Ingezonden Mededeelingén.
Pijnen in Tanden en Kiezen verdrijft men door Mijnhardt's Sanapirin Tabletten,
zjCJXCi. 10 uai/
Het Dag. Best, acht het beter de metho
de te volgen, zooals altijd gebruikelijk is ge
weest.
Maakt u er geen voorstel van?
Roggeveen. Neen, ik heb al gezegd dat
ik er niet aan hecht.
Het eerste lid van artikel 5, luidende
Onder „wegen" worden in deze verorde
ning verstaanalle openbare straten, plei
nen, wegen, stegen, stappen en niet gesloten
erven of zoogenaamde dammen, gemeente
plantsoenen en wandelplaatsen, onverschil
lig wie van een en ander eigenaar is.
Deze alinea zal als volgt zijn te lezen
Onder „wegen" worden in deze verorde
ning verstaanalle openbare pleinen, wegen
en bermen met zijkanten, benevens stegen,
stappen en niet gesloten erven of zeoge-
naamde dammen, gemeenteplantsoenen en
wandelplaatsen, onverschillig wie van een
en ander eigenaar is.
Het eerste lid van art. 6, luidende
Ieder, die binnen de gemeente van woon
plaats veranderd, is verplicht daarvan bin
nen veertien dagen ter secretarie aangifte
te doen. Voor minderjarigen geschiedt dit
door hunne ouders of voogden.
Deze laatste zin wordt gewijzigd en zal
aldus worden gelezen
Voor minderjarigen geschiedt zulks door
het hoofd van het gezin waar ze inwonen.
Bij art. 7De bevolkingsagent wordt door
Burg. en Weth. aangesteld. Ieder ingeze
tene is verplicht, te allen tijde den bevol-
kingsagént op diens vordering inlichtingen te
verstrekken, benoodigd tot het bijhouden
de bevolkingsregisters.
Hierbij stelt dhr. Roggeveen de vraag wie
dit Manusje van alles is, waarop de Voorz.
antwoordt, dat de heer Van Nispen bevol
kingsagent is. Dit is een titel zooals in vele
andere gemeenten wordt gegeven.
Bij art. 9, luidende
Het Is verboden, tenzjj men vergunning-
heeft van Burg. en Wethouders of van
een door hen daartoe aangewezen ambte
naar, op wegen met loodsen, kramen, tafels,
kruiwagens, voertuigen, karren of andere
voorwerpen, een vaste of tijdelijke stand
plaats in te nemen, of aldaar koopwaren
of andere goederen uit te stallen,
vraagt de heer. B. Timmermans, of de
kooplieden ook hun artikelen mogen uitstal
len op de stoepen die aan de huizen belmo
ren, waarop de Voorzitter antwoordt, dat
men op die smalle stoepen, die men hier en
daar voor de huizen aantreft, niet mag eta-
leeren, wijl zulks particulier domein is.
Veelal staan de eigenaars zulks toe.
Timmermans. Het marktgeld is daaronder
toch niet begrepen.
Voorzitter. Dat geloof ik niet.
Door den inspecteur van politie, die ter
vergadering aanwezig is, wordt een en an
der nader toegelicht.
Hij wijst er op, dat in de oude verordening
was opgenomen dat een halve meter vanaf
de huizen kon worden begonnen om de goe
deren uit te stallen.
Vervolgens wijst hij er nog op, dat ver
schillende eigenaars van dergelijke stoepen
deze plaats zelf verpachten wat door den
heer Gragtmans wordt beaamd.
Bjj art. 12, waarin o.m. staat, dat het ver
boden is, onbespannen voertuigen op den
weg te laten staan, vraagt de heer Timmer
mans, wat men onder „onbespannen voertui
gen" verstaat, waarop de Voorzitter ant
woordt dat de bedoeling daarvan niet anders
kan zijn, dan een kar of rijtuig waar geen
paard voor staat. Een auto'kan nooit, daar
mede worden bedoeld, wijl men dan volgens
het taalgebruik spreekt van een motorrij
tuig.
Bij art. 13, waarin o.m. wordt bepaald,
dat, wordt een kar met stroo op de straat
overgeladen, men dan verplicht is het vuil,
dat tengevolge daarvan op straat komt te
vallen, moet opruimen, wijst de heer Van
Driel er op, dat het zomers vaak voorkomt,
dat de boeren uit de polder met een kar
hooi komen en deze dan aan de straat over
laden, met het gevolg dat de lieele straat
vol hooi komt te liggen. Hij geeft in over
weging, om daarom ook het woord hooi in
de verordening op te nemen..
De Voorzitter zegt dat zulks ook de be
doeling is.
Bij art. 14, luidende:
Het is verboden op of aan wegen
le. vliegers op te laten in de kom der ge
meente
2e. zonder van gemeentewege daarmede
belast te zijn, bekendmakingen of reclame
platen te plaatsen, te bevestigen of aan te
brengen op of aan openbare gebouwen, ge
meente-eigendommen of van gemeentewege
opgerichte aanplakborden, of zoodanige han
deling te verrichten zonder toestemming van
den eigenaar, beheerder of bewoner, op of
aan particuliere eigendommen
3e. eenig vee zonder geleide te laten los-
loopen
4e. zeisen;, ziohten of andere scherpe pun
tige of gevaarlijke werktuigen te dragen of
te vervoeren, tenzij de gevaarlijke deelen
afdoende zijn bedekt;
5e. zonder toestemming van eigenaars of
gebruikers op leuningen, schuttingen, hek
ken of op in beweging zijnde rij- o/ voer
tuigen, of tramwagens, te klimmen of daar
aan te hangen
6e. schuttingen, afsluitingen of hekken te
plaatsen zonder vergunning van Burge
meester en Wethouders
7e. zonder noodzakelijkheid huisbellen in
werking te brengen
8e. zonder daartoe bevoegd te zijn, in
openbare lantaarnpalen te klimmen, daar
aan dieren of voorwerpen vast te binden en
het licht van de lantaarns, lampen of andere
toestellen, bestemd tot verlichting der we
gen of gemeentegebouwen, te ontsteken of
uit te dooven, of die toestellen te veranderen
of te verplaatsen
9e. zonder daartoe bevoegd te zijn ver
gaarbakken of syphons te openen of straat
buizen te verleggen of uit te graven
10e. matten, tapijten, karpetten, kleeden
en dergelijke voorwerpen uit te kloppen te
gen lantaarnpalen, dienende tot openbare
verlichting
11e. zonder daartoe bevoegd te zijn, eenig
voorwerp geheel of ten deele over wegen te
spannen of aan te brengen, of voorwerpen
te bevestigen aan bruggen, lantaarnpalen of
boomen, tenzij met vergunning van Burge
meester en Wethouders.
merkt de heer Eibers op, dat, als het voor
stel van den heer Smolders wordt aange
nomen, het dan ook verboden is, dat jongerls
hun vlieger oplaten achter Baardwijk en in
de Baardwijksche Steeg-
De Voorzitter zegt dat dit wel geen be
zwaar zal zijn omdat men' het aan den an
deren kant van de spoorlijn wel mag doen.
Voor den Winterdijk, die langs de gelieele
gemeente loopt, heeft' men een uitzondering
gemaakt.
De heer Smolders wijst er op dat de Pa
rallelweg al heel ongeschikt is voor het op-
- laten van vliegers door de twee rijen hoo
rnen die er staan.
Oomens. Die jongens die in den binnen-
polder wonen moeten dan expres naar den
Dflk om een vlieger op te laten.
De Voorzitter meent dat, als een jongen
een 100 of 300 M. daarvoor moet loopen,
geen bezwaar kan zijn.
Van Driel. Als men achter zijn huis een
daar toch zeker wel een vlieger op laten
gaan.
Timmermans. Baat ons voor het oplaten j
van een vlieger de geheele verordening nu
toch niet gaan wijzigen. i
Van Driel. Het moest verboden zijn, dat
aan schoolgebouwen plakaten worden aan-
geplakt. Nu ziet men aan de school van die
platen hangen van de Vrijwillige Onder-
doms-Ver zekering V.O.V., wat zeer onoog
lijk is. j
Voorzitter. Zonder vergunning van den
Burgemeester mag nergens meer eenig
plakaat worden aangeplakt. Het ligt in de
bedoeling een plaats aan te wijzen, waar
zulks wel mag geschieden.
Roggeveen. Het laten verwijderen van
biljetten, is dat mogelijk.
Voorzitter. Particulieren kunnen op hun
eigendom zooveel aanplakken als ze maar
willen.
De heer Roggeveen zegt, dat vooral bij
verkiezingen, van het aanplakken van plak
aten veel misbruik wordt gemaakt en deze
na de verkiezing dikwijls lang overal aan
blijven fladderen. Gaarne zou hij zien dat
een bestuur van een kiesvereeniging, waar
van het uitgaat, daarvoor aansprakelijk
wordt gesteld.
Voorzitter. Het zal moeilijk zijn te con-
stateeren wie liet doet.
KI ij berg. Mensclien, die niet gaarne het
een of ander plakaat 'aan hun pand of wat
ook, 'zien aangeplakt, zullen dat wel aan
stonds verwijderen..
Voorzitter. Wel kan nu proces-verbaal
worden gemaakt, ook al is het feit niet
direct door de politie geconstateerd.
De heer Smolders wijst op de zesde alinea
van art. 14. Daarin staat dat geen hekken
aan openbare wegen mogen worden geplaatst
tenzij met vergunning van Burg. en Weth.
In den Buitenpolder komt het regelmatig
voor, dat.de boeren in het najaar het hek
verwijderen en dat in het voorjaar weer
aanhangen. Om daarvoor telkenmale ver
gunning te moeten aanvragen, lijkt hem
voor de landbouwers wel wat lastig.
De Voorzitter zegt dat de bedoeling is,
dat dit' alleen slaat op wat betreft de Kom
der gemeente.
Klijberg. Ik zou het zoo handhaven. Voor
de mensehen is het een kleinigheid om het
te vragen en men kan er dikwijls groote
onaangename zaken door voorkomen. Men
weet nooit wat er zich eens kan voordoen.
Gragtmans. En op eigen terrein.
De Voorzitter zegt dat men de handen
wat vrij moet hebben. Het zou kunnen voor
komen dat iemand een schutting voor zijn
huis plaatst zonder daarvoor reden te heb
ben. In zulke gevallen moet kunnen worden
ingegrepen.
Smolders. Als er bij komt te staan dat dit
alleen slaat op de wegen gelegen in de Kom
der gemeente, dan kan ik me er aanstonds
mede vereenigen. Aan den Overik worden
de hekken voor den winter weggehaald en
nu zou het toch wel moeilijkheden opleveren
indien die menschen telkens weer vooraf
moeten komen vragen om hun hek te mo
gen plaatsen.
Bij art. 15, luidendeHet is verboden op
wegen, in de Kom der gemeente, meer dan
zes stuks vee, los te drijven of te doen drij
ven.
Onder vee wordt in dit artikel verstaan
koeien, kalveren, ossen en varkens,
stelt de heer Smolders voor, ook schapen te
voegen.
Van Driel. Bij schapen is er in den regel
een hond en dan kan het geen bezwaar zijn
als er meer dan zes bij elkaar loopen.
Timmermans. Men mag schapen overal los
leiden.
De heer Smolders heeft hierna geen be-
zwaar, om het woord schapen er af te
laten.
Met art. 23Het is verboden op wegen
zich, zonder noodzaak zoodanig op te hou
den of te blijven staan, dat het vrije ver
keer wordt belemmerd, verheugt zich de
heer Eibers ten zeerste, want nu gebeurt
het, vooral Zaterdag 's avonds, dat men van
de trottoir af moet, omdat troepen opge
schoten jongens daarop blijven staan, zon
der iemand de gelegenheid te geven te kun
nen passeeren. Waahvijkers zijn het niet,
doch jongens uit de omliggende gemeenten.
Voorzitter. Daarover bereikten mij meer
malen reclames, doch we stonden er mach
teloos tegenover, omdat daaromtrent in de
oude politieverordening niets was opgeno
men.
Smolders. En Bij het bezichtigen van win
kels.
Eibers. Dat is iets anders. De politie weet
wel waarvoor deze bepaling wordt opge
nomen.
Voorzitter. Het is altijd verboden om het
verkeer te belemmeren.
Bij art. 28Het is verboden, gevaarlijke
of wilde dieren rond te leiden, tenzij met
schriftelijke vergunning van den Burge
meester, heeft de heer Smolders een amen
dement ingediend. Hij stelt voor daarin de
woorden: tenzij met schriftelijke vergunning
van den Burgemeester, te laten vervallen.
Voorzitter. Wjj hebben er dit expres bij
gezet, omdat het kan gebeuren dat een man,
een berenleider, in Drunen is en vandaar
b.v. naar Sprang wil. In zoo'n geval moet
de man vergunning hebben de gemeente te
passeeren, wapt anders zou hij niet eens
door de gemeente mogen loopen.
Burg. en Weth. hebben daarom gemeend
deze woorden in het artikel niet te mogen
schrappen.
De heer Smolders kan zich na deze ver
klaring daarmede vereenigen.
Bij art. 30, luidende:
Het is verboden zonder daartoe bevoegd
te zijn
a. zich te bevinden in kreupelhout, plant
soenen of op grasperken, behoorende tot den
openbaren gemeentegrond, buiten de tot
weg bestemde deelen
b. boomen, heesters of bloemgewassen,
staande op of aan wegen of in grasperken,
te beschadigen of van bloemen te berooven;
c. vanaf 1 Mei tot en met September in
weilanden te zitten of te liggen, of op de
graskanten van bermen van wegen of bouw
landen te loopen, te zitten of te liggen
d. honden of vee aan- boomen op wegen
of aan afrasteringen vast te binden.
wjjst de heer Van Driel er op, dat het ge-
wenscht is dat vanaf 1 April tot en met 31
October het verboden is in de weilanden te
loopen. Dikwijls groeit er in de maand
April al een flinke snee gras en dan zouden
de boeren maar moeten aanzien, dat dit
wordt platgeloopen.
De heeren Eibers en Verwiel ondersteu
nen dit voorstel, dat in omvraag gebracht,
wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen.
Voor stemden de heeren Gragtmans, Ei
bers, Roggeveen, Groenen, Oomens, Ver-
wiel, Van Driel en van der Geld.
Tegen de heeren Klijberg, de Graaff, Smol
ders en Timmermans.
Bij art. 31, luidende:
Onverminderd het bepaalde in de Vogel-
wet 1912, is het verboden op een anders
grond of in daarop staande heggen, boomen
of houtgewas op wegen, of gemeente-be
graafplaatsen of in het algemeen op voor
openbaren dienst bestemde gronden, vogels
te vangen of vogelnesten uit te halen of te
beschadigen, of klepkooien, netten, lokvo
gels, al dan niet in kooien, lijmgarden, klem
men en dergelijke toestellen tot het vangen
van vogels of vogelaas te plaatsen, zonder
schriftelijke vergunning daartoe van den
rechthebbende op dien grond, of voor zooveel
wegen, gemeente-begraafplaatsen en andere
voor den openbaren dienst bestemde gronden
betreft, zonder schriftelijke vergunning van
Burgemeester en Wethouders, welke vergun
ning op de eerste vordering van den onder
zoekenden beambte moet worden vertoond.
Ook is het verboden zich met klepkooien,
lokvogels, al dan niet in kooien, lijmgarden,
netten, klemmen en dergelijke toestellen
tot 't vangen van vogels, of met vogelaas op
een anders grond te bevinden, zonder schrif
telijke vergunning daartoe van den recht
hebbenden op dien grond, welke vergunning
op de eerste vordering van den onderzoeken
den beambte moet worden vertoond,
zegt de heer Eibers, dat in dit artikel wordt
gesproken van zonder vergunning van B.
en W. Nu is hij bij de politie geweest, om
een acte, maar deze heeft hem weer ver
wezen naar den Commissaris der Koningin,
welke hem een beetje veraf woont, om het
te gaan vragen.
De Voorzitter merkt op, dat zulks bij de
Vogelwet is geregeld en verzoekt den In
specteur van Politie daarvan nadere mede-
deeling te willen geven, waaraan door dezen
wordt voldaan en waarvoor de heer Eibers
zijn dank betuigt.
Den heer Roggeveen is sub 3 van artikel
34, luidendezich op de wateren, in eigen
dom toebehoorende aan de gemeente, wan:
neer die wateren met ijs bedekt zijn, te be
geven of te bevinden, zonddr vergunning van
den burgemeester
niet erg duidelijk.
Voorzitter. Dat is om te voorkomen dat
jongens zich op het ijs begeven als dit nog
niet dik genoeg is. Op water van particu
lieren kan men daar niets aan doen.
Eibers. En in den polder.
Voorzitter. Dat is terrein aan een ander
toebehoorend.
Dikwijls gaat men schaatsenrijden op ijs,
zoo gevaarlijk, dat het met een zelfmoord
plegen gelijk staat. Omdat zooveel mogelijk
te voorkomen, is dit artikel in de verorde
ning gebracht. De bedoeling is alleen maar
om te verbieden op het ijs te-komen als het
nog niet sterk genoeg is.
Eibers. Dan loopen ze de polder in.
Bij art. 38 luidende:
Het is verboden namens of ten behoeve
van personen, vereenigingen of inrichtin
gen, welke ook, aan huizen van ingezetenen
gelden in te zamelen of te doen inzamelen,
of lijsten bestemd voor het inzamelen van
gelden, aan te bieden of te doen aanbieden,
zonder vergunning van Burg. en Weth.
Inzamelingen of aanbiedingen van lijsten
door personen beneden den leeftijd van 16
jaren, zijn verboden.
heeft de heer Roggeveen de vraag gesteld,
of het verkoopen van bloempjes voor het
Groene Kruis ook onder dit artikel valt,
terwijl de heer Smolders voorstelt daaraan
toe te voegentenzij deze worden gehouden
onder toezicht* en verantwoording van oude
re personen.
Ook acht hij het wenschelijk dat alleen
in gesloten bussen mag gecollecteerd wor
den.
Met algemeene stemmen kan de raad zich
met deze wijziging vereenigen.
De Voorzitter deelt mede, dat het twee
de lid van art. 41Het is verboden met
voertuigen, niet op veeren en zoogenaamde
lastsleepers, anders dan stapvoets in de
Kom der gemeente te rijden, bij den heer
van den Broek, die over een en ander om
adyies is gevraagd, bezwaar ontmoette. Hij
wees er op. dat het in den hooi- en oogst
tijd kan gebeuren, dat het. dreigt te zullen
gaan regenen. Bij eén dergelijk geval rijden
ze dan wel eens hard om nog droog met
hun vracht binnen te kunnen komen en dan
zou men nu een proces-verbaal oploopen.
Spr. heeft hem gerustgesteld dat de politie
in zulke gevallen het oog wel zal dicht hou
den. In hoofdzaak dient liet artikel om het
geholder den bolder 's nachts te voorkomen.
Van Driel. Met een vierwielig voertuig is
men gewoon te draven.
Voorzitter. In de Kom der gemeente moet
men dan stapvoets rijden.
De heer Eibers vraagt of de voerlieden,
vooral die met twee teugels rijden, niet bij
hun paarden moeten blijven. Dikwijls laten
ze de paarden maar loopen en zelf wande
len ze over de trottoirs. Gebeurt er eens een
ongeluk, dan heeft de chauffeur het altijd
gedaan.
De heer Timmermans heeft met genoe
gen gelezen dat door de Commissaris der
Koningin aan de hoofden der politie een
schrijven is gericht, waarin wordt gewezen
dat .de landbouwers niet meer op hooikar-
ren, waarin ze vaak geheel liggen weggedo
ken, mogen zitten, aangezien ze dan niet de
minste macht meer over hun paarden kun
nen uitoefenen. Waar tegenwoordig aan de
eischen van het verkeer steeds hoogere
eischen worden gesteld, zou het hem aan
genaam zijn, indien ook hiermee rekening
wordt gehouden.
De heer Timmermans wijst er nog op, dat
het zitten achter het paard ook zeer ge
vaarlijk is, wijl de voerman dan geen over
zicht over den weg heeft.
De Voorzitter geeft zulks toe, doch merkt
op dat men van verhuiswagens dit niet kan
vergen.
Roggeveen. Van verhuiswagens is de la
ding niet hooger. Het voertuig op zichzelf
is zoo hoog, wat een heel ander geval is.
De heer Van Driel merkt op, dat het met
den disselboom rijden bijna niet anders gaat
dan wanneer men achter de paarden zit.
De heer Timmermans bestrijdt zulks en
wijst op het gevaarlijke, vooral op de smalle
dijken.
Op voorstel van den heer Roggeveen wordt
besloten, dit artikel niet in haast te redi-
geeren, maar het aan Burg. en Weth. over
te laten, opdat deze het op hun gemak kun
nen doen. In een volgende vergadering kan
het dan nog aan de goedkeuring van den
raad worden onderworpen.
Bij art. 47, luidende:
Het is den bestuurder van motorrijtuigen
en rijwielen verboden, op de wegen binnen
de bebouwde Kom der gemeente, met een
grootere snelheid te rijden dan 25 K.M. per
uur, met dien verstande, dat het verboden
is met een grootere snelheid dan 15 K.M.
per uur te rijden in
a. de Nieuwstraat, b. het Hoekeinde, c.
het gedeelte der Grootestraat vanaf de Put
straat tot aan het Hoekeinde, d. de Hooi-
9teeg, e. de Wagenstraat, f. het gedeelte der
Grootestraat vanaf 100 M. te Oosten van
de Wagenstraat tot. aan den Zomerdijk.
Voor de toepassing van het bepaalde in hte
eerste lid van dit artikel, wordt verstaan
onder
le „motorrijtuigen"alle rij- of voertui
gen, bestemd om uitsluitend of mede door
een mechanische kracht, op of aan het rij-
of voertuig zelf aanwezig, anders dan langs
spoorstaven worden voortbewogen
2e. „bestuurder": hij, die het rijtuig of rij
wiel bestuurt, of onder onmiddelijk toezicht
doet besturen.
vraagt de heer Smolders, of het niet wen
schelijk is, om te bepalen, dat ook over den
overweg in de Stationsstraat 15 K.M. mag
worden gereden.
De Voorzitter merkt op, dat reeds bij
spoorwegverordening verboden is, harder
dan 10 K.M. daarover te rijden.
De heer Roggeveen merkt op, dat het ver
boden is over het Marktplein te rijden. Hij
zou daartegen geen bezwaar hebben mits er
maar een fatsoenlijk fietspad was.
De Voorzitter merkt op, dat het in hoofd
zaak te doen is om botsingen te voorkomen.
Vroeger werd bij het Hotel Verwiel de
trottoir over gereden en zoo de Markt, doch
dit gaf herhaaldelijk aanleiding tot botsin
gen. Voorts kan hij mededeelen, dat de tegel
trottoir dit jaar daar tot Speekenbrink zal
worden doorgetrokken.
Gragtmans. Door den band wat te laten
zakken zou direct om den hoek van de Markt
over de klinkers kunnen worden gereden.
Eibers. Het zou een goede zaak zijn in
dien met Groote-Markt-dagen niet met de
fiets mag worden gereden over de Markt en
de Grootestraat, voor zoover daar de Markt
wordt gehouden.
Timmermans. Als aan dat alles streng de
hand moet worden gehouden mag het corps
politie-agenten wel worden uitgebreid.
Bij artikel 55
Het is verboden een kreupel of gewond
dier als trekdier te gebruiken, merkt de heer
van Driel op, dat het kan voorkomen, dat
een jiaard reumathiek heeft. Im zulke ge
vallen zou hij het paard toch dienst willen
laten verrichten.
De Voorzitter wijst er op, dat het psftird
dan toch pijn heeft, waarna het artikel
blijft gehandhaafd.
Artikel 61. luidende
Rijdende in deze gemeente moet:
le. in elke autobus een trommel, gevuld
met verbandmiddelen, en een brandblusch-
apparaat aanwezig zijn
2e. de bestuurder van een autobus in het
bezit zijn van een door den Burgemeester
.geteekend bewijs, waaruit blijkt, dat hij
bevoegd is, als zoodanig op te treden;
Ter verkrijging van dit bewijs, zal hij den
leeftijd van 21 jaren moeteij hebben bereikt,
door een geneeskundige of den gemeente
geneesheer lichamelijk zijn goedgekeurd en
proeven van bekwaamheid in het besturen
van autobussen ten overstaan van den
daartoe door Burgemeester en Wethouders
aangewezen deskundige hebben afgelegd
3e. de bestuurder behoorlijk zijn ge
kleed
Heeft een ondernemer mede-bestuurders
in zijn dienst, dan moeten die bestuurders,
in functie zijnde, van uniforme bovenklee-
ding zijn voorzien.
Het is den bestuurder van een autobus
verboden, hiermede een andere standplaats
in de kom der gemeente in te nemen dan
door Burgemester en Wethouders daarvoor
is aangewezen.
De ondernemer van den autobusdienst zal
zorgen, dat de aangewezen standplaats
steeds rein en zindelijk wordt gehouden en
van olie en vet wordt gereinigd,
ontmoet veel tegenkanting.
Door den heer Roggeveen is de vraag ge
steld, wat de grens kan zijn van behoorlijke
kleeding en wil Voorts ook verplichte keu
ring.
De Voorzitter zegt, dat, wat betreft de
verplichte keuring, de Provincie heeft voor
zien. Ook door den heer Smolders ,is be
treffende de kleeding een opmerking ge
maakt en naar aanleiding van deze opmer
kingen hebben Burg. en Weth. besloten deze
alinea uit het artikel te lichten.
Eibers.Is het de bedoeling dat de auto
bussen een aparte standplaats krijgen.
Voorzitter. .Ta, voorloopig waar het nu is.
Het artikel is er maar voor om zulks aan
banden te kunnen leggen.
Groenen, 's Woensdags komt hier een
autobus door de gemeente gereden, die van
's Gravemoer naar de Markt te 's Bosch
gaat. Is het nu de bedoeling, dat chauffeurs
van zulke bussen hier een bewijs van be
kwaamheid moeten halen.
Voorzitter. Dat is direct geen bewijs van
bekwaamheid. Als hij behoorlijk kan rijden
krijgt hij het. al.
Timmermans. Ik voel ook het bezwaar
dat hier aan is verbonden. Veronderstelt
dat de bus 10 verschillende gemeenten moet
doorrijden en als dan in al die 10 gemeenten
aparte voorwaarden worden gesteld, wordt
het voor de ondernemers onmogelijk.
Groenen. Dat moet bij Provinciaal Reg
lement geregeld worden.
De heer Timmermans zou de autobussen
niet al te veel bezwaarlijke bepalingen wil
len zien opgelegd, wijl het vervoer per spoor
ontzettend duur is en het publiek dan beter
van die bussen kan profiteeren.
Vanzelf spreekt het dat de veiligheid niet
uit het oog mag worden verloren. Bij Prov.
Reglement was dit alles het best te rege
len en niet door iedere gemeente afzonder
lijk.
De heer Klijberg kan wel voor een ge
deelte met den heer Timmermans meegaan,
echter moet naar zijn meening streng zorg
gedragen worden dat die wagens maar niet
maar raak kunnen rijden.
Wordt besloten de derde alinea, bepalen
de dat de bestuurder behoorlijk moet zijn
gekleed, te laten vervallen.
Het eerste lid van artikel 65, bepalende
a. op of aan wegen te wateren, anders
dan in de daarvoor bestemde waterplaatsen,
wordt gewijzigd. Gelezen zal worden op of
aan wegen in de kom der gemeente, enz.
Met art. 67, luidende
Het is verboden meststoffen, ingewan
den van dieren, gier, bloed, lijmvleesch of
stankverspreidende stoffen, over wegen te
vervoeren, anders dan in goed gesloten bak
ken, tonnen of voertuigen, zoodanig inge
richt dat daaruit geen vocht druipt en door
het vervoer geen spoor wordt achtergelaten,
dan wel zich daaruit tijdens het vervoer
geen hinderlijke of schadelijke uitdampin
gen verspreiden.
Het is eveneens verboden, voorwerpen of
stoffen, die hinderlijke of schadelijke uit
dampingen verspreiden, zoodanig te plaat
sen of aanwezig te hebben, dat tengevolge
dezer uitdampingen hinder wort veroorzaakt,
is de heer Gragtmans het nog niet eens.
Waarom moet men hier het vervoeren van
lijmvleesch gaan verbieden, terwijl de di
rectie van de spoor, die in vele' gevallen
niet zoo gemakkelijk is, daar geen bezwaar
tegen heeft.
Klijberg. Ik zou het nu zoo maar laten.
Men kan toch, als men goede maatregelen
neemt, li t. lijmvleesch vervoeren.
Timmermans. Heel gemakkelijk, als men
daarvoor tanks neemt.
Bij art. 71, luidende
Hij, dien tengevolge van overmacht, we
gen verontreinigd, is verplicht deze onmid
dellijk schoon te maken of te doen schoon
maken.
De bewoners, of, bij niet bewoning, de
eigenaars of beheerders, zijn verplicht de
trottoirs, loopende langs hunne panden, be
hoorlijk schoon te houden.
Het is verboden, het bjjeengezainelde vuil,
afkomstig uit straatgoten of van wegen, te
laten liggen,
vraagt de heer Timmermans, waarvoor
straatbelasting wordt betaald, als ieder
toch zjjn trottoir moet schoonhouden.
De Voorzitter merkt op, dat zulks, ook
bij dé oude verordening nooit anders is ge
weest.
Op voorstel van den heer Roggeveen wordt
besloten de laatste alinea van laatstgenoemd
artikel, te lezen als volgtHet is verboden
het bijeenverzamelde vuil, afkomstig uit
straatgoten of van wegen, langer te laten
liggen, dan den dag waarop liet inzamelen
van vuil heeft plaats gehad.
De opmerking wordt gemaakt, dat het
eenmaal ophalen, bij het vallen van het blad,
nogal gering is, waarop de heer Klijberg
zegt dat daar reeds rekening mee wordt ge
houden en eenmaal meer het vuil van de
straten wordt opgehaald.
Voorzitter. De kwestie is maar om de
straten zooveel mogelijk schoon te kunnen
houden.
Art. 74, luidende:
De bakken waarin het huisvuil wordt ge
borgen, mogen eerst op den weg worden
geplaatst, wanneer de komst van den vuil
niswagen door een ratel is aangekondigd.
Hierbij merkt de heer Eibers op, dat dit
artikel voor verre weg de meeste inwoners
onoverkomenljjke bezwaren met zich zal
medebrengen, want op de meeste plaatsen
is moeder de vrouw alleen thuis en wie zal
dan, als de ratelman er aankomt, de Vuil
nisbak buiten zetten. Dat is een bepaling,
die alleen uitgevoerd kan worden door men
schen die aan hun woning een fabriek of
werkplaats hebben en daardoor steeds de
j beschikking hebben over volk.
Voorzitter. Men zou den bak 's morgens
al vast achter de deur kunnen zetten.
De heer Eibers gelooft niet dat de Voor
zitter het zal durven wagen, met dit voor
stel tot de dames 'te komen. Hij zou de ra
telman maar achterwege laten en de bak
ken 's morgens laten buiten zetten, in geen
geval daags te voren.
De Voorzitter zegt dat men tot dit arti
kel is gekomen, omdat men nu.vaak ziet ge
beuren, dat het vuil uit de bakken, door
jongens en honden op straat wordt gewoeld.
Eibers. Ik kan er wel over, dat de bakken
denzelfden dag moeten worden binnenge
haald. Dat is een kleinigheid en kan door
iedereen worden gedaan.
De heeren Smolders en Klijberg kunnen
zich met het voorstel van den heer Eibers
vereenigen, waarna besloten wordt dit ar
tikel te laten vervallen.
Art. 78, luidende
Na aanzegging of oproeping vanwege B.
en W„ en binnen den tijd, door hen bepaald,
is ieder hoofdbewoner van gebouwen of ge
bruiker van erven, of bij ontstentenis van
dezen, de eigenaar, vruchtgebruiker of be
heerder, verplicht, den weg, voor zoover
die met klinkers is belegd of tot trottoir of
voetpad is ingericht, ter strekkende lengte
zijner gebouwen of erven
a. bij vriezend weer en gladheid, voldoen
de met zand of steenkolengruis te bestrooi
en
b bij invallenden dooi, vorengenoemde
weggedeelten, alsmede de straatgoten, van
ijs en sneeuw te zuiveren.
Het is verboden, het ijs en de sneeuw op
of tusschen de spoorstaven der trambaan
te werpen.
De heer Roggeveen kan zich zich hierme
de niet direct vereenigen.
Bij vriezend weer zou hij het zandstrooien
niet aan de particulieren willen overlaten,
maar dit door de gemeente willen laten ver
richten, wijl er groote vlakten zijn, vooral
in de Mr. van Coothstraat, waar niemand
woont. Ook voor de reinheid zou het z.i. wel
iets voor hebben.
De heer Klijberg kan de meening van den
heer Roggeveen niet deelen, want sinds de
laatste jaren wordt bij vriezend weer en
gladheid der straten, trouw door de men
sclien zand voor hun huizen gegooid. Bo
vendien zou het z.i. voor de gemeente niet
om te doen zijn en het dikwijls avond zijnj
eer men overal was geweest, behalve nog
dat men op meerdere bezwaren zou stuiten.
De heer Roggeveen wijst er op, dat het
in de Mr. van. Coothstraat dikwijls zeer ge
vaarlijk is geweest om te loopen. Als er op
eenige plaatsen een bak met zand te voren
wordt geplaatst, is heï voor een man ge
makkelijk om spoedig de trottoirs met zand
te bestrooien.
Klijberg. Dat zal op velerlei bezwaren
stuiten en voor de particulieren is het een
kleinigheid om even zand voor hun woning
te strooien.
Wordt besloten deze alinea ongewijzigd
te laten.
Artikel 80, luidende:
Mestvaalten mogen zich in de kom der gemeente
niet op korter afstand dan 10 meter van de eigen
en 20 meter van eene belendende woning of een
weg bevinden.
Buiten de kom der gemeente moeten deze af
standen respectievelijk 10, 20 en 4 meter bedragen.
Zij moeten zoodanig worden aangelegd, dat
daarin geen regenwater, niet ter plaatse gevallen,
kan afvloeien, en dat de meststoffen door een
afsluiting, reikende minstens tot de halve hoogte
der mestvaalt, zijn omgeven.
Van het voorschrift, in het eerste lid bedoeld,
kan door Burgemeester en Wethouders onder
nader door hen te stellen voorwaarden ontheffing
worden verleend.
De heer van der Geld vraagt of dit alles wel
uitvoerbaar is. Hij kan wel 7 of 8 landbouwers
uit de straat noemen die hun bedrijf dan onder
de grootste moeilijkheden maar meer zouden kun
nen voortzetten en lederen morgen hun stalmest
zouden moeten wegrijden.
Voorzitter. De bedoeling van dit artikel is niet
om het den landbouwers lastig te maken maar om,
in verband met de ontwikkeling van de gemeente
voorschriften te hebben opdat in gevallen van
overlast opgetreden kan worden. In hoofdzaak
echter zijn deze bepalingen er om in acht geno
men te worden als een nieuwe boerderij wordt
opgericht.
De heer van der Geld zegt zich dan met het
artikel te kunnen vereenigen.
Bij art. 83, luidende;
Het is verboden, privaat- of gierputten te rui
men of de daaruit komende stoffen te vervoeren
tusschen G uur voormiddag en 11 uur des namid.
dags. Voor het vervoer dezer stoffen per yaar-
tuig in de haven geldt dit voorschrift niet.
Het is verboden, het vervoer te doen plaats heb
ben anders dan in afgesloten waterdichte tonnen,
kisten of voer- of vaartuigen, zoodanig ingericht,
dat daaruit geen vocht kan druipen.
De heer van Driel zegt dat men het ruimen van
privaatputten niet al te veel moet gaan bemoei
lijken wijl het anders kan gebeuren dat men voor
groote moeilijkheden komt de staan.
De boeren krijgen hoe langer hoe minder, door
de bestaande kunstmeststoffen, behoeften aan
gier en willen er daarom ook niet veel moeite
meer voor doen om in het bezit daarvan te
komen. Gaat men het hen wat lastig maken, dan
zou het kunnen gebeuren dat ze de gier niet meer
willen halen en dan zal de gemeente er voor kun
nen gaan zorgen wat groote kosten met zich zal
brengen. Hij stelt daarom voor dat de boeren de
gier mogen halen van 1 Nov. tot 1 April na 10
uur 's avonds en voor 7 uur des morgens.
De heer Eibers wil dit voorstel wel ondersteu
nen indien de heer Van Driel zijn voorstel kan
wijzigen en het op 11 uur stelt.
De heer Van Driel heeft daartegen geen bezwaar,
waarna het voorstel met algemeene stemmen
wordt aangenomen.
Art. 114, luidende: