Zaterdagavond ongeveer 11 uur is de schilder De Ruiter, Uit Gassclternij- veenschemond, die per fiets een onbe- waakten overweg bij Stadskanaal wou "oversteken, door een trein aangereden., Hij beliep ernstige verwondingen en is naar het ziekenhuis te Groningen ver voerd. Sedert 7 dezer wordt te Nijmegen vermist de 12-jarige Johannes H. Te Venlo zijn twee Duilschers aangehouden die in eenige winkels aan zienlijke inkoopen deden en betaalden met waardeloos papiergeld. Zaterdag-nacht omstreeks 12 heeft te Coevorden een ernstige vecht partij plaats gehad tusschen eenige jongelieden. De 21-jarige W. K. werd met een mes bewerkt. Men vreest voor zijn leven. Er hebben arrestaties plaats gehad. Hedenochtend is de D-trein Ber- lijn-Keulen in het station Herne op een stilstaanden dicht bezetten personen trein geloopen, tengevolge van den dichten nevel en duisternis. Tot nu toe zijn 21 dooden geteld en 30 tot 35 licht- en zwaar gewonden. Het ongeluk is vermoedelijk onstaan doordat de D.-trein een op haldstaand signaal door den nevel voorbij gereden is. Eenige maanden geleden is mede gedeeld, dat de autoriteeitn uitgebreide maatregelen genomen hadden om op 't spoor te komen van de daders, die zich schuldig gemaakt hebben aan een serie brandstichtingen in militaire gebou wen in de omgeving van Haarlem. Bij de forten te Spaarndam zijn in 1923 en 1924 twee houten loodsen door brand vernield, op de schietbanen te Over- veen werden twee houten gebouwtjes, schijvenloodsen, in de ascli gelegd. De aanwijzingen waren zeer duidelijk, dat brandstichters aan den gang waren ge weest. Dc genoemde gebouwtjes waren slechts van geringe waarde, maar in onze toen gedane mededeelingcn zin speelden wij er reeds op, dat hier blijk baar een bende aan het werk was, die ook niet voor ernstiger dingen terug deinsde. Nu kan het geen nadeel meer aan 't onderzoek doen, mede te deelen, dat het zeker is, dat ook de ontploffing in de kruitfabriek te Muiden, ten zui den van Amsterdam, aan opzet is te wijten. Tot nu toe was naar huiten steeds de indruk gewekt, dat hier aan een onge luk moest worden gedacht, maar hoe wel dit ook het eerste vermoeden was, is later komen vast te staan, dat een aanslag was gepleegd. De aanwijzin gen gingen in de richting van een anti- militairistische actie. Begin September zijn de politie-autoriteiten in Haarlem en omgeving bijeengekomen in een conferentie met de militaire autoritei ten, om maatregelen te overwegen om de daders te pakken en bovendien om te zorgen, dat geen nieuwe aanslagen werden gepleegd. Er werden maatrege len genomen, dat de belangrijkste mili taire gebouwen en voorraden bewaakt werden. In den forten-gordel werd ge regeld door militaire politie gesurveil leerd, terwijl ook nog andere voor zorgsmaatregelen getroffen waren. Bo vendien werd het onderzoek naar de daders meer stelselmatig voortgezet. De leiding daarvan werd opgedragen aan den heer De Ridder, commissaris van politie te IJmuiden. Reeds dade lijk was het vermoeden tegen verschil lende anti-militairisten gerezen. Men had echter geen voldoende bewijzen, om toen reeds in te grijpen. De verdach ten werden evenwel geregeld nagegaan. Vier maanden heeft het uitgebreide onderzoek geduurd. Tot nieuwe brand stichtingen in militaire gebouwen is 't evenwel niet gekomen. De autoriteiten waren nu zoover met 't onderzoek, dat tot ingrijpen besloten werd. Dit ge schiedde in overleg met den procureur- generaal bij de rechtbank te Amster dam. In alle stilte waren uitgebreide maatregelen getroffen om 'n groot aan tal communisten iji hechtenis te nemen. Dit geschiedde op grond dat er een on derzoek naar overtredingen van de wet op de vuurwapenen werd ingesteld. De autoriteiten hadden evenwel alle hoop, dat bij huiszoeking, die dan tevens zou plaats hebben, nieuwe aanwijzingen zouden worden gevonden in de zaak der brandstichting. De arrestaties en huiszoekingen hadden plaats in Sclio-., ten, Bloemendaal en Velzen. In het ge heel zijn ongeveer 15 communisten, waaronder ook 'n vrouw, gearresteerd. Bovendien zijn eenige andere bewo ners van den Slaperdijk ingerekend, in het geheel 7 of 8. Die arrestatie heeft, hoewel alles in de vroegte geschiedde, groote sensatie gewekt in Santpoort. De dijk ligt tegen over het café Limbach. Tegen 7 uur verscheen een autobus van den dienst BeverwijkWijk aan Zee en twee an dere auto's, bemand met een vijftiental marechaussee's, onder aanvoering van een luitenant. Het hoofdkwartier werd tijdelijk opgeslagen op de kruis'ing rijksstraatwegSlaperdijk. Alle ande re wregen waren ook inmiddels door rijksveldwachters en militaire politie afgezet, zoodat ontkomen onmogelijk was. Toen aan het huis van Van O. ge beld werd, deed de vader open. Dade lijk drongen de militairen binnen en gelastten de jongemannen, die nog te bed lagen op te staan en mede te gaan, teneinde een onderzoek in te stellen. Zonder verzet werd door allen daaraan voldaan. De overbrenging naar de ma rechaussee-kazerne te Beverwijk ge schiedde in de autobus en de automo bielen. Er was daarbij weer een sterk militair geleide. De arrestaties en de huiszoeking en later de overbrenging hadden onder veel toeloop van nieuws gierigen plaats. Behalve de drie zoons van Van O. werden aan den Slaperdijk nog gearresteerd Van W., I. K. en J. Z.; aan den Hagelingeweg te Velzen werd nog een andere zoon van Van O. gear resteerd. Bovendien hadden daar nog meer arrestaties plaats. AI die arresta ties geschiedden door militairen en rijkspolitie. De overbrenging had ook in een autobus plaats. Bij huiszoeking zijn verschillende dingen in beslag ge nomen in het huis van Van O. o.a. een uitgebreide correspondentie. Gistermorgen heeft een trein van Haarlem naar Hoofddorp bij den on- bewaakten overweg aan de Zomer- vaart de vrachtauto van den heer D. v. d. Bosch te Hoofddorp, aangereden. Het voorste gedeelte van de auto werd, met den motor, geheel verbrijzeld. Het achtergedeelte bleef staan. De chauf feur C. K. is gespaard gebleven. Hij had door den dikken mist den trein niet gezien en door het geraas van den motor van de auto den trein ook niet hooren aankomen. De verdwijning van den makelaar Busch. Op 22 October 1915 is te Amsterdam spoorloos verdwenen de toen 48-jarige makelaar A. C. Busch. Hij was iemand, die in den kettinghandel groote zaken deed en soms zeer berooid was; kort daarna, als hij weer eens een goeden slag geslagen had, zat hij weer ruim in zijn middelen. Hij handelde in alles en nog wat, en juist in den tijd van zijn verdwijning had hij hij weer belang rijke transacties afgdsloten en wist men dat hij over groote sommen te beschik ken had. Op genoemden datum heeft hij tege n den avond een bezoek gebracht bij den makelaar Van M., van wien bekend was, dat hij dikwijls samen met Busch zaken deed. Deze van M. woonde aan de Overtoom 123, een perceel, waar achter zich toen reeds een garage be vond, die toen echter nog niet in ge bruik was. Na dit bezoek is Busch ver dwenen. Nasporingen in alle richtingen zijn vruchteloos gebleven. Men bleef steeds de mogelijkheid aannemen, dat hij nog in leven was en naar Amerika was vertrokken. Het onderzoek van de politie leidde tot niets, termen om van Si., die wel verdacht werd van de zaak meer te weten, te arresteeren werden niet gevonden. Hoewel de zaak steeds de aandacht van de centrale recherche in beslag bleef nemen, kon na eenigen tijd van een geregelde voortzetting van het on derzoek geen sprake meer zijn, en moest de recherche zich bepalen tot 't elkens weer onderzoeken van geruch ten en praatjes, die haar bereikten, en die nooit op een enkel positief resultaat uitliepen. Totdat eenige maanden geleden op nieuw dergelijke geruchten opdoken, lie de recherche ertoe leidden, in den ^rond onder de garage van Overtoom 123 te gaan graven. De boel werd daar /pgebroken, zoogenaamd voor riolee- ingswerkzaamheden, en 'n groot aan bal putten werd er gegrayen. Zaterdagmiddag stuitten de werk- 'ieden op een groote pakkist, 90 cM. ang, 00 cM. breed en 50 c.M. hoog. On middellijk werd de chef van de recher che, de heer Pateer, gewaarschuwd; in zijn bijzijn werd de kist, die dicht ge spijkerd was, geopend en men deed daarin een vreeselijke vondst. Daarin !ag met opgetrokken knieën het ge- aamte van een man. geheel gekleed, met een overjas aan. De schoenen zalen nog aan de voeten; aan een der vingers vond men een ring met groote briljant, in den das 'n gouden dasspeld in den vorm van een vliegtuigschroef. Een en ander, benevens de initialen in de kleeding gevonden, deden 't onom- stootelijk vast staan, dat men het zeer zorgvuldig verstopte lijk had gevonden van den in 1915 verdwenen makelaar Busch. Boven de kist was eerst grond ge stort, en alvorens daar bij te komen, had men eerst een betonnen plaat moe ten verwijderen, van grootere opper vlakte dan de kist. Of deze er is aan gebracht door degenen, die 't lijk hier verborgen hebben, of er later is inge maakt staat nog niet vast, maar zal na tuurlijk bij het verdere onderzoek ge makkelijk blijken. Hetzelfde geldt van de gemetselde muurtjes, waartusschen de kist gevonden werd. Deze bevond zich feitelijk in een geheimen grafkel der, en als men ter plaatse niet zoo grondig aan het zoeken was gegaan, zou het lijk zeker nooit gevonden zijn, zoo lang de fundamenten van de garage bleven bestaan. Onmiddellijk na de vondst is de jus titie in de zaak gemengd en namen de subsituut-officier, mr. Reyding en de rechtercommissaris mr. Dous de lei ding van het voorloopige onderzoek over. Het lijk, waarbij of waarop geen geld is gevonden (het vermoeden was, dat Busch op den dag van zijn verdwijning 12.000 bij zich had) is eerst overge bracht naar het laboratorium van den politie-scheikundige, dr. van Ledden Hulsebosch om daar te worden gerei nigd en gebracht te worden in een toe stand, die schouwing mogelijk zal ma ken. Zondag heeft de politie Van M., die verhuisd is naar Purmerend, ontboden. Evenals 10 jaren geleden ontkende hij, iets van de zaak te wetenhij zeide, dat B. op den avond van 22 October 1915 bij hem was weggegaan zonder dat er iets was voorgevallen. Politie en justitie waren echter van meening, dat er termen waren, hem in bewaring te houden. Het zeer sterke vermoeden bestaat, dat de makelaar B. niet door één persoon is vermoord, dat althans verschillende personen bij de zaak betrokken zijn geweest. Nu 't lijk van den vermiste na 10 jaar gevonden is, de misdaad is vastgesteld, verzoekt de recherche te Amsterdam allen, die nadere mededeelingen zouden kunnen doen, doch deze tot dusver, om welke reden ook, voor zich hebben gehouden, zich op hel hoofdbureau bij den chef der centrale recherche te melden. Ingezonden Mededeelingen. RECHTSZAKEN. De doodslag te He&vofrf. In hcoger beroep werd voor het ge rechtshof de strafzaak behandeld tegen Hendrik Boom 31 jaar landbouwer, oeboren en wonende te Vlijmen, thans gedetineerd beklaagd van doodslag op den boschwachter Frans Brekelmans te Helvoirt. Het O M bij de rechtbank te Den Bosch had 8 jaar gevangenisstraf ge- eischt. Dc; rechtbank veroordeelde beklaag de tot 4 jaar gevangenisstraf terwijl het misdrijf werd gekwalificeerd als £ware mishandeling met doodelijk gevolg. Het gerechtshof was samengesteld als volgt: Jhr. mr. A F. O. van Sasse van Ysselt president Jhr Mr. Verheijen en mr. Vliegenthart raadsheeren. Mr. Vis- scher, advocaat-generaal. Jhr. mr. de Kuijper, substituut-griffier. Er waren Ij getuigen gedagvaard. Beklaagde had op 6 Maart 1924, terwijl hij verdacht werd van diefstal van hout uit de bosschen onder Hel voirt, den boschwachter die hem over het hout sprak met een bijl althans met een zwaar hout zoodanig op het hoofd geslagen, dat voormelden Bre kelmans spoedig overleed Als verdedigér was aanwezig mr. E. van Zinnicq Öergmann, advocaat en procureur te Den Bosch. Evenals bij de behandeling der straf zaak voor de rechtbank was er van de zijde van het publiek groote nieuws gierige belangstelling. Beklaagde, binnengeleid zag zéér bleek, doch antwoordde kalm op de hem gestelde vragen. Het vonnis der rechtbank waarvan zoowel de officier als beklaagde in hooger beroep waren gekomen werd voorgelezen, alsmede de overlijdens acte enz. Getuige J. J. Faro, wachtmeester der Kon Marechaussee te 's Bosch, heeft den beklaagde in het bosch bij den Disselberg onder Helvoirt aangehouden op den dag van den doodslag. Getuige zag op het gelaat van beklaagde drie opgedroogde bloedspatjes ter grootte van een speldenkop. Beklaagde had niets bij zich, geen bijl en geen ander voorwerp. Het was in den na middag. Getuige nam het lijk in beslag dat daar in het bosch lag Getuige dochter van den verslagene Brekelmans verklaart haar vader 's mor gens te hebben aangekleed. Brekel mans was wat hulpeloos door stijf heid. Vader was 's morgens nog goed gezond. Getuige trok hem een zwart manchester pak aan. Om 9 uur ging hij de deur uit. Ze wist dat hij 's morgens altijd eerst naar het bosch ging om te gaan kijken naar 't Heike of naar het Gemeentebosch, of daar Hendrik Boom, die verdacht werd van diefstal van boomen, iets had weggenomen. Vader had, toen hij ging, gezegd „ik ga eerst naar 't Heike." Boom had een hoop hout te duur gekocht en zocht toen blijkbaar goedkooper uit te komen door hout van een ander op den koop toe te nemen, althans van die wijze van doen werd beklaagde verdacht, die ook reeds vroeger voor diefstal heeft terecht gestaan Getuige A. F. van Rijswijk, burge meester te Helvoirt, verklaart dat Bre kelmans opdracht had op het hout in het bosch het oog te houden. Er was ten overstaan van den Notaris hout verkocht waarvan Boom een koop aan goeden prijs had gekocht Men kwam tot de ontdekking dat er een 200 tal boomen waren uitgekapt, waarvan be klaagde verdacht werd, dus werd er voortdurend op hem gelet. Brekelmans droeg geregeld een manchester pak en had steeds een stokje bij zich. Getuige jan van Zon, landbouwer te Haarsteeg, verklaart dat hij zich ter hoogte van het „Hoendernest" bevond en zag daar een ouden man zitten langs den kant. De oude had een stok bij zich, stond op en ging in de rich ting van het dorp Helvoirt. Eerst had getuige gedacht dat de man, die daar in loerende houding zat, een strooper was. Het was ongeveer 10 uur. Getuige Willem van Huiten, land bouwer te Cromvoirt verklaart in den morgen van 6 Maart ongeveer 10 uur een mannenstem te hebben hooren zeggen„Je hebt er afgekapt." De stem klonk boos. Een stem in Langstraatsch dialect antwoordde„'t Is niet waarGa anders maar mee naar den hoop om te kijken of er versch afgekapte bij zijn. Ik heb niets bij me, kom maar kijken." Getuige liep door zijn werk. Een half uur later hoorde hij iemand zeg gen„kalm blijven" Er kwam meer gerucht en vele menschen. Er was een ongeluk gebeurd blijkbaar. Getuige ging zien en niet ver van de plaats waar het gesprek tusschen de twee had plaats gehad lag Brekelmans ver inoord. Inmiddels was een priester gekomen. Een der omstaanders had dezelfde schelle stem met de Lang straatsche uitspraak als die uit het twistgesprek ovi r het gestolen hout. Getuige kende wel Brekelmans doch niet Boom. Alleen herkende hij bij Boom aan die stemman den Langstraat- sche Beklaagde ondervraagd, ontkent pertinent met wie ook een gesprek te hebben gehad. Getuige J. de Groot, landbouwer te Vlijmen verklaart 's morgens met een ander langs den zandweg in 't bosch te zijn gegaan. Hij zag Boom bezig met uitsleepen van hout Hij zag be klaagde echter niet kappen. In een kort gesprek met de voorbijgangers zeide bekl. dat hij zijn hout „mirakels duur" gekocht had Getuige S. Mommersteeg, zag ook in den bewusten morgen met voor melde getuige beklaagde bezig met dun hout uitdragen. Getuige verklaart nader alsvoor. Er lag een fiets langs den weg blijkbaar het rijwiel van Boom Brekelmans was daar niet. Getuige Willem Verhulst heeft hoop jes versch gekapt hout zien liggen tusschen het hout waar bekl. bezig was hout weg te sleepen Op5Maatt lag daar ter plaatse niets, daags daarna lagen er ook de versch gekapte boomen Getuige heeft Brekelmans dood zien liggen met een gat in het hoofd. Getuige mede-opzichter, ver klaart dat er nu geen hout meer in het bosch gemist wordt. Getuige G. J de Weerd, rijksveld wachter was tegen 10 uur in 't bosch gekomen met zijn zoonije die daar langs den weg in een greppeltje een fiets zag liggen. Daar ter hoogte stonden ook twee mannen te kibbelen, de een was wat langer dan den ander, die een pet droeg, grijs haar had en een stokje in de hand droeg, ze stonden vóór het bosch. Getuige ging door en hoorde 's mid dags van den moord. Hij zag Boom door de marechaussee wegbrengen en herkende Boom beslist als de man die met den ander 's morgens had staan praten. Toen getuige thuiskwam heeft hij van het gehoorde gekibbel tusschen de twee mannen verteld aan den veldwachter. Bekl. ondervraagd zegt: „Het is be slist niet waar, dat ik daar met iemand heb staan kibbelen. Hij vergist zich. Getuige A. van Rijzewijk, herbergier te Helvoirt, wonende Disselberg. ver klaart. dat bekl. bij hem in de herberg is gekomen en er zeer ontdaan uitzag. Hij vertelde in het bosch een dooden man gevonden te hebben. Hij vroeg een emmer water. Getuige bracht die en bekl. dronk aan den rand van den emmer. Bekl. vroeg aan getuige met hem mee te gaan. Getuige deed het en nam èn het water èn een glas mee. Ze kwamen bij het lijk dat nog warm was en dampte toen het werd omge legd. Er stond een frater bij het lijk. Getuige dokter C P J Hoek te Helvoirt, verklaart ter plaatsen geko men te zijn waar het lijk op den rug lag, nog warm en met een groote wond aan het hoofd. Bij de toediening van het H. Oliesel was het lichaam ver legd geworden. Getuige constateerde dat de schedel van den man gespleten was en de mishandeling met een hard voorwerp was toegebracht. Getuige J. J. van Laarhoven vernam toen hij per motor passeerde, dat er iemand vermoord was Boom stond bij het lijk De dokter had eerst de mee ning gehad, dat Brekelmans door een beroerte gevallen was, dat spoedig werd geconstateerd dat er een moord moest zijn gepleegd. Boom had een fiets met een bijl er aan gebonden. Bekl. zeide„Ik zal ook maar naar huis gaan, want werken zal niets meer uithalen. In onderling gesprek zeide bekl. verder: „Als je er het eerst bij bent dan zouden ze je wel eens voor den schuldige kunnen houden. Dokter Hoek was het niet opgeval len dat beklaagde bloedspatjes in het gezicht had. Pas 's middags toen hij hem weer zag viel zijn oog op de droge bloedspatjes. Getuige E. van Broekhoven, veld wachter, had Boom ondervraagd, die hem zeide het lijk gevonden te hebben en het zijn gaan zeggen in de herberg van van Rijzewijk. Getuige heeft bekl. gevisiteerd doch niets bijzonders op hem bevonden. Bij onderzoek bleek ook dat er versch afgekapte boompjes lagen bij het hout waar bekl. aan 't werk was geweest. Getuige geeft ver klaring van de plaats der misdaad en telefoneerde naar den Bosch tot het maken van foto's. Boom is nader weer ter plaatse gekomen met zijn zwager, doch de plaats van de misdaad was toen reeds afgezet. Een pijp en eenige lucifers lagen ongeveer in de nabijheid waar het lijk gevonden werd Beklaagde verklaart per fiets om 9 uur in 't bosch te zijn gekomen. Hij had de bijl bij zich om hout dat hem in den weg hing. weg te slaan. De bijl diende niet om boompjes te kap pen Bekl ontkent alles, heeft geen tuisten gehoord en heeft ook Brekel mans niet gez en PresidentJij was toch de belang hebbende om de man uit de wereld te hebben geruimd Geef dus aan- nemenlijke verklaringen dat jij het niet gedaan hebt Er zijn anders aanwij zingen. die het er ons voor doen hou den dat jij den man van het leven hebt beroofd. De adv.-gen. gaat de feiten in het kort ria, terwijl deze reeds uitvoerig door het O. M. bij de rechtbank zijn belicht. Beklaagde ontkent het uitkappen van het hout, doch een ander kan het wel voor hem gekapt hebben, en is het dus wel mogelijk dat een ander dat voor hem gedaan heeft. Het is dus wel mogelijk dat bekl. door de voortdurende beschuldigingen verontwaardigd op het oogenblik dat Brekelmans zijn pijp aan stak en er intusschen reeds een twistgesprek was geweest hem met een hout den slag heeft toegebracht welke doodelijk was Het geheel van de verklaringen der getuigen vult elkaar aan. en het is spr. duidelijk dat bekl, niet de waarheid zegt. Spr. acht beklaagde schuldig aan het ten laste gelegde en vindt de straf door de rechtbank opgelegd niet zwaar. De adv.-gen. eischte eveneens vier jaar gevangenisstraf. De verdediger mr. E. van Zinnicq- Bergmann, betuigt deelneming met het leed dat de familie Brekelmans heeft getroffen. Pleiter wijst er op, dat er niets op kleeren of bijl van beklaagde gevonden is. Niemand heeft 's morgens de bloed spatjes gezien. Beklaagde heeft terwijl met zijn gezicht in den emmer ge dronken en is zoo van alles en veel tijd over heen gegaan. Wat nu zouden die spatjes nog kunnen beteekenen 't Is alles twijfel en géén bewijs. Van wie was de fiets welke daar in den sloot lag? Van beklaagde was ze niet, want die had een damesfiets welke aan den anderen kant van het bosch lag. Pleiter volgt dan in zijn pleidooi dezelfde lijn ais voor de rechtbank. Het briefje door den broer van bekl. aan deze in de gevangenis geschreven beteekent niets, want het valt niet te verwonderen dat de broer zijn best deed om beklaagde uit de gevangenis te krijgen. De kranten wisten niets en niemand wist wat, het is dus wel aan- nemenlijk dat de broer bezorgd was en daarom schreef: „Beken niets en zeg ook niets aan je advocaat". Indien beklaagde zegt en ook zijn broer wordt er in betrokken dan moet er nog een derde persoon zijn, die van de fiets. Het is dan toch wel vreemd, dat met hetmiscroscopisch onderzoek van dezen tijd, niets gevonden is op de kleeren van beklaagde, dat nergens de bijl is schoongemaakt, nergens het hout ge vonden is waarmede de misdaad zou kunnen zijn gepleegd. Wegens gebrek aan bewijs vraagt pleiter vrijspraak. Houdt het gerechtshof beklaagde voor schuldig, dan moet het misdrijf toch in ieder geval in drift en niet met opzet en voorbereiding zijn geschied en verzoekt pleiter mitsdien clementie. Aan beklaagde is het laatste woord. Doch hij ontkent nogmaals iets te hebben gedaan en Brekelmans niet te hebben gezien. „|e moet het zelf maar weten als je deze houding aanneemt" besloot de President. De uitspraak werd bepaald op 26 januari a.s. Abonneert LI op en Adverteert tn ,yDB ECHO VAN HET ZUIDEW\ het meeat gelegen blad in de Lang straat en OmgmAmQ. bonbons

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 2