Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. jonge vrouw. ft I I gftaaa FEÜLLETOM SC NUMMER 50 WOENSDAO 24 JUNI 1925 48c JAARGANG. Dit blad verschuilt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprys per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. Persoonlijk strijden. Men schrijft ons In een vorig artikel hebben wij laten zien. dat de kans op een vijfden zetel voor Tilburg volstrekt niet is uitge sloten. Wanneer wij de getrouwen derStaats- partij maar naar de stembus weten te voeren. Wanneer wij hen, die in 1922 stem den op de lijst Arts, maar weten terug te brengen tot de Staatspartij. En nu moeten de kiezers, waaronder vooral zij, die vanavond dit artikeltje lezen, niet bij zichzelf denken Dè&r hebben wij het Rijkskieskring- bestuur en het bestuur van onze plaat selijke kiesvereeniging en onze propa gandisten voor. Wanneer onze getrouwen zóó gaan denken, dan komt er van de campagne niets terecht. Dat een ieder, die onder zijn ken nissen en vrienden iemand telt, die wèl voelt voor de Staatspartij maar een beetje laksch is uitgevallen en neigingen vertoont, om op 1 Juli Qods water maar over Gods akker te laten loopen, dien vriend of kennis aanvure en bewerke en meeneme naar de stem bus Dat een ieder, die een of anderen Volkspartijër van nabij kent, op dien Volkspartijër LOSTREKKE, om hem met kracht van redenen terug te voeren, daar waar hij thuis hoort, daar waar ook voor hem alle heil te verwachten valt, naar de Staatspartij. Een ieder propagandist in zijn naaste omgevingEen ieder prate nu eens met zijn vrienden en bekenden over politiek, over den komenden strijd over de hooge belangen, die op het spel staan in opbouwenden zin. Een ieder persoonlijk propagandist in zijn naaste omgevingIs het niet te veel gevergd in een tijd als de te genwoordige. waarin het met de alge- meene politieke belangstelling zoo kwaad staat geschapen? Neen. dat is niet te veel gevergd en het is niet te veel verwacht-. Want onze oproep richt zich tot de Roomsche Kiezers, tot de Roomsche Kiezers van het Zuiden nog wei. Wat dat zeggen wil Dat wil het volgende zeggen. Er is lang genoeg gebazeld over het .Don kere Zuiden" en over de Roomsche Achterlijkheid". Wij hebben daar ge noeg vanen zullen eens laten zien hoe het met die donkerte en die achterlijkheid staat. Laat dan het heele land door de politieke belangstelling zijn ingezonken aan ons des te grooter eer, wanneer wij op 1 Juli a.s. bewijzen, dat onze politieke belangstelling leeft uit een hooger beginsel, dat onze politieke belangstelling niet sterft door een of andere teleurstelling, dat onze politieke belangstelling eigenlijk niets anders is dan belang stelling in de zaak van God, van de Kerk, van het Vaderland. Waar dit practisch op neerkomt? Hierop. Wanneer straks de kiesdeeler over heel de rest van het land mocht uit storten, laai dan het Zuiden, ons dier baar Zuiden, met een geweldig stem- buscijfer bewijzen, dat het 't land is van de beste Roomschen en de beste Ne- derlandsche Staatsburgers. Wilt gij dat bewijs leveren Trekt dan allen op ter stembus. Het gaat om de eer van Brabant, om de grootheid van de partij, om het heil van Geloof en Vaderland 1 GEMEENTERAAD. VLIJMEN. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Maandag 22 Juni des avonds ten half acht uur. Voorzitter Edelachtbare heer G. R. van der Ven. Ongeveer 8 uur opent de Voorzitter met de Chr. groet de vergadering afwezig de heer J. van Wagenberg. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de orde: 1 Ingekomen stukken. a, Schrijven van den Minister van Waterstaat, houdende mededeeling dat het hulppostkantoor in Haarsteeg ge handhaafd blijft en dat men zal over wegen om het postkantoor in Vlijmen in een Bijkantoor om te zetten daarbij zooveel mogelijk rekening houdend met de belangen van het publiek. Voorzitter. De heer Prinsen kan ik feliciteeren. Zijn actie heeft geholpen. In Haarsteeg blijft het Hulppostkan toor maar voor Vlijmen geloof ik niet dat het zal gelukken om het postkan- 64) TWEEDE DEEL. toor te behouden b. Schrijven van den heer Canters, Notaris te Drunen. Adressant bericht dat in de acte een rectificatie is aangebracht en de grond nu wederom ten name van de gemeente is gebracht. Voorzitter. Intusschen hebben Ged. Staten het besluit, om het perceeltje grond aan Willekens onderhands te verkoopen, goedgekeurd. Ik stel voor het in handen van Burg. en Weth. te geven opdat deze met Willekens eens gaan praten. Er is wel gezegd dat hij het niet zal koopen maar ik denk wel dat het zal gebeuren. Het is 6'/, are groot. Van Heesbeen. Weet men nu waar het is gelegen Staat het op het ka daster aangegeven. Voorzitter. Op het kadaster staat het niet aangegeven. Het staat onder een nummer maar daarom weten we wel welk perceel het is. Van Heesbeen. Ik zou het in ieder geval verkoopen. Van Buul. Dat zal de beste weg zijn. Van Heesbeen. Hoe zit dat nu, als er rente op staat, dan is het toch geen eigendom van de gemeente. Of is het zooveel als een tiend. Voorzitter. Het land behoort gewoon aan de gemeente toe Die rente is vroeger jaren bedongen om het te kunnen gebruiken. Van Heesbeen. Als het land wordt verkocht, vervalt dan de rente. Voorzitter. Ja en daarom is het 't beste om het land te verkoopen. Van Buul. Ik zou niet weten, waar om Willekens het land, als hij het schikkelijk kan krijgen, niet zou koopen. Voorzitter. Vinden de heeren het goed, dat Burg. en Weth. trachten het te verkoopen Met algemeene stemmen wordt daar toe besloten. 1. Procesverbaal van kasopneming gedaan bij den gemeente-ontvanger. Uit het onderzoek is gebleken, dat de boeken ordelijk en regelmatig wa ren bijgehouden en het bedrag f 4927,06 in kas aanwezig was. Wordt voor kennisgeving aangeno men. 2 Aanbieding gemeente-verslag 1924. Wordt voor de leden op de secre tarie ter inzage nedergelegd. 3. Bezwaren tegen den aanslag op het kohier van het schoolgeld. Wordt besloten in geheim comité te behandelen. 4. Voorstel van Burg. en Weth. tot het toekennen van een subsidie aan het Landstormkorps „De Meijerij". De Voorzitter deelt mede van den Commissaris der Koningin daaromtrent nog persoonlijk een schrijven te hebben ontvangen. De Commissaris is de meening toegedaan, dat nog prijs ge steld moet worden op het behoud van het instituut en dringt er daarom op aan om de gevraagde subsidie te ver- leenen. Voorzitter. Burg. en Weth. zien in het voortbestaan van de Vrijwillige Landstorm een groot belang voor het land en willen niet achter blijven met het verleenen van eenige subsidie en stellen derhalve voor f 20 te verleenen. De heer Prinsen kan zich het voor stel van Burg en Weth. nu het schrijven van den Commissaris der Koningin is gekomen, indenken. Hij wil even in herinnering brengen, dat op voorstel van Burg. en Weth. alle subsidies van nuttige vereenigin gen in de gemeente als voor het Wit- Gele Kruis, de tuinbouwcursus, Hanze- cursus enz, met 25°/0 zijn besnoeid. De Burgemeester, aldus Spr., weet almachtig goed hoe gloeiend de pest in de jongens hebben als ze na moe ten dienen of langer moeten blijven ais aanvankelijk werd gedacht. Uit een militair oogpunt kan ik niet inzien dat het voortbestaan van die zaak zoo hard noodig is. Ik zou het schrijven dan ook gewoon voor kennisgeving aannemen of anders, als men er heel veel prijs op stelt om iets te geven, het tot eene volgende vergadering aan te houden opdat iedereen nog eens kan nagaan of men het niet met wat minder af kan. Voorzitter. Het is een kwestie van heel weinig importantie. Ging het nu om een vaste subsidie, een subsidie die jaarlijks terugkomt, dan was het iets anders, maar het gaat hier maar voor een subsidie voor een keer te geven en dat maakt een groot ver schil. ik zie dan ook het nut niet in om het tot een volgende vergadering aan te houden. Was om een geregelde subsidie gevraagd, dan geloof ik niet i dat Burg en Weth. met een dergelijk voorstel waren gekomen. Prinsen. Als die vergadering of bij eenkomst hier in Vlijmen werd ge houden, zou ik zeggen geef ze maar subsidie, want dan heeft de gemeente er nog iets aan, zeker de gemeente naren, maar nu voel ik er niets voor. Voorzitter. Als alle gemeentebesturen, zoo zouden redeneeren, dan zou het corps tenslotte moeten verdwijnen. Het corps heeft toch ook zijn nuttige zijde en nu weet ik wel dat de een zegt dat het militarisme kan en moet worden afgeschaft, maar daar staan weer anderen tegenover die be weren dat dit in het belang van land en volk niet kan. Ik geloof ook niet dat er direct een dreigend gevaar bestaat, maar waar men algemeen prijs stelt op het be houd van het instituut mogen wij met het geven van een subsidie niet achterblijven. Het is toch maar een klein bedrag. Prinsen. Het gaat bij mij niet om het bedrag maar ik zie er het nut niet van in. Van Sprang De heer Prinsen be kijkt, naar mijne meening, de zaak wat oppervlakkig Hij beschouwt de zaak meer als militairen die in dienst zijn, maar dat is niet het geval Het betreft hier een corps die Uit vrije beweging opkomt wanneer eenig revo lutie gevaar dreigt en dat is een groot verschil Ik meen dat we verplicht zijn de voorgestelde subsidie te verleenen. Het voorstel wordt met acht tegen twee stemmen aangenomen. Voor stemden de heeren Van Uden- hout. Van Heesbeen, Van Halderen, Van Heivoirt, Van Buul, Boom, Van Sprang en van der Griendt; tegen de heeren Daelmans en Prinsen. 5. Voorstel van Burg. en Weth be trekkelijk het verzoek van de Lieder tafel „Oefening en Vermaak" tot het toekennen van een jaarlijksche bijdrage. Voorzitter. Burg. en Weth. stellen (Wordt vervolgd). I pt«*>(ww«a V MMM Mil V De Mo van het Zuiden, Waalwjjksciie en Laiigstraatsche Courant van „DB EO EO VAN HET ZEIDEN". Carl Warton deed alsof hy haar niet had verstaa^ en vervolgde Het fortuin van mejuffrouw Etiennette wordt op meer dan drie millioen geschat. Den dag waarop ik met haar zal trouwen, zal ik die fortuin met u deelen. En nu, het onweer is voorbij. De zon be gint zich reeds opnieuw te vertoonen. Wel aan, laat ons vertrekken. Etiennette, die immer met gespannen aan dacht luisterde, hoorde het gerucht hunner stappen langzaam wegsterven op het voch tige zand. En gedurende langen tijd bleef zy daar, bevend van angst en schrik, zich afvragend of zy niet ten prooi was aan een vreeswek kende nachtmerrie. Helaas, neen. Het toeval had haar in het bezit gesteld van een gruweiyk geheim, van een doodsgeheim. Haar vader zou het slachtoffer worden van die twee ellendelingen, die tot zyn dood besloten hadden om zy'n fortuin te bemach tigen. Zonder uitstel moest zy haar beminden vader verwittigen. Op het oogenblik dat zy de treden der stoep van het kasteel opklom, kwam Carl Warton naar buiten, gereed om ze af te dalen. En het meisje naderend, dat hem niet ontwaken kon en by het zien van hem bleek werd als een doode, zeide hy glimlachend: Hoe schoon, hoe verrukkelijk. En tegeiyk hare hand grypend, poogde hy het meisje tot zich te trekken. Met een diepe verontwaardiging stootte Etiennette hem met geweld van zich af. Zy was niet meester van deze beweging en ook niet van hare woorden, want zy snauwde hem met bitsige stem toe: Laat my gaan. Ziet gy dan niet dat gy my schrik inboezemt. Op zyne beurt werd hg doodsbleek, maar hy herstelde zich spoedig en keek het meisje met scherpen onderzoekenden blik aan. O, wat wil dat zeggen? mompelde hy tusschen zy'ne tanden. En even stil voegde hy erby Er is nieuws, dat is zeker. En aanstonds ging hy naar de gravin. Elena bevond zich in haar salon, half lig gend op een rustbank uitgestrekt. Carl Warton kwam zonder kloppen en met geweld binnen, half luid, doch op bitsigen toon zeggend Welaan, wy moeten onmiddeiyk zien wat er ons te doen staat. Etiennette heeft voorzeker de samenspraak verrast, welke wy daar aanstonds gehad hebben. Dat is niet mogeiyk. Gy zelf hebt u verzekerd dat niemand zich in het paviljoen bevond. 'tls waar, maar dat belet niet, dat zy er geweest is, dat zy alles gehoord heeft, ik ben daarvan overtuigd. De gravin dacht een oogenblik na, doch schudde weldra het hoofd en verzekerde: Bah, wat kan ons dat verschillen, hy zal my beter gelooven dan haar. Let op. Waarop? Een glimlach vol eindelooze wreedheid lag op de lippen van Elena, terwyi zy er spot tend byvoegde: Ha, beste dokter, indien ik my in dit geval niet uit den slag wist te trekken, zou ik het jammeriyk bewys leveren uwe uit muntende lessen al te zeer verwaarloosd te hebben. Op dit oogenblik hoorde men het gerol van een rytuig. 'tWas dat van den graaf, die op het kas teel terugkeerde. Hy kwam geheel verheugd aan, want hy was er in gelukt, de in gevaar verkeerende som te reddeh. Prys der Advertentien 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. By contract flink rabat Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om nlteriyk 9 uur in ons bezit zyn. Hy reikte zyn vrouw de beide handen en omhelsde haar met teederheid. Elena toonde haren man echter een gelaat dat door een smarteiyke ontroering ont steld scheen. Wat scheelt er u, beste vriendin? vroeg de graaf, gy zyt toch niet ziek. Wat is er gebeurd? Wel, spreek dan toch, gy ziet wel hoezeer gy my verontrust. Eeu groot verdriet. Een verdriet dat my even hard treft als het u zal treffen, beste vriend. Een doodeiyk verdriet. Sinds eenige dagen reeds vermoedde ik dit ongeluk, maar ik had besloten het nog ver borgen te houden, hopende dat de jeugd en de sterke gezondheid van Etiennette haar spoedig tot herstel zouden brengenIk hoopte ook dat de Voorzienigheid... De graaf liet haar niet uitspreken Is er myne dochter een ongeluk gebeurd, riep de arme vader, wanhopig uit. Ja, zeker, beste vriend, maar niet zoo als gy het verstaat. Ik heb ongeiyk gehad met u te trouwen, ziet ge, beste vriend. Ik had de onuitwischbare liefde die gy my in geboezemd hebt in het diepste van myn hart moeten verbergen. Eene terugwerking deed zich voor in den geest en in het hart van den graaf de Ro- quevère. Gerustgesteld aangaande liet leven zyner dochter, zocht hy nu de geheimzinnige woorden zyner vrouw te begrijpen. Wat heeft dat alles te beteekenen? vroeg hy, de wenkbrauwen fronsend, heeft Etiennette zich veroorloofd De gravin liet hem den tyd niet zyn zin snede te eindigen. Wel, spreek dan toch, beste oom, sprak zy, zich met gevouwen handen tot den dok ter keerend en zich op bewonderenswaardige wyze wanhopig toonend, welaan, zeg de sclirikkeiyke waarheid aan den graaf. Maar, gy durft niet, de moed ontbreekt u. Moet ik het dan zyn, ik, zwakke vrouw, die deze zoo pyniyke taak op my neme? Wel, beste vriend, vervolgde zy, zich op nieuw tot den graaf wendend, ik herhaal het, ik heb ongeiyk gehad met u te trou wen, want de liefde die gy my toedraagt, heeft in het hart van uw dochter een on- verbiddeiyken haat ontstoken. Deze haat is zoo geweldig, zoo ongehoord, dat hy, ik vrees het grooteiyks, het hoofd van het arme kind op hol gebracht heeft. Is zy soms te kort gekomen aan den eerbied dien zy u verschuldigd is? vroeg de graaf met ongeduld en zichtbaar opgewon den. Ha, er is geen kwestie van eerbied, we dervoer Elena driftig. Wat ik wilde, dat was hare genegenheid, de vriendschap welke zy my eertyds betuigde te mogen behouden. Wat ik vurig verlangde, dat was een goede, teedere moeder voor haar te zyn. Helaas. Eu zich keerend, voor de tweede maal, tot den dokter, die onbeweegiyk dat tooneel bg woonde: Maar, beste oom, gy zyt dokter, en het is tot den geneesheer dat ik my ditmaal richt; is het de zinneloosheid waarmede dat ongelukkig kind geslagen is? Beweert zy niet dat ik een gelukzoekster ben, dat myn oom een bandiet is, toen ik, God dank, zon der dat gy er my om hebt moeten vragen, u al de bewyzen verschaft heb van de vol strekte eeriykheid onzer familie. Wy waren arm. Dat was onze eenige misdaad. Maar by ons is de eer altyd ongeschonden gebleven. Carl Warton had met het eerste woord volkomen goed begrepen welk stoutmoedig spel Elena op dat oogenblik begon; hy zag dat zy bewonderenswaardig haren rol ver vulde, en zag zeer goed in wat zy van hem verwachtte. Hy vatte dus aanstonds de tweede rol op en wel met een duivelsche sluwheid en schaamteloosheid. Dat is, ongelukkig, maar al te waar, sprak hy. Nochtans, ik hoop dat het slechts eene voorbygaande zinsverbystering zyn zal. Te oordeelen naar hetgeen mejuffrouw de Ro- quevère zegt en ongetwyfeld ook aan u zeg gen zal, ik ben daar zeker van, zou ik, te zamen met myne nicht, er op uit zyn om u te vermoorden, niet minder, noch meer, ten einde uw fortuin machtig te worden en ver volgens des te gemakkeiyker uwe dochter van haar erfdeel te berooven. Wel, toch, zeide de graaf, waar haalt zy geheel dat samenweefsel van dommig heden vandaan? Mejuffrouw de Roquevère zal het u zelf zeggen, lk ben er zeker van. Overigens, zy heeft myne nicht en my zelf daarover ingelicht, antwoordde de dokter. 't Is goed, sprak de graaf, terwyi zyn gelaat van gramschap purperrood werd, lk weet wat er my te doen staat. Carl Warton kwam nu tusschenbelde f Ik vraag u verschooning, beste graaf, maar ik moet u verzoeken, het arme meisje niet met strengheid te behandelen. Geloof my, zy is volstrekt onverantwoordeiyk voor hetgeen zij doet. zy is geheel en al ten prooi aan hetgeen wy eene geestesontsteltenis noe men. De verschynselen waarvan zy ons het treurig schouwspel gegeven heeft, zyn geiyk aan die zich voordoen by personen, die aan vervolgingswaanzin ïyden. zy Is vervoerd door een zonderlingen, on* verbiddeiyken haat, even wreed als onre- deiyk. Bemerk wel, dat zy beweert gezien te heb ben hetgeen zy u vertellen zal. zy is daarvan inwendig overtuigd en zou gerust zweeren by alles wat haar ter wereld het dierbaarste is. En, het zonderlingste en tevens betreu renswaardigste is, dat zy volkomen te goe der trouw is. De graaf was smarteiyk getroffen. Maar, vroeg hy met bevende stem, wat moet er gedaan worden? Welke middelen moet men gebruiken om in dien vreeseiyken toestand te helpen? Het leven zal tusschen myne dierbare Elena en my een ware hel worden. In het geheel niet, beste graaf. Gy zult voortgaan met al het geluk te genieten waar op gfj recht hebt. Behandel uw kind met zachtheid. Wacht u wel van haar te verbit teren en op te winden. Dit begin van waan zin, zou misschien zeer erg worden, indien men haar tegensprak. Veel geduld en zacht heid, ziedaar waarmede wy haar redden zullen. Elena en ik zullen ons, indien gy het wilt, met het overige gelasten. Hoe zal ik u ooit genoeg kunnen be danken, stamelde de ongelukkige graaf, ver blind en zonder de minste achterdocht, ter- wyi hy de belde handen van den dokter drukte.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 1