J Toeeewiid aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Een wassend gevaar. iet martelaarschap eeoer joop vrouw. FEUILLETON WYBERT WWW' „NOO&D-B&ABAND* ■"EE,™.SSTm„n„ I NUMMER r 67 ZATERTAO 6 DECEMBER 1924 UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 88. W*r.-A4MECHO. DIT NUMMER BESTAAT TJIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. i. ffErlis een tijd geweest, dat de zoo verderfelijke ideeën van socialisme en communisme verre bleven van ons goed geloovige Zuiden. Helaas die tijden zijn voorbij, sinds ook Brabant en Limburg zijn roode centra kreeg, sinds ook hier een steeds activere propaganda wprdt gevoerd voor deze stelsels. Wil het Zuiden bestand zijn tegen die aanvallen uit het linksche kamp, dan is het zaak gewapend te zijn m-:t de noodige kennis om te kunnen in zien welke de noodlottige gevolgen zouden zijn van de doorwerking van deze verderfelijke stelsels ife Dan is het zaak dat niet alleen onze intelectueelen, maar dat ook de massa daarvan doordrongen wordt. Ja, de massa vooral want op de massa in de eerste plaats is de aan val gericht; wat niet uitsluit dat ook (en de omstandigheden zijn er gunstig voor) de ambtenaren, de middenstand, zelis ons boerenvolk bewerkt worden, vólóp bewerkt worden. Die zware taak, ons volle die nood zakelijke kennis bij te brengen, rust ook voor een groot gedeelte op onze rChristelijke pers, omdat juist zij ons .volk bereikt in de uren van rust, wan- neer het zich tot denken kan neder- «zetten. 'tls daarom dat wij deze artikelen reeks begonnen moge het, onder Gods zegen, niet geheel vruchteloos zijn Wat is communisme? In den ruimsten zin verstaat men onder communisme ieder stelsel, waar door gemeenschap van goederen zal worden ingevoerd, op welke wijze dan ook. Dit communisme valt echter uit een in verschillende richtingen, waar van we dan op de eerste plaats noemen het meest onzinnige, het negatieve of ontkennende communisme. Kort gezegd komt het hierop neer Er bestaat geen persoonlijken eigendom, zoodat niemand iets in eigendom be- zitten kan. noch huizen, noch landerijen, niets. Alles staat tot vrije beschikking van iedereen. Niemand is verplicht te werkentoch, zoo vertrouwt men, zal eenieder uit liefde voor de menschheid wel zeer ijverig zijn, om alles wat voor onze menschenmaatschappij noodig is, ook voort te brengen. Een dergelijk stelsel te gaan be strijden, zal wel overbodig zijn 't Ligt toch voor de hand dat niemand wer- cen zal. Zal een boer zijn land gaan be bouwen als hij vooruit weet, dat een ander het recht heeft gratis zijn ge wassen mee te nemen? Dit communisme, dat langen tijd een verig propagandist vond in Mozes Hesz zal op onze dagen wel geen aanhangers meer hebben. Een andere richting wordt vertegen woordigd door het positieve of stellige communisme. Het wil de gemeenschap tot eigenaar maken van alle of ten minste van de meeste goederen. De gemeenschap moet dan ook het beheer en de verdeeling van die goederen op zich nemen. in dit positieve communisme onder scheidt men weer twee richtingen een uiterst- en een gematigd-positief communisme. Het eerste hiervan, dat door oudere communisten als het ideaal werd be schouwd, heeft ook thans zoo goed als geen aanhangers meer. Zij stelden zich op het standpunt dat alle goederen, zonder uitzondering, aan de gemeen schap zouden komen en dat dan zoo wel de productie als het gebruik van alle goederen gemeenschappelijk zou zijn. Zoowel maaltijden als slaapzalen enz. moesten gemeenschappelijk zijn. Hel tweede, het gematigde, gaat niet zoover. Het wil enkel alle goederen welke niet rechtstreeks voor het gebruik bestemd zijn, de z g productiemiddelen als grond, grondstoffen, fabrieken, machines en verkeersmiddelen aan de gemeenschap overdragen Juist deze richting telt hare millioenen aanhangers, die zich splitsen laten in de volgende twee groote groepen iet anarchisme en het socialisme. Volgens het anarchisme moeten er zelfstandige arbeidersgroepen zijn. Deze groepen moeten zijn de bezitters der productiemiddelen. Eenieder krijgt in zoo'n groep de volle opbrengst van zijn arbeid. Tusschen deze groepen moet verband bestaan, doch enkel bondsverband, meer niet. De werking van den Staat wordt uitgeschakeld, al haar bemoeiingen moeten worden gestaakt. Er moet vrijheid en gelijkheid zijn in alles en ten volle. Dus geen bestuur, geen wetgeving, geen politie, geen recht banken. Ze zullen niet meer noodig zijn, vertrouwen ze, want als eenmaal de klassenstrijd zal zijn uitgestreden als eenmaal een einde is gekomen aan alle machtsverhoudingen, dan zal de meftschheid daardoor een zoodanige trap van ontwikkeling hebben bereikt dat het gevoel van eensgezindheid zoo levendig is dat dit gevoel alleen den mensch bewaren zal voor elke, zelfs geringste verstoring der orde. in plaats van het dwingende Staats gezag wordt gesteld het vrije contract Daar volgens hen onze tegenwoor dige inrichting der maatschappij geheel is opgebouwd op een systeem van macht en uitzuigerij, zoodat er aan de arbeidtnde klasse toch geen tegemoet comingen worden gedaan en de sociaal- politieke wetgeving er enkel is om de arbeiders rustig te houden, wilden 8) EERSTE deel. oorspronkelijk geen van hen aan het parlement deelnemen. Later hebben velen van de nood een deugd weten te maken en zijn ze om practische redenen daarvan teruggekomen. Die „oorspronkelijken" wilden enkel werken met geweldige middelen, zagen liever de omwenteling plaats hebben tusschen barstende dynamietbommen. De eigenlijke grondlegger van dit stelsel was de in 1876 overleden Rus Bakounin. Heel wetenschappelijk is deze theorie echter niet opgezet. Ook op eenheid van richting kunnen zij zich niet beroemen, want de ver schillende meeningen van toch vooraan staande partijmannen loopen vaak zeer uiteen. Ja, hel meerendeel van onze volks-communisten heelt zelfs geen ander ideaal dan onze tegenwoordige maatschappij omver te timmeren en uit te roeien, om dan hun communis tische „hemel op aarde" binnen te gaan Hoe er die zal uitzien? Hierop blijven zij 't antwoord schuldig. A. v. D. PLUIJM. ilw gei©iidli@id WAALWIJK/"^ DOOR ERVARING STERK- BINNENLAND. Een belastingraming van 105 millioen. De Minister van Financiën zegt o m. in een nota naar aanleiding van het verslag inzake de wet op de midde len. Gelijk reeds de in Memorie van Toe lichting der wet is medegedeeld, steunt de raming van de bruto-opbrengst der inkomstenbelasting over de belasting jaren 1924/ 5 en 1925/-6 ad gemid deld f105 000 000 hoofdzakelijk op de overweging, dat tijdens het opmaken der begrooting de bruto-opbrengst vol gens de kohieren 1923/24 t 106 073 175 bedroeg en dus een voldoende veilig heidsmarge overliet, indien daarbij in aanmerking wordt genomen dat op dal tijdstip nog niet alle kohieren voot dat belastingjaar waren vastgesteld. De sedertdien vastgestelde kohieren hebben deze marge tot ruim 4 millioen verhoogd. In die omstandigheden blijft de Mi nister, ook al blijft de inkomstenbe- lasting nog eenigermate terugloopen, een raming van 105 millioen wel ver antwoord achten. Ter toelichting van een bijbehoorende nota van wijzigingen, merkt de Minister op. dat de raming van het winstsaldo van het postbedrijf onveranderd is gelaten omdat de aan die winst ten goede komende besparing op de be zoldiging grootendeels wordt te niet gedaan door de aan gehuwden en kostwinners over 1925, ingevolge het nieuwe bezoldigingsbesluit toe te kennen toelagen. Blijkens de zoo juist verschenen maandstatistiek van den in uit en doorvoer over October 1.1. uitgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek, was de waarde van den Nederlandschen invoer in October j.l. pi m, 218 millioen. die van den uitvoer f 173 millioen en die van het invoer saldo f44 5 millioen. Voor de eerste 10 maanden van 1924 waren deze cijfers voor den invoer f 1926 millioen, voor den uitvoer f 1365 en voor het invoersaldo f561 millioen. De waarde van den invoer, zoowel als die van den uitvoer waren in Oct, j.l. grooter dan in eenige maand van de jaren 1921 1924. De waarde van den uitvoer in de eerste 10 maanden van 1924 is reeds f 62 millioen grooter dan die in het geheele jaar 1923 1 144 millioen meer dan in het geheele jaar 1922. In de eerste 10 maanden van 1923 werd de waarde van den invoer voor 63 pCt. gedekt door die van den uitvoer en in Januari-October 1924 voor ruim 70 pet.in de maanden September en October 1924 te zamen was de waarde van den uitvoer zelfs 82 pet. van die van den invoer in deze twee maanden. De handelsbalans over de eerste 10 maanden van dit jaar is dan ook veel gunstiger dan die in de vorige 5 jaren en blijft zich tot nu toe in den laatsten tijd bijna elke maand in steeds gun stiger richting ontwikkelen. In elk geval zal de waarde van den Nederlandsehen export in 1924 veel hooger zijn dan in een der vorige :'J$Ï I 4fe JAARGANG Waahvpsclie Langslraatsclie Courant T>rtljs d«r Ad verten tién Dit blad veriichflnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs P®r 8 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, In*eaonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. PrtJe der Advertentlfta 20 cent per regel; minimum 1.00 Reclame» 40 cent per regel. BJJ contract flink rabat Advertentiên moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk uur ln ona bedt «tjn. van „DE ECHO VAN EET ZEIDEN". MAATSCHAPPIJ VAM VERZEKERING OP HET LEVEH ruiiiiimiiiiiiiiiiiliiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiit'iibiiitiiiii^iiriniMiiiiiiTiiiniii miuuinM»»»" kunt U tegen de gevaren I van verkoudheid het beste beschutten met de aesin- fecteerend en oplossend I werkende TABLÉTTEN Groote doozen 65 Cts nmuiiiiniiiniiinnHniHiHimnHHnmnniiHHUHHHUHinmmimn1 ihiuiiihiiihiuhih jaren. De erkentelijkheid, be*\® 1lende specie op geen enkele bank tegen klK S'"— Twijfelt ge aan mijn woord? twijfel Geloof dat niet, beste graaf, ik t. V 61 Wladimir Paloutine aarzelde. Hij wilde zich niet in de macht van den anderen leve ren, op gevaar af zijne elschen te moeten Welaan, baron, zeide Wladimir, maak mli uwe voorwaarden bekend. Gij hebt zelf gezegd, graaf, hernam Cazérès op kalmen toon, dat ik niets meer bezit. En indien een goed vriend, geltm mij de hand niet reikt, en mij niet helpt om te ontkomen aan het gevaar dat mij be dreigt dan moet ik reddeloos neerstorten in den afgrond der ellende, die zich voor mijne voeten geopend heeft. Zonder te spreken haalde Wladimir Pa loutine langzaam uit een binnenzak van zijn vest een tasch, die gemerkt was met zijne ItTmmr.^rs en met eene gravenkroon, nam telHtr telde tot vijf, terwijl André Cazérès, belang in Btelde, met een ztjdeiingscnen blik al zijne bewegingen volgde. Ziehier, sprak Wladimir, vijf br e j van duizend frank, ls dat voldoende? Voor het oogenblik, antwoordde An dré Cazérès aanstonds; dat is tenminste nogal een schoon voorschot. Wladimir Paloutine kon zich niet beletten verbaasd op te kijken; een voorschot. Waar op hoopte hij dan wel. En na die kostbare briefjes ln zijne sid derende handen genomen te hebben, besloot de baron te spreken. Gij hebt zeer goed gedaan, u tot mij te richten, zeide hij, daar ik voorzeker de eenigste persoon van Parijs ben, die in staat is u juiste inlichtingen te geven over dat jong meisje, waarop gij, verliefd zijt. Het bewijs daarvan is dat Ik alleeh ter wereld u toegang tot hare woning geven kan. En, luister, Ik zal U onmiddelijk toö- nen, hoe en waarom ik dat kan, n.i. omdat zij niet mevrouw Vermont, maar baronnes Andréa Cazérès heet. Wladimir Paloutine stond waarlijk geheel verbluft. Uwe vrouw, riep hij, gij verzekert mij dat mevr. Vermont uwe vrouw is? Dan is mejuffrouw Renée uwe dochter? Neen, beste baron, ik ben zoo gelukkig niet mij haar vader te mogen noemen. En de baron legde aan zijn vriend uit, hoe hij mevr. de Ligneulles, geboren Vermont, in een tweede huwelijk, tot vrouw genomen had. Wladimir Paloutine was overtuigd en de ongelukkige Renée zou de inzet worden van de partij welke die twee eerlooze mannen gingen spelen. Des anderen daags, 's morgens reeds zeer vroeg, had Cazérès zich van het hoofd tot de voeten in een nieuw pak gestoken en be gaf hi) zich daarna' naar de Batignollen, waar hij helde. 'tWas Renée, in den bloei harer verruk kelijke schoonheid, die voor hem kwam open doen en gansch onthutst en verschrikt bij het zien van den onverwaeliten bezoeker, op den drempel bleef staan. Gij, gij, mompelde zij met eene bevende stem, terwijl zij doodsbleek werd, welk on geluk brengt gij ons weer aan? Gij hier. Durft gij nog in deze woning komen? Komt gij soms om mijn» arme moeder te dooden? Onder den scherpen en onverbiddelijken blik van het jonge meisje voelde Andréa Cazérès, ondanks al zijne brutale hard vochtigheid, zich niet op zijn gemak. Een bitsig antwoord lag hem op de lippen, maar hij vond het beter zich ootmoedig te toonen, droevig en bedaard als een berouw hebbend zondaar. Renée, zeide hij met ontstelde stem, gij zijt hardvochtig voor mij, en nochtans, hoewel ik indertijd uwe moeder verdriet te komen om u vergiffenis af te smeeken. Dit tooneel moest natuurlijk eindigen met een toegeven dier twee ongelukkige en zwak ke vrouwen. Baron André pleitte zoo goed zijne zaak dat het haar niet mogelijk was langer te weerstaan. Hij vroeg alleen aan haar, die hij zoo diep ongelukkig gemaakt had, nu en dan te aangedaan heb, zult gij toch wel willen be- mogen komen bezoeken en haar te bewijzen kennen, dat ik nooit jegens u boosaardig of hoezeer hij zijn schuldig Verleden betreurde, kwaadwillig geweest ben. I En waarlijk, gedurende verscheidene we- Dat was inderdaad zoo; sinds lang reeds hen toonde hij zich goed, vriendelijk en voor had die ellendeling, bedorven tot in het komend. merg zijner beenderen, Renée met geen en- op den dag bleef hij lange uren thuis, om kei streng of bitsig woord toegesproken. De daardoor te bewijzen, dat hij een goed echt- bevalligheid van het meisje had hem altijd genoot zijn wilde, die nog alleen zijn plezier ontwapend. vond in het stille familieleven. En indien lk mij niet persoonlijk over Maar in werkelijkheid bevond hij zich in u te beklagen heb, wedervoer Renée, ben ik toch getuige geweest van al de tranen welke gij mijne arme moeder hebt doen storten. En, ik zweer het u, in mijne tegenwoordig heid zult gil haar niet meer kwellen. Zonder een woord te spreken aanschouw de Andréa Cazérès zijne stiefdochter. Wat is dat meisje schoon. Lief kind, antwoordde Andréa elnde- dagelflksche betrekkingen met de twee arme vrouwen, om te hooren en te zien wat er gebeurde om daarnaar zijne geheime plan nen te smeden. In den toestand waarin mevr. Cazérès zich bevond, zag zfl zich verplicht aan de toekomst van hare dochter te denken. Renée bezat een wonderschoone stem en de moeder had besloten dat zij deze bijzon- lijk met vastberadenheid, doch zacht, ik(jere begaafdheid benutten moest om haar zal niet vertrekken, zooals gij verlangt, vooraleer met uwe moeder, gesproken te hebben. Renée schudde hardnekkig het hoofd en verleende hem geen doorgang. Gij vergeet, dierbaar kind, dat ik het recht heb hier terug te komen en als mees ter te gebieden. Welnu, ik gebied niet, maar verzoek u mij toe te laten bij uwe moeder. Het zal u echter niet berouwen. Gij zijt goed Renée, waarom wilt ge niet dat lk terug keer tot het goede, hoe laat het ook zijn moge? Waarom wilt gij niet dat lk mijn groot ongelijk van eertijds bokenne en tracht het zooveel mogelijk te herstellen? Andréa Cazérès had met opzet op luiden toon gesproken, zoodat zijne woorden tot Renée's moeder doordringen moesten. Spoedig werd dan ook de deur met een spleet geopend en het gelaat van Mevrouw Cazérès verscheen, bleek en ontsteld. Gabrielle, riep de baron op een zacht- zlnnigen toon, uwe dochter belet mij tot u weg door de wereld te maken. Renée bereidde zich dus tot het schouw burgleven voor en werkte hardnekkig. lederen morgen kreeg zij privaatlessen van een professor, een vroegeren vriend van mevr. de Ligneulles, die zijn diensten aan geboden had om hare dochter op te leiden. Nog eenigen tijd van studie en Renée zou mogen optreden in de best bekende schouw burg en was verzekerd een grooten bijval te genieten. Baron Cazérès stond vroeg op, om Renée af te halen en haar naar den professor te brengen Beste graaf, zeide hem op zekeren avond in den Kring, toen Wladimir hem aan maande eindelijk zijne beloften te houden, mijn plan ls gelukt. Houd u gereed, morgen zal ik u voorstellen. Waar zal de voorstelling plaats hebben? Op den dag zult gij door eenige woor den daarvan verwittigd worden. Het seizoen is schoon en het lenteweer is zeer zacht en warm. Als gij wilt, zullen wij elkaar in eene restauratie op het Champs Elysée ontmoe ten. Dat zal zeer eenvoudig, natuurlijk en gemakkelijk zijn. Tot nu toe had Andréa Cazérès zich op bewonderenswaardige wijze uit den slag ge trokken, maar nu moest de beslissende slag vallen en de ellendeling wist niet zeker of hij er in gelukken zou. Hfl stelde de dames voor een uitmunten den zanger te gaan hooren ln een der con certzalen van de Champs Elysées. Renée nam met kinderlijke vreugde het voorstel aan en dan was de toestemming ook verzekerd van de moeder, die zich wel zou gewacht hebben dit plezier, dat voor haar er nochtans geen was, hare dochter te ontzeggen. Men zou zich dus naar het café-concert begeven en den zanger hooren. Renée kende nog niets van het leven en zij gaf zich dus zonder het minste wantrou wen over aan de vreugde opgewekt door op beurende en aangename muziek. Maar zij keek op eens verrast op. Zij had den doordringenden blik van graaf Paloutine op zich gericht gezien. De graaf zat alleen te eten aan eene na burige tafel. Renée werd gansch rood en wilde zich tot hare moeder overbuigen om haar van de aanwezigheid van den graaf te verwittigen. De baron, die haar niet uit het oog ver loor, oordeelde dat het gunstig oogenblik gekomen was en richtte zich schielijk op. Wel, welk gelukkig toeval brengt ons zoo dicht bij elkaar, graaf. Deze uitroep werd gedaan, alsof hij nu eerst Wladimir Paloutine bemerkt had. De twee mannen groetten elkander en drukten de handen. Laat mij toe, beste graaf, u aan mijne vrouw en aan mijne stiefdochter voor te stellen. De graaf was de vrouwen genaderd en groette, eene diepe buiging makend. Geen woord, geen gebaar meer over het verledene. Graaf Paloutine hield zich zoo goed als het maar mogelijk was, als een man die mevr. Cazérès en hare dochter voor de eerste maal zag. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1