DE ECHO VM HET ZUIDEN
jonge vrouw.
FEUILLETON
GEMEENTERAAD.
Na het rooken
WYBERT
No. 03 Zaterdag 22 November 1924
TWEEDE BLAD.
QEERTRUIDENBERO.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Dinsdag 18 Nov.
1924 des v.m. ten half tien uur.
Voorzitter edelachtb. heer J. Bianchi.
Ongeveer kwart voor tien opent de
Voorzitter de vergadering afwezig met
kennisgeving de heer Smolders.
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen.
Segeren. In de vorige vergadering
heeft een stemming plaats gehad voor
schatters. Daar heeft tweemaal een
vrije stemming voor plaats gehad,
maar de wet zegt dat daar driemaal
een vrije stemming voor moet ge
schieden.
Voorzitter. Waar staat dat.
Segeren. Hier.
De Voorzitter leest voor wat hier
omtrent in het reglement van orde
S(aat
De heer Segeren loopt naar den
Voorzitter om in het reglement te
kHnnen kijken
Voorzitter. Wil u alsjeblieft op uw
plaats blijven zitten. U vertrouwt toch
zeker wel hetgeen ik voorlees.
Segeren. Ik wil het alleen maar
zien. Maar ik kom er niet op terug,
hoor. Zand er maar over. 't is voorbij
Door den Secretaris is nog voor
gelezen dat de heer Sassen met 4
stemmen is gekozen Dat is ook niet
waar. Die is met 3 stemmen gekozen
Voorzitter. Ik heb niebgehoord dat
hij 4 heeft gelezen, in de notulen
staat toch van 3
Segeren. Ik ben niet tegen de heer
Sassen, dat moet men niet gaan
denken, maar ik ben voor het recht.
Recht moet er in alles zijn.
Timmermans. Het is volkomen cor
rect omschreven.
Segeren. Ja, zeker volgens uw oor
deel. Maar de gemeentewet zegt dat
er driemaal een vrije stemming moet
plaats hebben.
Voorzitter. U zult mij ten zeerste
verplichten als u mij dat artikel eens
aanwijst.
Segeren. De Secretaris leest voor 4.
Men kan wel naar Den Bosch schrijven
wat men wil, maar daar ga ik niet
mee accoord.
Met het college van zetters was het
't zelfde. De discussie was toen op
een lage wijze gegaan en toen heeft
U, mijnheer de Voorzitter, tegenover
mijnheer Jansen nog Uw excuus ge
maakt. Dat had U nooit moeten doen,
tegenover geen enkel raadslid.
Jansen. Ik heb ook 4 hooren lezen,
maar ik kan niet zeggen waarbij dat
te pas kwam.
Voorzitter. Als de heer Segeren ver
dachtmakingen wil lanceeren, dan moet
hij die ook motiveeren maar er zich
niet met hooge woorden, als zand er
maar over enz. van af maken. Als U
een man is, dan moet u nu eensaan-
toonen waar dat in de Gemeentewet
staat. In een volgende vergadering zal
ik dan mededeelen of U daarin ge
slaagd is.
Segeren. Waarom moet de secreta
ris 4 lezen.
Jansen. Hebben de andere heeren
dan zitten slapen, hebben die nu niets
gehoord.
Voorzitter Laat de Secretaris zich
nu eens vergist hebben, in de notulen
staat het toch goed. Ais men zooveel
bladzijden moet voorlezen, dan kan
men zich al eens gemakkelijk ver
gissen.
Jansen. Ik maak er den secretaris
geen verwijt van. Ik heb ook wel eens
een fout gemaakt.
Segeren. De Secretaris moet het niet
verdraaien. Je moet lezen wat er staat,
begrijp je dat Secretaris.
Voorzitter. Het is heel goed hoor
de Secretaris begrijpt het.
1. Vaststelling Gemeente Begrooting
dienst 1925 met daarbij behoorende
bedrijfsbegrootingen.
Jansen. Daar staat op mijn convo
catie-biljet voorloopige vaststelling. Is
dat een fout.
Voorzitter. Ja.
De heer Timmermans brengt namens
de Commissie van onderzoek rapport
uit.
Op de eerste plaats wenscht de com
missie hare meening waer te geven
over het Gem Electr. bedrijf.
Tot haar genoegen kan ze consta-
teeren dat dit bedrijf in een gezonden
toestand verkeert. De ontvangsten
worden geraamd op i 24585, de uit
gaven op f 23585, zoodat hierin zit
opgesloten eene voorgestelde winst
van f 1000 De resultaten zijn van
dien aard dat vanaf 1 Januari de prij
zen van stroom voor licht 5 ct. per
K.W.U verlaagd kunnen worden en al-
zoo gebracht op 40 ct terwijl de prij
zen voor kracht gehandhaafd blijven
op 20 en 15 cent
De Commissie verklaart gaarne dat
de administratie zoowel als de tech
nische leiding prachtig in orde zijn,
dat ze als het ware met elkander wed
ijveren om het bedrijf zoo rendabel
mogelijk te maken.
De dubbele boekhouding bij het
Grondbedrijf ingevoerd, maakt het mo
gelijk een duidelijk overzicht van het
bedrijf te krijgen.
De begrooting geeft aan ontvangsten
aan een bedrag van f 2825, aan uit
gaven f 10125 alzoo een nadeelig slot
gevende van f 7300.
De geraamde grondverkoop over 1925
bedraagt f 6000, terwijl voor verbetering
van gronden een post is uitgetrokken
van f 740.
Uit de begrooting blijkt dat geen
gelden meer beschikbaar worden ge
steld voor werken die voorheen het
grondbedrijf drukten en feitelijk bij den
gewonen dienst behoorden.
Het geraamde tekort wenscht men
niet meer af te boeken als verlies
(voorheen werd het verlies van het
grondbedrijf bijgepast uit de gewone
middelen), maar de terreinen naar
hunne boekwaarden volgens aard,
ligging en geschiktheid te verhoogen.
Billijk is dit omdat anders het schijn
baar verlies gedekt zou moeten worden
uit de belastingpenningen, dus thans
betaald worden, terwijl van werkelijk
verlies eerst dan sprake zou kunnen
zijn wanneer de gronden bij eventueelen
verkoop minder opbrachten dan de
geschatte waarde. Met dit systeem
wordt bereikt
le. De schijnbare verliezen komen
momenteel niet ten laste der gemeen-
schap
2e. De gronden komen op de waarde
die zij volgens kostprijs vertegenwoor
digen.
De boekwaarde bedraagt thans
f 16.000 minder dan de geschatte, zoo
dat dit systeem eenigen tijd kan ge
volgd worden.
De commissie kan hare goedkeuring
hechten aan deze wijze van werken,
doch wenscht hier den nadruk op te
leggen, dat nimmer bij eventueelen
verkoop de -geschatte waarde een be
letsel mag zijn om een koop niet tot
stand te brengen.
Verder zegt het rapport dat bij het
nazien der ambtenaarssalarissen door
de commissie de opmerking is gemaakt
dat 't wenschelijk was, dat de 2e ambte
naar van den Burg. Stand (thans wet
houder Smolders) iemand was die
steeds op het Raadhuis aanwezig was
De Secretaris is thans als le ambtenaar
steeds verplicht aanwezig te zijn.
In hoofdstuk III wordt de post politie
met f 200 verhoogd. Deze post is op
de begrooting gebracht als bezoldiging
voor den nachtwaker Goossens bij
meerderen dienst.
Thans is het zoo, dat de gemeente
veldwachter geen enkele Zondag vrij
heeft en de noodzakelijkheid gebleken
is dat hij zoo nu en dan vervangen
moet worden en op sommige tijden
geassisteerd.
Verder is gebleken dat de post
onderhoud brandbluschmiddelen van
f50 gebracht is op f575.
De gemeente zal voortaan wat blus
schingsmateriaal betreft in verband met
den aanleg der waterleiding in de
noodzakelijkheid verkeeren het een en
ander aan te schaffen en weleen
slangenwagen, twee standpijpen en
twee straalpijpen.
In verband met de opleiding tot
politieman stelt de begrooting voor
een bedrag van f5 te geven als sub
sidie voor de politieschool.
De commissie kan zich daarmede
vereenigen alhoewel zij tot haar spijt
moet constateeren. dat de Commissaris
der Koningin in deze provincie van
zijn macht gebruik maakt om in een
afzonderlijk aan de gemeente gericht
schrijven deze school aan te bevelen.
De commissie is van meening, dat
de Commissaris zich van eene aan
beveling in dergelijke gevallen heeft
te onthouden.
In hoofdstuk 5 zijn de opbrengsten
der kermis- en marktgelden terugge
bracht van f 2000 tot f 1000. Het steeds
minder worden der kermis wettigt
dezen maatregel
De reparatie van straten en pleinen,
benevens onderhoud der gebouwen,
zijn resp. gebracht van f 1000 op f 2200
en van f150 op f 485.
In hoofdstuk 8 ziet de commissie,
dat de nieuwe schoolgeldheffing be
langrijke bedragen voor de belasting
betalers vordert, f 850 per kwartaal
wordt minder opgebracht.
De verlaging der schoolgelden bleek
noodzakelijk omreden de vroegere
schoolgeldregeling te dezer plaatse
abnormaal hoog was.
De hooge opbrengst kwam de ge
meentekas ten goede en ontlastte de
belastingbetalers in het algemeen, maar
drukte juist daardoor op eene onbillijke
wijze op een gedeelte der inwoners
Dat de belasting verhoogd moet
worden is mede een gevolg van de
verlaging dezer schoolgelden.
Voorgesteld wordt aan de teeken-
school de gevraagde subsidie te ver-
leenen, aan handelsonderwijs f407.18
en f 125 aan de zwemclub op dezelfde
voorwaarden als een vorig jaar.
Werkloozensteun is van f 2500 op
f 1500 teruggebracht.
De begrooting in zijn geheel geeft
aan ontvangsten en uitgaven ëen bedrag
van f 112,040.25.
De commissie is van oordeel, dat
het bedrag, benoodigd voor ambtenaars
salarissen, het gemeentelijk budget vrij
zwaar drukt. Weliswaar zijn de salaris
sen hoofdelijk niet te hoog te noemen,
doch het komt de commissie voor, dat
bij een eventueele vacature niet direct
overgegaan moet worden tot aanvulling
daarvan, doch het dan in overweging
gegeven kan worden de kantooruren
met minstens een uur per dag te ver
lengen.
Uit deze begrooting blijkt dat, niet
tegenstaande alles zoo zuinig mogelijk
is opgezet, de belasting zal verhoogd
moeten worden en wel behalve de
gewone 100 opcenten op de Rijks
inkomstenbelasting, met 2 pCt. op het
belastbaar inkomen.
Dit bedrag zal dan nog maaralleen
voldoende zijn voor het gewone ge
meentelijk huishouden. De finantieele
toestand der gemeente is allesbehalve
rooskleurig.
Indien zij overgaat tot het laten ver
richten van werken als aanleg van
rioleering, herbestrating van verschil
lende gedeelten der gemeente, feitelijk
noodig voor het geheel, dan is daarvan
het noodzakelijk gevolg nieuwe ver
hooging der belastingen, zooals riool
belasting, belasting op het venten door
kooplieden van buiten de gemeente,
belasting op de publieke vermakelijk
heden, mits bestaande gezelschappen
daardoor niet gedupeerd worden.
De Voorzitter wenscht eerst een
woord van dank te brengen aan de
commissie voor de wijze waarop zij
zich van haar taak heeft gekweten. Dan
wil hij de commissie op enkele door
haar naar voren gebrachte zaken ant
woorden.
Wat betreft de kwestie van 2e amb
tenaar van den Burg. Stand, de; situatie
is zoo: als de Secretaris afwezig is,
dan moet de heer Smolders invallen
en is ook die niet aanwezig, datynoet
spr. zulks als derde ambtenaar doen.
De heer Smolders is echter al jaren
ambtenaar geweest. Mogelijk dat hij
nu zelf om ontslag daarvan zal vragen,
althans de mogelijkheid bestaat, dat
hij misschien rekening wil houden met
den hier uitgesproken wensch.
Wat betreft het personeel van de
secretarie, kan hij zeggen, dat men
hier in de gunstige omstandigheid ver
keert dat men twee volontairs heeft
die al heel wat werk uit de handen
nemen. Deze volontairs krijgen jaarlijks
een kleine gratificatie. Waren deze
volontairs hier niet, dan zou het zeer
te betwijfelen zijn of men het werk
af zou kunnen. Nog 'onlangs, bij de
ziekte van den Ontvanger, kon men het
werk niet bijhouden. Zooals het nu is
gaat het goed maar zoodra er een weg
is, komt er al stagnatie in de werk
zaamheden. Toen de volontairs onder
de wapenen waren, kon het werk ook
al niet worden bijgehouden. De laatste
jaren is het aantal in en uitgaande
brieven meer dan verdubbeld. Neemt
alleen het werk maar eens verbonden
aan het maken van de notulen van
voorheen en thans. Zoowel door den
Secretaris als door den ontvanger wordt
dikwijls werk mee naar huis genomen
omdat ze bij drukke loketdienst bijna
niets kunnen doen.
Sommige staren op de korte werk
uren van de ambtenaren maar vergeten
dan dat deze 's avonds alle mogelijke
wetten en wetswijzigingen moeten
bijhouden. Dat vraagt veel vrijen tijd.
Door Burg. en Weth. zal overwogen
worden wat voor nieuwe belasting het
best kan worden ingevoerd. Mogelijk
dat naast het haven- en kaaigeld nog
andere bronnen van inkomsten kunnen
worden gevonden.
Segeren. Van hetgeen door den heer
Timmermans is voorgelezen heb ik niet
veel kunnen volgen. Gewenscht was
het dat zoo'n rapport ook bij de be
grooting ter inzage had gelegen, dan
hadden de leden dat eens gemakkelijk
op hun gemak kunnen inzien. Veel
zaken komen in het rapport voor waar
ik nu geen erg in heb gehad vooral
nu op de agenda staat voorloopige
vaststelling van de begrooting.
Er wordt nu wel gesproken van
een vergissing enz. enz., maar ik zou
toch gaarne zien dat we allen zoo'n
rapport eerst eens kregen in te zien.
Degenen die buiten de commissie
worden gehouden weten van niets,
worden in alles blind gehouden. Ik
heb er nog op gewezen of ge de
leden voor de commissie maar niet
bij acclamatie zou benoemen Wie
kan nou zoo'n rapport volgen, vooral
als op de agenda staat vermeld. Voor
loopige vaststelling van de begrooting.
Ik verlang dan ook voortaan dege
lijke oproepingen en geen prullen
zooals deze,
Voorzitter. U noemt dat nu een
prul-agenda, dat is aan u. Gisteren
heb ik u er echter al op gewezen en
had u dus nog voldoende voorlichting
kunnen krijgen.
Segeren. Nu heb ik maar een dag
tijd gehad om de stukken te komen
inzien en iemand kan wel eens andere
zaken hebben te doen dan juist de
stukken te komen inzien.
Vergis ik me niet, dan willen de
leden enkele subsjdies verhoogen,
maar had ze maar verlaagd inplaats
van verhoogd.
I Voorzitter. In een vorige vergadering
heb ik toch al gezegd dat de begroo
ting 14 dagen voor de leden ter visie
zou liggen. Men heeft dus voldoende
tijd gehad om dat te doen,
Segeren. Wij hebben nu een halve
dag tijd gehad.
Voorzitter. 14 dagen.
Segeren. Zaterdag was maar een
halve dag, Zondag van zelf niets en
gisteren was het Maandag, toen heb
ik een minuut of vijf in de papieren
kunnen snuffelen. Wij moeten een
betere agenda hebben en zeker ook
zoo'n afschrift van het rapport. Waarom
mogen wij dat niet eens zien.
Tak. De commissie heeft zeker vijf
4)
iiiiiiiiiuiuiiiiiiiiniuiiiHiiiiiuiuiuiiiiiiiiiiiïiTiTiiiiiüifiiTiiiiiun'iiiiiuritiuiiiniiuiuiiö
verdwijnt de on
aangename smaak
in den mond direct
door gebruik van
de verfrisschende
TABLETTEN
Groote doozen 65 Cts
iniinniimniHiiHiimiiiiiiiiiiiiiinimnuiimniiiiiiiiniiimiiiiiiinmiijiiimiHiiiniiuiii'
van „DE ECHO VAN EET ZUIDEN".
EERSTE DEEL.
En bfl deze woorden wrong de -ongeluk
kige haar lichaam in een verschrikkelijken
zenuwaanval.
Alexis liet haar den sterken geur van een
fleschje ether in ademen.
Dan ontspanden de zenuwen en de zenuw
aanval eindigde in een vloed van tranen en
hartverscheurend snikken.
De ongelukkige riep om hare moeder, die
haar tevergeefs zoeken moest.
Eindelijk viel zij voor de tweede maal in
een toestand van volkomen krachteloosheid.
Juist op dat oogenblïk hoorde men onder
aan den trap de vroolijke stem van Alain
Pédivic.
Monteray haastte zich hem tegemoet te
loopen, terwijl hij Barbara zeide
Blijf gij hier om de zieke te bewaken
en te verzorgen, en spTeek geen woord, ik
verzoek het u. Ik ga Alain tegemoet.
Ha, meester, sprak dé meesterknecht,
zoodra hij Monteray bemerkte, De zee schijnt
er niet kalmer op te worden. Gij zult zien dat
het einde van het onweer er nog niet is.
Terwijl Pédivic aldus sprak, was Alexis
in zijn kantoor gegaan, terwijl Alain Pédivic
zijn meester volgde, zeggende
Ha, ik zie het wel, gij zjjt nog zeer ver
moeid en ontsteld. Hebt gij soms in gevaar
verkeerd?
Ik heb een gevaarlijk bad genomen,
Alain en ben er bijna in gebleven, want het
water had mij reeds overweldigd.
Hemelsche goedheid. Welk een geluk,
dat gij ontsnapt zijt.
Dit zeggende sloeg Alexis de handen om
hoog en met die beweging ontviel aan een
zijner handen een voorwerp, dat op het vloer
tapijt terecht kwam.
't Is waar, ik dacht er niet meer aan,
sprak hij,, 't voorwerp oprapend. Zeker zijn er
ongelukkigen, die hier in de nabijheid-omge
komen zijn. Sinds de zee terugloopt, is het
strand met verschillende wrakken overdekt
en ik heb dit in het zand gevonden.
Alain Pédivic reikte aan Monteray een ju
weeldoosje van Russisch leder, en gansch
doorweekt, over.
Ik heb wel gepoogd het te openen, maar
het moet voorzeker een geheim slot hebben,
want ondanks al mijne moeite, heb ik er niet
in kunnen slagen het te openen.
Er moet daar nochtans iets kostbaars in
zitten, want
Al sprekende had Alain opeens Monteray
aangekeken en hij bleef steken te midden
zijner zinsnede, om uit te roepen
Wat scheelt u, meester? Wordt gij nu
onpasselijk?
De doodsche bleekheid, die reeds eenmaal
het gelaat van Alexis overtogen had, ver
toonde zich nogmaals op zijn gelaat, heviger
nog dan te voren.
In zijn geslóten handen hield hij het ju
weeldoosje en scheen er de oogen niet vanaf
te kunnen wenden.
Wat aldus de aandacht trok van Monteray
en hem die hevige ontroering veroorzaakte,
was een wapenschild, in mat goud op het
deksel van het doosje gedrukt.
Hij is het, mompelde hij dan, zoo stil
dat Alain Pédivic het niet kon hooren, hij is
het, dat is zeker. Het schrikkelijke voorge
voel dat ik had heeft mij niet bedrogen.
En de nieuwe ontroering die hem beving
bedwingende, deed Alexis zich geweld aan
om zijne koelbloedigheid terug te vinden.
Monteray duwde op een onzichtbaar gouden
knopje, op den zijkant van het doosje ver
borgen, en, bewogen door een springveer,
lichte het deksel zich plotseling op.
Alain liet een uitroep van bewondering
ontsnappen.
Het doosje bevatte een gouden drinknap,
waarop hetzelfde wapenschild gegrift was.
O, wat is dat schoon, wat is dat prach
tig. Dat moet veel geld waard zijn.
Ik zal uwe vondst voor hare waarde
betalen, sprak Alexislaat mij dit juweel.
O, meester, sprak Alain Pédivic zonder
aarzelen, gij moogt het gerust houden, als
u dat plezier doet.
Alain Pédivic richtte zich naar de deur
Waar gaat gij? vroeg Monteray hem
opeens.
Ik Weet er niets van, antwoordde luj,
want er is niets te doen 't is niet mogelijk
de pietmachines vandaag te laten werken,
want de werkhuizen staan onder water, 't Is
een verloren dag.
Wel, wacht een oogenblik op mij in de
keuken.
Pévidlc ging aanstonds heen en Monteray
liet zich in een leunstoel neerzakken, met
het doosje nog altijd in zijne hand.
Hij is het dus, mompelde hij tusschen zijn
gesloten tanden, hij, altijd hij. 'tls het
noodlot dat hem nogmaals op mijn weg
plaatst. Maar die vrouw. Van waar komt
zjj? Waarom heeft hij haar willen vermoor
den?
Hij zette het juweeldoosje op zijn lesse
naar borg zijn gelaat in zijn beide handen,
ten prooi aan bittere gedachten.
Wie weet? mompelde hij dan, of wij
niet binnen kort opnieuw tegenover elkaar
zullen staan.
Indien hij zich van deze ongelukkige jon
ge vrouw heeft willen afmaken, zal hij zich
willen verzekeren, dat zij dood is. En als
een hyena, die de lijken tracht te ontgraven,
zal h{j rond deze rotsen komen dwalen.
Maar dan zou die vrouw hier in gevaar
zijn. Dan zou zij wederom in zijne macht
vallen.
Neen, besloot hij, hardnekkig het hoofd
schuddend, neen, dat is niet mogelijk.
Bij de gedachte welk een lot die arme jonge
vrouw dan zou te wachten staan, voelde
hij zijn hart sidderen en hij besloot haar
desnoods tegen allen te verdedigen.
Na een laatsten blik geworpen te hebben
op het wapenschild dat hem zulke diepe
ontsteltenis veroorzaakt had, sloot hij het
doosje met de drinknap in een schuiflade
van zijn lessenaar weg.
Daarna ging hij weer naar de kamer waar
de onbekende rustte.
Barbara had haar niet verlaten.
Op het zien van Alexis bracht de Breton-
sche vrouw de hand aan het hoofd om aan
te duiden dat de Ongelukkige vrouw geheel
en al zinneloos was.
Soms bracht de onbekende de handen aan
haar voorhoofd om er op te duwen en aldus
de vlij mende pijn te verminderen welke zij
doorstond.
Zijne huishoudster bij zich roepénd, dicht
bij het venster, zeide Alexis haar
Wij zullen niemand ontbieden, beste
Barbara. Ik heb hier quinine, en van mor
gen af, indien de koorts haar nog kwelt,
zullen wij er onze zieke mee helpen. Maar
voor alles moeten wij zorgen dat niemand
te weten komt dat deze vrouw zich hier be
vindt. Want anders zou men trachten haar
voor de tweede maal, te dooden.
En in korte woorden vertelde Monteray
het schrikkelijk drama waarvan hij getuige
geweest waa.
Wij hebben haar aan een zekeren dood
ontrukt, aan een vreeselijken dood.
Het monster dat gepoogd heeft haar te
dooden, zal het middel vinden om haar dit
maal doodelijk te treffen.
Als het zoo is, dat ze maar komen, de
booswichten. En ze zullen eens zien hoe Bar
bara Quintrec hen zal onthalen.
Neen, beste Barbara. Geloof me, wij
zouden niet sterk genoeg zijn om tegen die
lieden te strijden. Zij zijn rijk en machtig.
En om hun doel te bereiken zouden zij voor
niets terugdeinzen.
Wel, meester, kent gij die booswichten
dan? vroeg de Bretonsche vrouw.
Ik ken er tenminste een van. Ik geloof
het vastik ben er zeker van.
Deze woorden sprak Alexis op stillen toon.
Wat moet er dan gedaan worden,
meester? Zeg het... en gij zult zien dat gij
zult gehoorzaamd worden.
Ik geloof dat niemand de tegenwoor
digheid van die vrouw onder ons dak ken
nen mag. Niemand, behalve Alain Pévidic,
wien ik nu even zal gaan vertellen.
Deze keek verbaasd op, toen hij vernam
dat zjjn meester eene schipbreukelinge gered
had, zonder dat hij er iets van wist.
De koorts waaraan het arme schepsel ten
prooi was, hield den ganschen nacht aan,
maar den volgenden dag verwekte de qui-
i
nine, die men de zieke toediende, eene aan
merkelijke beterschap. Kalmte volgde op de
koortsige beroering en op de zenuwaanval
len.
De geesteshelderheid keerde echter niet
weer.
De onbekende nam eenig voedsel en met
een bewonderingswaardige snelheid keerden
hare krachten terug en met hen' de gezond
heid, eene bloeiende gezondheid, die de on
bekende nog schooner maakte.
Met zachtzinnigheid gehoorzaamde zij Bar
bara, als een onderdanig kind, dat echter
bijna volkomen sprakeloos bleef.
Wanneer Barbara of Alexis haar iets
vroegen werd haar gelaat door eene pijnlij
ke uitdrukking ontsteld.
Zij bracht dan hare beide handen aan het
hoofd en zeide met treurige stem:
Ik weet niets meer. Neen, ik weet niets
meer.
Op Kermor vermoedde men niets.
Eene zaak nochthans had de nieuwsgie
righeid der vrouwen opgewekt.
Gedurende twee dagen hadden de machi
nes niet gewerkt en al de mannen werden
gebruikt om het lusthuis met planken te
omgeven.
Naar het scheen wilde Monteray binnen
die omheining een hof aanleggen. Dat was
een zonderlinge gedachte, aangezien de zo
mer reeds drie kwart voorbij was.
Binnen vier dagen tijd was de omheining
gereed en in een hoek, had men met planken
omgeven, een prieel opgericht, waaronder
men zich tegen de zonnestralen kon beschut
ten.
Het leven te Kermor had hierna zijn ouden
gang weer hernomen.
Onnoodig te zeggen dat Barbara zich ge
heel aan de zinneloozè hechtte.
Zij verzorgde en liefkoosde haar en wist
haar allerlei voorkomendheden te betoonen.
De onbekende liet zich leiden en verzette
zich nooit tegen haar wil. Maar zij stelde
hoegenaamd geen belang in alles wat zij zag,
hoorde of deed.
In de uren van kalmte bood Monteray
haar de hand.
Zij verliet dan met hem hare kamer, ging
in den hof, zette zich in het prieel en scheen
daar eene volkomen rust te genieten.
(Wordt vervolgd.)