Zaterdagavond ongeveer 11 uur is
de schilder De Ruiter, Uit Gassclternij-
veenschemond, die per fiets een onbe-
waakten overweg bij Stadskanaal wou
"oversteken, door een trein aangereden.,
Hij beliep ernstige verwondingen en is
naar het ziekenhuis te Groningen ver
voerd.
Sedert 7 dezer wordt te Nijmegen
vermist de 12-jarige Johannes H.
Te Venlo zijn twee Duilschers
aangehouden die in eenige winkels aan
zienlijke inkoopen deden en betaalden
met waardeloos papiergeld.
Zaterdag-nacht omstreeks 12
heeft te Coevorden een ernstige vecht
partij plaats gehad tusschen eenige
jongelieden. De 21-jarige W. K. werd
met een mes bewerkt. Men vreest voor
zijn leven. Er hebben arrestaties plaats
gehad.
Hedenochtend is de D-trein Ber-
lijn-Keulen in het station Herne op een
stilstaanden dicht bezetten personen
trein geloopen, tengevolge van den
dichten nevel en duisternis.
Tot nu toe zijn 21 dooden geteld en
30 tot 35 licht- en zwaar gewonden.
Het ongeluk is vermoedelijk onstaan
doordat de D.-trein een op haldstaand
signaal door den nevel voorbij gereden
is.
Eenige maanden geleden is mede
gedeeld, dat de autoriteeitn uitgebreide
maatregelen genomen hadden om op 't
spoor te komen van de daders, die zich
schuldig gemaakt hebben aan een serie
brandstichtingen in militaire gebou
wen in de omgeving van Haarlem. Bij
de forten te Spaarndam zijn in 1923 en
1924 twee houten loodsen door brand
vernield, op de schietbanen te Over-
veen werden twee houten gebouwtjes,
schijvenloodsen, in de ascli gelegd. De
aanwijzingen waren zeer duidelijk, dat
brandstichters aan den gang waren ge
weest. Dc genoemde gebouwtjes waren
slechts van geringe waarde, maar in
onze toen gedane mededeelingcn zin
speelden wij er reeds op, dat hier blijk
baar een bende aan het werk was, die
ook niet voor ernstiger dingen terug
deinsde. Nu kan het geen nadeel meer
aan 't onderzoek doen, mede te deelen,
dat het zeker is, dat ook de ontploffing
in de kruitfabriek te Muiden, ten zui
den van Amsterdam, aan opzet is te
wijten.
Tot nu toe was naar huiten steeds de
indruk gewekt, dat hier aan een onge
luk moest worden gedacht, maar hoe
wel dit ook het eerste vermoeden was,
is later komen vast te staan, dat een
aanslag was gepleegd. De aanwijzin
gen gingen in de richting van een anti-
militairistische actie. Begin September
zijn de politie-autoriteiten in Haarlem
en omgeving bijeengekomen in een
conferentie met de militaire autoritei
ten, om maatregelen te overwegen om
de daders te pakken en bovendien om
te zorgen, dat geen nieuwe aanslagen
werden gepleegd. Er werden maatrege
len genomen, dat de belangrijkste mili
taire gebouwen en voorraden bewaakt
werden. In den forten-gordel werd ge
regeld door militaire politie gesurveil
leerd, terwijl ook nog andere voor
zorgsmaatregelen getroffen waren. Bo
vendien werd het onderzoek naar de
daders meer stelselmatig voortgezet.
De leiding daarvan werd opgedragen
aan den heer De Ridder, commissaris
van politie te IJmuiden. Reeds dade
lijk was het vermoeden tegen verschil
lende anti-militairisten gerezen. Men
had echter geen voldoende bewijzen,
om toen reeds in te grijpen. De verdach
ten werden evenwel geregeld nagegaan.
Vier maanden heeft het uitgebreide
onderzoek geduurd. Tot nieuwe brand
stichtingen in militaire gebouwen is 't
evenwel niet gekomen. De autoriteiten
waren nu zoover met 't onderzoek, dat
tot ingrijpen besloten werd. Dit ge
schiedde in overleg met den procureur-
generaal bij de rechtbank te Amster
dam. In alle stilte waren uitgebreide
maatregelen getroffen om 'n groot aan
tal communisten iji hechtenis te nemen.
Dit geschiedde op grond dat er een on
derzoek naar overtredingen van de wet
op de vuurwapenen werd ingesteld. De
autoriteiten hadden evenwel alle hoop,
dat bij huiszoeking, die dan tevens zou
plaats hebben, nieuwe aanwijzingen
zouden worden gevonden in de zaak
der brandstichting. De arrestaties en
huiszoekingen hadden plaats in Sclio-.,
ten, Bloemendaal en Velzen. In het ge
heel zijn ongeveer 15 communisten,
waaronder ook 'n vrouw, gearresteerd.
Bovendien zijn eenige andere bewo
ners van den Slaperdijk ingerekend, in
het geheel 7 of 8.
Die arrestatie heeft, hoewel alles in
de vroegte geschiedde, groote sensatie
gewekt in Santpoort. De dijk ligt tegen
over het café Limbach. Tegen 7 uur
verscheen een autobus van den dienst
BeverwijkWijk aan Zee en twee an
dere auto's, bemand met een vijftiental
marechaussee's, onder aanvoering van
een luitenant. Het hoofdkwartier werd
tijdelijk opgeslagen op de kruis'ing
rijksstraatwegSlaperdijk. Alle ande
re wregen waren ook inmiddels door
rijksveldwachters en militaire politie
afgezet, zoodat ontkomen onmogelijk
was. Toen aan het huis van Van O. ge
beld werd, deed de vader open. Dade
lijk drongen de militairen binnen en
gelastten de jongemannen, die nog te
bed lagen op te staan en mede te gaan,
teneinde een onderzoek in te stellen.
Zonder verzet werd door allen daaraan
voldaan. De overbrenging naar de ma
rechaussee-kazerne te Beverwijk ge
schiedde in de autobus en de automo
bielen. Er was daarbij weer een sterk
militair geleide. De arrestaties en de
huiszoeking en later de overbrenging
hadden onder veel toeloop van nieuws
gierigen plaats. Behalve de drie zoons
van Van O. werden aan den Slaperdijk
nog gearresteerd Van W., I. K. en J. Z.;
aan den Hagelingeweg te Velzen werd
nog een andere zoon van Van O. gear
resteerd. Bovendien hadden daar nog
meer arrestaties plaats. AI die arresta
ties geschiedden door militairen en
rijkspolitie. De overbrenging had ook
in een autobus plaats. Bij huiszoeking
zijn verschillende dingen in beslag ge
nomen in het huis van Van O. o.a. een
uitgebreide correspondentie.
Gistermorgen heeft een trein van
Haarlem naar Hoofddorp bij den on-
bewaakten overweg aan de Zomer-
vaart de vrachtauto van den heer D. v.
d. Bosch te Hoofddorp, aangereden. Het
voorste gedeelte van de auto werd, met
den motor, geheel verbrijzeld. Het
achtergedeelte bleef staan. De chauf
feur C. K. is gespaard gebleven. Hij
had door den dikken mist den trein
niet gezien en door het geraas van den
motor van de auto den trein ook niet
hooren aankomen.
De verdwijning van den makelaar
Busch.
Op 22 October 1915 is te Amsterdam
spoorloos verdwenen de toen 48-jarige
makelaar A. C. Busch. Hij was iemand,
die in den kettinghandel groote zaken
deed en soms zeer berooid was; kort
daarna, als hij weer eens een goeden
slag geslagen had, zat hij weer ruim in
zijn middelen. Hij handelde in alles en
nog wat, en juist in den tijd van zijn
verdwijning had hij hij weer belang
rijke transacties afgdsloten en wist men
dat hij over groote sommen te beschik
ken had.
Op genoemden datum heeft hij tege n
den avond een bezoek gebracht bij den
makelaar Van M., van wien bekend
was, dat hij dikwijls samen met Busch
zaken deed. Deze van M. woonde aan
de Overtoom 123, een perceel, waar
achter zich toen reeds een garage be
vond, die toen echter nog niet in ge
bruik was. Na dit bezoek is Busch ver
dwenen. Nasporingen in alle richtingen
zijn vruchteloos gebleven. Men bleef
steeds de mogelijkheid aannemen, dat
hij nog in leven was en naar Amerika
was vertrokken. Het onderzoek van de
politie leidde tot niets, termen om van
Si., die wel verdacht werd van de zaak
meer te weten, te arresteeren werden
niet gevonden.
Hoewel de zaak steeds de aandacht
van de centrale recherche in beslag
bleef nemen, kon na eenigen tijd van
een geregelde voortzetting van het on
derzoek geen sprake meer zijn, en
moest de recherche zich bepalen tot 't
elkens weer onderzoeken van geruch
ten en praatjes, die haar bereikten, en
die nooit op een enkel positief resultaat
uitliepen.
Totdat eenige maanden geleden op
nieuw dergelijke geruchten opdoken,
lie de recherche ertoe leidden, in den
^rond onder de garage van Overtoom
123 te gaan graven. De boel werd daar
/pgebroken, zoogenaamd voor riolee-
ingswerkzaamheden, en 'n groot aan
bal putten werd er gegrayen.
Zaterdagmiddag stuitten de werk-
'ieden op een groote pakkist, 90 cM.
ang, 00 cM. breed en 50 c.M. hoog. On
middellijk werd de chef van de recher
che, de heer Pateer, gewaarschuwd; in
zijn bijzijn werd de kist, die dicht ge
spijkerd was, geopend en men deed
daarin een vreeselijke vondst. Daarin
!ag met opgetrokken knieën het ge-
aamte van een man. geheel gekleed,
met een overjas aan. De schoenen
zalen nog aan de voeten; aan een der
vingers vond men een ring met groote
briljant, in den das 'n gouden dasspeld
in den vorm van een vliegtuigschroef.
Een en ander, benevens de initialen in
de kleeding gevonden, deden 't onom-
stootelijk vast staan, dat men het zeer
zorgvuldig verstopte lijk had gevonden
van den in 1915 verdwenen makelaar
Busch.
Boven de kist was eerst grond ge
stort, en alvorens daar bij te komen,
had men eerst een betonnen plaat moe
ten verwijderen, van grootere opper
vlakte dan de kist. Of deze er is aan
gebracht door degenen, die 't lijk hier
verborgen hebben, of er later is inge
maakt staat nog niet vast, maar zal na
tuurlijk bij het verdere onderzoek ge
makkelijk blijken. Hetzelfde geldt van
de gemetselde muurtjes, waartusschen
de kist gevonden werd. Deze bevond
zich feitelijk in een geheimen grafkel
der, en als men ter plaatse niet zoo
grondig aan het zoeken was gegaan, zou
het lijk zeker nooit gevonden zijn, zoo
lang de fundamenten van de garage
bleven bestaan.
Onmiddellijk na de vondst is de jus
titie in de zaak gemengd en namen de
subsituut-officier, mr. Reyding en de
rechtercommissaris mr. Dous de lei
ding van het voorloopige onderzoek
over.
Het lijk, waarbij of waarop geen geld
is gevonden (het vermoeden was, dat
Busch op den dag van zijn verdwijning
12.000 bij zich had) is eerst overge
bracht naar het laboratorium van den
politie-scheikundige, dr. van Ledden
Hulsebosch om daar te worden gerei
nigd en gebracht te worden in een toe
stand, die schouwing mogelijk zal ma
ken.
Zondag heeft de politie Van M., die
verhuisd is naar Purmerend, ontboden.
Evenals 10 jaren geleden ontkende hij,
iets van de zaak te wetenhij zeide, dat
B. op den avond van 22 October 1915
bij hem was weggegaan zonder dat er
iets was voorgevallen.
Politie en justitie waren echter van
meening, dat er termen waren, hem in
bewaring te houden. Het zeer sterke
vermoeden bestaat, dat de makelaar B.
niet door één persoon is vermoord, dat
althans verschillende personen bij de
zaak betrokken zijn geweest. Nu 't lijk
van den vermiste na 10 jaar gevonden
is, de misdaad is vastgesteld, verzoekt
de recherche te Amsterdam allen, die
nadere mededeelingen zouden kunnen
doen, doch deze tot dusver, om welke
reden ook, voor zich hebben gehouden,
zich op hel hoofdbureau bij den chef
der centrale recherche te melden.
Ingezonden Mededeelingen.
RECHTSZAKEN.
De doodslag te He&vofrf.
In hcoger beroep werd voor het ge
rechtshof de strafzaak behandeld tegen
Hendrik Boom 31 jaar landbouwer,
oeboren en wonende te Vlijmen, thans
gedetineerd beklaagd van doodslag op
den boschwachter Frans Brekelmans
te Helvoirt.
Het O M bij de rechtbank te Den
Bosch had 8 jaar gevangenisstraf ge-
eischt.
Dc; rechtbank veroordeelde beklaag
de tot 4 jaar gevangenisstraf terwijl
het misdrijf werd gekwalificeerd als
£ware mishandeling met doodelijk
gevolg.
Het gerechtshof was samengesteld
als volgt:
Jhr. mr. A F. O. van Sasse van
Ysselt president Jhr Mr. Verheijen en
mr. Vliegenthart raadsheeren. Mr. Vis-
scher, advocaat-generaal. Jhr. mr. de
Kuijper, substituut-griffier.
Er waren Ij getuigen gedagvaard.
Beklaagde had op 6 Maart 1924,
terwijl hij verdacht werd van diefstal
van hout uit de bosschen onder Hel
voirt, den boschwachter die hem over
het hout sprak met een bijl althans
met een zwaar hout zoodanig op het
hoofd geslagen, dat voormelden Bre
kelmans spoedig overleed
Als verdedigér was aanwezig mr. E.
van Zinnicq Öergmann, advocaat en
procureur te Den Bosch.
Evenals bij de behandeling der straf
zaak voor de rechtbank was er van
de zijde van het publiek groote nieuws
gierige belangstelling.
Beklaagde, binnengeleid zag zéér
bleek, doch antwoordde kalm op de
hem gestelde vragen.
Het vonnis der rechtbank waarvan
zoowel de officier als beklaagde in
hooger beroep waren gekomen werd
voorgelezen, alsmede de overlijdens
acte enz.
Getuige J. J. Faro, wachtmeester der
Kon Marechaussee te 's Bosch, heeft
den beklaagde in het bosch bij den
Disselberg onder Helvoirt aangehouden
op den dag van den doodslag. Getuige
zag op het gelaat van beklaagde
drie opgedroogde bloedspatjes ter
grootte van een speldenkop. Beklaagde
had niets bij zich, geen bijl en geen
ander voorwerp. Het was in den na
middag. Getuige nam het lijk in beslag
dat daar in het bosch lag
Getuige dochter van den verslagene
Brekelmans verklaart haar vader 's mor
gens te hebben aangekleed. Brekel
mans was wat hulpeloos door stijf
heid. Vader was 's morgens nog goed
gezond. Getuige trok hem een zwart
manchester pak aan. Om 9 uur ging hij
de deur uit. Ze wist dat hij 's morgens
altijd eerst naar het bosch ging om te
gaan kijken naar 't Heike of naar het
Gemeentebosch, of daar Hendrik Boom,
die verdacht werd van diefstal van
boomen, iets had weggenomen. Vader
had, toen hij ging, gezegd „ik ga eerst
naar 't Heike." Boom had een hoop
hout te duur gekocht en zocht toen
blijkbaar goedkooper uit te komen door
hout van een ander op den koop toe
te nemen, althans van die wijze van
doen werd beklaagde verdacht, die
ook reeds vroeger voor diefstal heeft
terecht gestaan
Getuige A. F. van Rijswijk, burge
meester te Helvoirt, verklaart dat Bre
kelmans opdracht had op het hout in
het bosch het oog te houden. Er was
ten overstaan van den Notaris hout
verkocht waarvan Boom een koop aan
goeden prijs had gekocht Men kwam
tot de ontdekking dat er een 200 tal
boomen waren uitgekapt, waarvan be
klaagde verdacht werd, dus werd er
voortdurend op hem gelet. Brekelmans
droeg geregeld een manchester pak
en had steeds een stokje bij zich.
Getuige jan van Zon, landbouwer te
Haarsteeg, verklaart dat hij zich ter
hoogte van het „Hoendernest" bevond
en zag daar een ouden man zitten
langs den kant. De oude had een stok
bij zich, stond op en ging in de rich
ting van het dorp Helvoirt. Eerst had
getuige gedacht dat de man, die daar
in loerende houding zat, een strooper
was. Het was ongeveer 10 uur.
Getuige Willem van Huiten, land
bouwer te Cromvoirt verklaart in den
morgen van 6 Maart ongeveer 10 uur
een mannenstem te hebben hooren
zeggen„Je hebt er afgekapt." De
stem klonk boos.
Een stem in Langstraatsch dialect
antwoordde„'t Is niet waarGa
anders maar mee naar den hoop om te
kijken of er versch afgekapte bij zijn.
Ik heb niets bij me, kom maar kijken."
Getuige liep door zijn werk. Een
half uur later hoorde hij iemand zeg
gen„kalm blijven" Er kwam meer
gerucht en vele menschen. Er was een
ongeluk gebeurd blijkbaar. Getuige
ging zien en niet ver van de plaats
waar het gesprek tusschen de twee
had plaats gehad lag Brekelmans ver
inoord. Inmiddels was een priester
gekomen. Een der omstaanders had
dezelfde schelle stem met de Lang
straatsche uitspraak als die uit het
twistgesprek ovi r het gestolen hout.
Getuige kende wel Brekelmans doch
niet Boom. Alleen herkende hij bij
Boom aan die stemman den Langstraat-
sche
Beklaagde ondervraagd, ontkent
pertinent met wie ook een gesprek te
hebben gehad.
Getuige J. de Groot, landbouwer te
Vlijmen verklaart 's morgens met een
ander langs den zandweg in 't bosch
te zijn gegaan. Hij zag Boom bezig
met uitsleepen van hout Hij zag be
klaagde echter niet kappen. In een
kort gesprek met de voorbijgangers
zeide bekl. dat hij zijn hout „mirakels
duur" gekocht had
Getuige S. Mommersteeg, zag ook
in den bewusten morgen met voor
melde getuige beklaagde bezig met
dun hout uitdragen. Getuige verklaart
nader alsvoor. Er lag een fiets langs
den weg blijkbaar het rijwiel van
Boom Brekelmans was daar niet.
Getuige Willem Verhulst heeft hoop
jes versch gekapt hout zien liggen
tusschen het hout waar bekl. bezig
was hout weg te sleepen Op5Maatt
lag daar ter plaatse niets, daags
daarna lagen er ook de versch gekapte
boomen Getuige heeft Brekelmans
dood zien liggen met een gat in het
hoofd. Getuige mede-opzichter, ver
klaart dat er nu geen hout meer in het
bosch gemist wordt.
Getuige G. J de Weerd, rijksveld
wachter was tegen 10 uur in 't bosch
gekomen met zijn zoonije die daar
langs den weg in een greppeltje een
fiets zag liggen.
Daar ter hoogte stonden ook twee
mannen te kibbelen, de een was wat
langer dan den ander, die een pet droeg,
grijs haar had en een stokje in de
hand droeg, ze stonden vóór het bosch.
Getuige ging door en hoorde 's mid
dags van den moord. Hij zag Boom
door de marechaussee wegbrengen en
herkende Boom beslist als de man
die met den ander 's morgens had
staan praten. Toen getuige thuiskwam
heeft hij van het gehoorde gekibbel
tusschen de twee mannen verteld aan
den veldwachter.
Bekl. ondervraagd zegt: „Het is be
slist niet waar, dat ik daar met iemand
heb staan kibbelen. Hij vergist zich.
Getuige A. van Rijzewijk, herbergier
te Helvoirt, wonende Disselberg. ver
klaart. dat bekl. bij hem in de herberg
is gekomen en er zeer ontdaan uitzag.
Hij vertelde in het bosch een dooden
man gevonden te hebben. Hij vroeg
een emmer water. Getuige bracht die
en bekl. dronk aan den rand van den
emmer. Bekl. vroeg aan getuige met
hem mee te gaan. Getuige deed het
en nam èn het water èn een glas mee.
Ze kwamen bij het lijk dat nog warm
was en dampte toen het werd omge
legd. Er stond een frater bij het lijk.
Getuige dokter C P J Hoek te
Helvoirt, verklaart ter plaatsen geko
men te zijn waar het lijk op den rug
lag, nog warm en met een groote wond
aan het hoofd. Bij de toediening van
het H. Oliesel was het lichaam ver
legd geworden. Getuige constateerde
dat de schedel van den man gespleten
was en de mishandeling met een hard
voorwerp was toegebracht.
Getuige J. J. van Laarhoven vernam
toen hij per motor passeerde, dat er
iemand vermoord was Boom stond bij
het lijk De dokter had eerst de mee
ning gehad, dat Brekelmans door een
beroerte gevallen was, dat spoedig
werd geconstateerd dat er een moord
moest zijn gepleegd. Boom had een
fiets met een bijl er aan gebonden.
Bekl. zeide„Ik zal ook maar naar
huis gaan, want werken zal niets meer
uithalen. In onderling gesprek zeide
bekl. verder: „Als je er het eerst bij
bent dan zouden ze je wel eens voor
den schuldige kunnen houden.
Dokter Hoek was het niet opgeval
len dat beklaagde bloedspatjes in het
gezicht had. Pas 's middags toen hij
hem weer zag viel zijn oog op de droge
bloedspatjes.
Getuige E. van Broekhoven, veld
wachter, had Boom ondervraagd, die
hem zeide het lijk gevonden te hebben
en het zijn gaan zeggen in de herberg
van van Rijzewijk. Getuige heeft bekl.
gevisiteerd doch niets bijzonders op
hem bevonden. Bij onderzoek bleek
ook dat er versch afgekapte boompjes
lagen bij het hout waar bekl. aan 't
werk was geweest. Getuige geeft ver
klaring van de plaats der misdaad en
telefoneerde naar den Bosch tot het
maken van foto's. Boom is nader weer
ter plaatse gekomen met zijn zwager,
doch de plaats van de misdaad was
toen reeds afgezet. Een pijp en eenige
lucifers lagen ongeveer in de nabijheid
waar het lijk gevonden werd
Beklaagde verklaart per fiets om 9
uur in 't bosch te zijn gekomen. Hij
had de bijl bij zich om hout dat hem
in den weg hing. weg te slaan. De
bijl diende niet om boompjes te kap
pen Bekl ontkent alles, heeft geen
tuisten gehoord en heeft ook Brekel
mans niet gez en
PresidentJij was toch de belang
hebbende om de man uit de wereld
te hebben geruimd Geef dus aan-
nemenlijke verklaringen dat jij het niet
gedaan hebt Er zijn anders aanwij
zingen. die het er ons voor doen hou
den dat jij den man van het leven
hebt beroofd.
De adv.-gen. gaat de feiten in het
kort ria, terwijl deze reeds uitvoerig
door het O. M. bij de rechtbank zijn
belicht.
Beklaagde ontkent het uitkappen van
het hout, doch een ander kan het wel
voor hem gekapt hebben, en is het
dus wel mogelijk dat een ander dat
voor hem gedaan heeft.
Het is dus wel mogelijk dat bekl.
door de voortdurende beschuldigingen
verontwaardigd op het oogenblik dat
Brekelmans zijn pijp aan stak en er
intusschen reeds een twistgesprek was
geweest hem met een hout den slag
heeft toegebracht welke doodelijk was
Het geheel van de verklaringen der
getuigen vult elkaar aan. en het is spr.
duidelijk dat bekl, niet de waarheid
zegt.
Spr. acht beklaagde schuldig aan
het ten laste gelegde en vindt de straf
door de rechtbank opgelegd niet zwaar.
De adv.-gen. eischte eveneens vier
jaar gevangenisstraf.
De verdediger mr. E. van Zinnicq-
Bergmann, betuigt deelneming met het
leed dat de familie Brekelmans heeft
getroffen.
Pleiter wijst er op, dat er niets op
kleeren of bijl van beklaagde gevonden
is. Niemand heeft 's morgens de bloed
spatjes gezien. Beklaagde heeft terwijl
met zijn gezicht in den emmer ge
dronken en is zoo van alles en veel
tijd over heen gegaan. Wat nu zouden
die spatjes nog kunnen beteekenen
't Is alles twijfel en géén bewijs. Van
wie was de fiets welke daar in den
sloot lag? Van beklaagde was ze niet,
want die had een damesfiets welke
aan den anderen kant van het bosch
lag.
Pleiter volgt dan in zijn pleidooi
dezelfde lijn ais voor de rechtbank.
Het briefje door den broer van bekl.
aan deze in de gevangenis geschreven
beteekent niets, want het valt niet te
verwonderen dat de broer zijn best
deed om beklaagde uit de gevangenis
te krijgen. De kranten wisten niets en
niemand wist wat, het is dus wel aan-
nemenlijk dat de broer bezorgd was
en daarom schreef: „Beken niets en
zeg ook niets aan je advocaat". Indien
beklaagde zegt en ook zijn broer wordt
er in betrokken dan moet er nog een
derde persoon zijn, die van de fiets.
Het is dan toch wel vreemd, dat met
hetmiscroscopisch onderzoek van dezen
tijd, niets gevonden is op de kleeren
van beklaagde, dat nergens de bijl is
schoongemaakt, nergens het hout ge
vonden is waarmede de misdaad zou
kunnen zijn gepleegd. Wegens gebrek
aan bewijs vraagt pleiter vrijspraak.
Houdt het gerechtshof beklaagde
voor schuldig, dan moet het misdrijf
toch in ieder geval in drift en niet met
opzet en voorbereiding zijn geschied
en verzoekt pleiter mitsdien clementie.
Aan beklaagde is het laatste woord.
Doch hij ontkent nogmaals iets te
hebben gedaan en Brekelmans niet te
hebben gezien.
„|e moet het zelf maar weten als je
deze houding aanneemt" besloot de
President.
De uitspraak werd bepaald op 26
januari a.s.
Abonneert LI op en Adverteert tn
,yDB ECHO VAN HET ZUIDEW\
het meeat gelegen blad in de Lang
straat en OmgmAmQ.
bonbons