Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. F! jonge vrouw. FEULLETO „NOO&D-BRABAND" A NUMMER 3 WOENSDAG 7 JANUARI 1925 48e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. WAALWIJK. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 2 Januari des avonds ten 63/4 uur Voorzitter Edelachtb. heer Moonen. j Klokslag 7 uur opent de Voorzitter de vergadering; afwezig de heer J. v. d. Geld. Alvorens met de werkzaamheden over te gaan, wenscht de Voorzitter, bij deze eerste dit jaar te houden vergadering niet na te laten zijn beste wenschen uit - te spreken voor de leden en de hunnen. Hij hoopt dat 1925 gelukkig voor hen moge zijn zoowel op geestelijk als materieel gebied. Spr. zegt nu 10 maanden de eer te hebben den raad te mogen voorzitten en gedurende al dien tijd heeft hij tot zijn groot genoegen kunnen consta- teeren dat hier steeds op waardeerende wijze wordt gesproken, op een manier dat de belangen worden behartigd. Het is een schoone uiting van gemeen schapszin als men zijn meening en daden tot zijn recht laat komen. Wanneer men steeds den goeden toon weet te bewaren en de beslissingen onafhankelijk weet te stellen van persoonlijken aard, dan zijn dat goede eigenschappen en daarin hebben alle leden uitgemund. Daarvoor is hij allen erkentelijk en durft met vertrouwen de toekomst tegemoet gaan. De heer Gragtmans meent de tolk van alle raadsleden te zijn indien hij den Voorzitter dank zegt voor zijn goede wenschen en hem en de zijnen wederkeerig ook het beste wenscht voor 1925. Hij durft vertrouwen dat er steeds een goede verstandhouding zal blijven heerschen. De notulen der twee voorgaande vergaderingen worden ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. AAN DE ORDE: 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven van Ged. Staten, hou dende de mededeeling dat de begroo ting niet kan worden goedgekeurd, doch dat, om geen stagnatie in de bedrijven te brengen, tot de helft van het bedrag der begrooting kan worden uitgegeven. Smolders. Geven Ged. Staten geen motief op voor deze handeling. Voorzitter. Neen. b. Schrijven van het gemeente bestuur van Sprang-Capelle, houdende het verzoek om aan een door haar aan Ged. Staten gericht schrijven betreffende het herzien van de salaris- regeling van Burgemeesters, Secreta rissen en Gemeenteontvangers, wat neerkomt op een verlaging van 10 pCt., adhaesie te willen betuigen. Voorzitter. Het Dag. Bestuur stelt voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. De heer Smolders wijst er op dat hij, toen voor de eerste maal over de verlaging van de salarissen der ambte naren en werklieden werd gesproken, heeft gewezen op de wenschelijkheid dat, zou daartoe worden overgegaan, dit dan over de geheele linie moest gebeuren wijl het dan niet zoo schrij nend zou zijn voor de overigen. -Nu een andere gemeente actie gaat voeren mag, zoo zegt spr., ik er wel op wij zen, dat ik het niet mis had en dat door ons toen gevoeglijk gedaan had kunnen worden wat anderen nu doen. Daarna wordt het schrijven voor kennisgeving aangenomen. Schrijven van de Vereeniging Eerste hulp bij ongelukken, houdende het verzoek een avond in de week gebruik te mogen maken van het Gymnastiek lokaal. Wordt besloten in handen van Burg. en Weth. te stellen. Schrijven van de Voetbalclub Quick, houdende het verzoek om des Woens dag avonds gebruik te mogen maken van het Gymnastieklokaal teneinde daarin oefeningen in de athletiek te houden. Wordt eveneens ter afdoening in handen van Burg. en Weth. gesteld. De heer Smolders vraagt of in een volgende vergadering de uitslag wordt medegedeeld, waarop de Voorzitter bevestigend antwoord. Schrijven van den Prov. Brandweer- bond, houdende het verzoek om als lid te willen toetreden. Voorzitter. Van den Commissaris der Koningin heb ik nog een schrijven ontvangen om te willen bevorderen, dat onze gemeente als lid zal toetreden. De subsidie bedraagt slechts f 6.—, terwijl de voordeelen aan het lidmaat schap verbonden, zeer groot zijn, zoo als de heeren hebben kunnen zien. Bovendien kan men profiteeren van de ondervinding die de leden van groote gemeenten hebben opgedaan. Het Dag Bestuur stelt daarom voor als lid toe te treden. Smolders. Destijds was de contri butie ook geen bezwaar, maar is er niet op ingegaan omdat er gewoonlijk nog zooveel onkosten bijkomen voor het bijwonen van vergaderingen enz. Voorzitter. Ik kan natuurlijk nu niet overzien hoe groot die kosten, die daaraan zijn verbomen, zullen zijn, maar ik meen wel te kunnen zeggen dat dit van dien aard zal zijn, dat zulks geen motief behoeft te zijn om niet aan te sluiten. Men kan het eens een jaar aanzien, ik geloof wel dat het mee zal vallen. Met algemeene stemmen wordt daar na besloten om als lid toe te treden. Schrijven van het bestuur der R. K. Leergangen, houdende het verzoek haar een subsidie van f500 te willen verleenen. 17) DOOR ERVARING STERK Voorzitter. Het Dag. Bestuur stelt voor afwijzend op het verzoek te be schikken, zulks met het oog op de late indiening. Wordt het adres voor een volgend dienstjaar tijdig ingezon den, dan kan het nog in overweging worden genomen of het al of niet zal worden toegestaan. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 2. Opnieuw vaststellen (wijzigen) Plaatselijke Politie-verordening. Door Ged. Staten zijn enkele aan merkingen gemaakt, met welke be merkingen Burg. en Weth. zich wel kunnen vereenigen. Met algemeene stemmen wordt de Politie-verordening aldus vastgesteld. 3. Opnieuw vaststellen der Bouw verordening. De Voorzitter deelt mede dat de door Ged. Staten gemaakte bemerkingen van ondergeschikten aard zijn. De breedte van iedere aan te leggen straat moet minstens 8 M. bedragen, zeggen Ged. Staten, terwijl door den Raad was gezegd 12 M. Ged. Staten doen zulks omdat het aanleggen anders veel te duur wordt. Ged. Staten zeggen nu dat de afstand tusschen de rooilijnen minstens 12 M moet bedragen. Met goedkeuring kunnen dus tuintjes voor de woningen aangebracht worden, welke besluiten, als later blijkt dat de straat breed moet zijn, kunnen worden ingetrokken. Conform het voorstel van Burg. en Weth. wordt met algemeene stemmen besloten. 4. Vaststelling van een gewijzigde salarisregeling voor de gemeente ambtenaren en van een loontabel voor de gemeentewerklieden. Alvorens tot gedachtenwisseling over te gaan, wil de Voorzitter een kleinig heid rechtzetten, n.l. dat het salaris van den hoofdcommies niet moet zijn van f2400—f3000, maar van f2200— f 2800. Verder deelt hij mede dat op de secretarie een reorganisatie zal plaats hebben in dien zin dat er voortaan zullen komen naast den hoofdcommies, twee commiezen, op iedere afdeeling een. Het salaris moet dan zoo zijn dat het edn blijvende positie geeft en iemand, al is het salaris niet te groot, er op kan trouwen, De overige ambtenaren genieten een zeer laag salaris om, als ze elders een beter bezoldigde betrekking kunnen krijgen, spoedig zullen eclipseeren. Dat zijn overwegingen die bij Burg. en Weth, hebben voorgezeten om de zaak zoo te regelen. Wordt deze nieuwe regeling aange nomen dan staat deze f 361 lager dan de oude. Vervolgens deelt de Voorzitter nog mede, dat door den heer Van der Geld schriftelijk een vraag is gesteld waar om men is uitgegaan om de salarissen met 10 pCt. te korten. Was de heer Van der Geld hier tegenwoordig, dan zou hij hem ant woorden dat, waar de raad tot drie maal toe met een meerderheid beslo ten heeft dat de salarissen met 10 pCt. moeten worden gekort. Burg en Weth. onnut werk zouden gedaan hebben ndien ze nu met andere voorstellen zouden zijn gekomen. De heer Roggeveen merkt op dat men deze stukken pas vijf dagen in huis heeft, waartusschen nog dagen zijn gevallen als Oude- en Nieuwjaar. Voldoende tijd om de stukken behoor lijk in te zien heeft men niet gehad. Bovendien is de bezuinigingscommis sie geheel uitgeschakeld, Spr. wil daar niet verder op ingaan maar zou willen voorstellen om dit punt aan te houden en te behandelen in een vergadering te houden over 14 dagen. De Vooizitter zegt van oordeel te zijn dat de bezuinigingscommissie niets heeft uit te staan met deze aan- gelegenheid, wel de Commissie van overleg en daar is dan ook mee samen gewerkt. Dat is het eenige orgaan dat hier aangesproken is moeten worden. Spr. kan niet begrijpen wat de be zuinigingscommissie met deze materie heeft te maken. De heer Roggeveen merkt op dat oorspronkelijk alles van de bezuini gingscommissie is uitgegaanop haar initiatief is de voorloopige regeling getroffen en daarom zou hij het heele- maal niet vreemd gevonden hebben als ook nu die commissie was ge hoord. Zooals echter in begin reeds gezegd wil hij er niet verder op ingaan. De heer Smolders kan zich goed aansluiten bij het gezegde van den heer Roggeveen. Voor een belangrijke ma terie als de onderhavige is, is de tijd veel te kort geweest en daarom zou hij het op prijs stellen, indien deze zaak kon worden aangehouden vooral J De ïlcho van het Zuiden, Waalwpsclie en Laiijjstraatscbe Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.28. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentiön 20 cent per regel; minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel. BiJ contract flink rabat Advertentiön moeten Woensdag en Vrijdag dos morgens om uiterlijk 0 uur in ons bezit zijn. van „DE ECHO VAN HET ZEIDEN EERSTE DEEL. Heel lang bleef zij in dien toestand van bedwelming, ten prooi aan eene hevige ijl koorts, niets meer wetend van hetgeen er om haar heen gebeurde. 'tWas de frissche morgendauw die haar eenigszins .tot het leven terugbracht. De doordringende boosaardige en wreede oogen van een afgeleefd schepsel, gebogen op een stok leunend, waren op haar geves tigd. Gy ligt daar wel heel gemakkelijk, jonge mevrouw, sprak zij met bittere stem. Weet gfj dan niet dat dit mos, dat gij zoo zacht vindt, mij toehoort; dat ik zelf het vergaard en hier te drogen heb gelegd, teneinde er eene matras mede te maken en er in den winter mijn oud lichaam op te kunnen laten uitrusten. Renée richtte zich waggelend op en zeide, eenigszins stamelend en langzaam om zich des te gemakkelijker te doen verstaan: Ik vraag u verschooning. Ik ben uit geput van vermoeidheid. Ik sterf bijna van honger. Heb medelijden met mij, goede vrouw en geef mij een stuk brood. Brood, brood, gromde het wijf. Onge twijfeld heb ik brood, moedertje, maar brood kost geldmen geeft het mij niet voor niets, ik moet het koopen. Renée zocht in hare zakken. zy begreep dat het nutteloos was een beroep te doen op de liefdadigheid dier vrouw. Helaas, zy had nog geld, noch beurs Zy bezat niets. Ik heb geen geld, antwoordde zy. Maar tegeiyk schoot haar een gedachte binnen. zy droeg in de ooren twee fyne paarlen met een gouden kring omgeven, de eerste ju- weelen welke zy iïs jonge dochter van hare moeder gekregen had. Zy nam er een van en gaf het aan de oude. Zie, zeide zy, neem dit en geef my een stuk brood, opdat ik niet van honger om- kome. Goed, goed, zeide de vrouw, met gretig heid het juweel in hare beenderige handen nemend, ik zou u zonder dat, ook wel een stuk brood gegeven hebben. Men weigert geen stuk brood aan een christenmensch, hoewel men niet i-yk is. Ja, laat ons gaan, steun op myn arm, want hier heb ik geen brood, wy moeten het gaan halen. O, 't is niet ver, myn hut bevindt zich daar, aan den voet van den heuvel. Ik kwam hier naar myn mos zien, toen ik u gevonden heb. Welaan, gy hebt honger. Laat ons gaan eten. Zachtjesaan, moedertje, geiyk gy, kan ik niet snel gaan. En beiden stapten langzaam door de kleine vallei. Zy was armoedig, maar nogal net, die kleine, in hout gebouwde hut, ter nauwer- nood verlicht, maar tegen stormwind en sneeuw beschut. Daar, zet u daar, sprak de oude vrouw, haar een stoel aanwijzend; hier is brood en honig. En tegeiyk reikte zy de arme, uitgehon gerde gravin een korst zwart brood aan, welke Renée met gretigheid verslond en stil houdend om nu en dan een teug water te drinken, haar in een steenen kruik voor gezet. Wilt gfl my nu niet zeggen van waar gy komt? Waarheen gy gaat? En, wat gy wel deed op myn mos? Renée zweeg. Neen, zy durfde haar geheim niet toe vertrouwen aan die oude vrouw, die haar met zulken zonderlingen, boosaardigen blik, aangekeken had en hoegenaamd geen mede- lyden met haren ongelukkigen toestand scheen te gevoelen. De oude schudde het hoofd en eene uit drukking van bedreiging fonkelde in hare oogen, terwyi zy zeide: Gy moogt het stilzwygen bewaren en MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN ^WA A LW UK GttwÖT my niets zeggen, moedertje. Gy zyt volko men vry. Ik geloof echter dat gy een grooten weg afgelegd hebt om tot hier te komen en dat nog wel dwars door de doornen en het houtgewas. De ongelukkige Renée wierp een onder zoekenden blik op hare kleeren, die op ver schillende plaatsen gescheurd waren. Zy wilde nochtans Laar wedervaren aan de oude vrouw gaan vertellen, toen de woor den schieiyk op hare lippen wegstierven van schrik. Marina, Marina, riep een ongeduldige stem. Een hevige siddering; doorvoer de jonge gravin en zy stond plotseling op. Verberg my, verberg my, sprak zy met stille srneekende stem, want indien die vrouw my ziet, ben ik verloren. --- Wel toch, wel toch, sprak de vrouw, gy wantrouwt my dus niet meer? En antwoordend op de stem die haar riep, zeide zy Ik kom, ik kom. En zy verliet de hut, waar zy Renée aan den vreeselyksten angst ten prooi, achter liet. Hier ben ik, maar wat voert u aldus in den vroegen morgen tot my. Sophie Mosser, want zy was het, zooals men het reads geraden heeft, was zeei bleek en een sombere vlam van woede en haat fonkelde in hare zwarte oogen. Luister, zeide zy met doffe stem, ter- wyi zy met zenuwachtig trillende hand den arm der oude vrouw greep. Gy zyt my ge negen, nietwaar, Marina? Kunt gy daar wel aan twyfelen? Is niet alles voor u wat er nog aan kracht en wil aan de oude Marina overbiyft? Hoe zou ik, na hetgeen gy voor my gedaan hebt, u niet bevriend zyn. Welnu, indien gy my den dienst bewyst dien ik van u verwacht, zal alles wat gy my voortaan zult vragen u toegestaan wor den; verstaat gy my Marina? Spreek spoedig opdat het my gegund"zy u zonder uitstel van dienst te zyn. Welnu, sprak Sophie Mosser, hare doordringende oogen op Marina vestigend, de gravin is plot: ling zinneloos geworden. Zy is gister uit het kasteel ontsnapt, tfj- dens de iykplech,; jheden van den prins Dé- metrius. En gansch den nacht hebben wy haar tevergeefs gezocht. De schitterende blik van de oude Marina had eene buitengewone, doordringende kracht aangenomen. Ha, zy is zinneloos geworden die arme jonge dame? En dat zoo opeens, zonder te weten waarom. En gy zoekt laar... En gy zoudt haar gaarne terugvinden, nietwaar? En gy zegt dat gy aan my zoudt geven wat dan? Gy moet my verontschuldigen, want ik ben eenigszins hardhoorig... Wat is het, dat gy my geven zult? Alles wat gy zult willen. Gy hebt my volkomen goed verstaan, oude heks. Uw voorraad hout voor den winter; wyn zoo veel gy zult willen, en een klein vaatje om er uw oude styve lenden mede te wryven Alleen, gy moet ons helpen zoeken en ons raad geven... Met een duivelsche glimlach op de lippen mompelde zy zeer zacht: zy is daar. Een heesclie kreet, een kreet van triomf ontsnapte aan de borst van Sophie Mosser terwyi eene hevige siddering gansch haar lichaam schudde. Ja, ja, Marina, sprak zy met hygende stem, gy zult alles hebben wat gy zult wil len... alles. Ha, zy is daar, in uwe hut. Gy hebt uwe deur voor haar geopend. Wacht. En de ellendige vrouw voegde er op stil len toon by Ditmaal zal zy my niet ontsnappen. Terzelfdertyd bracht zy een zilveren fluit je aan hare lippen en deed drie scherpe en langgerekte toonen weerklinken, waarop twee verschillende geluiden antwoordden. zy zyn verwittigd en zullen spoedig hier zyn, sprak Sophie Mosser. Renée, die binnen de hut, bevend van angst luisterde, had tot dan toe niets ge hoord van den schandelyken koop, die haar in de handen harer vyanden overleveren moest. Maar toen zy het gefluit van Sophie Mos ser hoorde, begreep zy wat er gebeurde. Ik ben verloren, mompelde zy, die vrouw heeft my verraden. Eenige oogenblikken verliepen nog. Marina gaf Sophie Mosser een teeken, waarna zy haar den weg vry liet. Weldra hoorde men het gerol van een i-ytnig en kort daarop zag men een overhuif de kar aankomen, geleid door Rurick. De rentmeester niet zyn ruw voorkomen was gedwee werktuig van den meester, nu Wladimir Paloutine, die volstrekt op Ru rick rekenen kon. De graaf sprong uit de kar op den grond, terwyi Sophie Mosser hem gansch stil aan wees Zy is daar. Hy begaf zich recht naar de liiit, en, met opgeheven hoofd, als een man die schaamte nog eergevoel meer bezit, ging hy binnen. Kom mede, beval hy Renée, die beefde van angst en schrik. zy wilde echter weerstand bieden en hield zich aan de hut vast. Sophie Mosser kwam echter haren mees ter ter hulp, maakte hare handen los en dwong haar den graaf te volgen. Eenige oogenblikken later bevond Renée zich opnieuw in den akeligen toren waaruit zy daags te voren als door een wonder ontsnapt was. Excellentie, zeide Sohie Mosser haar, een spottende buiging makend, ik geloof dat gy ditmaal zelfs wanneer gy vleugels zoudt krygen, er niet meer in zult slagen te ont komen. Renée verwaardigde zich niet op de be- leediging te antwoorden. Zy was overwon nen, ditmaal. Rurick had inderdaad de klimopplanten afgekapt en het luchtgat geheel toegemet- seld.. Gebroken en vernietigd, wi rp de arme ge vangene zich op haar bed, en zooals het dik- wyis gebeurt, viel zy, ondanks den schrik- keiyken toestand waarin zy zich bevond, weldra in een diepen slaap. Eene hand die haar aanraakte, deed haar verscheidene uren later ontwaken. Wladimir Paloutine stond voor baar. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 1