosch en de Kon.
Erkende Biljartclub „W.B C." gevestigd
bij den heer A. van Berkel. Moest
korten tijd geleden het 2e Zestal van
W.B.C. in 's Bosch met een klein
i