ES*
BESCHRIJVING VAN HET RAADHUIS
studiereis naar Rome de lichtbeelden
van het bestuur van de R.K. Hogere Handelsschool
en de R.K. Hogere Beroepsschool een zonnewijzer
op het binnenplein.
Op 22 oktober 1932 om 15.00 uur werd het nieuwe
raadhuis officieel en op feestelijke wijze geopend
door Mr. Dr. R.B.G.M. van Rijckevorsel, commis
saris van de koningin in Noord-Brabant.
De hoofdopzichter van het bouwwerk, H. de Hoop
werd 24 oktober aangesteld tot plaatsvervangend
gemeentebouwkundige. Hij werd later gemeente
architect en directeur gemeentewerken.
De gemeenteraad vergaderde op 28 oktober 1932
voor de eerste keer in het nieuwe gebouw. Ook toen
werden wederom geschenken aangeboden. Van de
Broeders der Congregatie Maria Onbevlekt Ontvan
gen werd een marmermozaïek van Br. Cephas
Houthamer verkregen hetwelk een plaats vond in
het secundaire trappenhuis.
Exterieur
de daarachter gebouwde zijvleugel van het raadhuis
zichtbaar blijft. Tegen de voorgevel is het bordes
gebouwd. Het is geflankeerd door een os en een koe
van zandsteen, de symbolen van de plaatselijke vee
teelt en de lederindustrie. Deze beeldhouwwerken
zijn van de hand van Lambertus Zijl (1866 - 1947).
Het bordes is bekroond met twee zittende leeuwen,
eveneens een ontwerp van Zijl, die de wapens van
Nederland en Noord-Brabant dragen. Daartussen
een uitstekende goot van zandsteen. Het dak van het
bordes is gedekt met Noorse leien. Basement en
trappen zijn uitgevoerd in Groffee graniet. De
hoofdgevel is uitgevoerd als een trapgevel met ge
velnaald, in rode baksteen groot formaat, zoge
naamde kloostermoppen. In de voorgevel zijn aan
gebracht het wapen van Waalwijk in zandsteen, een
klok in tegeltableau, een loggia waarin in 1986 een
carillon is geplaatst, en de ramen van de raadzaal en
de burgemeesterskamer, samen het gemeentelijk
gezag. In de gevel zijn nog drie grote muurankers
aangebracht, die de lijn van de lage kap markeren.
De lichtopeningen zijn afgedekt met zware zand
steen lateien, de overige openingen met halfronde
bogen in metselwerk met zandstenen aanzetstenen.
Achter de tuinmuren met de acaciabomen is een
fraaie binnentuin gelegen. De hoge kap, uitgevoerd
als een knikdak is gedekt met Noorse leien. De nok
is afgewerkt met een ruiter bedekt met lood. Aan de
dakvoet zijn zandstenen goten aangebracht, onder
steund door consoles, eveneens in zandsteen.
Alle buitendeuren zijn gemaakt van Java-teak. Ge-
hengen, muurduimen, slot- en stootplaten zijn
handgesmeed. De negkanten van de deurkozijnen
zijn aan de 'loopzijde' afgeschuind. Boven de af
schuining is in zandsteen een uitholling aange
bracht op schouder- en hoofdhoogte. Deze af
schuining is consequent doorgevoerd. In de west
gevel is aan de buitendeur de afschuining aan de
slotzijde. Aan de andere zijde loopt men niet, dus
daar is geen afschuining aangebracht. Bij de bin
nendeurkozijnen is de stijl aan de slotzijde afge
schuind, de andere stijl niet.
Raadhuis en Raadhuisplein zijn architectonisch één
geheel. Kropholler heeft het Raadhuisplein gezien
als een gesloten plein met bebouwing aan de noord
zijde (de hoofdmoot), en aan de oost- en westzijde.
De bebouwing aan de Grotestraat heeft een gesloten
karakter. Door de aanleg van het Raadhuisplein ont
stond een gat in de Grotestraat, dat door Kropholler
gedicht werd met een beplanting van lindebomen,
die helaas later weer verdwenen zijn.
De noordzijde is afgesloten door de 35 meter hoge
voorgevel van het raadhuis, een tuinmuur en aca
ciabomen. Acaciabomen hebben een ijl lover, zodat
zoodat liet einde kwam met 32.
Had Kaatsheuvel willen werken, zooals
voor 14 da gen Wen VV K
aangeschaft. Hij zal voor de justitie worden
leid doch liet onderzoek is nog nipt gppinH
Het bordes met granieten trap en het beeldhouwwerk van L.
Zijl.