Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
r
jonge vrouw.
FEÜLLETOM
„NOOfcD-BRABAND"
UMMER 44
W0ENSDA053 JUNI!1925
48e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
GEMEENTERAAD.
GEERTRUIDENBERG.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 29 Mei
des middags ten 2 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Bianchi
Ongeveer kwart over 2 uur opent
de Voorzitter de vergadering; aan
wezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
AAN DE ORDE
1. Wijziging begrooting 1924G.E.B.
De Voorzitter deelt mede dat de
post onderhoudskosten met f 100 is
overschreden.
Wordt besloten aldus te wijzigen.
2. Wijziging begrooting grondbedrijf.
Voorzitter. Bij dit bedrijf is een
post jnet f500 overschreden.
Segeren. In verband daarmee wil
ik vragen of dit gaat over rente.
Hebben Burg. en Weth. nog niet eens
overwogen of niet tot verandering
van die leeningen kan worden over
gegaan. Nog pas twee en een half
jaar geleden is een leening aangegaan
tegen een rente van 6 pCt. Was daar
meer publiciteit aan gegeven, dan zou
men het misschien toen ook wel tegen
een lagere rente hebben gekregen,
misschien wel tegen 5'/a pCt.
Voorzitter. Bij Burg. en Weth. heeft
dit al eens een punt van overweging
uitgemaakt. Echter moet nog worden
nagegaan of In het leeningsplan be
palingen zijn opgenomen dat zulks
kan worden gedaan. En wanneer het
mag, dan is het nog de vraag of het
voor eene kleine gemeente wel wen
schelijk is om tot conversie over te
gaan. Het gevaar is niet denkbeeldig
dat, gaat men daartoe nu over en
moet men een volgend jaar weer een
leening aangaan, deze niet volteekend
zal worden
Wij zullen nazien of het mogelijk
is, maar dan is er mijn bezwaar nog.
3. Wijziging begrooting Stedelijke
Godshuizen.
Voorzitter. Ook dit college is er
niet aan kunnen ontkomen dat eenige
posten zijn overschreden.
Jansen. Ik blijf buiten dat zaakje
en zal daarom blanco stemmen.
Sassen. Ik blijf ook buiten stemming.
Het voorstel wordt daarna met 5
stemmen, die van de heeren Segeren,
Allard, Smolders, Tak en de Kroon,
aangenomen.
4 Vaststelling vergoeding art 101
Lager Onderwijswet voor Bijzondere
Scholen 1923.
Dé Voorzitter deelt mede dat deze
bedragen
Voor de R. K. Jongensschool, met
gemiddeld 160 leerlingen f 101280,
waarvan reeds aan voorschot is uit
betaald f885.48, zoodat nog uitbetaald
moet worden f 154.32.
Voor de R K. Meisjesschool met
gemiddeld 233 leerlingen f1477 89,
waarvan reeds aan voorschot is uit
betaald f 1378.24, zoodat nog uitbe
taald moet worden f 96.65.
Het bedrag per leerling bedraagt f 6.33.
De Voorzitter merkt op dat dit een
wettelijk voorschrift is, waaraan niet
is te ontkomen.
5. Vaststelling voorschot voor het
jaar 1925.
Voor de lagere school wordt dit
bedrag vastgesteld op f 6.33 per leer
ling en voor de u.l.o. school op f9.53.
Op dit bedrag mag hoogstens 80 pCt.
voorschot worden gegeven en nu is
door het bestuur van de u.l o. school
gevraagd om een voorschot van f 300
en waar het uit te keeren bedrag maar
f292 95 bedraagt en 80 pCt. daarvan
f 254 36 is, kan niet aan het verzoek
worden voldaan.
Door de lagere jongensschool is een
bedrag van f 800 gevraagd. Waar het
uit te keeren bedrag f 1019 bedraagt
en 80 pCt. daarvan f815 is, wordt
aan dit verzoek voldaan.
Door de Zusterschool is het bedrag
niet genoemd. Recht hebben ze op
f 1184 98, van welk bedrag 80 pCt.
zal worden uitgekeerd.
De bedragen zullen in vier termijnen
worden uitbetaald.
6 Herziening Bedrijfsverordening
G.E.B. (art. 124 bis der Gemeentewet).
7. Alsvoor voor het Grondbedrijf.
De Voorzitter merkt op dat dit meer
betreft een administratieve maatregel.
8. Aanbieding verslag toestand der
gemeente over 1924.
Wordt voor de leden gedurende 14
58)
TWEEDE DEEL.
dagen op de secretarie nedergelegd,
evenals het verslag betreffende de
volkshuisvesting.
9. Verzoek van H. Zijlmans tot het
huren van een woning.
De heer Zijlmans wil de woning
huren met ingang van 1 Juni, met de
conditie dat hij 2 maanden vooruit
zal betalen en dan het recht heeft 2
maanden vooruit de huur op te zeggen.
De Voorzitter zegt dat, gaat de raad
op het verzoek in, dezelfde condities
moeten worden gemaakt als voor de
andere woningen gelden. Dat is een
maand vooruit betalen me! een jaar
opzegging, tenzij men naar een andere
gemeente gaat. De heer Zijlmans heeft
tegen deze condities geen bezwaar.
Reeds eenmaal is op dit adres af
wijzend beschikt en Burg. en Weth.
hebben geheel volgens het gevoelen
van den Raad gehandeld.
Segeren. Hebben Burg. en Weth.
geen voorstel.
Voorzitter. Neen.
Met 5 tegen 2 stemmen wordt be
sloten niet op het verzoek in te gaan.
Voor het verzoek stemden de heeren
Jansen en Sassen.
Tegen de heeren Segeren, Allard,
Tak, Smolders en de Kroon.
Jansen. De man heeft toch ook op
het oogenblik aan zijne verplichtingen
voldaan en daar waar hij een nieuwe
6ttttp)^WAaLWUK
DOOR ERVARING STERK.
werkgever is, zou Ik zeggen dat men
hem zeker een woning moét geven.
De woning staat al lang leeg en daar
om zou ik ze zeker verhuren. Het is
toch veel beter dat zoo'n woning
wordt bewoond dan dat ze altijd
leeg moet staan. De strop voor de
gemeente is toch groot genoeg. Het
komt me zoo vreemd voor dat alle
maal tegen gestemd wordt. Ik zou het
motief daarvoor wel eens gaarne
hooren.
Voorzitter. Het besluit is gevallen
en dan kan er niet achteraf worden
gesproken.
jansen. Dat is wel zoo, maar had
ik van te voren kunnen vermoeden
dat de uitslag zoo zou zijn, dan zou
ik van te voren daarover hebben ge
sproken.
De heer Sassen vraagt of er nu
niets meer aan te doen is. Het is toch
een fatsoenlijk man en overal tracht
men zooveel mogelijk menschen in de
gemeente te krijgen.
De heer Tak verklaart oorspron
kelijk sympathiek tegenover deze aan-
vrage gestaan te hebben totdat er j
iets is voorgevallen, totdat er een per- j
soon in de gemeente is gekomen die
als het ware de leden wilde afdwin
gen het huis aan aanvrager te verhu
ren en daarbij van de wethouders veel
wist te vertellen waarvan 100 pCt.
onwaar was. Van dat oogenblik af is
hem de zaak onsympathiek geworden
en hij heeft daarom tegen gestemd.
Segeren. Dat is geen motief. Een
lid van den raad en zeker nog wel
een wethouder moet boven de praatjes
van de menschen staan. Naar die
praatjes van de wereld moet ge niet
luisteren,' ge moet geheel zelfstandig
handelen Ik wil wel zeggen dat mij
gisteren is gebleken dat ik tegen moet
stemmen. Vooraf heeft er toch eene
bespreking plaats gehad en waarom
hebben de heeren toen de zaak niet
voldoende besproken.
De heer Tak zegt er half voor en
nu weer er half tegen te zijn geweest,
dat is geen werk Men moet boven de
praatjes staan van de menschen Daar
heb ik al meer op gewezen. Zoo hoor
ik dat men zegt dat dan dit niet in het
raadsverslag gezet mag worden en dan
dat niet. Datis.'een rotte'toestand. Zeker
Secretaris, dat is ook tegen u
De heer Tak zegt zich persoonlijk
van praatjes niets aan te trekken maar
wel als men tracht door praatjes iets
af te dwingen.
De heer Sassen zegt zich den toe
stand te kunnen indenken. De man in
kwestie kan er toch niet aansprakelijk
voor worden gesteld als andere men
schen iets doen. Men moet toch be
denken, dat de man hier zijn zaak
heeft. Laat men toch zakelijk blijven.
Hij geeft in overweging om in een
spoedvergadering daar alsnog op terug
te komen. Hij weet, dat de man met
zijn geheele huishouden al gepakt zit.
Voorzitter. Men is nu al in vergade
ring bijeen.
Sassen, Ik bedoel dat men die zaak
dan eens intiem kan bespreken. Het
gaat toch maar niet aan om zoo maar
een werkgever een huis te weigeren.
De Voorzitter zegt dat het wel meer
zal voorkomen, dat er een besluit wordt
genomen door de meerderheid waar
mede de minderheid zich niet kan ver
eenigen. Men moet zich bij de meer
derheid neerleggen.
Sassen. Het komt wel meer voor, dat
men op een besluit terugkomt.
Voorzitter. Ik beschouw de zaak nu
als afgedaan. Wel kan de meerderheid
zeggenwe komen op ons besluit
terug.
Segeren. Er kan in een geheime ver
gadering een besluit genomen worden.
Voorzitter. Een dergelijk besluit mag
niet in geheime vergadering worden
genomen.
De heer Jansen beaamt hetgeen door
den heer Segeren naar voren is ge
bracht en wenscht zulks in de notulen
te zien opgenomen.
10. Ingekomen stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat hij
over de kwestie van de boomen die
staan vanaf de Leertouwerstraat tot
aan wachtpost 12 bezoek heeft gehad
van een opzichter der S.S.
Vroeger behoorde die grond aan
Oorlog en daarna aan Financien. Het
departement van Financiën heeft echter
kort geleden den grond aan de S.S.
overgedaan.
Een tijd geleden kwam een opzichter
van de S S. heel leuk weg zeggen, dat
die boomen daar moesten worden ge
kapt. Gezegd is dat wij daar niet op
ingingen omdat ons nooit eenige op
zegging was gedaan. Financiën heeft
tot nu toe verzuimd om kennis van de
overdracht te geven. Vanzelf spreekt
het dat dit nu spoedig kan worden
De ülcho van net Zuiden,
WMlwpsclie en Lniifslraatsche Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
van „DE EOHO VAN HET ZUIDEN".
Mnnr, alles wel ingezien, indien Renée ont
vluchtte, was Jan Steinberg voor het oogenblik
gered. Was dat het voornaamste niet?
Niettemin, toen zij Renée in de straat zag, vrij
en op een tiental stappen voor haar, kon zij hare
gramschap niet verbergen, en haar de gebalde
vuist achterna stekend, riep zij haar toe:
WtJ 'zullen elkaar weerzien, ik zweer het u.
Renée was reeds ver weg zij liep.
Zooals na alle groote krisissen: na alle hevige
ontroeringen, deed er zich in haar eene terug
werking voor, en de schrik scheen haar vleugels
gegeven te hebben.
De avondkoelte, de kalmte der gansch verlaten
straat op dit nachtelijk uur, gaven haar de koel
bloedigheid terug welke zij opeens verloren had.
Indien ik zoo blijf loopen, met een eenvou-
digen kanten doek om het hoofd, dacht zij, zal de
eerste politieman dien ik ontmoet, mij als eene
dievegge of als eene zlnnelooze aanhouden.
Eensklaps hoorde zij een naderend gerucht,
't Was een huurrijtuig, dat al spoedig aangereden
kwam.
Zijt gij vrij, koetsier? vroeg Renée.
En eene grove, doch vriendelijke stem ant
woordde
Ja, vrij, dat ben ik voor het oogenbUk.
Maar waar moet ik u heen brengen, beste
juffrouw?
Renée had daar nog niet aan gedacht en
zocht te vergeefs naar een antwoord.
Ja, Inderdaad, waar kon zij heengaan?
Zij zocht niet lang naar een oplossing. Het
voornaamste was zich zoo spoedig mogelijk
te verwijderen van het gevloekte huis waar
uit zy zoo gelukkig ontsnapt was. Wie weet
welke gevaren haar nog konden bedreigen.
Kon Wladimir zich niet reeds bij Sophie
Mosser bevinden, hare vlucht vernemen en
haar ten allen prijze in zijne macht terug
willen?
Bij oogenblikken scheen het haar toe dat
zij naderende stappen hoorde.
Zij geloofde in de verte te zien dat onbe
paalde gedaanten zich in de duisternis be
wogen dat moesten voorzeker dezen zijn
die haar zochten.
Rechtuit, koetsier, sprak zij, om toch
een antwoord te geven.
I)at is geen bepaalde plaats, gromde
de koetsier, het hoofd schuddend.
Als het zoo is, voer mij waar gij wilt,
hernam Renée.
Wat zonderlinge, mompelde de andere,
op zijn bok plaats nemend. Alles wel inge
zien, zij heeft het voorkomen van een eer
lijke vrouw te zijn, alhoewel het zelden ge
beurt dat eerlijke vrouwen zoo geheel alleen
des nachts op straat loopen.
Maar zie, 't is misschien een jonge vrouw,
die door haren man afgeranseld is en die
de echtelijke woning ontvlucht is; maar, dat
zijn mijne zaken niet.
Stap in, mejuffrouw.
Renée nam plaats in het gesloten rijtuig
en de huurkoets vertrok.
In den grond was de koetsier Paulin Ver-
gé niet misnoegd om het avontuur.
Hij keerde ledig huiswaarts na een dag
die hem niet zeer gunstig geweest wasdeze
nachtelijke koers zou zijne ontvangsten een
weinig vergrooten.
Waar ik wil, herhaalde hij in zich
zelf... waar ik wil... Wel, ik wil naar mijn
huis rijden, dat is niet zeer ver, neen, 't is
in de Pompstraat, te Passy.
Daar zal zij een besluit kunnen nemen,
de jonge vrouw, en daar zal zij een ander
huurrijtuig vinden, als zij verder nog zijn
moet. Want zie, ik moet wat gaan eten en
eenige uren slapen.
Die Paulin was een braaf man, goed en
eerlijk, misschien een weinig praatziek, maar
niemand is volmaakt in deze wereld.
In het rijtuig herademde Renée met volle
longen.
Vrij, Vrij. Zij was vrij.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
Waar begaf zij zich heen? Zij wist het
niet; maar wat zou dat.
Voor alles, zy was nu de slavin niet meer
van die ellendelingen die haar daar straks
nog gevangen hielden.
Nu kwamen een menigte gedachten tege
lijk in haren geest op, doch een enkele ge
dachte verdrong al de andere en was alleen
duidelijk' bepaald.
Alexis terugvinden en, dank zij zjjne po
gingen hare dierbare moeder terugvinden en
verlossen.
Maar zy kende het adres van Alexis niet.
Hoe zou zij hem ontdekken?
Ha, door zijn vriend Raoul de Boisdeant.
Maar hoe zou zij het adres van dezen te
weten komen?
Opeens, terwijl zij aldus nadacht, werd zij
door een hevigen angst bevangen, die geheel
haar lichaam deed beven.
Zij had een huurrytuig genomen zonder
er aan te denken dat het haar stoffeiyk on-
mogelyk was den koetsier te betalen, want
zy had hoegenaamd geen geld.
Hare bewaakster, Sophie Mosser, had er
wel voor gezorgd haar van alle geldmiddelen
te berooven.
Een mensch zonder geld is in onze dagen
een volstrekt machteloos wezen.
Wat zou zy hem zeggen? Wat ging zy
doen?
En hy, wanneer hy wist dat zy hem niet
betalen kon, zou hy haar niet van bedrog
beschuldigen en een politieman roepen om
haar aan te houden?
In dien nypenden angst wapende zy zich
met moed en nam een besluit.
Het venstertje voor aan het rytuig neer
latend, zeide zy met een stem die van ont
roering beefde:
Koetsier, biyf staan, als 'tu belieft.
En aanstonds stapte zy uit de koets.
Koetsier, hernam zy. neem het my niet
ten kwadé; ik heb ongelijk gehad een rytuig
te nemen, ik bemerk daar zooeven dat ik
myne geldbeurs vergeten heb.
Wees daar niet troosteloos om, ma
dame, zeide hy. gy zult my uw adres geven,
en morgen zal ik het geld komen ontvangen
gy kunt er dan een goed drinkgeld byvoegen,
als gy wilt.
Ha, ja, dat was zeer goed, maar was de
ongelukkige Renée wel in staat haar adres
te geven?
't Was byna bevend en met de schaamte
in het hart dat zij stamelde:
Ik kan u mfln adres niet geven, koet
sier. De waarheid is dat ik geen geld heb.
Ik heb in uw rytuig plaats genomen zonder
daar aan te denken en alleen om iemand te
ontvluchten, die my kwaad wil doen. Waar-
ïyk, in myn overhaasting heb ik niet eens
gedacht dat ik geen geld had om u te beta
len, ik herhaal het u.
En dit zeggende barstte de arme Renée
in tranen los.
'tWas vooreerst een misnoegd gegrom,
dat aan de keel van Paulin Vergé ontsnapte.
Maar zie, dat was niet te verwonderen,
want het is nooit aangenaam, vooral niet in
het midden van den nacht, een rit voor den
koning van Prui9sen gedaan te hebben.
Maar de tranen van Renée ontroerden
hem het hart
Welk een zonderlinge vrouw, mompelde
hy. Sinds de vyftien jaren dat ik koetsier
ben, heb ik niet eens my in zulk geval be
vonden.
Opeens, in het midden harer smart, liet
Renée zich een lichten vreugdekreet ont
snappen.
Hare tranen afdroogend had zy met de
hand een harer oorringen aangeraakt,
't Was een zeer kostbaar juweel, een groote,
ronde parel, omringd met briljanten van
het zuiverste water.
Koetsier, koetsier, riep zy haastig
Ik kan u betalen, ziehier.
En zy reikte den oorring aan Paulin Vergé.
Deze nam het juweel in zyne grove en ru
we handen en bekeek het by het licht van
een lantaarn.
Dat is zeer schoon, en dat kan een zeer
groote waarde hebben
Er is maar een ongeluk, beste mevrouw,
het is dat Paulin Vergé zoo iets niet uitwis
selen kan.
Maar bewogen door een edelmoedig ge
voel, voegde de brave man er aanstonds by
Zie, mevrouw, er is een middel om dat
te schikken. Gy bevindt u in de grootste
verlegenheid, dat zie ik wel, want het is niet
zeer moeliyk dat te bemerken. Goed, er zal
niet gezegd worden dat Paulin Vergé een
arme jonge vrouw, zooals gy, in nood zal
gelaten hebben. Wat wilt gy? zeg het my
rechtuit
Reuée was diep ontroerd door de edelmoe
digheid van dien eenvoudigen, goedaardigen
man.
Ik dank u, beste vriend, ik dank u,
sprak zij, terwyi nieuwe tranen, van aan
doening ditmaal, aan hare oogen ontsnapten.
God zal u en uwe vrouw en kinderen het
goede weergeven dat gy my doet.
Ween daarom niet, brave mevrouw, we
dervoer Paulin, de tranen dienen tot niets
en wanneer men schoon is, geiyk gy, dan'
ontsieren zy u en doen uw oogen rood wor
den. Welaan, zeg my waarheen ik u voeren
moet en morgen of later, wanneer gy uw
geldbeurs zult teruggevonden hebben, zult
gy den prys van mijne nachtrit zenden aan
het nummer 12bis, Pompstraat, te Passy. O,
ik ben wel gerust, ziet ge.
Renée schudde het hoofd.
Morgen, zeide zy treurig, zal ik zoo
min geld hebben als vandaag. Ik heb de
vlucht genomen en ben vertrokken zonder
geld.
Ja, ik ben de schande en de dood ont
vlucht.
Arme vrouw, mompelde Paulin Vergé
in zich zeiven.
En dan luid:
Ha, zie, dan is het zoo gemakkeiyk niet
meer, maar, 'tis geiyk, wy moeten toch een
middel vinden om uit de moeiiykheid te ge
raken.
Ik zal van morgen af myne juweelen
probeeren te verkoopen.
Ja, maar daar gy in uwe overhaaste
vlucht er zelfs niet aan gedacht hebt een
hoed op te zetten, zal de juwelier by wien
gy u aanbieden zult, voorzeker uw adres
vragen. Gy zult het niet willen geven en dan
zal hy u naar het naaste politiebureau doen
leiden. En zie, wanneer men in de handen
der politie is, weet men nooit wanneer men
er uitkomt. Wat meer is, misschien zou men
u met geweld terugleiden in het huis dat gy
zoo angstig ontvlucht zyt. Neen, beste me
vrouw, wy zulfen iets anders moeten zoeken.
Wordt vervolgd.