Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, 'Yè& i U li t iv li v: FEULLETOri WYBSÏTF Het ei van Columbus. .NOORD-BRABAND" Uw eezoradiisid HEERENBAAI DE fijne pyptaLait NUMMER 22 ZATERDAG 14 MAART 1925 48e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38, Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. (Wetsontwerp tot Richtige Belastingheffing.) Onder bovens'aanden titel heeft de Algemeene R K. Werkgeversvereniging eene brochure het licht doen zien, waarin naast eigen conclusiën. de be oordeelingen van tal van deskundige personen en corporaties over het Wets ontwerp tot Richtige Belastinghelfing zijn opgenomen. Het daarin verwerkte materiaal is zeer uitgebreid en bij uitstek geschikt om de overtuiging te doen postvatten, hoezeer door aanneming van dit wets ontwerp de deuren wagenwijd zouden worden opengezet voor de grootst mo gelijke rechtsonzekerheid en willekeur, waarbij nog komt, dat in het wetsont werp is neergelegd eene bepaling die de wet zou maken van terugwerkende kracht, waardoor eene onbillijkheid in het leven zou worden geroepen, waar van de weerga in geen wetgeving zal worden teruggevonden. Dat is veel gezegd in één volzin 1 En toch is dit de conclusie waartoe het Dag Bestuur van voormelde Werk- geversvereeniging komt blijkens hare circulaire van 7 Maart 1925 no. 4101. Wat wil dan toch dit zoo scherp veroordeelde, en zooals blijken zal, alom zoo ongunstig beoordeelde wets ontwerp Beginnen wij met het afdrukken van den tekst der drie artikelen, waaruit dit wetsontwerp bestaat: Artikel 1. Voor de heffing van de personeele belasting, de rijks- en plaatselijke in- komstenbelasting en de verdedigings- belasting wordt geen rekening gehou- den met rechtshandelingen, die al dan niet in verband met andere rechtshan delingen, kennelijk zijn verricht om de heffing van een dier belastingen over eenkomstig haar doelgeheei of ten deele, onmogelijk te maken. Artikel 2. Indien krachtens artikel 1 een ven nootschap, vereeniging of maatschappij als niet bestaande wordt beschouwd heeft dit voor de heffing der belastin gen naar het inkomen geen invloed op de belastbaarheid der belooningen, die van de vennootschap, vereeniging of maatschappij zijn of worden genoten. Artikel 3. Deze wet wordt geacht met ingang van 1 Mei 1924 in werking te zijn getreden. Ziedaar het ontwerp, dat in tegen stelling met onze bestaande belasting wetten, zich door buitengewone be knoptheid daarvan bijzonder onder- scheidt. Nadat in de brochure zijn afgedrukt de beoordeelingen van het ontwerp door juridische en fiscale medewerkers van dagbladen en tijdschriften en die van otfi.:ieele lichamen en corporaties, waarbij o. m. de Nederlandsche Maat- j schappij voor Nijverheid en Handel, Broederschap van Notarissen in Neder- j land en meerdere Kamers van Koop- handel en Fabrieken, worden daaruit de volgende conclusies samengevat; lo. Het streven der Regeering om belasting ontduiking te bestrijden, is zeer prijzenswaardig. De voorgestelde methode is echter niet te aanvaarden. 2e. Het wetsontwerp maakt ten on rechte geen onderscheid tusschen het ontduiken van betasting en het ontgaan van belastinBelastingontduiking is een afkeurenswaardig en strafbaar feit; het ontgaan van beiasting niet. 3o. Het wetsontwerp ondermijnt de rechtszekeiheid op belastingterrein en keert de rollen van administratie en rechter om. Immers in het onderhavige wetsvoorstel wordt aan de ambtenaren van den fiscus geheel de vrije hand gelaten of zij met bepaalde rechtshan delingen al dan niet rekening willen houden. De geruststelling in de Memorie van Toelichting, dat de ambtenaren de grenzen der redelijkheid in acht zullen nemen, kan niet worden aanvaard, waar dezelfde ambtenaren reeds thans vaak van een hyperüscaal inzicht blijk geven. Dat er beroep op den rechter mo gelijk blijft, heft dit bezwaar niet op. Immers in een gezonde staatsinrichting moet voorop staan, dat de ambtenaren in de wetten duidelijk en nauwkeurig moeten vinden omschreven, wat zij van de burgers mogen eischen zoo weinig mogelijk moet aan het subjectief inzicht van den ambtenaar worden overgelaten, daar dit onmiddellijk in v^illekeuren rechtsonzekerheid ontaardt. Aan den rechter i.e. den Raad van Beroep komt alleen een taak toe, als de burger zich in de (üitzonderings gevallen niet met de subjectieve opvat ting van den ambtenaar kan vereenigen Nooit kan worden aanvaard de gedach tengang van het onderhavige wetsont werp duidelijk uitgesproken in de M. v. T Laat de ambtenaar z'n gang maar gaan, de belastingbetaler, die 't niet met den ambtenaar eens is. kan zich tot den Raad van Beroep wenden om zijn recht te krijgen Wij laten dan nog het bijkomstig bezwaar buiten beschouwing dat de belastingbetaler verplicht is in af wachting van de uitspraak van den Raad van Beroep den aanslag on middellijk te betalen, terwijl hij. wanneer hij in het gelijk woSrdt gesteld dgl. processen duren vaak zéér. zéér lang! geen rente vergoed krijgt over de ten onrechte betaalde belasting, en evenmin schadeloos wordt gesteld voor de ver dere nadeelen die hij door het missen der ten onrechte betaalde belasting penningen heeft ondervonden. 4o Het wetsontwerp ondermijnt de rechtsgelijkheid op belastingterrein. fe^WAALWUK 36) DOOR ERVARING STERK- Immers in de praktijk zullen de Raden van Beroep de hoogste instantie zijn. De cassatie-rechtspraak van den Hoogen Raad is hier uitgesloten, daar de vraag of een bepaalde rechtshandeling ken nelijk is verricht, om de helfing eener belasting onmogelijk te maken, een feitelijke vraag is. en geen rechtsvraag, terwijl cassaiie rechtspraak uitsluitend op rechtsvragen betrekking heeft. Elke Raad van Beroep zal dus zijn eigen jurisprudentie vormen, zonder dat de Hooge Raad gelegenheid zal krijgen deze te corrigeeren en uniform te maken. Ongetwijfeld is dit een van de ern stigste grieven tegen het wetsontwerp. 5 Mede met het oog op de rechts zekerheid kan eene terugwerkende kracht, als hier voorgesteldonder geen enkele voorwaarde worden aanvaard. Immers eene rechtshandeling, die in geen enkel opzicht met de vigeerende wetten strijdig is, mag toch in een rechtstaat door een latere wet niet te niet worden gedaan of tot eene over treding gemaakt worden. Gesteld dat het is niet te geloo- ven het ontwerp verdedigers in de Siaten-Generaal zou vinden, dan zou toch in de allereerste plaats door amendement elke terugwerkende kracht aan het ontwerp moeten worden ont nomen; de wet mag in ieder geval slechts voor de toekomst, doch geens zins voor het verleden in toepassing komen. Het feit, zoo besluit de brochure, dat dit wetsontwerp nergens waardee ring heeft gevonden, maar allerwege zoo scherp mogelijk is afgekeurd, zal ook den Minister niet zijn ontgaan. Spontaan, zonder eenige georgani seerde actie, heeft zich de tegenstand van het Nederlandsche volk tegen deze gevaarlijke uitbreiding van de macht van den ambtenaar tegenover den bur- ger allerwege geuit. VOLK DER ZEE. De schipbreuk der „Soerakarta" en de pogingen van de dappere beman ning der „Schelde" om de reddende hand te bieden, doen ons huiveren wanneer we, rustig in de binnenka mer. lezen wat daaromtrent is geseind. Rustig in de binnenkamer. En terwijl we zelfs, veilig voor de weerinvloeden, ons des te behaaglijker voelen Maar men stelle zich eens voor, heel 'n nacht in het want. Storm en woeste zee loeien om ons heen het schip wordt gebeukt door wind en water ieder heeft moeite om zich vast te houden de ledematen en heel het lichaam verstijven. Daar is er een niet meer bij machte om zich vast te houdenhij roept het aan de andere toe, en róg poogt hij de verstijving en doodelijke vermoeidheid ie over winnen. Het gaat niet hij glijd weg in de golven den dood te gemoet. en voor een volgen er meer. Een stoker, dun gekleed, wordt krankzin nig van angstVan hem kan zelfs geen laalsten groet naar z'n naastbe- staanden heengaan. Zoo heeft daar een heele bemanning met verderop nog andere schipbreu kelingen. aan wie zij redding wilden brengen dichter gestaan bij God. Redders hebben hun reddingswerk met den dood moeten bekoopen. Het is diep traSisch en eerbiedig worde een groet gebracht aan de nagedachtenis dier helden der zee. En aan hen, die tot de overlevenden be- hooren, om straks bij een nieuw tempeest het leven andermaal te wagen. Daarvoor zijn zij het volk der zee van den ouden stam. Onversaagd, en niet vragend of zij, als redders, zelf offers der zee zullen worden D v. N. A per j pond 75 cent B i« 1 2 6** ff en Lanaslraaiselie Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rtjk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden en*, franco te aenden aan den Uitgever. PrtJ# der Advertentlên 20 cent per regel; minimum 1.50 Reclame® 40 cent per regel. BtJ contract flink rabat, Advertentiön moeten Woensdag en Vrijdag dea morgen* om alterltjk 9 «ar in on* bealt ■t)n. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN EERSTE DEEL. Alexis kon zich niet beletten te glim lachen en zette zich tegenover den onder prefect, zonder verlegenheid en zonder vrees wachtend op de vragen welke deze hem zou stellen. Mijnheer, zeide M. D...., op een zeer koelen toon, alsof hij het uitwerksel van den aangeboden stoel wilde te niet doen, gy bewoont sinds meer dan drie jaren de gemeente Goulven. Ik erken dat de inlich tingen mij over u toegekomen, zeer gunstig zyn. Gfl hebt altijd zeer matig geleefd en een nijverheid doen bloeien die groote winsten gegeven heeft; gy hebt zelfs zoo een rnerk- waardigen welstand gebracht in de streek van Goulven, waar gij u zijt komen vestigen. Alexis boog licht het hoofd voor deze hulde aan zijn krachtdadigheid en aan zijn werkzaamheid gebracht. De onderprefekt hernam na een poos: Van den anderen kant verzekert de burgemeester van Goulven ml) dat gij u verborgen gehouden hebt. Alexis Livachoff sidderde licht en onder brak den ambtenaar. Gij zult my wel willen toelaten, mijn heer, u te doen opmerken dat ik mij geens zins verborg, aangezien ik in het volle dag licht leefde en mijn bedrijf uitoefende. Laat ons niet op de woorden letten. Gij hebt vier jaar geleden aan het gou vernement eene vergunning voor de bewer king van strandkeitjes op het strand van Goulven gevraagd. En ik heb wel gelijk gehad het te doen want gij hebt daar aanstonds zelf erkend, mijnheer de onderprefekt, dat ik die streek begiftigd heb met een nijverheid die in vol len bloei en voorspoed is. Ik neem dat aan. Maar die vergun ning is gegeven aan Monteray, Fransch on derdaan. ij Dat is zeer juist, mijnheer de onder prefekt. Ziedaar, waar ik komen wilde. Is het waar dat gij u niet Alexis Monteray noemt? Alexis aarzelde geen oogenblik. Ik beken dat, sprak hij, ik ben prins Alexis Livachoff. Het verslag van Ga~eau, den burge meester van Goulven, zegt dus de waarheid. Op dat punt alleen. Maar waarin be vindt zich het Fransch gouvernement bena deeld door het toestaan der vergunning aan Alexis Monteray,' in plaats van aan Alexis Livachoff? M. D. bleef een oogenblik onberadenhet antwoord kwam hem niet aanstonds op de lippen. Het gouvernement is niet benadeeld, sprak hij dan, maar uit een oogpunt van stipt recht kon het zeer goed de vergunning toestaan aan Alexis Monteray en ze weige ren aan prins Livachoff, aangezien wij de zen niet kennen, zoomin als de redenen die hem aangezet hebben zich onder een valsehe naam in Frankrijk te komen verschuilen. 'tWas de beurt aan Alexis om het stil zwijgen te bewaren. Waarom aarzelde hij te antwoorden? De onderprefekt had den tyd niet, zijn vraag te herhalen. Een deurwaarder kwam plotseling het kabinet binnen van den ambtenaar, met een kaartje. Laat binnenkomen, beval M. D., 11a een blik op het kaartje geslagen te hebben. En aanstonds vertoonde zich een groote jongeling. Dit was Raoul de Boisdéant. Hij was in reiskostuum. Zich buigend voor den onderprefekt voor eerst. liep hij vervolgens naar Alexis Liva choff en drukte hem zijn beide handen. Ha. wat ben ik gelukkig u eindelijk te vinden, riep hij. Ik heb gistermorgen uw telegram uit St. Pol ontvangen, en ik ben riiimiiliilliiiiiiilUiiuiiiiiiiiiiiiiiliiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii.iiiiiiiiuiiliiiiiiHi. kunt U tegen de gevaren van verkoudheid het beste beschutten met de desin- fecteerend en oplossend werkende 7A32.SYTEP* Groote doozen 65 Cts ininiiiinnii"ininiii'inininiinininiiiuinnniiiii'i'nni'iiiiniiniiin,ni:iniiiini::n»nii met den eersten trein vertrokken. Ik kom te Goulven aan. Ik vind daar den burgemeester, die mfj ontvangt met een ge heimzinnig voorkomen en een terughouding, waaruit ik niet wijs worden kan. Alles wat ik van hem bekomen kon, is dat hfj mfj ge zegd heeft, dat gfj u te Morlaix by den on derprefect bevindt. Eindeiyk toch geluk ik erin u te ontdek ken en 't is niet zonder moeitQ. Men heeft u naar het schynt aangehouden en opgesloten. Eu waarvan beschuldigt men u, hemelsche deugd? In alle geval, gy hebt my ter hulp geroepen, gy hebt my noodig, dat is alles wat uw kort telegram my gezegd heeft. Welnu, ik ben hier gansch ter uwer be schikking, gereed om u tot waarborg te dienen, want ik zweer op myne eer dat gy niet in staat zyt een slechte daad te plegen. Deze kleine redevoering was gedaan op een toon van de grootste overtuiging en on der den indruk eener levendige verontwaar diging. Raoul de Boisdéant hernam aanstonds: Ik wed dat het die burgemeester van Goulven is, de dezen onvergeefiyken misslag begaan heeft. Er is hoegenaamd geen misslag in het spel, mynheer, wedervoer de onderprefekt, zichtbaar misnoegd; mynheer heeft daar aanstonds zelf bekend dat hy sinds meer dan drie jaren de gemeente Goulven bewoont, onder een valschen naam. Dat is zeer goed mogeiyk, antwoordde de Boisdéant, zonder zich van z.yn stuk te laten brengen; alle dagen ziet men kunste naars. schryvers, schilders en anderen, die hunne werken met een schuilnaam teekenen. Waarom zou het een nyveraar verboden z.yn h «tzelfde te doen? Mynheer heet niet Alexis Monteray, herhaalde de onderprefekt; hy heeft my hekend dat by pins Alexis Livachoff is. 'tls inderdaad onder die naam, dat ik hem in Rusland gekend heb, en ik kan u verzekeren dat hy een echte prins is eu een groot fortuin bezat. Dat Ik geheel en al verloren heb. on derbrak Alexis. En gy hebt u weer willen verheffen door krachtdadig te werken. Maar nog eens, waarin knn dat alles laakbaar zyn? vroeg de Boisdéant. En hy keek den onderprefekt ondervra gend aan. Mynheer, wedervoer deze, ontevreden over {Ie wending welke het onderhoud nam, ik geloof dat gy het zyt die de ondervraging leidt en niet ik. Gy hebt my uw naamkaar tje doen overhandigen met deze woorden „Zaak Monteray"; ik lieh u onmiddeiyk doen binnenleiden, maar ik geloof u te moe ten doen opmerken, dat gy misbruik maakt van myne al te groote toegevendheid. Verschoon my. antwoordde de jonge in genieur, ik draag myn vriend Livachoff een diepe genegenheid toe en ben verontwaar digd geweest toen ik vernam, dat hy 9inds twee dagen van brigade tot brigade en van gevangenis tot gevangenis geleid werd, tus schen twee gendarmen. De onderprefekt glimlachte. De woorden van Raoul de Boisdéant be- behaagden hem eu hy kon het niet langer verbergen. Ook, de onwillekeurige genegenheid, welke hy van het eerste oogenblik by het zien van Alexis gevoeld had, groeide aan en strekte zich nu uit tot de twee vrienden. Iiy weerstond nochtans aan dat gevoel en poogde het tegen te werken. Zeer goed, zeide hy, ik hen volkomen gelukkig uit uw mond dat te hooren over prins Livachoff, maar alles wat gy my tot hiertoe gezegd hebt, neemt niet weg dat uw vriend in Frankryk gekomen is en er ge leefd heeft onder een valschen naam. Ook verlang ik, gansch natuuriyk, de redenen Ie kennen die hem daartoe aangezet hebben. Wel, mynheer de onderprefekt, pro testeerde de Boisdéant, 'tis het geheim zy- ner persooniyke zaken dat gy aan myn vriend Livachoff vraagt; ik zelf, die de beste vriend van den prins ben, ik verzeker u dat ik er het eerste woord niet van ken. Wel, spak de onderprefekt zegevierend, ik zal u die redenen doen kennen. Prins Alexis Livachoff is gedwongen geweest Rusland te verlaten, daar hy bedreigd was met een ter dood veroordeeling, om deel ge maakt te hebben aan een samenzwering, die ten doel had den czaar te vermoorden. Alexis was by het hooren dezer laatste woorden, als door een springveer bewogen, opgesprongen. zyn gelaat was doodsbleek geworden en ECHTE FRIESCHE een diepe verontwaardiging lag er op uit gedrukt. En ik, riep hy met een heldere en krachtige stem, ik zweer u op myne eer, op den naam van myn ongelukklgen vader, lafhartig vermoord door de hand van den verrader die myn ondergang veroorzaakt heeft, dat ik nooit samengezworen heb te gen myn welbeminden vorst, dat er zich in gansch Rusland geen méér onderworpen, geen trouwer onderdaan bevindt dan Ik. O, Ik geloof u, myn edele vriend, riep Raoul de Boisdéant uit; ik hen het voor zeker niet, die uwe zoo openhartige en zoo plechtige verzekering zal betwyfelen. Het voorhoofd van den onderprefekt rim pelde en verraadde z.yne bekommering. Hy duwde met den vinger op den knop eener electrische bel. De deurwaarder, die Raoul de Boisdéant binnengeleid had. vertoonde zich opnieuw. De onderprefekt gaf hem op stillen toon een kort bevel, waarop hy vertrok, om aan stond terug te komen met een bundel papier. De ambtenaar nam het In handen en zei de, zoodra de deurwaarder zich verwyderd had Ik zou gaarne gelooven aan de verze kering welke gy daar zoo stellig geeft, maar dit is my ongelukkig niet mogeiyk. By het ontvangen van het eerste telegram, my door den burgemeester van Goulven gezonden, heb ik naar Parqs getelegrafeerd, naar het ministerie van binnenlandsche zaken. Van daar heeft men onmiddeiyk ophelderingen gevraagd aan het Russisch gezantschap en ziehier de nota die my dezen morgen toege komen is: Alexis Livachoff is Rusland ontvlucht om aan de doodstraf te ontsnappen. Poli tieke zaak. Betrokken in een nlhalistischen aanslag. Vervallen van zyn naam, beroofd van zyne goederen en van zyn fortuin, is hy verdwenen zonder spoor achter te laten. Al de pogingen der politie om hem in Rus land te ontdekken zyn vruchteloos gebleven en men geloofde dat hy naar Amerika ge vlucht was. En de onderprefekt voegde erby „Onmiddeiyk verwittigen, indien Alexis Monteray en Alexis Livachoff er slechts één en dezelfde persoon is." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 1