Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
FEULLETO
„NOOKD-BkABAND"
NUMMER 11
WOENSDAG 4 FEBRUARI 1925
48e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
GEMEENTERAAD.
WAALWIJK.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 30 Januari
des avonds ten 63/4 uur.
Voorzitter Edelachtb heer Moonen
Ongeveer 7 uur opent de Voorzitter
dej vergadering en deelt mede dat de
heer Eibers bericht heeft gezonden
door ongesteldheid verhinderd te zijn
deze vergadering bij te wonen.
Van der Geld. Naar aanleiding van
de notulen wensch ik even het woord.
Niet dat ik aanmerkingen op de notulen
heb, maar het is naar aanleiding van
de in de vorige vergadering door mij
gestelde vraag. Ik heb die vraag schrif
telijk gesteld, mijnheer de Voorzitter,
om den tijd te beperken en het voor
U toch mogelijk te maken een afdoend
antwoord te geven. Tot mijn spijt was
ik op het laatste moment verhinderd
de vergadering bij te wonen.
Voorzitter. Is het nu niet wat on
geschikt om daarover thans het woord
te voeren. Is dat niet beter op z n
plaats bij de rondvraag of beter nog
bij de algemeene beschouwingen, die
voor de behandeling van het Werk
liedenreglement worden gehouden. Of
stelt U er heel veel prijs op om het
nu te doen.
Van der Geld. Neen, dan kan ik
daar straks wel op terug komen.
AAN DE ORDE:
1. Ingekomen stukken,
a. Nota van aanmerking op de be
grooting door Ged Staten.
De heer Smolders vraagt of het wel
op z'n plaats is om daar nu over te
beslissen wijl de cijfers van de loom
tabel van de werklieden en ambtenaren
daarmede verband houden. Zooals men
het nu doet is het 't paard achter de
wagen spannen. Hij zou het daarom
op prijs stellen het concept-antwoord
nog niet goed te keuren alvorens de
punten 2 en 3 van de agenda zijn
behandeld.
Voorzitter. Het is m.i. geen bezwaar,
want keldert het voorstel, dan komen
er vanzelf andere cijfers indat is de
bedoeling.
Smolders. Ik heb ook gezien dat
Ged. Staten bezwaar gemaakt hebben
tegen de vergoeding die aan den Se
cretaris wordt gegeven als Secretaris
van de bedrijfscommissie en als secre
taris van het gas- en woningbedrijf 1
waarvoor hem in totaal f 600 salaris -
wordt gegeven.
Voorzitter. Deze kwestie is nog in
voorbereiding. Destijds heeft de Raad
besloten, omdat men van meening was
dat het salaris te laag is. dat op die
wijze een toelage kan worden gege
ven. Ged. Staten maken daar echter
aanmerkingen op omdat het in strijd
is met de wet.
Vermoedelijk zal er echter wel een
vorm zijn te vinden die het mogelijk
maakt den toestand in zekeren zin te
behouden.
Een schrijven van de Nationale
Commissie tegen het alcoholisme,
waarin verzocht wordt het aantal ge
legenheden voor openbare drankver
koop te willen verminderen, wordt
voor kennisgeving aangenomen, even
als een schrijven van den heer B.
Timmermans-Verschure waarin hij be
richt dat hij zijne benoeming als lid
van de Teekenschool-Commissie niet
aanneemt.
Verzoek van de Waalwijksche
Chroomlederfabriek v/h. fa. Van Dooren
de Greeff om achter haar bestaande
looierij een houten gebouwtje te mogen
plaatsen.
Voorzitter. Zonder toestemming van
den Raad kan dit volgens de bestaande
verordening niet worden gegeven.
Het voorstel van het Dag. Bestuur
is om de vergunning daartoe voor den
tijd van anderhalt jaar te verleenen.
De firma heeft iets onderhanden welks
proef anderhalf jaar zal duren en
daarvoor is dat houten gebouwtje
noodig om voor bergplaats te dienen.
Aan den Noordkant staan al verschil
lende houten gebouwen en daarom is
het de bedoeling van het Dag. Bestuur
dat na anderhalf jaar het in een
steenengebouw zal moeten worden
veranderd en het houten gebouwtje
zal moeten worden afgebroken.
Timmermans. Is het dan de be
doeling dat in de toekomst geen houten
gebouwen meer mogen worden gezet?
Voorzitter. Neen, dat is de bedoeling
niet, maar die buurt daar wordt door
al die houten gebouwen leelijk ontsierd.
Het gebouwtje wordt niet gemaakt van
geschaafd hout, maar van afval en nu
is het wel de bedoeling van Burg. en
Weth. om daaraan paal en perk te
stellen.
Timmermans. Het is toch aan geen
publieken weg gelegen en dan zou ik
het de industrie maar niet al te lastig
maken. Wat doet de schoonheid daar
achter nu aan af.
Voorzitter. Meer nog is het gedaan
met het oog op het brandgevaar, wat
met al die houten gebouwen absoluut
niet denkbeeldig is. Ik heb het woord
schoonheid ook nog gebruikt omdat
het niet zoo aangenaam is voor de
omwonenden als men altijd op die
onooglijke gebouwtjes moet aankijken.
Waarom zou het daar niet net zoo
goed ordelijk en zindelijk kunnen zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
daarna het voorstel van Burg. en Weth.
aangenomen.
2 Voorstel van Burg. en Weth. tot
wijziging van het Werkliedenreglement.
Voorzitter. Wenscht een der heeren
gebruik te maken van de algemeene
beschouwingen
Smolders. Alhoewel op de agenda
de wijziging van het werkliedenregle
ment en vaststelling van een nieuwe
salaris-regeling voor de ambtenaren en
een loontabel voor de werklieden in
2 punten is onderverdeeld, kan ik bij
de algemeene beschouwingen deze
beide punten niet gescheiden houden
omdat ze m.i. in verband met elkaar
beoordeeld behooren te worden. Als
een werkliedenreglement zeer gunstige
arbeidsvoorwaarden inhoudt, is zulks
bij mij niet zonder invloed bij de be
oordeeling van het loonbedrag, terwijl
het omgekeerde ook vaststaat.
Ik vraag daarom om over deze twee
voorstellen tegelijk mijne meening te
mogen zeggen.
De Voorzitter Om punt
3. Vaststelling van een nieuwe
den finantieelen toestand der gemeente
is zeker niet meer aanwezig zoo
als In 1924.
Dan komen hierbij nog de wijzi
gingen van het werkliedenreglement,
redactie wijzigingen noemen Burg. en
Weth. ze in het algemeen, en enkele
wijzigingen om het reglement aan de
conclusiën van het rapport der be
zuinigingscommissie aan te passen.
Doch die enkele wijzigingen betreffen
nog 6 artikelen en even zooveel ver
slechteringen, waaronder van zeer
ingrijpenden aard.
En dat is het juist waartegen mijn
bezwaren rijzen. Een loonsverlaging
en verslechtering van de arbeids
voorwaarden tegelijk. De wijze waarop
salarisregeling voor de ambtenaren, de laatste wijzigingen zijn behandeld
en goedkeuring van de door Burg. wil ik hier nog maar onbesproken
en Weth vastgestelde loontabel voorplaten
de werklieden in dienst dezer ge-1) Mijnheer de Voorzitter, indien bij
meente de artikelsgewijze behandeling geen
i tegelijk met punt 2 te behandelen, aanmerkelijke verbeteringen opgeno-
i daartegen heb ik geen bezwaar. men worden, zal ik tegen beide voor-
I Smolders. Gezien nu de aanmer- stellen stemmen,
kingen die Ged. Staten tot driemaal Voorzitter. Dat de behandeling wat
toe hebben gemaakt op de gemeente overhaast is gegaan is Uw eigen schuld
begroot'tng voor 1924 ten aanzien van omdat U in een vorige vergadering
de bij die begrooting voorgestelde sa- er op heb aangedrongen dat het
larisverlaging van gemeente-personeel, werkliedenreglement en de salaris-
waarbij in de derde aanmerking de regeling tegelijk zouden gebeuren.
nadruk werd gelegd dat de salarissen En dat moest heden gebeuren want
aan den lagen kant waren en met klem de salarisregeling kon niet langer
werd verzocht met de verlaging van uitgesteld worden en had U niet
salarissen alsnog een afwachtende ingegrepen, dan zou de behandeling
houding aan te nemen, wordt in het van het werkliedenreglement heden
voorstel van thans de 10 pCt. veria-1 nog niet aan de orde zijn gesteld. Als
ryrrp) ^WAAL-W
er valt te klagen dat het wat inder
haast is behandeld, dan mag U het
mea culpa wel uitspreken, wijl U
daarvan de schuldige is.
Smolders. Dat is heel gemakkelijk ge-
DOOP. ERVARING STERK-
ging in een vaste verlaging omgezet.
Als ik hierbij nog even in herinne
ring roep wat U, mijnheer de Voor-
I zitter, in de vergadering van 29 Aug.
11. ook mede namens de Wethouders
naar voren bracht, n.l. den raad ver- zegd maar ik ben me van die schuld toch
zocht om gevolg te geven aan dc niet bewust. Op die bewuste vergade-
derde aanmerking van Ged. Staten be- j ring is door mij wel gepleit om deze
treffende salarissen en loonen, en de twee zaken, die met elkaar ten nauwste
10 pCt. verlaging niet toe te passen, verband houden, tegelijk te behandelen,
de beide wethouders stemden toen ook maar ik heb daarbij niet aangedrongen
tegen, dan vallen mij, in een woord, om dit in een zeker tijdsbestek te doen.
de voorstellen van Burg, en Weth.Wel is door den heer Roggeveen
't verbazend tegen. Nog te meer, omdat1 gevraagd veertien dagen na de vorige
sinds de eerste voorstellen tot salaris- j weer een vergadering re doen houden,
i verlagingin 1923 door de bezuinigings- wat ik zelf ook wel wat vlug vond.
commissie eene aanmerkelijke stijging Uit mijne woorden viel dan ook
van het indexcijfer voor levensmiddelen niet anders te concludeeren, dan dat
heeft plaats gehad, Ook de noodzake- ik gesteld was op een gelijktijdige
lijkheid tot handhaving van de 10 pCt. behandeling van het werkliedenregie-
verlaging beschouwd in het licht van ment en de salarisregeling
25)
ra Laifslratlsrir Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden en*,
franco te «enden aan den Uitgever.
PrQ» der Advertentiön
20 cent per regel; minimum 1.50
Reclame* 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Advertentifin moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 0 aar in ons beait
■tja.
r i
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
EERSTE DEEL.
Alexis Monteray antwoordde niet... Hij
liet dien woordenvloed voorbijgaan zonder
hem te onderbreken.
De baron ging immer voort met spreken,
maar, daar niemand hem antwoordde, zag
hij weldra de noodzakelijkheid in te zwij
gen.
Trouwens de brief die in zijn zak stak,
wekte zijne nieuwsgierigheid op en hij was
ongeduldig om er den inhoud van te kennen.
Ik zie dat ik onbescheiden geweest ben
en ga heen. Gij hebt met mijnheer over za
ken te spreken die u alleen aangaan. Aan
vaard mijne verschooningen en mijne groe
ten. (Jij zult mij terugzien, al9 gij wilt, ba
ronnes, op het uur van het middagmaal.
De ellendeling, mompelde Alexis, toen
hij alleen was met de arme moeder. Ha,
mevrouw, ik geloof mij niet te bedriegen,
gij hebt alles te vreezen van hem.
Wat kan hij mij nog doen? zuchtte me
vrouw Cazéres. Ik ben ganscli ten onder ge
bracht en verplicht van mijn werk te leven.
Maar dat alles i9 niets, spreek mij van mijne
dochter, mijnheer, van mijne Renée. Ach,
mijnheer, ik kan nog niet aan mijn geluk
gelooven.
Het is nochtans de waarheid die ik u
zeg, zij leeft, herhaalde Alexis.
En hij begon dan het verhaal van de eer-
looze misdaad, het verhaal van de voorbe
reidende schipbreuk van de Ebbenhouten
Brick met het inzicht zich van de arme
Renée te ontmaken.
Middelerwijl ha l baron Cazeres het hotel
verlaten, hij volgde de Sint-Ouenlei, en
deed den beruchten brief open.
„Het betreft uwe dochter". Deze woorden
trokken aanstonds zijne bijzondere aandacht.
Diavolo, mompelde hij. Wat wil dat
zeggen? Indien die arme Renée
Zich op het voorhoofd tikkend, hernam liij
na een oogenblik overweging:
Wel, ik ben een dwaas. Het betreft uwe
dochter, mevrouw, dat is klaar Hoe, Is zij
gered? Maar zie, dit i9 van ondergeschikt
belang. Het voornaamste is dat zij op het
oogenblik levend is.
f Na eene poos vervolgde hij nog:
Nu moet ik kost wat kost Wladimir
Paloutine terugvinden. Ziedaar, een nieuws
dat hij mij met hopen gouds zal betalen.
Maar waarom heeft Gabrielle mij dit nieuws
verborgen gehouden? Waarom verbergt zij
mij het bestaan van Renée? Daar steekt
achter dat alles nog een geheim is dat ik
niet doorgronden kan.
Ja, ik moet daar met Paloutine over spre
ken, maar waar zal ik dien schatrijken graaf
vinden? En dan, om hem te zoeken moet ik
geld hebben. Ik kon er aan Gabrielle vragen,
maar zij heeft er geen.
De baron ging dan verschillende bezoeken
in Parijs afleggen en wist hier en daar nog
eenige goudstukken te verzamelen.
Toen hij uit zijn geldnood gered was,
stapte hij in een rijtuig en liet zich naar het
vervallen hotel op de Sint-Ouenlei voeren.
Ik moet de baronnes nu van dichtbij
bewaken, zeide by bij zich zeivenhet is
duidelijk dat die Monteray haar de plaats
heeft doen kennen waar Renée zich bevindt.
Indien ik dat gelieim aan Wladimir kon le
veren zou dat den prijs van den koop aan
zienlijk verlioogen. Het zal niet gemakkelijk
zijn Gabrielle te doen spreken, want zij
vermoedt natuurlijk waarom ik mijne stief-
dochter zooveel belangstelling toedraag.
Nochtans het moet zyn en het zal zijn.
1 In het hotel ontving Rosalie den baron
met de grootste welwillendheid,
i Mevrouw de baronnes is zooeven uit-
gegaan, zeide zij, zij is werk terugbrengen.
Zij vreesde nogal lang te moeten afwezig
zijn. Wil mijnheer de baron in afwachting
het middagmaal gebruiken.
De baron at met smaak en z»er langzaam,
daar hij voor het oogenblik niets te doen had
dan op de baronnes te wachten.
Deze keerde nog altijd niet terug.
Verduiveld, zij heeft wel veel tijd noo
dig om haar werk te leveren, zeide hij einde
lijk bij zich zeiven.
Daar hij tenslotte moede werd tevergeefs
op zijne vrouw te wachten, ging hy de stra
ten van Parijs doorkruisen, ter opzoeking
van Wladimir, maar hij kwam al spoedig
tot de overtuiging dat graaf Paloutine zich
niet op de oevers bevond die door de Seine
bespoeld worden.
Maar toen hij 's avonds terugkeerde in het
hotel van de Sint-Ouenlei, bevond hi) zich
tegenover Rosalie Chapuis, die hem op spy-
tigen toon zeide:
O, mijnheer de baron, ik heb daar aan
stonds een briefje ontvangen van mevr. de
baronnes.
En wat schrijft zij?
O, een nieuws, dat voor u. mijnheer de
baron, mij waarlijk pijnlijk is, daar het u
voorzeker onaangenaam zyn moet het te ver
nemen. Zij zegt dat zij niet thuis zal komen
voor het avondmaal.
Ha, zy veroorlooft zich in de stad te
blijven eten en zulks, zonder mij te verwit
tigen.
En grommend voegde liy er bij
'tls goedIk zal op haar wachten.
Wel, mijnheer de baron, bemerkte Ro
salie eenigszins spottend op, mevr. de ba
ronnes zal ook hier niet komen slapen.
Zy is dus vertrokken, riep Andree woe
dend.
Ik weet er niets van, mijnheer de ba
ron, mevr. de baronnes heeft mij daar geen
woord van gezegd
Cazéres balde de vuisten van woede en
zeide op bitteren toon
Ik heb mij laten bedriegen gelijk een
onnoozelaar.
Ditmaal bewees een schaterlach van Ro
salie hem dat hij de waarheid geraden had.
VI.
GELUK EN ONGELUK.
Het leven dat baron Cazéres nu leidde,
was alles behalve aantrekkelijk. De Speel-
kring, die zijn voornaamste inkomen was,
zelfs dan wanneer liij bi) het spel verloor,
daar hy altijd een middel vond om aan an- dat graaf Wladimir Paloutine zich te Parijs
deren geld te ontfutselen, de Speelkring
was voor hem gesloten en hij wist niet meer
wat aan te vangen.
Het schandaal was spoedig bekend ge- J
weest.
En de blikken keerden zich van hem af.
niemand gaf hem de hand, in een woord, hij
kon zich niet meer op de boulevards wagen,
zonder eene min of meer erge beleediging
te ondergaan.
De honger jaagt den wolf uit het bosch
zegt het spreekwoord. Voor hooswichten en
ellendelingen, gelijk Andréa Cazéres, is hy
een verschrikkelijke raadgever.
1 Mevrouw Cazéres en Renée waren het
eerst het voorwerp zijner woede en zijner
bedreigingen,
j O, hij was een geduchte misdadiger, die
niet heter vroeg dan, mits betaling, Wladi
mir Paloutine in een nieuwen moordaanslag
te helpen.
Maar zie, hy was onvindbaar, die Palou
tine en Cazéres, zonder geld op zak, slecht
1 en slordig gekleed, met een vettigen hoed op
het hoofd en versleten schoenen aan de voe
ten, verkondigde, om zoo te zeggen, aan al-
len die hem ontmoeten, dat hij niet alleen
in geldnood verkeerde, maar ook honger
leed.
Nu en dan. nochtans, wist hij hier en daar
nog eenige franken te krijgen, maar hij
vond zich verplicht de verdachte koffiehui
zen en slecht befaamde speelkrotten te be-
I zoeken om zijn geluk te beproeven en hij ge
legenheid valsch te spelen.
Nog altijd vernam bi) geen nieuws van
j Wladimir.
Hij had brief op brief naar Ny-Slott ge
zonden, zelfs getelegrafeerd, hetgeen zeer
kostbaar was voor hem, en toch had hij
geen antwoord ontvangen.
Op zekeren morgen terwijl hij over zijn
toestand nadacht, en een middel zocht om
er eenige verbetering in te brengen, sloeg j
bevond sinds daags te voren. De graaf had
een huis gekocht op de Pergolèselei en was
daar afgestapt.
Trillend van vreugde verliet liy het ge
zantschapsgebouw.
Pergolèselei, zeide hij. 't Is nogal ver
af. Maar ik zal er nog bijtijds aankomen
om er het middagmaal te gebruiken. Ha,
die goede Wladimir. Waarlijk, ik zal zeer
gelukkig zijn hem weer te zien.
Hy streek zijn knevel op, richtte zijne
gestalte wat op en zette zijn vettigen hoed
eenigszins op zijde. Hij was dezelfde man
niet meer. Hy was overtuigd van zijn geluk.
Er kwam een einde aan zijn slechte dagen...
Want hy had nu den troef in handen die
hem het spel moest doen winnen.
Toen hy het huis naderde, geheel in ge
dachten verslonden, wierp een geweldigen
stoot hem ten gronde.
Een rijtuig dat in volle vaart kwam aan
gereden had hem verrast, hoewel de koet
sier zich geen moeite gespaard had om hem
te waarschuwenen toen hy gansch bevuild
en woedend opstond, gereed om den koetsier
eenige grove scheldwoorden naar het lioofd
te slingeren, stond hy tegenover Wladimir
Paloutine.
De graaf, met een viltlioed op het hoofd
en In morgenkostuum, beproefde eèn koppel
prachtige paarden, die hem door een make
laar te koop geboden werden.
Andrea onderdrukte aanstonds zijne kwade
luim en poogde te schertsen.
Diavolo, sprak hy. den graaf de hand
toestekend, gij spaart de menschen niet. Bij
na werd ik overreden en dangij had geen
schoonvader meer.
Paloutine keek hem met zulk een koelen
en hitteren blik aan, dat Cazéres volkomen
goed begreep welk een slechten indruk zijn
onverwachte komst) op zijn schoonzoon
maakte.
Wel toch, gromde hy tusschen zyn tan-
hy zich eensklaps tegen het voorhoofd. den. het schynt dat het hart van dien dier-
Waariyk, riep liy uit, ik ben de domste, baren Wladimir voor geen erkentelykheid
domkop.
Met vluggen stap richtte hy zich naar de
Grenelle-Saint-Germainstraat en bleef staan
voor no. 79, het gebouw van het Russisch
gezantschap.
Daar werd hem op zyn vraag geantwoord
vatbaar is. wy zullen dat wel zien. Ik zal
zyn geheugen moeten opfrisschen.
(Wordt vervolgd.)