BE ECHO VAN HET ZUIDEN
No. 28 Zaterdag 4 April 1925
DERDE BLAD.
„JEREMIAS".
Eene grootsche vertooning te Waalwijk.
II.
Het tweede Bedrijf.
Joakim, die eenmaal ten koste van
joachaz den troon onrechtmatig gekocht
had van den Egyptischen Pharao, was
nu van zijn koningschap ontzet en
weggevoerd in ballingschap naar Ba
bylon, waar hij een onteerenden dood
siierf. Als zijn opvolger op den troon
kwam Jecoonja, zijn zoon.
Jecoonja ontmoetten we reeds in het
eerste Bedrijf als den vriend van den
jeugdigen prins-profeet Daniël. Wan
neer Daniël naar de ballingschap zal
vertrekken, biedt zich Jecoonja aan
om hem te vergezellen; doch zijn
vader, de koning Joakim, beveelt hem
te blijven.
„Kom dan, Daniël", zeo hoorden
we daar Jecoonja zeggen, „och laat
ons uittocht houden in tranen en
klacht".
Het tweede Bedrijf nu speelt op den
kroningsdag van Jecoonja
„Gereed ter kroning sta ik
Hangt mij den mantel om
Hoe is de mantel zwaar, Ezechiël",
zoo vangt Jecoonja dit bedrijf aan. En
dan krijgen we een heerlijke samen
spraak tusschen Jecoonja en Ezechiël
over den mantel, die de koningsmantel
is van den weggevoerden koningjoakim.
Ezechiël vergelijkt hem met den mantel,
dien Jozef droeg, toen hij door de
broeders in den put geworpen werd
en verkocht aan Egyptische handelaars.
Maar Jozef weende niet zoo bitterlijk
en bang", antwoordt Jecoonja, „als
vader (Joakim) weende". Dan doet
Ezechiël de profetie, dat „de Heer
deez' mantel nog beschikt houdt voor
David's zoon, die zitten zal op vaders
troon" (Jecoonja). In dezen mantel heeft
David geschreid, in dezen mantel zal
de zoon (Jecoonja) ook schreien om
het vaderlijke kwaad; daarna zal hij
klimmen hoog op hooggezetten zetel
buiten Jerusalemschen muur". Jecoonja
immers zou eveneens naar de balling
schap worden weggevoerd, maar in
de ballingschap tot eere komen. Dit
moeten we goed onthouden.
Om dit gegeven: de kroning, de
verwerping van Jecoonja, en zijn toe
komstige glorie in de ballingschap
handelt het tweede bedrijf.
't Feest is gereed. Hananja kondigt
het aan„de hymne schalt, de reien
hupplen aan". Maar Jecoonja, in droef
heid om 's vaders dood, is niet in
stemming om feest te vieren. Toen
Joakim op den troon klom, zongen ze
ook de koningshymneen tot wat
ellende is hij nu niet gekomenzoo
zou 'took hem kunnen vergaan. Dan
beschuldigt de valsche Hananja den
versmaden koning Joakim, dat hij den
troon met heiligschennend goud had
gekocht uit de hand van den heiden
koning. Zoo'n smaad op den vader
kan de jonge Jecoonja niet verdragen.
Hij vaart uit tegen Hananja, dat hij
een veinzaard is. een lasteraar, die
straks zelf dat goud voor den heiden
koning geteld had. Zelfs durft de
valsche profeet de koningin, Jecoonja's
moeder raken, die mee werd wegge
voerd, waarop Jecoonja van woede
opvliegt
„Hananja, zwijg ge liegt.
Zij ging, zoo koninginnen gaan,
die houden hoofd en hart omhoog
en ongebogen staan bij 'tmoeder-
Jleed".
Doch er broeit iets anders. „De
vijand ligt en loert alom", spreekt
Jecoonja. Daar wordt een samenzwering
gesmeed op den kroon-dag zelf.
Sedekia, de broer van Joakim, zal
trachten den troon te bemachtigen van
zijn jongen neef Jecoonja. Hij zal het
doen door de poorten van Jerusalem
voor het Babel-leger te openen. Hij
heeft reeds een sein en teeken gegeven
„Als dra de prinsen d'argeloozen
[koning
trotsch geleiden tot d'ivoren kroon,
terwijl ae priesters wierook branden,
de slaven wuiven met de palmen
en de lucht trilt van 't choraal-
[muziek,
dan hef ik een Hallel-roep.
En als de Hallel-roep uit duizend
[kelen
als een triumf-bazuin opklinkt en
[klatert,
en de echo op de bergen valt en
[schalt,
dan springen in één slag voor
['t heir van Babel,
dat uit Lachis (2) heimelijk trok,
[en schuilt
in holen en spelonk en rotsen
de poorten van Jerusalem open,
in één slag open."
Doch, nu komt Jeremias op 't tooneel.
Michaja kondigt het aan
„Prins, Jeremias staat.
en rammelt op de vast gesloten
[poort".
Michaja vertelt, hoe de wachters
hem gezien hebben, alleen den weg
afkomend, die naar den Euphraat(3)
(dus naar Babel) loopt. Hij was ge
kleed in een vuil versleten kleed, met
een halfafgeteerden gordel om de
lenden
Wat zou dat beteekenen Sedekia
zegt. dat het een spotternij is op den
feestelijken kronings-dag van Jecoonja.
Hij begrijpt evenwel, dat het een
profeten-raadsel zal zijn, dat weinig
goeds voorspelt. Bang. dat de profetie
Sedekia en zijn handlangers geldt, slaat
Hananja den profeet Jeremias in boeien
en voert hem weg. Maar Michaja meent,
dat we ze anders moeten verstaan. Hij
denkt, dat Jeremias als 'n heil profeet
komtdus profeteert hij tegen Babel.
Dat bevalt SedekiaBabel mag hem
dus eerst op den troon herstellen en
dan zelf verworpen worden.
Jeremias wordt weer voorgeleid.
Maar hij verklaart zijn symbolische
handelwijze andersde profetie geldt
Jecoonja.
Jecoonja. de jonge prins, die van
daag wordt gekroond, zal gelijk zijn
vader Joakim door de vijanden worden
gevangen genomen en weggevoerd.
Dit is de gordel-profetie. (4)
Doch ik had U vorigen keer reeds
gezegd, dat het tweede bedrijf ook
inhield de profetie van „de zure en
zoete wijn" (of als ge wilt: van de
gebarsten kruiken) en „de zure en zoete
vijgen."
We zien achter op't tooneel dragers
voorbijgaan met wijnkruiken en vijgen-
korven.
Dat ziet ook Jeremiasen dan pro
feteert hij
„Die zitten op den troon zijn
[dronken.
Ik zal als barstens-toe gevulde
[kruiken
stooten den een tegen den ander".
Het beteekent: èn Jecoonja èn
Sedekia (die Jecoonja's troon bemach
tigt) zullen verworpen worden
Van de vijgen profeteert hij
„Ik zie een korf van vijgen, die
[zijn zoet.
Ik zie een korf van vijgen, die
[zijn zuur".
De zoete vijgen beelden Jecoonja,
die wel wordt weggevoerd naar Babel,
maar daar tot eere komt.
De zure vijgen beelden Sedekia, die
nu nog te Jeruzalem blijft, doch ten
laatste in deerniswekkenden toestand zal
worden weggevoerd in de Babelsche
ballingschap.
Maar ochzij willen 't niet ver
staan. Jecoonja steekt trotsch het hoofd
op, scheldt Jeremias voor spion en
verraderen gaat te feest.
Sedekia vaarteveneenstegen Jeremias
uit..en roept het Babel-heer om zijn
samenzwering tegen Jecoonja te doen
gelukken.
Dan eindigt het tweede bedrijf met
een schoone, diepgevoelde tweespraak
tusschen Jeremias en Ezechièl, waarin
zij den ondergang van Jeruzalem be
schrijven. Die ondergang wordt in 't
3e bedrijf gebeeld door Baruch. Dat is
een geweldig stuk dramatiek.
De handelende personen zijn dezelf
den als in het le Bedrijf, behalve
Joakim. Baruch en Paskur.
L. BIJNEN, Pr.
(Slot volgt.)
Halleluja-roep.
(2) plaats-naam.
(3) rivier.
(4) Jecoonja werd met heel de be
zetting der stad (7000 man) en nog
ruim 3000 der voornaamste ingezetenen
(onder wie Ezechièl) weggevoerd.
PROVINCIAAL NIEUWS.
Waalwijk, 3 April 1925
COLLECTE.
In ons nummer van 21 Maart j.l.
maakten wij melding van het voorne
men een geldinzameling te doen hou
den ten bate van de behoeftige Neder
landers in Duitschland.
Tot dit doel heeft zich in deze ge
meente een sub-comité gevormd be
staande uit de volgende dames:
Voorin uiig B aardtvijk
Mevrouw A. H. Donkers-van Huiten.
Mejuffrouw M. Th. Loeff.
Mevrouw J. Louwe Kooijmans-
van de Velde.
Voormalig Besoijen
Mevrouw L. Both-Weverink.
Mevrouw M. G. J. Verwiel-Slierhout.
Mejuffrouw A. M. W. A. Verwiel.
Voorm al ig Waalwijk
Mejuffrouw M. A. E. Gragtmans.
Mevrouw G. E. van der Hoeven-
Holthuis.
Mevrouw H. Langemeijer-Melles.
Mevrouw H. A. C. Moonen-Sassen.
Mevrouw A. P. M. Timmermans-
Verschure.
Mevrouw J. S. M. Witlox-Mastboom.
Talrijke jongedames hebben zich blij
moedig beschikbaar gesteld om tot dit
schoone doel hare medewerking te ver-
leenen. Zij zullen daartoe bij U aan
kloppen te voormalig Baardwijk en
Waalwijk op morgen, Zondag, en te
voormalig Besoijen op Maandag of
Dinsdag e.k.
Wij vertrouwen dat het sub-comité
eer van zijn werk zal hebben en dus
niemand zal nalaten, tot steun onzer
arme landgenooten in Duitschland,
naar vermogen bij te dragen.
Zooals wij bereids mededeelden
is de ZeerEerw heer pastoor Buijs in
den besten welstand te Rome aange
komen. Met zijn reisgezellen is Z.Eerw.
in particuliere audiëntie ontvangen door
Z. H. den Paus, die hen den pause
lijken zegen schonk, ook voor hunne
familieleden en parochianen en ook
over hun reis naar Jerusalem.
De WelEerw. heeren kapelaan L.
Sanders alhier en kapelaan P. Hoeckx
te Kaatsheuvel vertrekken a s. Maandag
naar de H. Stad.
In ons vorig nummer hebben we
een en ander medegedeeld betreffende
de groote paardenkeuringen die op
den ochtend van 't concours-hyppique,
dus op 27 Augustus, alhier worden
gehouden
Wij vernemen thans dat met het
oog hierop de keuringen van Mei en
Juli vervallen en alle gesteld worden
op 27 Augustus op de Tentoonstelling.
Vanwege de Provinciale Commissie
wordt f 300 subsidie toegekend, waar
van f 150 voor verrichtingsproeven.
Voor de *M. C. keuring en de Prov
keuring zijn als comité uitgenoodigd
de heeren
G. J. W. Branderhorst, Eethen
D. van der Schans. Drongelen
G. H. Straver, Babyloniënbroek
G. Wagenaar, Heeswijk.
Voor het M. C. concours de heeren
G. J. W. Branderhorst, Eethen;
Dirk van Buuren, Meeuwen
Aart Kooij, Kedichem;
A. Bax. Zevenbergschen Hoek;
M de Roon, Raamsdonk.
Wij wijzen onze lezers erop dat
aanvragen voor visch- en hengelakten
alsmede voor jachtakten gericht moeten
worden tot het politiebureau alhier.
Evenals vorige jaren, zal de
Nederlandsche R. K. Middenstandsbond
(Federatie van de vijf Diocesane Hanze-
Bonden in Nederland) wederom de
gelegenheid openstellen tot het afleggen
van een examen.
Het examen zal worden gehouden
te 's Hertogenbosch, Roermond en Rot
terdam en wel het schriftelijk examen
op 27 Mei 1925 op alle genoemde
plaatsen en het mondeling examen op
10 Juni te Rotterdam, op 17 Juni te
Roermond en op 24 en 25 Juni te
's Hertogenbosch.
Het schriftelijk deel van het examen
omvat de vakken boekhouden, handels-
rekenen, Nederlandsche taal en corres
pondentie; het mondeling gedeelte de
vakken boekhouden, handelsrekenen,
handelskennis, handelsrecht en handels-
aardrijkskunde. Indien voor de vakken
boekhouden en handelsrekenen aan het
schriftelijk werk het cijfer 7 of een
hooger cijfer wordt toegekend, worden
de candidaten voor die vakken van
het mondeling examen vrijgesteld.
Aan het examen kunnen deelnemen
le. allen, die hunne opleiding genoten
aan een handelscursus van de
Hanze
2e. alle interne leerlingen van pen
sionaten en andere inrichtingen
van onderwijs;
3e. allen, die op andere wijze werden
opgeleid, voorzoover zij niet in
de gelegenheid waren een handels
cursus van de Hanze te bezoeken.
De candidaten moeten zich aanmel
den door te voren aan te vragen for
muiier vóór 1 Mei a.s. behoorlijk in
gevuld en onderteekend in te zenden
aan den Penningmeester der Examen
commissie den heer A. J. Spierings,
Accountant, Verwerstraat 9 te 's Her
togenbosch.
Het gebouw der Centrale Hanze-
bank, Schapenmarkt te 's Hertogen
bosch, is voor de som van f 100.000
verkocht aan de N.V. Vroom en Drees-
mann te 's Hertogenbosch.
Door de St. Elisabethsvereenlging
van de parochie H. Maria Onbevlekt
Ontvangen wordt eene groote verloting
gehouden, waarvan de trekking der
prijzen zal plaats hebben op Zaterdag
18 April des middags ten 3 uur in
het gymnastieklokaal van de R. K.
Bijzondere Jongensschool.
Voor deze verloting zijn prachtige
prijzen beschikbaar gesteld welke in
genoemd lokaal op Donderdag 16 en
Vrijdag 17 April des middags van 3—7
uur worden geëxposeerd.
Tijdens de trekking der prijzen zal
nog een Tombola worden gehouden
en zullen nog kippen, hanen, duiven
enz. worden verloot.
Waar het hier een zeer goed doel
betreft, raden wij onze lezers gaarne
aan Zaterdag 18 dezer eens een bezoek
te brengen aar» het gymnastieklokaal
van de Bijzondere Jongensschool, dat
bij die gelegenheid feestelijk zal wor
den versierd en zooveel mogelijk lootjes
te koopen.
Op het humoristen-concours te
Zaltbommel behaalden twee Waal-
wijkers een prijs. n.l. de heer Brokken
den 2en en de heer Van der Velden
den 3en prijs. Zeer zeker een mooi
begin, waarmee wij hen proficiat
wenschen.
Gisterenmiddag had voor het
Hotel Gerris een ongeluk plaats dat
betrekkelijk goed is afgeloopen. De
13-jarige J. v. d. H. kwam door de
gladheid van de straat met een fiets,
die hij even van een schoolkameraad
had genomen, te vallen vlak voor een
zwaar met grint beladen kar, waarvan
een der wielen hem over den arm reed.
Aanstonds werd de jongen naar Dr. L.
gebracht, die geneeskundige hulp ver
leende
Wonder boven wonder bleek dat de
knaap er met eenlge ontvellingen
afkwam. De fiets echter was zoo goed
als geheel vernield.
Woensdagavond had de plechtige
sluiting en uitreiking der prijzen
plaats van den cursus 1924/1925 der
Gemeente Teekenschool.
Ten 7 uur waren aanwezig de leden
van de Teekenschool-commissie, alsme
de enkele leden van de Commissie van
Toezicht op het Middelbaar Onderwijs.
Toen ook de leeraren en leerlingen
hun plaatsen hadden ingenomen, nam
de Voorzitter van de Teekenschool
commissie, de edelachtbare heer Bur
gemeester het woord en zeide o.m. het
volgende
Toen hij bij den aanvang van den
cursus de leerlingen met enkele woor
den heeft toegesproken om hun tot
ijver aan te zetten, om hun best te doen
toen was deze school nog een onbekend
terrein voor hem, wijl hij daarvan geen
persoonlijke ervaring had. Zijn ver
wachtingen van de school waren vrij
hoog gespannen.
Door zijn herhaald bezoek gedurende
dezen cursus heeft hij echter thans zijn
meening kunnen vormen, over de wij
ze waarop het onderwijs wordt gege
ven.
En al is dan zijn oordeel dat van
een leek, al kan hij niet met die ken
nis van zaken oordeelen als zijn ambts
voorganger dat kon doen, zooveel er
varing heeft hij echter op het gebied
van onderwijs en opvoeding wel, dat
hij mag zeggen dat het onderwijs hier
op een zeer hoog peil staat.
Vervolgens houdt spr. eene beschou
wing over hetgeen vooral het onderwijs
moet beheerschen. Hij doet daarbij uit
komen dat leerlingen zich bovenal ijve
rig moeten toonen en zich naar de
voorschriften en aanwijzingen van de
leeraren moeten gedragen. Juist in die
jaren moet men zooveel mogelijk
trachten te leeren, want doet men dat
niet, dan heeft men er later veel spijt
van en zal men, vooral als men alles
zoo maar langs zich heen laat gaan,
een mislukkeling in de maatschappij
worden.
Van groote beteekenis is het daar
om dat het diep tot de jongens door-
dringe dat ze van het te geven onder
wijs zooveel mogelijk profiteeren. Niet
genoeg kan hun daarop worden gewe
zen.
Tot zijn genoegen kan hij verklaren
dat hier, over het algemeen genomen,
ijver en ambitie heeft bestaan. Bij zijn
bezoeken heeft hij dat meermalen kun
nen bemerken, terwijl de Directeur
hem verzekerd heeft dat hij goede ver
wachtingen voor de toekomst heeft, al
len zijn met ernst voor de toekomst
vervuld.
Verwonderen doet hem dit niet nu hij
heeft kunnen zien hoe de leeraren zich
zonder uitzondering geheel aan hun
taak geven en hoe ze op aangename wij
ze met de leerlingen omgaan. Niets
wordt onbeproefd gelaten om de jon
gens tot ijver en ambitie aan te zetten.
Spr. wil, alvorens tot uitreiking der
prijzen wordt oveigegaan er op wijzen
dat de jongens alle vakken moeten
leeren en niet moeten denken, daar heb
ik later toch niets aan. In alles, want
het een is een onderdeel van het ander,
moeten ze belang stellen.
Zoo iemand veel in ijver en ambitie
te kort schiet, zou hij in overweging
durven geven, hem direct van de school
te verwijderen.
Ook wijst hij er nog met een enkel
woord op, dat, hoewel jongens met
aanleg een ander voor zijn, men zich
met ijver en goede leiding toch goed
kan opwerken en iemand met aanleg
.en die geen ijver heeft, kan overvleu
gelen.
Diegenen die geen prijs hebben be
haald, moeten zich daardoor niet laten
ontmoedigen, maar zien dat ze 't een
volgend jaar wel doen.
Tengevolge van geldschaarste kun
nen dit jaar niet zooveel prijzen wor
den gegeven zooals men dat gewoon is
te doen en daarom zullen velen zich
met een diploma tevreden moeten stel
len.
Vervolgens wordt tot uitreiking der
prijzen overgegaan.
Voor ieder had de Voorzitter een
gelukwenschende opwekking of verma
nend woord.
Na afloop van deze prijsuitreiking
wees de Voorzitter er op, dat de prij
zen alle met groote zorg zijn uitgeko
zen, zoodat er heel wat uit valt te lee
ren en daarom durft hij vertrouwen,
dat men er yverig in zal studeeren en
z'n voordeel er mee zal weten te doen.
Vervolgens richtte hy zich tot mej.
van Disseldorp, die thans 20 jaar lang
aan de Teekenschool is verbonden en
gedurende al dien tyd zich heeft doen
kennen als een vrouw die voor de
school onmisbaar is. Hy hoopt dat zij
haar taak nog vele jaren met yver en
opgewektheid mag blyven waarnemen.
Namens de gemeente feliciteert hij
haar en dankt haar voor de bewezen
diensten.
De heer Th. van Delft feliciteerde de
jubilaresse namens de leeraren en
bood haar een prachtig servies aan.
Namens de leerlingen bood A. Berg
mans Mzn., haar bij gelegenheid van
dit jubileum, dat ze op haar 65sten ver
jaardag mag herdenken, een leuning
stoel aan, haar toewenschende dat ze
daar nog vele jaren plezier van mag
hebben.
Nadat door den Directeur den jon
gens nog eens op het hart was gedrukt
om zich ook gedurende de zomermaan
den te blyven oefenen in het teekenen,
werd deze plechtigheid gesloten.
De prijzen zijn behaald als volgt:
le klas.
le prijs Albert Kooien, Waalwyk.
2e prijs Adriaan Lankhaar, Waspik.
Diploma Piet Heurter, Capelle.
2e klas bouwkunde.
le prijs Jacobus Raaymakers, Waal
wijk.
Diploma Gijsbertus de Bont, Nieuw-
kuik.
3e klas bouwkunde.
le prijs Lambertus van den Boogaert,
Waalwyk.
Diploma Gerrit v. Bueren, Rotterdam.
Diploma Henricus Maas, Waalwyk.
4e klas bouwkunde.
le prijs Jacobus Couwenberg, Waal
wijk.
le prijs Adriaan Schoonen, VLymen.
2e prijs Johan de Bont, Nieuwkuik.
5e klas bouwkunde.
le prijs Nico Verhoeven, Drunen.
Diploma Jan Hoogendoorn, Waalwyk.
2e klas handteekenen.
le prijs Lambertus Hamers, Loon-op-
Zand.
2e prijs Lambertus v. Loon, Waalwyk.
Diploma Pieter van Cromvoirt, Waal
wyk.
3e klas handteekenen
le prijs Johannes Smit, Kaatsheuvel.
Diploma Adrianus Bakkers, Waalwyk.
Diploma Franciscus Lombarts,
5e klas handteekenen.
le prijs Lambertus Trimbach, Waal
wyk.
Diploma Bernardus van der Pennen,
Waalwyk.
Diploma Lambertus van der Heijden,
Waalwijk.
EINDDIPLOMA
Af deeling handteekenen.
Lambertus Trimbach, Waalwyk.
Af deeling bouwkunde.
Nico Verhoeven, Drunen.
Nico Kleinloog, Vrijh.-Capelle.
Arie Pynenburg, Waalwyk.
Jan Hoogendoorn, Waalwyk.
Men verzoekt ons opname van
onderstaand stuk, voorkomende in „De
Nederlandsche Hanze van 28 Maart j.l.
Regeeringssteun aan banken.
Einde Februari en begin Maart
heeft tusschen Minister Colijn en den
heer Wibaut over de steunactie aan
de Rotterdamsche Bankvereeniging,
een gedachtenwisseling plaats gehad
die m.i. de bijzondere aandacht ver
dient van den Middenstand.
Waar de uiteraard zeer beknopte
persverslagen kwalijk een volledig en
precies inzicht in de betreffende dis
cussies vermogen te geven, achten wij
't niet van belang ontbloot, daarop
hier nader terug te kómen.
In de Memorie van Antwoord dan,
op het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer over de Staatsbegrooting 1925,
wordt ter zake gezegd, dat de Regee
ring voor het geval zulks noodig
mocht blijken en onder het voorbehoud
eener eventueele nadere goedkeuring
door de wetgevende Macht aan de
Nederlandsche Bank een garantie
heeft toegezegd tegen eventueele ver
liezen, welke deze instelling mocht lij
den als gevolg van den steun, die aan
de Rotterdamsche Bankvereeniging is
verleend.
In verband met deze ministerieele
verklaring, erkende de heer Wibaut,
dat het een landsbelang kan zijn, de
liquiditeit der Rotterdamsche Bank
vereeniging te waarborgen in dien zin,
dat haar cliënten, die op goede grond
slagen krediet hadden gekregen, niet
in plotselinge ongelegenheid werden
gebracht.
Maar met andere leden was dezelfde
spreker van oordeel, dat de liquiditeit
der bank weinig te maken had met de
maatregelen, die genomen zyn, om on
der de bestaande omstandigheden de
aandeden der bank op een allicht te
hoogen prijs te brengen of te houden.
In zijn antwoord zei de Minister,
dat onder de getroffen maatregelen,
de steun die gedurende korten tyd aan
den koers der aandeelen is verleend,