Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
jonge vrouw.
FEULLETON
,NOQRD-BRABAND"
W'
NUMMER 36
WOENSDAG 6 MEI 1925
48e JAARGANG,
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
GEMEENTERAAD.
WAALWIJK.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Vrijdag 1 Mei des
avonds ten 63/4 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer E. Moonen.
Ongeveer 7 uur opent de Voorzitter
de vergaderingafwezig Timmermans-
Verschure en Groenen.
De notulen der vorige vergadering
worden ongewijzigd vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
Schrijven van den heer B. Timmer-
mans-Verschure dat hij door ongesteld
heid verhinderd is de vergadering bij
te wonen.
Schrijven van Mevr. Wed. J. v. Calker,
houdende de mededeeling van het
overlijden van haar man die lid was
van het R. K. Burgerlijk Gasthuis.
Wordt besloten als antwoord op dit
schrijven een brief van rouwbeklag te
zenden.
Schrijven van Ged. Staten, houdende
de goedkeuring van de begrooting
voor het dienstjaar 1925.
Schrijven van caféhouders naar aan
leiding van de toewijzing van een
standplaats op de a.s. kermis van een
danstent. Adressanten wijzen er op dat
dit voor hen een groote schadepost
zal zijn
De Voorzitter zegt dat de toewijzing
heeft plaats gehad en er dus moeilijk
verandering in gebracht zal kunnen
worden.- Burg. en Weth. zijn van oordeel
geweest, dat het aanwezig zijn van
zoo'n danstent de animo om te dansen
nog zal verhoogen en daardoor ook
nog meer vreemdelingen naar de
kermis zullen komen waarvan de
caféhouders dan zouden kunnen pro-
fiteeren. Maar mocht nu blijken dat
het voor de caféhouders een nadeel
is, dan zal een volgend jaar daar zeer
zeker rekening mee worden gehouden.
Eibers. Er is nu dus toch niets aan
te doen
Roggeveen. In zeer veel plaatsen
ziet men daar actie tegen voeren.
Smolders. Vroeger stonden hier ook
altijd' van die danstenten maar uw
voorganger is daar op terug gekomen
juist omdat de kasteleins er veel schade
50)
TWEEDE DEEL.
door leden. In geen jaren zijn er dan
ook meer van die inrichtingen hier
geweest.
De Voorzitter zegt dat andere fac
toren in het oog moeten worden ge
houden. Bedacht moet worden dat de
kermis er op de eerste plaats is voor
de ingezetenen en niet voor de café
houders. Die trekken er toch voordeel
van en dat is goed, maar de vermakelijk
heden mogen er niet onder lijden.
In de meeste café's wordt niet ge
danst, dus zooveel café-houders kun
nen er geen schade aan hebben, maar
niettemin zal een volgend jaar reke
ning met het verzoek worden gehou
den.
Het adres wordt hierna voor kennis
geving aangenomen.
Rapport van de brandweer betref
fende den plaats gehad hebbenden
brand op het Laageind.
Roggeveen. In het rapport wordt
gewezen dat de druk op de waterlei
ding daar niet meer voldoende is.
Eerlang, staat er, zal door Burgem.
en Weth. daarin worden voorzien,
maar op welke wijze wordt niet ver
meld
Voorzitter. Daar zijn twee middelen
voor. In Besoijen heeft men niet in die
mate daarmede te kampen, omdat daar
de buizen breeder zijn.
Verbetering ,kan dus worden ver
kregen door vernieuwing van de
buizen maar ook door aankoop van
een aandrijf-apparaat uitgevonden door
den Directeur van de, Amsterdamsche
brandweer. Met dat apparaat is het
mogelijk het water uit de Wiel tot op
300 Meter naar beide richtingen, dus
300 Meter naar het Oosten en 300 M.
naar het Westen, door den Motor te
laten wegstuwen, Men kan dan dus
een oppervlakte van 600 M. bestrijken
De opperbrandmeester heeft zich al in
verbinding gesteld met de fabriek om
te zien wat de voordeeligste manier
zal zijn om in het euvel te voorzien.
Eibers Dan mag- men wel ophou
den met het dempen van de Wielen.
Voorzitter. Een van die Wielen heeft
de aandacht getrokken van kunstzin
nig aangelegde ingezetenen, dat is die
eene mooie Wiel, waar het kroos zoo
groen in ligt en die wordt niet gedempt
Eibers. Ja, klein Venetië wordt het
dan nog.
Voorzitter. Dien naam heb ik er nog
niet aan hooren geven, maar het zal
zoo wel iets worden.
Naar aanleiding van een adres van
J. B. ten Haaff, die meent te kort te
zijn gedaan door de afwijzing van zijn
verzoek aan de commissie voor het
woningbedrijf om toewijzing van een
winkelwoning in de Putstraat, wordt
door de commissie gerapporteerd,
dat dit verzoek de volle aandacht heeft
gehad, doch dat het niet in het belang
der exploitatie werd geacht de ge
vraagde woning aan adressant te ver
huren.
Daarna wordt het adres voor kennis
geving aangenomen.
Schrijven van het Hoofdbestuur der
Internationale Tentoonstelling voor de
Schoen- en Lederindustrie 1925, hou
dende het verzoek om haar ontheffing
te willen verleenen van de belasting
op de vermakelijkheden voor den
toegang tot de tentoonstelling en de
daaraan verbonden attracties.
In hun preadvies zeggen Burg. en
Weth. dat art. 5 der verordening op
de heffing der belasting op vermakelijk
heden hun alleen de bevoegdheid om
ontheffing geeft voor tentoonstellingen
tot bevordering van kunst en weten
schap naar de letter van deze be
paling zouden zij dan de bevoegdheid
missen om ontheffing te verleenen voor
»WA A LW U K. >wrO
DOOR ERVARING STERK.
eene tentoonstelling als deze, die ge
acht moet worden industrleele en
handelsbelangen te dienen. Wellicht
zal het echter de bedoeling van den
Raad zijn geweest om vrijstelling te
verleenen voor tentoonstellingen e.d.
die gehouden worden om daarmede
algemeene belangen te dienen en
waarvan het maken van winst geen
doel is.
Burg. en Weth. stellen voor geen
lelasting op den toegangsprijs tot de
tentoonstelling te heffen. Naar hun
meening moet echter die ontheffing
alleen toegepast worden voor het recht
van toegang tot de tentoonstellingen,
niet echter voor den toegang tot de
vermakelijkheden die tijdens de ten
toonstelling worden gegeven en waar
voor afzonderlijk een toegangsprijs
moet worden betaald. Voor het geval
de toegangsprijs tot de tentoonstelling
met het oog op de hierbedoelde ver
makelijkheden wordt verhoogd, zou
alleen belasting zijn te heffen van het
bedrag, dat geacht wordt in den entreé-
prijs te zijn begrepen voor het recht
van toegang tot de vermakelijkheid.
Bij de besprekingen die Ged. Staten
betreffende deze aangelegenheid heb
ben gehouden met het Tentoonstellings-
bestuur, is van de zijde van dit laatste
aangevoerd, dat de aan de tentoon
stelling verbonden vermakelijkheden
niet op een lijn zijn te stellen met
die ondernemingen, waarop de belas
tingverordening in den regel wordt
toegepast Het is noodzakelijk dat aan
de tentoonstelling vermakelijkheden
worden verbonden omdat zonder de
baten, die deze afwerpen, de plannen
der tentoonstelling zelf niet uitvoer-
baar zijn. Voor deze beschouwing
valt iets te zeggen en Burg. en Weth.
meenen dan ook dat er termen zijn,
orti in afwijking met de bestaande
heffing voor de vermakelijkheden
buiten de kermis d'été, slechts te
vorderen 10 pCt. van den toegangsprijs.
Het bestuur heeft medegedeeld, dat
geen afzonderlijken toegangsprijs wordt
geheven voor het z.g. kermisterrein,
zoodat tot belastingheffing voor dit
geval geen aanleiding bestaat. Burg.
en Weth. meenen dat het beter is, de
belasting evenmin toe te passen op
den entreeprijs 'voor de vermakelijk
heden die op dit terrein geplaatst
worden. De heffing voor deze inrich
tingen zou nl. eigenaardige moeilijk
heden medebrengen, die een zeer
ongelijken druk op de verschillende
exploitaties zou veroorzaken. Men
denke slechts aan de vele attracties
waarnaar toegang wordt verleend zon
der dat daarvoor toegangsbewijzen
worden afgegeven, of waarvoor op
andere moeilijk controleerbare wijze
het recht tot gebruik der inrichting
wordt betaald.
De Voorzitter zegt dat het doel van
het bestuur der tentoonstelling is om
met een blanco lijstje voor den dag
te komen.
Burg. en Weth. stellen voor wel
vrijstelling van de belastirtg te verlee
nen voor de tentoonstelling maar niet
voor die zaken, zooals b v. het con
cours hippique, concours d' elegance,
de verschillende sportspelen enz., daar
willen ze 10 pCt. voor heffen.
Het streven van het Comité, om met
een blanco lijstje voor den dag te
komen moet worden gewaardeerd en
daarom komen Burg. en Weth. met
dit voorstel.
Roggeveen. Hoe hoog zullen de
entreeprijzen zijn.
Voorzitter. Voor zoover mij bekend
zijn die nog niet vastgesteld.
De heer Roggeveen zegt dat de ge
meente voor zware lasten zit en waar
aan de Tentoonstelling reeds bewijzen
i zijn gegeven van medeleven door aan
het garantiefonds voor f 10 000 deel
te nemen, daar moet men nu, naar
iet hem voorkomt, mee volstaan en
de verordening die is gemaakt niet
jaan uitschakelen. Hij ziet geen enkele
reden, vooral ook omdat een kermis er
aan verbonden is, om op het voorstel
van Burg. en Weth. in te gaan.
Voorzitter. Zou u dan de volle be
lasting willen zien toegepast.
Roggeveen. Ja, ik geloof dat men
daardoor geen enkel persoon van een
bezoek aan de tentoonstelling zal doen
terughouden.
Voorzitter. De raad van Waalwijk
heeft zich royaal gehouden door met
een flink bedrag in het garantiefonds
deel te nemen in de hoop natuurlijk
dat ook andere gemeenten dat goede
voorbeeld zouden volgen.
Ik geloof nu wel niet, dat die hoop
direct ten volle verwezenlijkt is, maar
als men nu eenmaal dat bedrag heeft
gevoteerd en dan trachten het langs
Y' T
WulvQkscke en Laagslraalsclie Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en VrijdaE
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN'
Deze kon een glimlach niet bedwingen en
hernam
Gy zij t'een man des doods, om uw le
ven geef ik niets, gij zijt verloren. Nochtans
wil ik u het leven laten behouden op eene
voorwaarde, en die is, dat gij in mijne han
den het meest onderworpen, het buigzaam
ste en het gehoorzaamste werktuig wordt.
Baron Cazéres vouwde smeekend de han
den samen.
Beveel, beste Jan, gebied. En gij zult
zien. Ik vraag slechts eene zaak, namelijk
dat gy mij op de proef zoudt stellen en dan
zult ge zien.
Ik zal zien.
Gij moogt op mij vertrouwen.
Misschien heb ik ongelijk, maar ik wil
u op de proef stellen. Doch weet wel dat wij
al onze voorzorgen genomen hebben. Gij zult
ons niet ontsnappen.
Daaraan zal ik zelfs niet denken.
Jan Steinberg deed hem zwijgen met zijne
beloften.
Houd op met uw pochen. Ik luister daar
naar niet eens. Indien gij het kondt, wel gij
gingt mij verraden zoodra gij buiten het
park waart.
Hoe durft gij zoo iets zeggen?
Nu, doe niet alsof gij beledigd schijnt.
Laat dat liever zoo. Ik ben volkomen zeker
van hetgeen ik zeg: indien gij de kans liadt,
wel, dan was ik binnen een kwartier over
geleverd aan de politie.
Ik zweer dat...
Zwijg. Ik zeg u: „indien gij de kans
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVER
hadt", want rny overleveren is onmogelijk.
Indien gij aan generaal de Thai gaat ver
tellen dat ik te Parijs ben, zal hij mij laten
opzoeken, maar mij vinden, dat is wat an
ders, ik heb een veilige schuilplaats.
Bij deze laatste woorden kwam een sclialk-
sclie glimlach het streng gelaat van Jan
Steinberg ophelderen, maar aanstonds her
nam hij weer zijn koude en stuursclie onbe
weeglijkheid.
Ja. mijne schuilplaats is veilig en nooit
zoudt gij haar kunnen vinden. Maar vooral
eer een der agenten een voet zou verzetten
om mij op te sporen, zou deze dolk uw hart
van lafaard en verrader doorboren.
De baron begon te beven en stamelde:
Maar ik zweer u dat ik u niet zal ver
raden.
Daarop reken ik zeg ik u. Nu luister
en onderbreek mij niet meer. Ik zal u zeg
gen wat gij doen moet, en ik verzeker u dat
het u hard zal vallen. Doch als gij met voor
zichtigheid en koelbloedigheid te werk gaat,
zult gij u wel uit den slag trekken en dan
zult gij uw bekoorlijk leven kunnen voort
zetten.
Al wat gij mij beveelt zal ik doen.
Luister: een of tweemaal per week
gaat gij naar generaal de Thai.
De baron antwoordde niet.
Ik weet het immers, dommerik. Als
spion zijt gij in zijn dienst. Wanneer moet
gij er weer naar toe?
Overmorgen.
Goed, zeer wel. Moet gij alleen gaan?
Neen,, met graaf Paloutine.
Verduiveld, dat maakt de zaak moei
lijker. Doch dat gaat u alleen aan, gij kunt
u maar schikken voor 't beste.
Zorg dat uw vriend Wladimir geen
lont ruikt. Hij zou u verraden, daarvan
moogt gij zeker zijn. Hij zou u verraden,
alleen om zich van u af te maken, want gij
zijt zijn medeplichtige, gij zijt getuige ge
weest van de meeste zijner schelmstukken,
gij kent al zijne misdaden. Neem dus uwe
voorzorgen en zorg dat graaf Paloutine niets
vermoed.
Wat moet ik doen? vroeg Andréa be
slist.
Aan het huis van graaf de Thai is een
geheime deur, welke toegang verleent tot
een verborgen trap, een trap van slechts
èenige treden, en die trap komt uit in het
werkkabinet van den generaal.
De baron bezag Jan Steinberg met oogen,
waarin de grootste verwondering te lezen
stond.
Wij weten nog wat meer dan dat, zei
Jan Steinberg en haalde onverschillig zijn
schouders op. ik heb nog niet alles gezegd
maar al hetgeen ik tot nu toe gezegd heb
is volkomen juist nietwaar?
Zeer juist, antwoordde Cazéres.
Ieder der agenten heeft een verschil
lende manier van te bellen. Dat is nog iets
wat ik weet. Wanneer gij gebeld hebt gaat
de deur open. De trap is verlicht door een
lamp welke in een soort van nis, in den
muur gemaakt, staat te branden.
Alles is gelijk gij het zegt.
Welnu, overmorgenavond, wanneer gij
met uw vriend Wladimir naar graaf de Thai
gaat, zult gij het voorwerp dat ik u zal ge
ven, neerleggen in de nis, achter de lamp.
Terwijl hij die woorden sprak, haalde Jan
Steinberg uit zijn jas, èen soort van lang
werpige doos, van wit metaal, die bij den
eersten oogslag er uit zag als een sigaren
koker.
Doch Andréa haastte zich geenszins om de
doos aan te nemen.
Wilt gij ze nemen? vroeg Jan Stein
berg op strengen toon en met gefronste
wenkbrauwen.
De baron nam ze dan bevend in zijn hand.
Luister goed, ging Jan Steinberg voort,
onder aan de doos ziet gij een veer. Alvorens
de doos overmorgenavond neer te leggen,
zult gij daaraan draaien, ze opwinden. Dan
is de veer gespannen en komt een horloge-
werk in beweging. Meer moet gij niet weten.
Gij legt dus de doos, als ze opgewonden is,
neer, achter de lamp en gij doet alsof er
niets gebeurd is. Dat is alles wat ik van u
eisch en als gij daarin toestemt, schenk ik
u het leven. Hetgeen gij te doen hebt is
niet moeilijk.
Andréa was bleek als een doode.
Hij draaide en herdraaide de doos in zijne
handen.
Berg dat eens gauw, steek het weg in
uwen zak en ik wenscli er u veel geluk mede.
Jan Steinberg was opgestaan en maakte
zich gereed 0111 weg te gaan.
Hy hief dreigend den vinger op tot den
baron.
En dezen keer geen bedrog, weet ge.
Tracht geen twee heeren tegelyk te dienen,
speel geen dnbbelen rol. Doe wat ik u be
veel, en denk er niet aan verrader te spe
len, want ik zweer het u, noch politieagen
ten, noch officieren in 't blauw, niets zon
beletten, dat mijn dolk uw hart doorbore.
Ily verwijderde zich met vasten stap en
liet Andréa op de bank zitten.
Gedurende een lieelen tyd bleef deze on
beweeglijk zitten.
't Stormde in zijn geest. Wat ging lift nu
aanvangen, hoe zou hij zich uit den slag
trekken. Bestond er geen middel om Jan
Steinberg aan de politie over te leveren, zon
der dat hij, Cazéres, van hem iets zou te
vreezen hebben?
Hij zocht een plan, maar vond er geen.
Hij zag zich gedwongen Jan Steinberg te
gehoorzamenkost wat kost, moest hij zijne
bevelen volbrengen, want ditmaal zaten zy
hem dicht op de hielen en hij gevoelde zeer
goed dat hij hun nu niet zou ontsnappen.
Op wie mocht hy vertrouwen?
Wien kon hy hulp vragen, bijstand smee-
ken, in deze netelige positie?
Aan Wladimir?
Die zou hem een noodlottige poets bak
ken en zou niet wachten van de gelegenheid
gebruik te maken om zich van een vervelen
den en gevaarlijken medeplichtige te ont
lasten.
Dat had Jan Steinberg hem ook goed ge
zegd.
Maar deze zou het te weten komen en
dan?....i.
En in zijn verbeelding zag de lafaard den
dolk dreigend boven zijn hoofd flikkeren.
De langwerpige doos welke hij in zijn jas
voelde, scheen te branden.
Zij moest zoo eens springen.
Ik moet gehoorzamen, sprak hij.
En zachtjes, heel zachtjes, stond hij op en
ging voort met een tragen en gemeten stap,
hetgeen volkomen tegen zyne gewoonte was
Hij ging voorzichtig, want hij moest eens
een plotselinge beweging maken, tegen een
steen stooten of strompelen en dat „helsche
tuig" zou springen en hem vergruizelen.
Zoo verliet hij het park Monceau en richt
te zijne stappen naar het huis van graaf
Paloutine.
Toen hij daar aankwam, zag hij bij den
ingang Sofie Mosser.
Deze hief de handen omhoog en riep uit:
Maar, baron, wat een gezicht. Wat is
er nu?
Ditmaal vergat Andréa Cazéres al de re
gels der welvoegelijkheid en wenschte Sofie
Mosser eenvoudig naar den duivel.
Zy bezag hem met een nijdigen bilk.
Wees verzekerd baron, dat, indien de
duivel mij komt halen, hij u terzelfdertijd
zal medenemen.
Eindelijk was Andréa op zijn kamer.
Hij loosde een diepen zucht.
Met zeer veel voorzorgen haalde hij de
schrikwekkende doos te voorschijn en legde
ze voorzichtig in een kast welke hij sloot,
en waarvan hij den sleutel in zijn zak stak
Daarna ging hij te bed, met de hoop rust
en vrede te vinden.
Vergeefsche hoop.
Elk oogenblik meende hij een ijselijke
losbarsting te hooren en hij rilde over gansch
zijn lichaam.
Onophoudelijk mompelde hy diezelfde
woorden, die hem altijd op de lippen lagen
Daar is niets aan te doen.
Ik moet gehoorzamen.
Het streng en dreigend gelaat van Jan
Steinberg stond hem steeds voor oogen.
De gedachte van de politie te verwittigen
kwam hem zelfs niet eens te binnen, zoo
was hij overtuigd dat de minste poging van
dien aard onvermijdelijk zijn doodvonnis
was.
Hij was vast besloten de bevelen van Jan
Steinberg stipt te volbrengen.
Voor het oogenblik zullen wy baron An
dréa ten prooi laten aan den grootsten angst,
terwijl hij, in gezelschap van zfln mede
plichtige, graaf Wladimir Paloutine, het ka
binet van den overste der officiers in 't
blauw, generaal graaf de Thai, binnentreedt.
(Wordt vervolgd.)