ii la a li a n i
Toegewijd aan
Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
jonge vrouw.
FEULLETON
,NOO£D-BRABAND"
NUMMER 12
ZATERDAO 7 FEBRUARI 1925
48e JAARGANG.
*enda
j den
jeluk-
U en
5 een
:hoon
5 ver-
t den
leurig
>oring
lierbij
is dit
loting
ng en
moet
irden.
unten
eid is
imum
t jaar
in ons
onder
d, dat
ïaken,
slotte
leden
onden
goede
als hij
engste
n den
>or de
em en
;n on-
at zijn
Staten
5.
Staten
eener
0000.-
Staten
imsten
tgaven
188 98.
Je. dat
ente
n orde
edroêg
en van
rie van
die ge-
op de
oor dit
aan te
nd. Als
nomen.
iseerde
ze ge-
steun-
of voor
5 voren.
salaris
;n voor
ng aan
rop wel
larissen
oeger
ens uit
end jaar
rover te
oting is
>m daar
vragen
orzitter.
van der
n. Toen
ïreenigd
van den
Na de
worden.
:rg hoog
n Hier
iren. de
ninderd.
dders te
zij dit te
w, zij tot
en over-
oor een
s andere
jaren de
n, welke
ter en.
n
moesten
moesten
emoeien.
rider een
n zielen-
is boven
omen de
conditie.
besloten
:n voor
e nemen.
aar voor
het ieder
stgesteld.
g om dit
snaren te
lijn plicht
\,r
besluit is
I J"
ervolgd.)
vj
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
HET SOCIALISME ALS WETEN
SCHAP.
Zooals reeds is gezegd in ons vorig
artikel, steunt Marx op de „mate
rialistische geschiedenis-opvatting"van
Feuerbach.
Hierop doorredeneerend wil Marx
het bewijs leveren dat onze tegenwoor
dige kapitalistische maatschappij nood
zakelijk moet leiden tot de socialisti-
sche samenleving.
Ik verwees ook reeds in ecu vorig
artikel naar de leer van de meer-waar-
de.
Wanneer wij over „waarde'' spreken,
kunnen we daarbij onderscheid maken
tusschen gebruikswaarde en ruilwaar
de.
Wanneer iemand een zak aardappe
len in zijn bezit heeft, dan kan hij die
als voedsel „gebruiken". Die aardappe
len hebben voor hem als zoodanig een
zekere waarde. Men noemt ze de ge
bruikswaarde. Hij zou ze eelitei ook
tegen tarwe kunnen omruilen, of wat
op hetzelfde neerkomt, verruilen tegen
geld, dus verkoopen. Ook in dit geval
hebben ze voox- hem waarde, n.l. een
ruilwaarde.
Juist over deze ruilwaarde is het,
dat Marx een onjuiste stelling opzet.
Hij redeneert hierover als volgt:
Een waar heeft enkel ruilwaarde
wanneer daarin menschelijken arbeid
ligt besloten. En nu bepaalt de boe
veelheid van dien menschelijken arbeid,
de groote der ruilwaarde. Hoe meer ar
beid er in ligt opgesloten, hoe hooger
de ruilwaarde. Aldus komt hij tot zijn
beroemde, doch tevens onjuiste stel
ling: Twee waren die dezelfde hoe
veelheid maatschappelijk noodzakelij
ken arbeid bevatten, hebben ook de
zelfde ruilwaarde.
Nu redeneert hij door en past zijn
stelling toe op de menschelijke arbeids
kracht, de arbeidskracht van den loon
arbeider, die zelf geen productiegoede
ren bezittend, zijn werkkracht als het
ware verkoopt aan hem, die die pro
ductiegoederen wèl bezit.
Wanneer hij hier zijn indeeling
26)
maakt van gebruikswaarde en ruil
waarde, zegt hijde gebruikswaarde is
een geschenk van de natuur. Het kost
den arbeider niets, doch de kapitalist
doet er zich een groot voordeel mee.
De ruilwaarde wordt bepaald door de
waarde van de levensmiddelen, die tot
versterking en instandhouding der ar
beidskracht gemiddeld noodig zijn. Nu
betaalt de kapitalist de ruilwaarde,
doch 't is hem te doen om de gebruiks
waarde, om de bron te zijn van meer
waarde dan zij zelf heeft.
Bedraagt, aldus Marx in „das Ka-
pital", de waarde der levensmiddelen,
die een werkman gewoonlijk behoeft,
drie gulden, dan is dit de riulwaarde
van den arbeid en dus tevens het loon
dat liij daarvoor bekomt. Een deel van
den arbeidstijd, b.v. zes uren, heeft de
arbeider noodig om de waarde die hij
in den vorm van geld (drie gulden) ont
vangt in anderen vorm te produceeren.
Dit is de noodzakelijke arbeidstijd.
Maar de arbeider moet langer werken.
Deed hij dat niet, dan zou de kapitalist
geen meer-waarde behalen. Het is voor
hem dus maar zaak de duur van den
arbeid boven den noodzakelijken ar
beidstijd te verlengen.
Op deze wijze wordt de meerwaarde
omgevormd tot kapitaal.
Dit wordt onderscheiden in een vast
en een vlottend gedeelte. Het vaste ge
deelte dient dan voor den aankoop van
grondstoffen, voor machines en gebou
wen. Het vlottend gedeelte is het loon
dat aan den arbeider wordt betaald.
De verhouding nu tusscben de meer
waarde en bet Vlottend kapitaal,
noemt hij de meer-waarde-voet, die des
te grooter is, naarmate het aantal ar
beiders grooter is en naarmate het
overschot van den werkelijken arbeids
tijd boven dien van den noodzakelijken
arbeidstijd grooter is.
Door den winst-voet verstaat bij de
verhouding van meer-waarde en het
geheele kapitaal, dus vast en vlottend
te samen.
Is b.v. het vaste kapitaal 10.000,
het vlottend kapitaal 2.000 en de
meerwaarde 2.000, dan is de winst
voet dus 20 pet., terwijl de meer-waar
de-voet 100 pet. bedraagt.
De samenstelling van het geheele
kapitaal, de verhouding dus van vast
en vlottend gedeelte is bij de verschil-
lende kapitalen (hier bedoeld als ge
heele kapitalen) zeer verschillend, dit
hangt n.l. voor een groot gedeelte af
van de soort van industrie. Daarom,
zegt Marx, moet bij verschillende kapi
talen de winst-voet zeer verschillen
als de meer-waarden gelijk zijn.
Het steeds meer en meer gebruik ma
ken van zeer practisebe machines, zegt
hij dan verder, heeft den arbeider tel
kens meer uitgeschakeld en daardoor
de werkloosheid bevorderd en derhalve
een industrieel reserveleger geschapen,
waardoor de loonen als van zelf laag
blijven. Hij noemt dit de logische ge
volgen van de kapitaalsopliooping.
Doch onder het kapitaal lieerscht de
concurrentie. De eene concurrent zal
de andere overwinnen. Er zullen er
steeds minder overblijven, terwijl het
getal der onderdrukten steeds grooter
wordt. En het natuurlijk gevolg, pro
feteert deze socialistische prediker dan
verder, zal zijn dat het kapitaal zal
bersten uit de handen van die enke
lingen.
Als Marx aldus z'n heele wijsgeerige
warwinkel heeft geëtaleerd, plaatst hij
op een li oogen troon z'n electrische
reclame-kwast: „de toekomststaat",
als een wonder van de onmogelijkste
menschenfantasie.
De eigendom van alle productiemid
delen zal gemeenschappelijk zijn. Daar
toe zal men komen door de kapitalis
ten te onteigenen.
De exploitatie der arbeidersmidde
len zal gemeenschappelijk worden. Sa
menwerking van vrije arbeiders in van
staatswege ingestelde organisatie op
democratischen grondslag.
De opbrengst van den arbeid is ge
meenschappelijk en zal eensdeels moe
ten worden aangewend voor nieuwe
voortbrenging, anderdeels moeten wor
den verdeeld. Aanvankelijk zal deze
verdeeling moeten plaats hebben vol
gens de hoeveelheid geleverde arbeid,
doch later zal dit kunnen geschieden
volgens den maatstaf van eenieders
behoeften. Dit laatste zal pas kunnen
plaats hebben, wanneer het socialisti
sche menschdom zoover is gestegen,
dat de arbeid niet meer zal beschouwd
worden als het aangewezen middel om
in het levensonderhoud te voorzien,
doch deze veeleer voor elk mensch een
behoefte is geworden, waartoe hij on
weerstaanbaar wordt gedreven.
Ja, waarlijk, een schoone toekomst
daad heeft hij ons voorgedroomd, doch
jammer genoeg voor z'n toekomststaat,
heeft hij de allereerste voorwaarde
daarvoor vergeten. Wij leven nu een
maal niet in een wereld van heiligen,
doch in een wereld van gewone men-
schen. En in een menschenwereld kan/Minister van Financiën om de diensten
voorschriften ten aanzien van de
uitoefening der geneeskunst.
Bij de Tweede Kamer is een
wetsontwerp ingediend, houdende be
palingen omtrent het met openlijke
aanprijzing in het verkeer brengen van
middelen tegen ziekten.
De wijziging der Successie
belasting kan spoedig worden tege
moet gezien.
Eerstdaags is tegelijk met het wets
ontwerp tot heffing eener weelde
belasting te verwachten de indiening
vaH wetsontwerpen tot verlaging van
sommige directe belastingen.
Het in Limburg tusschen Maas
tricht en Maasbracht aan te leggen
kanaal zal den naam dragen van
Juliana-kanaal.
Wij hebben indertijd bericht, dat
de Nederlandsche stoomtram Bergen
op Zoom—grens en de Belgische Mij.
Antwerpen-Santaliet onderhandelingen
voerden tot inrichting van een directe
snelverbinding Bergen op Zoom
Antwerpen.
De besprekingen zijn thans zoo ver
gevorderd, dat binnenkort een proef
zal gedaan worden met een snelver
binding Bergen op Zoom—Antwerpen
's morgens en een in omgekeerde
richting 's avonds.
Het ligt in de bedoeling van den
l^^WAA LW
DOOR ERVARING STERK-
men zulke dingen wel droomen als za
lig tijdsverdrijf, maar is 't onzin z'n
krachten te geven aan iets dat onmo
gelijk te verwezenlijken is. En dat is de
„socialistische toekomststaat". Nog
eens, Marx heeft de eerste voorwaarde
vergeten, n.l. om van de mensclien, die
later zijn toekomststaat zullen moeten
vormen, heiligen te maken, ja wat er
ger is, z'n materialisme zal ze nood
wendig verder van die noodzakelijke
heiligheid afvoeren, doch hierover later.
A. VAN -DER PLUIJM.
veranderinggeldswaarde van ons.
der Directe Belastingen en der Regi
stratie samen te voegen ten einde tot
een zoo practisch en economisch
mogelijke werking dezer beide diensten
te geraken.
Voor het publiek zal deze samen
voeging in zooverre merkbaar zijn,
dat de regeling der aanslagen van de
Rijksinkomstenbelasting en van de
Vermogensbelasting in één hand komen.
Het publiek zal dus bij bezwaren
omtrent aanslagen in de Vermogens
belasting en in de Inkomstenbelasting
voor zoover betreft inkomsten uit het
Vermogen niet meer zooals tot nu toe
met twee inspecteurs, nl die der
Registratie en die der Inkomstenbe-
BUITENLAND.
De Minister van Financiën heeft
gistermiddag de commissie, die de I lasting, doch slechts met één inspecteur,
mogelijkheid zal onderzoeken, om den J die over beide diensten gaat, te maken
bestaanden tabaksaccijns te vervangen
door eèn belasting op de ruwe tabak,
geïnstalleerd.
Een wetsontwerp is bij de Tweede
Kamer ingediend betreffende nadere
hebben.
en Lanxxlrailsfkf Courant
Dit blad verwcütJnt
WOENSDAG EN ZATERDAG
Abounemenrsprtjs per 3 maanden 1.25.
Franco per poot door bet jreheele rtjk 1.40.
Brieven. Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
PrfJ» der AdvertentlBn
20 cent per regelminimum 1.50
Reclame* 40 cent per regeL
BtJ contract flink «rabat.
AdvertentlÖn moeten Woensdag en VrtJdag
des morgens om uiterlijk 0 aar ln ons bealt
atjn
ven „DE ECHO VAN HET ZUIDEN
EERSTE DEEL.
Zicli aanstonds opnieuw tot PaloutinA
richtend, die het stilzwijgen bewaarde, zei\
de liy op byna gebiedenden toon
Beste graaf, gy zult my wel gedurende
eeuige oogenblikken de gastvryheid willen
geven, want uw gespan heeft rny in een
deerniswaardigen toestand gebracht.
Wladimir poogde den ongewenschten be
zoeker te doen begrepen boe zyn komst on
aangenaam was.
Ik heb op dit oogenblik geen tyd u te
ontvangen.
Cazéres, wiens oogen vlamden van woede,
legde hem met een gebaar het stilzwygen
op.
Ha, beste man, mompelde by, ik zal u
dat anders leeren en wel onmiddeiyk.
Dan sprak by luidop
Gy zult zoo goed zyn die paarden een
andermaal te beproeven. Ik moet u zonder
uitstel spreken.
De meesterachtige toon waarop Cazéres
sprak, deed eindelyk eene zekere onrust in
den geest van Wladimir opkomen.
,Ta. hernam Andréa, ik kwam tot u om
te spreken over die arme Renée, myne
dochter, wier geheimzinnige dood
Wel, baron, onderbrak de graaf inder
haast, terwyi by den arm van Cazéres greep,
wel, gy hebt my niet goed verstaan. Ik heb
u gezegd dat een belangryke zaak my bezig
hield, maar binnen een paar minuten beb
ik ermee gedaan.
Daarop leidde hy zelf Cazéres het huis
binnen.
Er war^n daar nog verscheidene werk
lieden, bezig met het plaatsen van meubels.
Ik zie met genoegen, sprak de baron,
dat gy u te Parys vestigt. Gy kondt er zeker
niet toe besluiten op Ny-Slott te blyven wo
nen, daar bet ginder, naar gy my zelf ge
zegd hebt, te eenzaam en afgezonderd is. Ik
betreur alleen niet verwittigd geweest te
zyn van die beslissing, ik zou u met myne
raadgevingen hebben kunnen bystaan.
Dat alles was op zeer eenvoudigen en na
tuurleken toon gezegd.
In werkelykheid, Cazéres handelde eenigs-
zins op goed geluk. Om aan de beleedigende
minachting waarmede Wladimir hem ont
haalde een einde te maken had by toeval
lig van „geheimzinnige dood" gesproken
hy vond nu dat deze beide woorden een groo-
ten indruk gemaakt hadden, maar in den
grond wist hy niet waaraan zich te houden.
Hy wist niets van de misdaad, of liever
van- de misdaden van Wladimir.
Door de dagbladen had hy de dood van
den prins Dèmetrius Sivachoff vernomen
I en ook dat graaf Paloutine het overgroote
fortuin van den overledene erfde.
Op dezelfde wijze was het nieuws van den
dood van Renée hem toegekomen, met dit
der schipbreuk van de Ebbenhouten Brick.
Maar de woorden „geheimzinnige dood"
op goed geluk uitgesproken, hadden hem diep
ontsteld.
't Was klaarbiykelyk dat, in de party
welke tusscben de twee mannen ging ge
speeld worden, Cazéres van meet af de
hoogste troeven in handen had.
Op het oogenblik, dat hy, voorafgegaan
door graaf Paloutine, een ruime met kost
baar tapytwerk behangen voorzaal binnen
trad, liet de baron zich een uitroep van ver
rassing ontsnappen.
Eene jonge, zeer schoone vrouw, stond
recht tegenover hem, hem aankykend met
hare glinsterende oogen, waarin hy een min
achtende nieuwsgierigheid lezen kon.
Zy droeg het Finsehe kostuum, met zwart
fluweelen boveniyf, geborduurd met heldere
z.yden bloemen, geboord met breede galons
van mat goud en het nationaal hoofddeksel,
de sierlyke kakochniek met gesteenten en
paarlen versierd.
Met de onbeschaamdheid die hem eigen
was, zette de baron zyn lorgnet op en liet
MAATSCHAPPIJ VAH VERZEKERING OP HET LEVEN
zich een uitroep van bewondering ontsnap
pen.
Hy aanschouwde Sophie Mosser met by-
zondere aandacht.
Het rood der gramschap kleurde het voor
hoofd der schoone jonge vrouw, terwyi een
aanval van scliieiyke woede de oogen van
Paloutine deed vlammen.
Asa, zei deze op brutalen toon; zflt
gy zinneloos, baron? Wat beteekenen die
manieren? Ik weet niet wat my weerhoud
u door myne knechten op straat te doen
werpen.
Cazéres haalde de schouders op. De be
dreiging van Wladimir ontstelde hem in het
geheel niet
Ontdoe u toch eens en voor altyd van
die leelyke gewoonte van altyd en in alles
te willen bevelen en te dreigen, sprak hy
met spottende stem, ik heb u dat reeds
honderdmaal gezegd.
Paloutine opende de deur van een klein
salon en Cazére9 voor zich latende binnen
gaan, bleef hy tegenover liera staan, zonder
hem uit te noodigen in een leunstoel plaats
te nemen, om hem aldus te toouen dat het
onderhoud van korten duur zyn moest.
Sophie Mosser, wier nieuwsgierigheid ten
hoogste opgewekt was door de komst van
dien man, die, ondanks zyn slordige klee
ding, zoo stoutmoedig en meesterachtig
sprak, drong achter haren heer en meester
eveneens in het salon en begon de meubelen
te schikken, juist alsof dit op dat oogenblik
noodzakeiyk was.
Wladimir had aanstonds de armen over
de borst gekruist en zeide met een stem die
van woede trilde:
I Baron, ik heb veel geduld met u gehad,
niet waar?
Ik heb ruim al myn verbintenissen ver
vuld. Gy kondt rustig leven, maar gy zyt
voortgegaan met spelen, met te verliezen,
i en nu zyt gy dieper nog gevallen dan toen
j ik u ter hulp gekomen ben. Ik denk dat gy
zult begrypen dat de omstandigheden nu
geheel veranderd zyn en dat onze betrekkin
gen een einde moeten nemen. Ik verzoek u
dus den weg naar myne woning te vergeten
want ik moet u verwittigen dat gy voortaan
j myne deur gesloten zult vinden.
I Gedurende deze korte redevoering had
Cazéres ongenoodigd plaats genomen in een
grooten en gemakkeiyken leunstoel, by de
bedreiging van „myne deur zult gy voortaan
gesloten vinden", liet liy zich dit enkel be-
leedigend en onbeschaamd woord ontvallen
Gelooft gy dat?
Terzelfder tyd trotseerde hy met strak-
ken blik de woedende oogen van Wladimir.
Voor de tweede maal voelde deze zich met
onrust bevangen.
Welk wapen heeft hy dan in zyn bezit?
vroeg hy zich af; hy verkeert in de diepste
armoede, dat is duideiyk en ondanks zyn
ellende schynt hy tegenover my zich den
sterkste te gevoelen.
Cazéres hield zich, inderdaad, volstrekt
kalm in zyn leunstoel, onder het bereik van
zyne hand, op een eiken tafel, bevonden zich
geurige sigaren, waarvan hy er een aanstak
en ging dan opnieuw met gemak achterover
in den leunstoel liggen.
Deze sigaren zyn uitmuntend, graaf,
zeide hy eenvoudig.
De graaf plaatste zich woedend en in een
uitdagende houding tegenover den baron en
zeide
Hebt gy my dan niet begrepen?
Maar de andere antwoordde met een rus-
tigen glimlach
Volkomen goed. Gy hebt my bedreigd
my door uwe knechten aan de deur te laten
werpen. Gy hebt rny gezegd dat lk voortaan
de deur gesloten zal vinden, indien ik de
stoutmoedigheid hebben zal my nog by u
aan te bieden. Gy ziet dat ik u volkomen
goed verstaan heb.
Welnu?
In antwoord op deze weinig gnstvrye,
maar stellige verzekering, heb lk u eenvou
dig gevraagd „Gelooft gy dat?" En ik her
haal het nog, want, ziet ge, graaf, ik ben
zeker van het tegendeel.
Sophie Mosser, zooals men het wel den
ken kan, verloor geen woord van deze twee
spraak.
Gedurende dit tooneel hield zy zich bezig
met eenige porceleinen beeldjes te verplaat
sen, maar hy de laatste woorden van den
baron, op een toon van bedreiging uitge
sproken, keerde ongerust het hoofd om.
Cazéres was wel overtuigd van zyne macht
en hy moest over een onfeilbaar wapen be
schikken.
Graaf, hernam de meester-geldafperser,
Abonneert U op en Adverteert tn
J)E ECHO VAN HET ZUIDEN
het meest gelezen blad in de Lang
'irairt
ik heb altyd in my zeiven gezegd dat gy
groot ongeiyk gehad hebt u van my te schel
den en myne goede diensten met de zwart
ste ondankbaarheid te beloonen, ik wil zeg
gen met algeheele verlatenheid.
Ik hield veel van u, Wladimir.
Hier maakte graaf Paloutine een gebaar
dat dnideiyk toonde hoe weinig hy hield van
de vriendschap met Cazéres.
Ja, ik weet het, hernam deze, gy ge
looft dat niet. Ik had in u een vastberaden
man gevonden, onvervaard, sterk en zonder
gewetensbezwaren.
Een man, in één woord, die vast besloten
is alles te verbryzelen, alles uit den weg te
ruimen wat de voldoening zyner grillen en
zyner verlangens kan dwarsbooinen en ik
had by my zeiven gezegd„Ik zal my aan
dien jongen hechten", en ik vond In my een
soort van vaderiyke zorg voor n, en zie, gy
verlaat my... wanneer ik u op elk oogenblik
in het leven onvergelykbnre diensten kon
bewyzen...
Ha, gy hebt gelooft dat gy my niet meer
noodig hadt. Gy hebt gedacht dat, indien gfl
dien armen duivel van een baron een been
te knagen toewierpt, dat alles tusschen ons
gedaan was. Gy hebt u erg bedrogen, Wla
dimir. Ik heb u opgezocht, weet gy met welk
doel? Met het inzicht u nog een uitmunten
den dienst te bewyzen.
Op dit oogenblik maakte Sophie Mosser
eene beweging en zy wierp graaf Paloutine
een gebiedenden blik toe.
Zy zeide hem in die stomme taal, op zyne
hoede te zyn en niet met overhaasting te
handelen.
Ik zie, vervolgde Cazéres met zyn on-
veranderiyke kalmte, en doende alsof hy
den oogslag der jonge vrouw niet gezien
had, ik ben overtuigd dat gy een hevig ver
driet ondergaan hebt by het smartelijk ver
lies dat gy geleden hebt in den persoon van
die arme Renée.
Wladimir was schieiyk zeer bleek gewor
den, doch het uitwerksel der woorden van
den baron was nog meer bliksemsnel op den
persoon van Sophie Mosser.
(Wordt vervolgd.)