Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
jonge vrouw.
Op verovering uit!
Zonnebrand
FEULLETOM
„NOORD-BRABAND"
AKKERS Kloosterbalseral
verzacht direct de pija
ea geneest ia 1 nacht
Overal verkrijgbar^
50dperpot
NUMMER 48
WOENSDAG 17 JUNI 1925
48e JAARGANG.
EERSTE BLAD.
Men schrijft ons
De vorige keer hebben wij zoo
duidelijk mogelijk laten uitkomen, dat
het op 1 Juli a.s. niet alleen gaat om
te behouden wat we hebben, maar om
te winnen. Wij moeten niet met 32
zetels uitden strijd te voorschijn komen,
maar met het grootste mogelijk aantal
met 34 of 35, zooals Mr. Bomans
in 1922 al uitrekende.
Het is onze heilige plicht om den
strijd in te gaan met den vasten wil
om te veroveren, om er sterker uit
terug te keeren.
Want bedenkt: aldus denken ook
onze tegenstanders er over. De soci
aal—democraten hebben gezworen net
zoo grandioos te overwinnen als ze
het in België heben gedaan. Daarom,
weest gewaarschuwd 1 De groote storm
aanval van links begint alles wordt
er van dien kant op gezet om de recht-
sche meerderheid omver te loopen,
om alle kans op een rechts bewind te
vernietigen.
Het is thans de ure des gevaars 1
De vijand is vastberaden, vervuld van
verlangen om te overwinnen. En daar
om sluiten wij de gelederen, een en
eensgezind. Zeker, er zijn vraagstukken,
waarover wij onderling van meening
verschillen er zijn belangen, die naar
het oordeel van sommigen onzer niet
op de juiste wijze zijn behartigd of
onvoldoende behartigd.
Maar thans, op dit oogenblik, hebben
wij als eerste plicht: met den vijand
afrekenen, niet alleen door ons te
verdedigen, maar boven alles door
aan te vallen'door van leer te trekken
met den vasten wil om onze positie
in de kamer, in de regeering, in de
wetgeving, in heel het bestel van 's
lands zaken te versterken.
V
Het is wel heel goed en mooi, dat
wij op gezette tijden jammeren, dat
godsdienst en Christelijke moraal de
62)
goede oude zeden, de ware naasten
liefde, de maatschappelijke saamhoo-
righeid met den dag erger zoek raken
in de wereld van onze dagen. Maar
met klagen en jammeren komen wij
er niet en komt de Roomsche zaak er
evenmin.
Wij moeten wat doen.
Wij kunnen wat doen.
Zoo meteen, op 1 juli kunnen wij
wat doen
Zoo meteen, op 1 juli, kunnen wij
allen iedere man en iedere vrouw, wat
doen, om deze verheidensche samen
leving te helpen vernieuwen in Chris
tus, om het Katholiek beginsel dichter
bij zijn overwinning te brengen
Daarom opl Met alle macht, tot den
laatsten man en de laatste vrouw! Het
gaat niet enkel om de „politiek", maar
om het geloof, om den godsdienst, om
het beginsel en ook om het stoffelijk
welvaren, dat alleen door een bewind
op christelijken grondslag waarachtig
kan worden bevorderd.
Trekken wij ten strijde wij her
halen het nog eens vervuld van den
wil om met meer zetels uit het gewoel
te voorschijn te komen.
Versterking van de Katholieke Ka
merfractie zij het wachtwoord van
Katholiek Nederland.
De Rijkskieskring Tilburg, het trou
we Roomsche volk van Brabant neme
dit wachtwoord over, En daarom
Kiezeressen en kiezers van den Rijks
kieskring Tilburg:
Op voor den vijfden zetel 1
GEMEENTERAAD.
MADE.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Vrijdag 12 Juni des
voormiddags ten 10 uur.
Voorzitter Edelnchtb. heer A. van
Gils.
Ongeveer kwart over tien uur opent
de Voorzitter de vergadering afwezig
de heeren Antonissen en Diepstraten.
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen.
De heer Segeren Azn. zegt gehoord
te hebben, dat langs het pad in Drim-
melen. waarover in een vorige verga
dering zoo lang is gediscussieerd,
gebruik is gemaakt van een trekpaard.
Van der Sluis. In het najaar kan dat
wel. Maar ik geloof niet, dat wanneer
iemand de vergunning daarvoor heeft,
er iets aan zal zijn te doen.
Voorzitter. Niemand mag daar met
een paard komen, tenzij hij vergunning
daarvoor heeft van Burg. en Weth. en
die is er tot nu toe maar een.
Van der Sluis. Hoe dikwijls zal dat
voorkomen. Misschien eens een enkele
keer bij ijsgang.
Segeren. Klaas Verhoeven heeft het
me gezegd. Het is onbillijk daar de
irekpad te maken.
Van der Sluis. Het heeft mij een
beetje tegen de borst gestooten, dat
deze kwestie een vorige vergadering
niet in geheim comité is behandeld
geworden. Nu waren de betrokken
personen er bij en het gevolg zal zijn
dat, als men er iets van heeft gezegd,
het straks op de publieke markt voor
de voeten zal worden geworpen.
Voorzitter, ik deel uwe meening
niet. Had u daar bezwaar tegen, dan
had u het moeten zeggen.
Van der Sluis. De volksmond zei
dat de Voorzitter met Wethouder van
der Veeken bij den aanvrager op de
thee zijn geweest en later door hem
met het rijtuig naar huis zijn gebracht.
Voorzitter. Ik wist wel dat dit zou
worden gezegd maar daar staan we
boven.
to)^WAALW K ferry
DOOR. ERVARING STERK
Van der Sluis. Als men nu ver
gunning geeft om met koeien daarover
te laten loopen, dan weet ik het wel.
Als een koe stil gaat staan, gaat deze
dwars staan en wie zal er dan nog
kunnen passeeren. Van Mei tot en met
September moet men daar geen ver
gunning voor geven. Wil men er een
rijweg van maken, mij goed, maar voor
den goeden gang van zaken moet men
er een gedeelte van het jaar geen vee
op laten loopen.
Van der Veeken. Wij zijn niet naar
Drimmelen geweest om thee te drinken,
maar om die zaak van Van der Stelt
en Van der Hoeven te onderzoeken.
Van der Sluis. Dus U hebt daar
geen thee gedronken en U is niet thuis
gebracht
Van der Veeken. Ja, die man is zoo
beleefd geweest het te presenteeren en
ik geloof dat er niets tegen is ook.
Van der Sluis. Ja, U kent dat oude
spreekwoord welVoor wat, hoort wat.
Van der Veeken. Wij hebben ons
naar huis laten brengen omdat de
Voorzitter er tegen op zag om zoo ver
te loopen, maar door zoo iets laten
wij ons niet beïnvloeden, mijnheer
Van der Sluis.
Voorzitter. Het groote bezwaar is
dat die man anders bijna niet bij zijn
land kan komen.
Van der Sluis. Dat hem vergunning
wordt gegeven om er in het voor- en
najaar gebruik van te maken, goed,
maar in de zomermaanden is het er
goed genoeg om te loopen.
Van der Veeken. Ik geloof dat het
nu goed genoeg geregeld is. Het zit
nu in handen van Burg. en Weth
Moet er eens een schuit worden ge
trokken, dan is daar, zou ik zeggen,
ook niets tegen.
Norbart. Is er gevaar aan verbonden
Segeren Azn. ik heb in een vorige
vergadering den indruk gekregen dat
vergunning alleen bij hooge uitzonde
ring zou worden gegeven.
Van der Sluis. Een der belang
hebbenden sprak van recht zoeken en
van recht zoeken is hier geen sprake.
Het is een gunst als vergunning wordt
gegeven. Een der belanghebbenden
wil alles dwingen en dat is verkeerd.
Van de Reijdt. Komen er klachten,
dan zal de vergunning worden in
getrokken.
Voorzitter. Andere menschen kunnen
ook met een verzoek komen. Het is
niet alleen voor Van der Hoeven zoo
geregeld. Het is een algemeen belang.
Van der Sluis. Een algemeen belang
s het niet. Het is een persoonlijk
belang.
Voorzitter. Dat ben ik niet met u
eens.
Adres Hoofd der school verzoekende
verbod rooken door kinderen.
Voorzitter. Alvorens dat te behande
len stel ik voor om eenige wijzigingen
aan te brengen in de politie verorde
ning en wel naar aanleiding van den
grooten brand die Zondag in de riet-
mijten te Drimmelen heeft plaats gehad.
Bij artikel 55 van de politie—ver
ordening zou ik willen bijvoegen dat
het verboden is 25 Meter in de om
geving van de rietmijten, te rooken.
Stijnis. Als er een bord staat ver
boden te rooken, dan is het al vol
doende. Op het geheele gemeente-
terrein, waar vele rietmijten staan op
gestapeld, moet het verboden zijn om
te rooken.
Van der Sluis. Dat de gemeente
daar terrein verhuurd voor rietmijten
te plaatsen, is een prachtgelegenheid
om heel Drimmelen in asch te leggen.
Dank zij de waterleiding en dank zij
het harde werken van de brandweer is
het zoover niet gekomen. De gemeente
moet het daar niet verhuren.
Voorzitter. Dat is pas weer gedaan.
De heer Stijnis merkt op det er
particulieren zijn die een geheelen dag
in het riet staan te werken en daarbij
rooken. Dat moet ook worden ver
boden.
Voorzitter. Het is noodig dat er eene
bepaling in de politie verordening
(Wordt vervolgd).
WialwQkscle en UngstrMtsche Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regeL
BiJ contract flink rabat
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
van „DB ECHO VAN EET ZUIDEN".
TWEEDE DEEL.
zy verwijderden zich om naar het hoofd
gebouw terug te keeren en waren geheel en
al gerustgesteld.
Dan ontsnapte tegeiyk hetzelfde woord
aan de lippen der twee kostgangsters
Eindeiyk.
En, in tranen losbarstend, vielen zij in el
kanders armen.
In de plaats daarnaast lag Catiche te
raaskallen, ten prooi aan een hevige koorts.
zy was geen hinderiyke getuige meer en
zou in langen tijd de strenge bewaakster
niet zyn, die zy geweest was.
De twee gevangenen hadden voortaan de
vryheid met elkander te spreken.
Natuuriyk vertelde het meisje aan mevr.
Cazéres waarom en hoe zy in het „Familie
graf" levend begraven was.
't Was wel een treurige, deerniswekkende
geschiedenis, die der gewaande jonge zinne-
looze.
Een schrikkeiyk drama, dat in den'schoot
van ryke families maar al te dikwyis ver
nieuwd wordt.
Etiennette de Roquevère had hare moeder
verloren toen zy nog een kind was.
De graaf de Roquevère, die geheel 't jaar
verbleef op een overgroot eigendom in een
der departementen in het Zuiden, scheen
voor altyd aan het huweiyksleven verzaakt
te hebben, en Etiennette leefde gelukkig aan
de zyde van dien vader, die zij uit geheel
haar hart beminde.
Graaf de Roquevère was ryk, maar het
grootste deel der fortuin van het huls, kwam
van de moeder van Etiennette, een vrouw
van Poitou, die overgroote eigendommen en
talryke domeinen bezat.
By het twaalfde jaar van haar leven be
sloot haar vader een onderwyzeres te nemen.
De beste getuigschriften vergezelden miss
Eléna Hautrop, toen deze het huis binnen
kwam.
Miss Eléna was onder alle opzichten ver-
rukkeiyk.
Groot en goed gebouwd en slank. Zq had
een schoon en aangenaam voorkomen, on
danks hare zwarte en dikke wenkbrauwen,
die, toen zy zich samentrokken, haar een
hardvochtige uitdrukking gaven.
Wat in haar persoon overheerschte, dat
was hare fqnheid en hare slankheid.
Om te beginnen liet zy den graaf de Ro
quevère volstrekt ter zyde.
O, zy bekommerde zich om hem in geenen
deele .Zy wydde zich geheel aan hare leer
linge, die zy eerst voor haar zocht te win
nen.
Dat was een gemakkeiyke taak.
Miss Eléna Hautrop bracht kort na hare
intrede by den graaf eene nieuwe meid in
huis, die ten hare dienste zou staan.
Deze meid had kleine, grqsachtige oogen,
die altqd min of meer beneveld waren.
zy was het die vooral en op een geheel
byzondere wyze zou belast worden met
Etiennette te verzorgen.
In den beginne hield deze meid zich stil.
Eléna Hautrop hield haar in het oog, en
hoewel zy zich onaangenaam en hardvoch
tig toonde, gewendde mejuffr. de Roque
vère zich aan haren dienst en gevoelde ge
negenheid voor haar.
Zy is een weinig zinneloos, die Catiche,
zeide zy soms, aan hare schoone onderwy
zeres, maar zy is niet boosaardig.
Wie op dit oogenblik Etiennete zou ge
zegd hebben dat de schoone Elena Hautrop
en de sombere Catiche haar bloedige tranen
zouden doen storten, zou zy zonder aarzelen
en met verontwaardiging geantwoord hebben
dat zy naar geen lage lastertaal luisterde.
Dat was nochtans de waarheid en Etien
nette zou het al spoedig bemerken.
Er waren nog geen twee jaren verloopen,
als Elena Hautrop reeds als opperste mees
teres in huis regeerde.
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
Hoewel de graaf reeds den vyftigjarigen
ouderdom voorbfl was, had Elena Hautrop
niet veel moeite gehad om graaf de Roque
vère in hare netten te lokken..
En toen hy zich rekenschap gegeven had
van het gevoel dat hem bevangen had, was
het te laat; het was reeds overheerschend
en alle stryd faas onmogeiyk geworden.
Zult gy my beminnen, wanneer ik uw
moedertje zal zyn? vroeg Elena aan de
kleine Etiennete.
Het meisje antwoordde niet aanstonds.
„Haar moedertje",- neen, waariyk, zy be
greep niet wat hare onderwyzeres zeggen
wilde.
Eerst moest haar vader haar lang en
breed uitleggen wat dat te beteekenen had.
Dan gevoelde Etiennette in het diepste
van haar hart eene hevige smart
M. de Roquevère vergat dus haar, wier
geheiligd aandenken nooit haar jong hart
verlaten had en dat hy zelf zoolang eerbie
digde.
Ja, Elena Hautrop zou gravin de Roque
vère worden en de plaats innemen der arme
doode, die reeds vergeten was.
zy verborg de wanhoop die haar overviel.
Het ongelukkig meisje spande zelfs al hare
krachten in om hare tweede moeder te be
minnen.
Maar Elena was te slim om niet te raden
wat er in het hart van hare leerlinge ge
beurde.
Er verscheen een vluchtige vlam van woe
de in de zwarte oogen van de Amerikaan-
sche vrouw.
Van dat oogenblik af gevoelde Elena Hau
trop een onverbiddeiyken, doodeiyken haat
tegen hare aanstaande stiefdochter.
Het liuweiyk had plaats te Roquevere; on
der hare witte maagdenkroon was Elena
verrukkeiyk en de vreugde van den triomf
vlamde in hare duivelsche oogen.
Om Elena ten altaar te leiden, was de
eenige bloedverwant die zy in Frankryk had,
Carl Warton, op het kasteel van Roquevere
gekomen.
Carl Warton was een Amerikaansch dok
ter, gunstig bekend en op weg zich in de
hooge PartJsche wereld eene schitterende
praktyk te maken. Hy telde acht en dertig
jaren.
Hy sprak weinig, maar al de woorden die
hy zich schyubaar achteloos liet ontvallen,
getuigden van een schranderen geest.
zyne oogen, koel en wreed, om zoo te zeg
gen zonder blik, hadden zich een kort oogen
blik op Etiennette gevestigd, en het onge
lukkig kind had zich geheel en al koud voe
len. worden van schrik.
Waarom boezemde de oom van miss Elena
Hautrop van den beginne af een hevigen af
keer en een onoverwinbaren schrik in?
Zy zou het niet hebben kunnen zeggen
maar zy was zeker dat haar voorgevoel haar
niet bedroog.
Dokter Carl Warton moest een ongeluks
wezen, een rampzalig man zyn.
zy alleen, nochtans, had deze meening,
dat was zeker, want de sieriyke geneesheer
was er de man naar om, evenals zyne schoo
ne nicht iedereen ten zynen gunste te stem
men.
Natuuriyk had graaf de Roquevère aan
gedrongen dat de eenige bloedverwant zyner
jonge vrouw eenige weken op het kasteel
zou biyven.
Carl. Warton had slechts na veel moeite
aan het verzoek toegegeven, zyne zaken rie
pen hem terug naar Parys.
Eindeiyk toch was hy verplicht toe te ge
ven en hy had beloofd een geheele maand te
biyven by zyn neef, die hem zoo'n groote
genegenheid betuigde.
Niemand hield zich bezig met Etiennette,
en het arme meisje gevoelde zich diep be
droefd.
Haar vader, dien zy teeder beminde, dacht
nog alleen aan zyn teergeliefde Elena, wier
overweldigend beeld dat van hare arme
moeder uit zyn hart verdreven had.
En zy moest lachen, zich vrooiyk toonen,
vriendeiyk met en tegenover allen.
Reeds meermalen was de graaf Etiennette
genaderd en hy had haar gezegd op strengen
toon, zooals hy nooit tegen haar gesproken
had
Etiennette, gy veroorzaakt my een
groot verdriet. De styve koelheid welke gy
betuigt aan haar die voortaan onzen naam
draagt, is ten hoogste ongepast. Indien gy
my bemint, dan moet gy ophouden in haar
eene vyandin te zien. Ik begryp uw gedrag
niet; de jaloerschheid is eene der hatelfjk-
ste ondeugden, vergeet het niet.
En, daar Etiennette hare groote oogen,
met tranen gevuld, tot hem opsloeg, nam
haar vader haar by de hand en met ee stem
die nu van ontroering beefde, hernam hy
Ik vergeet niets, lief kind, ik vergeet
niemand, geloof het wel. Maar God beveelt
ons niet in een voortdurende smart te leven.
Gedurende lange jaren ben ik diep onge
lukkig geweest. Waarom wilt gy da ik,
vooraleer ik sterf, niet nog een weinig geluk
zou smaken?
De zucht van graaf de Roquevère ontwa
pende Etienette en zy moest erkennen dat
alle stryd nutteloos was.
De bron barer smarten was, nochtans, ver
re van uitgedroogd. Integendeel, by dat py-
nigend verdriet kwam zich al spoedig een
onbepaalde onrust voegen.
Hoewel nog zeer jong, wist Etiennette dat
zy schoon was.
Op het schitterend bal dat ter gelegen
heid der bruiloft gegeven werd en waarop
de adeldom van gansch de streek genoodigd
was, werden haar van alle kanten kompli-
mentén gemaakt.
Het scheen haar toe dat dokter Warton
haar meer naderde dan de eenvoudige be
leefdheid het vereischte.
En telkens als zy zyne blik op zich voelde
wegen, ontstelde zy.
Waarom veroorzaakte die glinsterende
blik haar eene aangroeiende ontsteltenis?
't Was erger nog toen zy, de oogen op hare
stiefmoeder vestigend, in dezen blik een
vlam van hevige woede zag glinsteren.
Dokter Warton, die op dat oogenblik met
haar in gesprek was, verliet haar en na
derde de nieuwe gravin de Roquevère.
Dan zag zy Elena met groote levendigheid
met den dokter spreken.
Etiennette verjoeg nu spoedig de gedach
te die haar in den geest gekomen was, want,
inderwaarheid, Elena Hautrop scheen Carl.
Warton eenvoudig de les te lezen en hem
zyne te zichtbare belangstelling in hare
stiefdochter te verwyten.
Verscheidene dagen verliepen vervolgens
in stille rust voor Etiennette.
Dokter Warton bracht zyne namiddagen
op de jacht door en de graaf reed uit met
zyne jonge vrouw.