Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
i li M W i I li II I H I II \J \J V III IA II if
F E L L E T O
„NOO&D-BRABAND"
GEMEENTERAAD.
NUMMER 30
WOENSDAG 15 APRIL 1925
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38 Telegr.-AdreaECHO.
EERSTE BLAD.
De Nederlandsche Schoen
nijverheid in 1923.
Was voor de meeste bedrijven 1923
geen voorspoedig jaar, dit gold wel
in het bijzonder de schoennijverheid,
welke wellicht meer dan eenige andere
te lijden had van valuta-invoer. Wel
bracht het Sohoenwetje, dat in het
midden van 1923 in werking trad,
verbetering, doch eerst in de laatste
maanden van dit jaar lieten zich de
gevolgen van de beperking van den
invoer ten volle gelden. Het invoer-
saldo bedroeg dan ook volgens de
laatste aflevering van het „Maand
schrift van het Centraal Bureau voor
de Statistiek" in de le helft van
1923 niet minder dan 3 398 000 paar,
in de 2e helft van 1923 1.662 000
paarin totaal dus 5 060 000 paar,
d.w.z. meer dan de geheele productie
van Nederland in dat jaar!
In hetzelfde nummer van deze offi-
cieele uitgave vinden we tevens inte
ressante overzichten betreffende de
fabricage van schoenen in de ver
schillende plaatsen en streken van
ons land (toestand 1923).
We zien allereerst, dal de schoen
industrie in Noord-Brabant veel be
langrijker is dan die van alle andere
provincies te samenvan de ruim
4 600.000 paar schoenen, die ir. 1923
in ons land werden gefabriceerd,
produceerde Noord-Brabant 3.617 000,
dus ruim 78 pCt. en wat de verkoop
waarde (een zuiverder maatstaf) be
treft, is het verschil nog grooter
deze bedroeg in totaal f 24 470 000
hiervan produceerde de Brabantsche
fabrieken voor f 20 200 000, dus voor
ruim 82 pCt. Waalwijk alleen fabri
ceerde voor f 1 000.000 meer aan
schoenen, dan de 10 provincies buiten
Brabant samen (Bij deze en de vol
gende cijfers zijn bedrijven van minder
dan 1000 paar per jaar niet mede-
gerekend).
Van het personeel, dat op 15 Sept.
in dienst was, werkte eveneens 82 pCt.
in N.-B. en 18 pCt. in andere pro-
cinciënop dien datum werkten ir»
totaal aan de Nederlandsche schoen
fabrieken 7415 „mannen en vrouwen"
(inclusief leerlingen en volontairs,
maar zonder thuiswerkers). Het boven
genoemd Maandschrift wijst er echter
uitdrukkelijk op, dat uit de weer
gegeven personeelcijfers geen conclu
sies mogen worden getrokken, b.v.
over de -gemiddelde productie per
arbeider. Daarvoor was de toestand
in het jaar 1923 te sterk afwijkend
van den normalen.
Gaan wij de centra van schoen
industrie in N.-B. na, dan valt onmid
dellijk op, dat Waalwijk in 1923 in
elk opzicht de eerste plaats innam.
a) Wat de aantal paren schoenen
betreft
Deze bedroegen voor:
Waalwijk
Kaatsheuvel
Dongen
Tilburg
Eindhoven c.a.
Oisterwijk
Loonopzand
Hilvarenbeek en
Moergesteld
Gilze en Rijen
Sprang Capelle
Overig N.-B.
Nijmegen
Overige plaatsen
b) Waalwijk domineert in veel
sterkere mate, wat de verkoopwaarde
der gefabriceerde schoenen aangaat.
635
m.
1000
paar
575
m.
1000
504
m.
1000
492
m.
1000
198
m.
1000
384
m.
1000
87
m.
1000
136
m.
1000
160
m.
1000
101
m.
1000
352
m.
1000
342
m.
1000
641
m.
1000
'i
verklaren uit de hoogere inkoopwaarde
van de materialen, die hier verwerkt
worden, in verband met den aard der
industrie. Dit geldt vooral het overleder,
dat te Waalwijk tot een gezamenlijk
bedrag van f 1 330 000 werd verwerkt
per paar gemiddeld f 2 09, te
Kaatsheuvel voor f 733000 p.p.
gemiddeld f 1.29), te Dongen voor
f 716000 p.p gem. f 1.42, te Til
burg voor f 620000 p.p. gem. f 1,26).
De verwerkte soorten overleder wa
ren in volgorde van de hoeveelheden
te Waalwijk vooral boxcalf, chroom
en lak.
te Kaatsheuvel vooral boxrund, lak en
boxcalf,
te Dongen vooral boxcalf, box-Java en
boxrund,
te Tilburg vooral chroom, mastbox en
lak.
In overig N.B. en buiten N.B. werd
meest boxrund verwerkt.
Een vergelijking met 1921 leert, dat
in 1923 de totale verkoopswaarde voor
alle plaatsen, en het aantal vervaar
digde paren voor bijna alle plaatsen
aanzienlijk minder bedroeg dan twee
jaar te voren.
Een grooter getal schoenen produ
ceerden in 1923 Waalwijk. Oisterwijk
Gilze—Rijen en Nijmegenbij de
laatste 3 plaatsen was de totale ver
koopswaarde in 1923 zelfs bijna even
groot als in 1921.
Zeer ongunstig waren daarentegen
>J\WA A LW U K. /TjpE»
c
1 Eiif D.CQ
O co O
De hooge kostprijs van de Waal-
wijksche schoenen is voor een deel te
44)
DOOP. ERVARING
de cijfers voor Eindhoven, c.a., en
Loonopzand - hier was de inkoops-
waarde in 1923 meer dan 50 pCt.
minder dan in 1921.
Zooals reeds boven werd opgemerkt,
zijn de personeel cijfers minder ge-
schikt om daaruit conclusies te trek- i
ken.
Met dit voorbehoud geven wij dien
aangaande de volgende getallen
c). Op 15 Sept, 1923 waren werk
zaam in de Schoenindustrie (inclu
sief kantoorpersoneel),*
te Waalwijk 983 mannen (en jongens)
en 314 vrouwen (en meisjes),
te Kaatsheuvel 622 mannen (en jon
gens) en 127 vrouwen (en meisjes),
te Dongen 741 mannen (en jongens)
en 157 vrouwen (en meisjes)
ie Tilburg 510 mannen (en jongens)
en 289 vrouwen (en meisjes),
in overig NB 1865 mannen (en jon
gens) en 514 vrouwen (en meisjes),
buiten N.B. 976 mannen (en jongens)
en 316 vrouwen (en meisjes).
De statistiek van machine-installaties
geeft geen geschikt materiaal ter ver
gelijking, omdat juist hier heel wat
sterretjes zijn afgedrukt in plaats van
getallen, aangevend, dat „deze gege
vens op grond van de wenschelijkheid
tot geheimhouding niet gepubliceerd
konden worden." Toch vallen ons
eenige punten van verschil tusschen
de voornaamste plaatsen onmiddel
lijk op
ten eerste dat zuiggasmotoren veel
vuldig in gebruik waren, vooral te
Kaatsheuvel, Tilburg en Dongen resp.
met een primair vermogen van 356,378
en 317 P.Kte Waalwijk minder ver
mogen 186 P,K.
Daarentegen valt voor laatstgenoem
de plaats sterk op het overheerschend
gebruik van electriciteit
te Waalwijk waren 102 electromotoren
in gebruik met een gezamenlijk ver
mogen van 521 P.K.
te Kaatsheuvel 45 motoren met een
vermogen van 117 PK.
te Dongen 19 motoren met een ver
mogen van 74 P K
te Tilburg 40 motoren met een ver
mogen van 187 P.K.
Te Kaatsheuvel en Dongen werd ook
nogal gebruik gemaakt van lichtgas-
motoren, te Waalwijk en Tilburg bijna
niet.
Ten opzichte van de betrouwbaar
heid de/er cijfers meenen wij nog te
kunnen volstaan met te verwijzen naar
de opmerkingen welke bovengenoemd
Maandschrift aan deze statistische
gegevens voorafgaan, dat „n.l. de
betrokken ondernemers, voor zoover
noodig, ter zake gehoord zijn, terwijl
ook de publicatie van de statistiek in
overleg met de betrokken ondernemers
organisaties is geschied".
d. Vr.
Waalwijk, 14 April 1925.
Waalwiikscüe en
Courant
Dit blad verschuilt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden en*,
franco te «enden aan den Uitgever.
Prfl» der AdvertenÜBn
20 cent per regel; minimum 1.50
Reclame* 40 cent per regel.
By contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en VrJJdag
des morgens om alterlgk B aar ia os* beait
4a
DIT NUMMER; BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
n
n
n
n
n
n
ff
n
n
n
n
n
von „DE EOEO VAN EET ZUIDEN'
MONCO'tO't
O» t— r--_CNl LO 1/3 co
r-»" -3- lo tj-" Tf -rf m
2
ö3
•o
T3 e t t t c
QJ
Ofi
E E E t K
O.
V*
CL» t E E E t E
O.
R R R C t
TJ
O O o" o" O o~ O*
O O O O O O O
O O o O p O O
re— r- O M
mo-ooifi'O
O r- - oi f» f
iri CM CM cvi
vmnoco
CO co
iO rt-* -er iri"
«E»»
R R t R
R E t
E E R E
O O o O
O O o O
O O o p
co co tri t--
CN CD to CO
t- t-- T* O
CM
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
-o
J) TJ
QJ
3
t u c
5ï -G OJ
- M
co 2
co
*-• r, a c O Z
EERSTE DEEL.
Eenige oogenblikken daarna verliet de
baron, vergezeld van Grisol en Ga/.eau, het
zinneloozengesticht en hij bracht zijne twee
gezellen terug naar Mantes.
De baron betaalde Grisol en nain afscheid
van den burgemeester en Grisol.
Deze twee richtten-zich naar Parijs. Zij
zaten zwijgend naast elkander, beiden diep
in gedachten verzonken.
Gazeau droomde van eer en roem. Had
Andréa liem niet gezegd: „Gtj'moogt op mij
rekenen", terwijl hij hem de hand drukte en
zijn knoopsgat aanwees, waarin een veel
kleurig roosje prijkte.
De burgemeester verstond dit teeken en
hij hechtte geloof aan de woorden van den
baron.
Teven9 dacht hg aan de ontelbare gunsten
die weldra op hem zouden uitgestort worden
en hy dacht er niet eens aan zich den last
en vermoeidheid te beklagen, welke hy zich
had moeten getroosten, neen, verre van daar.
Dokter Grisol, van zyn kant, was in de
wolken; hy kon er maar niet toe besluiten
zgne handen van de bankbiljetten te houden.
Welk genoegen vond hy er in die papiertjes
te streelen en licht te verfrommelen, want
dat zacht krakend geruisch deed een aange
name siddering al zyn ledematen doorloopen.
Met den eersten trein, die langs Mantes
stoomde, keerde de baron naar Parys terug.
zy zit vast. Voor goed uit den weg.
Die woorden lagen hem zonder ophouden
op de lippen, zyn hart was er vol van.
Nu ging hy naar Wladimlr opi d» bsloo-
ning te ontvangen van de talrgke diensten
die hy hem bewezen had. Welk groot en rus
tig leven zou lig nu gaan leiden.
Rechtuit gesproken, Wladimir kon hem
niets meer weigeren.
Alexis en Raoul de Boisdéant waren te
Parijs aangekomen met denzelfden trein
als de baron. Zg slopen voorzichtig weg, uit
vrees dat deze hen zou kunnen bemerken.
Zg wisten nu waar zg de baronnes konden
terugvinden.
En nu volgden zg den baron, om ltenée
te ontdekken.
Toen onze twee vrienden in het station
van Saint-Lazare aankwamen, op het oogen-
blik dat zy den baron lieten voorgaan, voel
de Raoul de Boisdéant eensklaps dat Alexis,
wien lig den arm gaf, geweldig sidderde.
Wat scheelt u? vroeg hij hem, zeer on
gerust.
Alexis schudde droevig het hoofd.
't Is dat wy ook achtervolgd worden,
antwoordde hy.
Wat wilt gy zeggen?
Kyk. Ziet gg daar dien reiziger, die
ons voorbygaat zonder ons te bezien, zon
der het hoofd om te wenden?
Welnu, ik had het reeds gedacht, nu
hen ik er zeker vandie heer zal my niet
meer uit het oog verliezen, hy, noch zyn
agenten. Ik zal hen niet ontsnappen, noch
by dag, noch by nacht.
Maar wat moet lig van u hebben?
Wie is hy?
'tls een officier in 't blauw.
TWEEDE DEEL.
DROEVIGE HERINNERINGEN.
In de voorstad Saint-Germaln, omtrent
in het midden der Grenellestraat, stond1 2
jaar geleden een schoon huis in ouden sty 1,
dat er eentonig en droefstemmend uitzag. De
deur, met dikke eikenhouten kruisen ver
sierd, bleef meestal gesloten.
Nochtans, op de dagen dat de zon scheen,
zette een man de deur wyd open. Hg droeg
een hemd van bruine zyde, een astrakaansch
mutsje met top, een breede bolbroek en korte
laarzen.
Dat was van Karoiüine, de kozak van ge
neraal graaf Alexander de Thai, eigenaar
HAARSTEEG.
(Vervolg.)
2. Voorstel van de Electriciteits-
commissie om den stroomprijs voor
licht ingaande 1 April te bepalen op 60
cent per K. W. U. tot een verbruik van
30 K. W. U. en het meerdere gebruik op
50 ct per K. W. U., alsmede om het G.
E. B. wederom een crediet toe te staan
voor de volledige straatverlichting.
Voorzitter: Het is een voorstel van
de commissie.
Dobbelsteen: Ik heb dat besluit mee
genomen en kan wat 't 1ste betreft, me
er best mee vereenigen en wat 't andere
betreft, daar heb ik nog eens over na
gedacht. Wij weten nu wel de maxi
male belasting van Januari en Februa
ri maar niet van November en Decem
ber wat ook maanden zijn dat er nogal
wat wordt verbruikt. Dat kan pas dit
jaar blijken en destijds heb ik gespro
ken van het te probeeren en daarom
ben ik er tegen.
Voorzitter: Ik begrijp uwe houding
liet. Op de commissie-vergadering
hebt ge het besluit mee genomen en
liier handelt ge weer anders.
Dobbelsteen: Men kan van opinie
veranderen.
Voorzitter: Dan had de commissie
dit voorstel wel kunnen achterwege
houden.
Van Hemert: Wordt het contract
met de P. N. E. M. niet opgezegd?
Voorzitter: De P. N. E. M. heeft het
ons opgezegd, 31 December 1926 is bet
afgeloopen.
Van Engelen: Ik kan het niet anders
dan heel vreemd vinden. Op die verga
dering is toch alles nagegaan en ge
zegd waarom men tot dit voorstel is
gekomen. Dobbelsteen heeft zelfs ge
zien dat we maar 29 boven de 2500
zijn gekomen en nu is het wel waar dal
er wat meer aansluitingen zijn geko
men, maar ondanks dat is het verbruik
in de maand Maart toch minder ge
weest. Wij zullen nu voor het feit ko
men te staan dat we 2500 moeten be-
van dit huis.
Dan kwam ook generaal de Thai buiten
gereden met een span vurige paarden, die
trotsch stapten met den kop fier omhoog en
mot golvende manen.
De generaal was de vgftig voorbij, had
een blozend en dik gelaat, met zwarten kne
vel en levendige oogen.
•Naast graaf de Thai zat een schoon meisje,
haar opschik was bevallig maar tevens een
voudig.
Ieder was het eens om te verklaren dat
Katharina de Thai een der liefste meisjes
was van de Russische kolonie te Parys.
Men had het haar meermaals gezegd, en zg
wist het.
Het rgtuig waarop achter, twee knechten
in livrei stonden, reed de Grenellestraat af
in de richting van de kaaien, vandaar naar
de Champs-Elysées, deed een lange wande
ling in het bo.sch en reed soms door tot
Saint-Cloud.
Die wandeling in het boscli en in de om
streken* waar een mensch de frissche en
gezonde lucht met volle teugen inademt, de
den zg meermalen in de week. wanneer het
weder zulks toeliet. Dat was bgna het eenige
verzet van Katharina de Tlial.
Niet dat de generaal een strenge en hard
vochtige vader was, neenhy beminde, hij
aanbad z.yne dochter en omringde haar met
alle mogelgke teederlieid en genegenheid.
Maar bgna altyd, wees hg de talryke
uitnoodigingen van de hand, welke de élite
der hoogere Paryzer wereld gestadig stuur
de naar zgne dochter, wier schoonheid, naam
en fortuin, ieder bekoorden.
Soms gebeurde het nochtans dat de graaf
de Thai de uituoodiging niet kon weigeren,
ofwel uit hoofde van vriendschapsbetrekkin
gen, ofwel door onvermydelijke plichten van
beleefdheid.
Wanneer hg zoo gedwongen was zyn
dochter naar schouwburg of bal te vergezel
len, dan schenen die stonden van genot en
vermaak, die voor een ander veel te snel
vervliegen, liem eeuwen van een pynlijke
foltering.
Niet dat hy gejaagd en ongerust was.
Neen, zyn uiteriyk scheen integendeel, op
die avondstonden, een ysklomp te zyn, onbe-
weegiyk en gevoelloos, onvatbaar voor alle
vermaak, en «yn aangezicht was dan zoo
bleek als de doodskleur.
Hg trok zich terug in een hoek der loge
en zgn schitterende oogen schenen in de
verte de rangen der toeschouwers te door
horen.
Wanneer de generaal zgn dochter naar
schouwburg of hal vergezelde, dan zat Ivan
Karomine op den hok van de landauer en
bleef staan in de voorzaal.
Van tyd tot tyd ging de generaal buiten,
wisselde eenige korte woorden met zyn
trouwen dienaar, dan kwam hy weer bin
nen om opnieuw zyn stuursche onbeweeg-
ïykheid te hernemendoch de bleekheid van
zgn gelaat verdween slechts wanneer hg te
huis terug kwam in de Grenellestraat, en
de zwarte koetspoorten toerolden na door
gang te hebben verleend aan vader en doch
ter de Thai.
De generaal liet dan nooit na, zgn dochter
teederlgk te omhelzen en haar te vragen:
Hebt gy u vermaakt, lief kind?
Meestal antwoordde Katharina van ja.
maar zy voegde er aanstonds hy
Maar, vaderlief, hoe zou ik my oprecht
kunnen verzetten, waariyk vermaak genie
ten, wanneer gy ten prooi schynt aan een
smarteiyke foltering.
Daarop barste de generaal in een luiden
schaterlach los.
Katharina gevoelde wel dat die lach ge
dwongen was, hy was te luidruchtig om na-
tuuriyk te zyn.
Een foltering? ging hy voort,
waar haalt gy de gedachte dat ik ïyden te
verduren heb? Ik verzet my zoowel als de
anderen. En waarom niet? Doch ik geniet,
een innerlgk geluk, ik smaak veel genot in
myn binnenste. Gy zult toch niet zeggen dat
ik ook zou moeten dansen.
Neen, vader, ik bedrieg mij niet. Wan
neer ik met u in een schouwburg of op een
bal ben, z.yt gy zenuwachtig en angstig. Ik
bemerk het zeer goed, hoewel gy al uwe
krachten inspant om u zeiven te beheerschen,
te overmeesteren.
Hem doen bekennen dat hg angstig was,
dat kon zy niet.
Angstig? Iiy? Ongerust? En waarom?
Stil biyven, dat gaat my niet, dat is
waar. De sabelslag dien ik kreeg in Afgha
nistan, de kogel welke my trof in Kaukazië,
de jicht, dat allee kwelt my wel wat, wan
neer ik tot rust gedwongen ben. Maar onge
rust, angst. Welk een 'gedachte. Hoe kunt
gg zoo iets in uw hoofd halen?
Die verlegenheid,» welke hy zoo hardnek
kig loochende, was nochtans zoo goed zicht
baar dat Katharina het meerendeel der tal
ryke uitnoodigingen van de hand wees,
welke zy ontving.
Wanneer zy haren vader kwam zeggen
dat zy een kaart voor een bal of een be
roemd tooneelstuk had teruggezonden, dan
liet de generaal zich een zucht van verlich
ting ontsnappen.
Dan ging hy het salon op en af met groote
stappen en wreef zich zoo duchtig van vol
doening in de handen, dat hy met de elle-
boogen tegen de meubelen stootte.
Myn kind, zoo begon by dan, gy hebt
ongelgk gehad. Eene jónge dochter moet in
de wereld komen. Ik verzoek er u om, beste
Katharina, in het vervolg die uituoodiging
aan te nemen, ja, myn lieveling, gy moet
dien niet meer weigeren.
Ik hen geen kind meer vader. Ik zal
weldra twintig jaar oud zyn en gy zelf be
kent dat ik noch ydel, noch lichtzinnig ben,
geiyk meestal de meisjes op mynen ouder
dom.
Dat is waar, maar zeg mg waar gg heen
wilt?
Hierheen.
zy wierp een schitterenden blik recht in
de oogen van den generaal.
Vader, inplaats van in Rusland te biy-
veu, waar uwe stand' u aan het hof roept,
waarom wonen wy hier in Frankryk, waar
gy noch kasteel, noch eigendom bezit?
De breede schouders van den generaal
werden door een zenuwtrilling bewogen, en
hy mompelde:
Waarom wg hier wonen?... Wel om van
het verblgf te Pargs te genieten... En dit
huik is immers ons eigendom.
Vader, dit huls hebt gy gekocht
Om het verblijf te Parys te genieten, zegt
gy. Uwe verwarring, uwe verlegenheid lo
genstraffen uwe woorden. Gy hebt my be
loofd de waarheid te zeggen, ik hel» het
recht te eisehen dat gy de belofte vervult
welnu, ik luister.
(WiwOt vervolgd.)