Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
joop vrouw.
FEÜLLETOfi
GEMEENTERAAD.
„N G 0 D B RA.B AN D"
NUMMER 100
WOENSDAG 17 DECEMBER 1924
UITGAVE;
WAALWIJKSCHE STOOMDBUKKEBIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
KERSTMIS.
Met het oog op de a.s. Kerst
dagen zal ons blad in de week
van 2127 Dec. a.s. slechts één
maal verschijnen en wel Dins
dag 24 December. (Dit met het
oog op de ongelukkige bepaling
in de post-voorschriften, dat
weekbladen Zondags-morgens,
dus ook met de Kerstdagen,
niet bezorgd worden).
Advertentiën enz. kunnen
dus uiterlijk ingewacht worden
tot Dinsdag 23 December twaalf
.uur.
Aan dit Kerstnummer zal alle
zorg worden besteed en de ad
verteerders mogen wel over
wegen van hoe groot belang het
is, hunne advertenties voor dit
nummer t ij d i g op te geven,
waar dit blad drie, vier dagen in
handen blijft.
Zendt dus tijdig uwe adver
tentiën voor het Kerstnummer
in.
Het daaropvolgend nummer
verschijnt 31 December (in
Waalwijk 1 Januari). Hierin
worden Nieuwjaarswenschen
ad 50 cent (over 2 kolom f 1.-),
opgenomen. Tijdige opgave is
zeer gewenscht.
De Administratie.
SPRANG-CAPELLE.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Maandag 15 Decem
ber des namiddags ten 3 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Meijer.
Ongeveer kwart over drie uur opent
de Voorzitter de vergadering; aanwezig
alle leden.
11)
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
Een schrijven van de heeren A J.
Verhoeven en J. V Beek, dat ze hunne
benoeming als lid van Alg Burgerlijk
Armbestuur aannemenwordt voor
kennisgeving aangenomen.
Op een adres van de R. K. Kweek
school voor vroedvrouwen te Heerlen,
houdende het verzoek een subsidie te
willen verleenen, wordt afwijzend
beschikt.
Besluit van ped. Staten tot ver
daging van de beslissing op het besluit
van den Raad van Loonopzand tot
instelling van een marktdag, met ver
zoek om eventueele bedenkingen ken
baar te maken.
Wordt besloten te berichten dat geen
bezwaren daartegen bestaan.
Schrijven van Ged Staten betreffende
de opheffing van de openbare lagere
school in de Nieuwstraat.
De Voorzitter deelt mede, dat juist
daags nadat de openbare vergadering
op 30 October was gehouden, van
Ged. Staten een schrijven is binnen
gekomen waarin ze wijzen op een
schrijven van den Minister die omtrent
de oplossing van de hangende school
kwesties, dezelfde zienswijze is toe
gedaan als zij.
Ged. Staten vertrouwen dat de Raad
zijne goedkeuring, om de openbare
school in de Nieuwstraat op te heffen,
niet langer zal onthouden.
Van de beslissing van den Raad is
Ged.Staten daarop kennis gegeven, waar
op deze nogmaals hebben geschreven
Daarin wijzen zij den Raad er op,
dat er twee manieren zijn tot oplossing
van de kwestie, te weten de openbare
school in de Nieuwstraat opheffen
ofwel nieuwbouw. Dit laatste is echter
de duurste manier en niet in het fi
nancieel belang van de gemeente.
Ged. Staten durven vertrouwen dat
de leden zich voldoende rekenschap
van deze aangelegenheid zullen geven
en de goedkoopste wijze zullen kiezen
om tot opheffing van het geschil te
komen.
De heer Michael meent, dat met
voorlezing van die twee brieven wel
kan worden volstaan en dat de derde
brief, waarvan de inhoud de leden
dubbel en dwars bekend is, niet meer
behoeft te worden voorgelezen. Men
weet wel dat daarin staat dat men ons
zal dwingen tot opheffing der school
over te gaan.
Spr. stelt voor het schrijven van Ged.
Staten gewoon voor kennisgeving aan
te nemen
De heeren Rijken en Verheijden
steunen dit voorstel dat in omvraag
gebracht met 8 tegen 3 stemmen wordt
aangenomen.
Voor stemden de heeren Rijken,
Moonen, Zwart, Verhoeven, Michael,
Middelkoop, Verheijden en Oerlemans
Tegen de heeren van den Willigen-
burg, v. d Hoeven en Kerst
3. Gunning van de opbrengst der
kaai- en havengelden aan de haven te
Labbegat voor 1925.
Voorzitter. Het hoogst is ingeschre
ven door de N V. Oerlemans Zn.
voor f 825 Een vorig jaar was door
deze firma ingeschreven voor t 850.
wordt besloten het te gunnen.
4. Benoeming van een havenmeester
van de haven te Labbegat.
Voorzitter. Door den pachter wordt
gevraagd deze werkzaamheden op te
dragen aan J. v. Beek.
Met algetneene stemmen wordt de
WA A LVV UK
•fa
DOOP. ERVARING STERK.
heer J. v. Beek benoemd tot haven
meester
5 Benoeming van een havenmeester
van de haven te Capelle.
Voorzitter. Burg. en Weth, stellen
voor v. d. Linden, die nu tijdelijk
havenmeester is. te benoemen.
Middelkoop. Mag dat wel om een
veldwachter een bijbaantje te geven
Michael. Destijds, toén de heele Raad
er voor was om hem ook de bode
diensten te laten verrichten, mocht dat
niet van Ged Staten.
Van den Wilgenburg Dat was wel
iets anders, want voor bodedienst werd
bijna de geheele man gevraagd en
voor havenmeester niet, dat vraagt
bijna heelemaal geen werk.
Verheijden lk geloof toch niet, dat
het mag. Ik zou hem daarom maar
weer voor tijdelijk benoemen, anders
krijgen wij een controleur op ons dak
Met algemeene stemmen wordt L. J.
v. d. Linden daarna tot tijdelijk haven
meester benoemd.
6. Benoeming van een lid der Com
missie van toezicht op het lager onder
wijs.
De heer A v. d. Hoeven, die aan
de beurt van aftreding is, wordt met
algemeene stemmen herkozen, zoodat
de commissie bestaat uit de heeren
A. v. d. Hoeven, H. Dijk, P. v. d. Hoe
ven, Colet en Dalmeijer.
7. Vaststelling begrooting van in
komsten en uitgaven der gemeente
vócr 1925 (met behandeling van de
daarbij behoorende voorstellen van
Burg, en Weth.)
Door den Secretaris wordt het rap
port der commissie van onderzoek
voorgelezen.
De Commissie zegt daarin o.m.
De aangeboden begrooting, sluitende
in ontvangst en in uilgaaf met bedragen
respectievelijk f 142153.79 voor den
gewonen en f 1033.35'/a» voor den
kapitaalsdienst heeft op de commissie
een gunstigen indruk gemaakt.
Met genoegen werd geconstateerd,
dat de post belastingen, als geheel
genomen, aanmerkelijk is kunnen ver
laagd worden.
lntusschen betreurt de commissie het
te moeten wijzen op de geringe me
dewerking, die van de hoogere regee
ring blijkt te worden verkregen, waar
wordt getracht door herplaatsing de
gemeente en in verband met de rijks
bijdragen, ook het Rijk, te ontlasten
van den "post wachtgelden.
Verder werd door een der commis
sie-leden opgemerkt, dat de schatting
van eigendommen voor grond en per-
soneele belasting in de kadastrale ge
meente Capelle hooger is dan die in
de kadastrale gemeenten Sprang en
Vrijhoeve Capelle; zulks had het ge
volg, dat bij diverse heffingen de in
gezetenen van het eene deel zwaarder
werden belast dan die in het andere
deel en maakte naar de meening van
dat lid een algemeene herschating
gewenscht.
Over de salarissen van Burgemees
ter, Wethouders, Secretaris en Ont
vanger zegt het rapport
Met de in de begrooting opgenö
men salarissen van Burgemeester, Se
cretaris, Wethouder en Ontvanger,
verhooging wegens toeneming van het
bevolkingscijfer, kan* de minderheid
zich niet vereenigen.
De meerderheid intusschen heeft
tegen den post geen bezwaar, wijl de
egeling van deze salarissen niet be
hoort tot de competentie van deze
vergadering, doch onder Kon. goed
keuring is opgedragen aan de Qed.
Staten.
Bij bespreking van den post onder
houd van wegen is in de Commissie
de vraag gerezen, of het, gezien het
uitgebreide wegennet der gemeente,
niet aanbeveling zou verdienen over
te gaan tot het aanschaffen van een
wals
De Commissie is van meening dat
daardoor een aanmerkelijke besparing
kan worden verkregen op den post
aankoop van steenslag en geeft der
halve in overweging Burg. en Weth.
op te dragen aanschaffing als bedoeld,
te bevorderen
Met den post opcenten personeele
belasting kon de minderheid der com
missie zich niet vereenigen Zij wil het
aantal opcenten terugbrengen tot 50 en
bij deze heffing geen progressie in
voegen, zulks wijl de grondslagen,
waarop deze belasting wordt geheven,
geen juiste maatstaf zijn voor de draag
kracht van de belastingplichtigen
De meerderheid gaat met de voor
gestelde heffing accoord. Zij acht het
billijk, dat, wie op grooteren voet leeft
en daardoor alleen reeds blijken van
welstand geeft, ook in verhouding
47e JAARGANG
en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rt)k 1.40,
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz,
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der AdvertentiSn
20 cent per regel; minimum 1.GQ
Reclames 40 cent per regel.
BJJ contract flink rabat
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 0 uur In ons bezit
zijn.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
EERSTE DEED.
III.
NY SLOTT.
Het einde der maand Augustus naderde.
Indien er op de oevers van de Finsche Golf
gedurende den dag nog eene drukkende
warmte heerschte, de nachten waren reeds
koud en des morgens vroeg zag men de bla
deren der boomen met eene lichte laag rijp
overdekt.
Op den linkerkant van Revel, omtrent 30
K.M. van de hoofdstad van Estland, het
Kolivan der oude Russen, ziet men een uit
gestrekt bosch van berkenboomen en van
verzilverde dennenboomen, van beuken en
wilgen.
In het midden ziet men, naar de zee ge
keerd, een grijze vlek.
Dat is Ny Slott, anders genaamdhet
Nieuw Kasteel.
Voorzeker, nooit werd een naam slechter
voor eene heerenwoning gekozen.
Ongetwijfeld was het kasteel nieuw, voor
al in vergelijking van anderen die in puin
dreigden te vallen.
Zijne dikke muren en zijne stevige en pun
tige daken hebben het tot nu toe voor ver
nieling bewaard.
Noch de jaren, noch de wind, noch de
vorst hebben eenig vermogen gehad tegen
dezen onbeschrijfelijken steenhoop, en Ny
Slott was nog, op het oogenblik waarop dit
verhaal begint, een oud versterkt kasteel,
in volkomen goeden toestand.
Nochtans gaf het eerder het uitzicht op
een gevangenis met zijn breede en dikke mu
ren, zijne enge vensters en met ij zer besla
gen dubbele deuren.
Sinds zijn opbouw was Ny Slott 't kasteel
der prinsen van Livachoff.
De domeinen en hoeven der prinsen van
dit huis strekten zich tot in de verte uit,
tot zeer diep in de landerijen. De boerderij
en waren talrijk en goed onderhouden, en
de toestand der knechten gunstig en niet te
vergelijken met den ellendigen toestand van
hen die in de andere deelen van Finland
hunnen dienst verrichten.
Het moet gezegd zijn, de Livachoffs, wa
ren van vader op zoon, altijd zeer mensch-
lievend en edelmoedig .geweest.
Om het kasteel, omsloten met een kring
van hoog schaarhout, lag een vijver, verbon
den met een kleine vaart, die, doorsneden
met verschillende sluizen, in de zee uit
kwam.
Ny Slott was dus gebouwd in het midden
van een soort eiland, alleen met den vasten
grond verhonden doof een engen steenweg,
met eene ophaalbrug.
Op het einde van den namiddag van een
zonnigen dag, was eene vrouw gezeten aan
het uiteinde der brug die naar het kasteel
leidde, met de handen gekruist op een harer
knieën.
Zij droeg het sierlijke en bevallige Rus
sische boerinnen costume.
Maar het borduurwerk van haar fijn Hol-
landsch lijnwaad, was zeer kostbaar, evenals
dat van haren haarband, die bij elke bewe
ging van het hoofd glinsterde.
Een breeden rand van mat goud versierde
haren wit flanellen rok en haar zwart flu-
weelen jak omsloot eene zeer slanke gestalte.
Een zware gouden armband versierde een
harer polsen, aan hare vingers, evenals in
hare ooren, glinsterden diamanten en safie-
ren van zeer hooge waarde.
De jonge vrouw was in diepe gedachten
verzonken, want zij hoorde niets van een
licht en herhaald gerucht, dat duidelijker
werd naarmate het naderbij kwam.
Het werd veroorzaakt door den stok van
een oud vrouwtje, dat, met een gesloten
korf aan den arm, in gebogen houding na
derde.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
Wel Sophie Mosser, gij slaapt dus, dat
gij niet eens uw vriendin hoort aankomen?
Wat scheelt er aan? Wordt gij soms door
hartepijn gekweld?
Eene uitdrukking van misnoegdheid, was
in de oogen van Sophie Mosser verschenen,
maar dat was slechts eene vluchtige ver
schijning, want aanstonds plooide een glim
lach hare lippen.
De oude vrouw had ongetwijfeld niet ge
zien welk een hinderlijken indruk zij eerst
op Sophie Mosser maakte en zjj aanvaardde
den glimlach als goede munt.
Die kleine en oude Marina was een zon
derling schepsel. Haar gelaat was met diepe
rimpels doorploegd en gebruind als van eene
kleurlingezij was daarbij uitermate mager
en de spieren en aders van haren hals wa
ren aan dikke koorden gelijk.
Hare blauwe oogen schenen voortdurend
langs alle kanten te zoeken naar een prooi.
Het gerimpeld hoofd met platten neus en
tandloozen mond, was bedekt met een ge-
borduurden zijden doek, dien zij op eigen
aardige wijze knoopte en vouwde.
Zjj bleef staan tegenover de schoone jonge
vrouw, welke zij zoo vriendelijk aangespro
ken had en keek haar met haar kleine oogen
onderzoekend aan.
Het moet nochtans zijn, hernam zij na
een oogenblik, dat gij verdriet hebt, dat ik
niet ken. Hebt gij niets vergeten?
Wat is het, dat ik vergeten heb? vroeg
Sophie Mosser aanstonds op bitteren toon,
terwijl dezelfde vlam in hare schoone oogen
verscheen.
Wel toch, maak u maar niet kwaad,
wedervoer de oude vrouw. Ik heb u niets
onaangenaams willen zeggen.
Wat heb ik vergeten? herhaalde Sophie
op denzelfden toon.
Wel, van alles wat... Ik bedrieg mij
niet. 's Morgens is het reeds koud. Buiten
mijn deur lag de grond vandaag reeds wit
gerijmd en ik beef als ik denk aan den
strengen winter die voor de deur staat.
- Gij zult morgen uw hout hebben, Ma
rina. En wat heb ik nog vergeten?
De oude schudde herhaaldelijk het hoofd.
Zeer weinig, mijn lieve beschermster,
zeer weinig. Wat versche en wat droge visch
en een stuk gerookt spek. Hebt gij mij niet
een pot honig beloofd? Ha, en brandewijn
ookom mijn oud lichaam te verwarmen.
Hier kon Sophie Mosser het niet langer
uithouden en zij liet zich een misprijzend
woord ontsnappen, waarbij zij zoo zacht dat
het bijna onhoorbaar was, voegde
Oude zuipster.
De oude Marina had een buitengewoon
fijn gehoor. Haar oud gelaat trok zich sa
men en werd nog rimpeliger dan te voren,
terwijl hare kleine oogen vlamden.
Zuipster, herhaalde zjj, oude zuipeter
Nooit heeft men de oude Marina langs
den weg of onder de tafels zien rollen, ter-
wjjl er toch anderen zijn, waarvan men het
zelfde niet mag zeggen. Maar dit zijn groote
heeren en zjj vinden verschooning bij u, gij
bemint ze, gij bemint ze nog.
Ik bemin niemand, verstaat ge dat,
MarinaAltanoff, en in alle geval, mijne za
ken raken u niet.
Asa, hernam de oude vrouw, maken wjj
ons niet kwaad. Ik heb u niets anders dan
wat brandewijn gevraagd voor mijne pjjnen
te stillen en gij zult het mij geven.
Sophie Mosser scheen reeds kalm te wor
den en de blik waarmede zjj de oude vrouw
aankeek, verzachtte, terwijl Marina ver
volgde
Welaan, Sophie Mosser, vertel eens
verder, hebt ge nu geen vertrouwen meer
in uwe oude vriendin? Gjj moet mij noch
tans alles zeggen.
Sophie wilde hieraan toegeven, toen de
onverwachtte verschijning aan den over
kant der brug, van drie personen, opeens een
nieuwe vraag van Marina Altanoff weer
hield.
Twee knechten naderden langzaam, een
rijtuig voortduwend, waarin een grjjsaard,
een marmeren beeld gelijk, beweegloos uit
gestrekt lag.
Dat was prins Demetrius Livachoff, mees
ter en heer van Ny-Slott en van al zijne
domeinen.
Ter hoogte van Marina Altanoff gekomen
deed de prins eene poging om het hoofd af
te wenden, maar daar hij er niet in geluk
ken kon, sloot hij zjjne oogen.
Eenige seconden daarna riep hjj
Sophie.
Sophie Mosser, die aanstonds opgestaan
was bjj de aankomst van den prins, naderde
hem, tot groot ongenoegen van Marina Al
tanoff.
Zend haar weg, sprak de prins met een
verzwakte stem, terwijl hjj met een blik de
oude vrouw aanduidde, hare stem pjjnigt mij.
Marina had het gehoord.
Ik vertrek sprak zij, ik vertrek.
Zij verwijderde zich en mompelde in zicli
zelve
Hij is zeer ziek. Hij heeft niet lang
meer te leven, de oude Demet, eenige maan
den, eenige weken misschien nog, zullen de
anderen hem dien tijd nog wel laten? Bah,
wat kan het leed van anderen mij versche
len? Heeft men wel medelijden met de oude
Marina Altanoff? Ha, wel neen. Zij heeft
zich nochtans wel weten te wreken. En. hare
wraak volgt nog altijd haren loop. Ik moet
waken nochtans, ik moet toezien. O, ik zal
alles zien alles weten. Want, wat ik zie en
wat ik verneem, dat is mijn leven.
Wie was die oude, gerimpelde vrouw, die
zoo vrfl sprak met de hoogmoedige Sophie
Mosser?
Zij was zeer jong in de streek gekomen
met een troep Bohemers, zwervende ketellap
pers en paardènkoopers. En een dienaar van
prins Demetrius was op haar verliefd ge
worden, want, naar het zeggen der ouderen
was zij in hare jeugd schoon.
Men vreesde haar eenigszins, want uit
haar Bohemersleven had zij de naam blij
ven behouden met hekserij om te gaan. Zij
zelf beweerde in hare jonge jaren de toe
komst te hebben leeren voorspellen.
Kort na haar huwelijk was hare man ge
storven. Wanneer hij dronken was, sloeg hij
haar deerlijk af en zij, toen zij die slagen
ontving, herhaalde altijd
Het zal u uw ongeluk aanbrengen, zoo
uwe vrouw te slaan, Altenoff; gij zult het
zien.
En hij had het gezien, inderdaadna een
nieuw dronkenmanstooneel, waarin Marina
wreed mishandeld werd, was Altenoff zacht
en zonder'lijden in slaap gevallen, om nooit
meer te ontwaken.
(Wordt vervolgd.)