Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
I
Bel martelaarschap eener
jonge vrouw.
11
FEÜLLETOM
O
NUMMER 55
ZATERDAG 11 JULI 1925
EERSTE BLAD.
69)
BINNENLAND.
48e JAARGANG.
Li"
Waalwijkstlif en Langsfraalsclie Courant
Dit blad verschynt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO.
Prfls der AdvertentiSn
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bü contract flink rabat
Ad verten tiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om ulteriyk 9 uur in ons bezit
zUn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
VERSLECHTERING VAN ONS
LAGER ONDERWIJS.
In de laatste weken is meermalen be
weerd, dat ons lager onderwijs slech
ter, ja zelfs veel slechter is geworden.
Is dit inderdaad zoo? Laten wij eens
nagaan, welke bewijzen hiervoor wor
den aangehaald.
Ie. de afschaffing van het Fransch
op de Lagere School. Toen deze bepa
ling in de nieuwe wet op het Lager On
derwijs werd opgenomen, geschiedde
zulks met goedkeuring van het geheele
schooltoezicht en met instemming van
het overgroote deel der onderwijzers,
op motieven van onderwijskundigen
aard en niet wegens bezuiniging. Per
soonlijk ben ook ik van overtuiging,
dat het Fransch op de L. S. niet thuis
behoort. Voor 90 van de kinderen
onzer lagere scholen is het hier gege
ven onderwijs eind-onderwijs en hier
over is men het algemeen wel eens, dat
voor hèn het Fransch weinig waarde
heeft.
Dit verandert, als de kinderen na het
afloopen hunner school h.v. in de ge
legenheid zijn een avondcursus in de
vreemde talen te volgen; maar dan is
voor de meesten van hen Duitsch ot
Engelsch van meer nut. Daarom had
Mej. Westerman onlangs een wets
voorstel ingediend, om het leeren van
een vreemde taal, niet speciaal van het
Fransch op de L. S. mogelijk te maken.
De Eerste Kamer heeft dit onvoldoende
voorbereide wetsvoorstel intusschen
verworpen en voorloopig is het dus
van de baan.
Is het onderwijs in een vreemde taal
(Fransch) dan niet wenschelijk voor
hen, die een middelbare school willen
bezoeken? De praktijk heeft zulks nog
niet voldoende uitgewezen, we hebben
op de le klas van onze middelbare
scholen nog altijd leerlingen met en
zonder Fransche voorstudie gehad en
dat is nadeelig. Welk nut heeft kennis
van het Fransch voor de toekomstige
leerlingen van een middelbare school
Niet het kennen van een aantal woord
jes, die er met behulp van belooning en
straf op de Lagere School worden in-
van „DB BOBO VAN BET ZVIDBN".
TWEEDE DEEL.
Een knecht opende het portier en Guy
de Blossac stapte eruit.
De jongeling was gansch in het zwart
gekleed.
Gelijk ongeveer twee honderd andere
jongelingen en officieren van het garni
zoen van Parijs, was hij tot dit feest ge-
noodigd.
Zonderlinge zaak, de Blossac was bleek,
scheen beraden, maar droeg geenszins op
zijn gelaat die diepe »n sombere wan
hoop der ongelukkige liefde.
Hij klom den grooten trap op, die in
'n waar bosch van palm- en banaanboomen
herschapen was en de salons binnendrin
gend .mengde hij zich in de menigte na
mijnheer en mevr. Mérian, de meesteres
van het huis begroet te hebben.
Het concert was reeds volop aan den
gang en de groote artisten van Parijs wer
den na elke opvoering, zooals gewoonlijk,
dapper toegejuicht.
Het contract, opgesteld door een notaris
der familie van Mérian, stelde de fortuin
vast van de twee toekomstige echtgenooten.
Warton zelf was bezitter van talrijke ti
tels, die in rekening gebracht werden.
Toen de voorlezing gedaan was en men
Etienuette de pen aanbood, weigerde zij
die, nam eene andere die door haar gereed
gemaakt was en, na geteekend te hebben,
strooide zij haastig fijn zand over hare
handteekening.
gepompt, maar studie van een vreemde
taal, vooral van eene, welke vele vor
men kent, Fransch, Duitsch of nog be
ter Latijn, brengt die spraakkunstige
begrippen bij, welke voor het aanleeren
van welke andere vreemde taal ook,
zoo nuttig of wenschelijk zijn.
Hier tegenover staat een groot na
deel. Zoo gauw het Fransch weer kan
worden ingevoerd, krijgen we in de
groote plaatsen weer de speciale af-
richtscholen voor H. B. S. of Gymna
sium, terwijl de leerlingen van kleine
plaatsen weer moeilijk toegang krijgen
tot onze middelbare inrichtingen. Ik
meen, dat het noodig en voldoende zou
zijn, als voor de toekomstige studenten
van de Middelbare scholen het onder
wijs in de Nederlandsche taal wat hoo-
ger werd opgevoerd en zij reeds op de
lagere school goed op de hoogte kwa
men van de woordsoorten, deelen van
den zin, en andere deelen van de
spraakkunst welke een leeraar in
Fransch of Duitsch als hekend mag
veronderstellen.
Waar echter noch bij Rechts, noch
bij Links éénstemmigheid bestaat over
het nut van de invoering van het
Fransch daar gaat het toch niet aan
de afschaffing van het Fransch te be
schouwen als verslechtering van het
lager onderwijs temeer niet omdat
de invoering van het onderwijs in een
vreemde taal vooral gewenscht wordt
voor het Middelbaar onderwijs en dit,
niet het Lager, daarvan in de eerste
plaats zou prof iteeren.'
2e. de verhooging van het aantal leer
lingen per klas. Deze maatregel is wèl
om redenen van bezuiniging genomen
en kon inderdaad het onderwijs wel
eens geen goed doen. Of het er veel na
deel van zal ondervinden? Och, dat
zal nog wel meevallen. Een flink on
derwijzer zal daardoor gedwongen zijn
orde en tucht wat strenger te handha
ven, iets wat, naar ik meen, in Holland
geen kwaad kan. In Duitschland zijn
de klassen gewoonlijk heel wat grooter
dan hier en ik behoef zeker niet te ver
melden dat het onderwijs er minstens
even goed is. Natuurlijk is er een grens,
ik zou niet graag de toestanden van
vroeger terugverlangen, toen sommige
onderwijzers 00 80 leerlingen voor
hun rekening hadden. Men moet echter
niet overdrijven. Een flinke, niet te
groote, maar vooral ook niet te kleine
klas eisclit van den onderwijzer, dat
De getuigen teekenden op hunne beurt,
waarna het bal begon. Een bewonderens
waardig orkest speelde de groote walsen
van Strauss en weldra zweefden vroolijk
dooreen een menigte jongelieden, die niet
heter vroegen dan zich te vermaken en van
ganscher harte de gelegenheid te baat na
men.
Het dansfeest, dat tot een vergevorderd
uur in den nacht duurde, zou eindigen met
een cotiljon, geleld door Etiennette en zij
zou haren mededanser mogen kiezen.
Na een goed eetmaal, genomen te hebben,
begonnen de artisten van het orkest de
eerste maten van den cotiljon te spelen,
toen dokter Warton met vlammenden blik
en bleek van inwendige razernij, de gravin
de Roquevère naderde en haar fluisterend
met zichtbare onrust vroeg:
Hebt ge mej. de Roquevère niet ge
zien?
De gravin, die in al den glans harer
schoonheid schitterde en door een menigte
voorname genoodigden omgeven was .had
slechts eene verstrooide aandacht geleend
aan den dokter, en vroeg:
Spreekt gy van Etiennette?
Ja. Etiennette. Er is toch maar eene
mejuffrouw de Roquevère, meen ik.
Welnu?
Hebt gij haar niet gezien, vraag ik u?
Neen, antwoordde de gravin en zij
deelde aanstonds in de onrust en de gram
schap van Carl Warton.
Men zocht overal naar Etiennette om den
cotilion te leiden, maar de aanstaande van
den dokter was nergens te vinden.
Meer nog, op hetzelfde oogenblik liet de
notaris, een jonge ambtenaar, door den rus
tenden notaris Mérian aangesteld, gravin
de Roquevère en dokter Warton verzoeken
om een oogenblik onderhoud, daar hy hun
een by'zonder erge zaak mede te deelen had.
Elena, die aanstonds het voorgevoel had
van een erg ongeluk, liep haastig in het
kleine salon, waar de ambtenaar zich be
vond.
Deze hield het contract in handen en
scheen ten prooi aan eene buitengewone
ontsteltenis.
't Is zonderling, onbegry'peiyk, sprak hy
en wierp angstige blikken om zich heen,
maar gy zelf, mevrouw de gravin, en gy
hij zich flink voorbereidt, dat hij werkt
in de klas en van den leerling, dat hij
zich onderwerpt aan een strenge tucht.
Zoo beschouwd, is ook de verhooging
van het aantal leerlingen per klasse,
binnen bepaalde grenzen, om bezuini
gingsredenen niet af te keuren.
3e. Wel vinden velen, ook ik, het
zeer jammer, dat het 7e leerjaar is af
geschaft. Het 7e leerjaar zou voor vele
jongelui, die geen andere inrichting
van onderwijs bezoeken, hoogst nuttig
zijn; in andere landen bestaat zelfs een
8-jarige verplichte schooltijd. Ik meen
dan ook, dat alle ouders en opvoeders
moeten samenwerken, om dit 7e leer
jaar officieel wederom ingevoerd te
krijgen. Laat men echter niet vergeten,
dat de meeste scholen ook vroeger
slechts zes leerjaren telden en dat de
algemeene invoering van het 7e leer
jaar een verbetering was, welke de Re
geering eerst wilde aanbrengen, doch
welke later afgestuit is op financieele
bezwaren.
4e. In een ingezonden artikel van
„De Echo v. h. Zuiden" van 1 Juli '25,
wordt nog een ander ongunstig gevolg
genoemd van de onderwijsgeving van
de laatste jaren, dat n.l. nu niet meer
als vroeger op de openbare school Ka
tholiek en Protestant en Israëliet broe
derlijk naast elkaar zitten. Het is wel
wat laat nu nog weer eens met een der
gelijke gemeenplaats te komen aandra-
ook, mynheer de dokter, hebt als ik, voor
eeni.se uren gezien, hoe mejuffrouw de Ro
quevère onder deze akte hare handteekening
zette?
Elena en Carl Warton riepen tegeiyk
Wel zeker, zeer zeker.
Welnu, ik zoek tevergeefs; ik vind
die handteekening niet meer.
Is de akte veranderd? vroeg Carl War
ton.
Weineen, dat is onmogeiyk. antwoord
de de jonge notaris, ont9teld, dat is niet
mogeiyk. ziehier uwe handteekeningen.
Wij zyn bedrogen, gromde de dokter
knarsetandend.
De gravin trok in hare woede, den waaier
dien zy in hare handen hield, in twintig
stukken.
Bedrogen? Wel zeker waren zy het.
Heel deze tooneelbeschikking was voor
bereid en lang te voren verzonnen door
Etiennette.
Etiennette had den inktpot gereed ge
maakt waarin naast inkt, een met water
gedrenkte spons lag.
In dat water had mejuffrouw de Roque
vère hare pen gestoken en, zeer haastig
teekende zy en strooide fyn zand daarover,
zoodat hare handteekening alleen door fyne
stoftrekken zichtbaar was.
Maar het water was spoedig gedroogd en
van toen af verdween het stofzand, het
papier volkomen wit en vlekkeloos latend.
M. de Blossac zelf was niet verwittigd
van deze behendige bedriegery, met wel
ker verhaal Etiennette hem wilde verrassen.
Zoodra er sprake was van haar huweiyk
met dokter Warton, had zy haren verloofde
verwittigd.
Guy, had zy geschreven, ik zweer u op
de nagedachtenis myner moeder, dat ik, zoo
lang ik leef, de vrouw niet worden zal van
dien man, dien ellendeling, dien ik als een
der moordenaars van myn vader beschouw.
Vraag my niets, vriend, ondervraag my
niet. Heb vertrouwen in my. Ja, nietwaar,
zooals ik van myn kant, in u het volste
vertrouwen heb. Vrees dus niets. Ik hoor
u toe en zal uwe vrouw worden. Geloof my.
Houd u alleen gereed, te doen wat ik u
vragen zal.
En Guy de Blossac, vertrouwend, zeker
van die hy beminde, wachtte alle gebeur-
gen, vooral als de beroemde „gepaste
en nuttige kundigheden" en de fameuze
„Christelijke en maatschappelijke deug
den", er weer worden bijgehaald.
Ik meende, dat alle weldenkende
inenschen van welke partij ook, nu
toch wel van 't goed recht van het Bijz.
Onderwijs waren overtuigd. Wanneer
ouders terecht van meening zijn, dat
van een school een hooge opvoedende
kracht dient uit te gaan, dat het school
leven een verlengstuk dient te zijn van
het huiselijk leven, dan hebben zij voor
hun kinderen recht op een onderwijs
inrichting, waar dezelfde principes in
zake opvoeding worden gehuldigd als
bij hen thuis. Die beginselen wegen bij
hen zwaarder dan een sentimenteele
broederlijkheid. Ik heb nog nooit on
dervonden, dat het bezoek van scholen
van verschillende richting bij de leer
lingen onverdraagzaamheid kweekt,
wel is dit het geval, wanneer een onbil
lijke wetgeving de ouders dwingt, hun
kinderen te zenden naar scholen, welke
zij voor hun kinderen niet wenschen,
men denke aan de gebeurtenissen van
den jongsten tijd in den Elzas. Veel
wensch ik hier niet aan toe te voegen,
maar als schrijver het betreurt, dat de
Openbare School te Waalwijk slechts
een tweemans-school is, dan moet daar
tegenover gesteld worden, dat de meer
derheid van de Waalwijksche men-
schen toch niet gedwongen kan wor
den, hun kinderen tegen hun wil te zen
den naar een onderwijsinrichting, wel
ke zij niet wenschen, ter wille van een
zeer kleine minderheid.
Tegenover bovengenoemde vermeen
de of overdreven bezwaren tegen de
huidige onderwijs-wetgeving staan
groote voordeelen. In de opleiding voor
onderwijzers is een grondige verbete
ring gebracht, de inspectie is beter ge
organiseerd, vele oude schoolgebou
wen zijn opgeruimd, nieuwe zijn ver
rezen,maar bovenal; het geheele
(openbaar- en bijzonder-) onderwijs is
thans een voorwerp van aanhoudende
zorg voor de Regeering; het bijzonder
onderwijs is als gelijk-berechtigd er
kend met het openbaar; de wet huldigt
niet langer de idee, dat het schoolkind
den Staat behoort, maar ze verzekert
het goed recht der ouders op de opvoe
ding van het kind. Dat de concurrentie
tusschen openbaar en bijzonder onder
wijs niet ten voordeele van het eerste
zou uitvallen, was te verwachten. Im-
ïykheden geduldig af.
Op aaudringen van Etiennette, had hy
een verlof van acht dagen gevraagd, ten
einde volkomen vry te zyn van zyne daden
en vervolgens was hy naar het avondfeest
gegaan, waarop het contract moest getee
kend worden en waarvoor Etiennette hem
persooniyk eene kaart gezonden had.
Meermalen, geiyk andere jongelingen, had
hy met Etiennette gedanst, en deze laatste
had hem dan verteld welk middel zy ge
bruikt had om haar handteekening te doen
verdwynen. die hare stiefmoeder en Carl
Warton geloofden van haar bekomen te
hebben.
Tot meerdere voorzorg had zy hem op
dat oogenblik ook gezegd
'tls 'tbest dat men van nu af ons niet
meer samen ziet.
En daar Guy haar met zyn blik onder
vroeg:
Op het oogenblik dat men den cotiljon
zal willen beginnen te dansen, legde zy hem
uit, wanneer er een groote beweging ont
staat, dat men stoelen verschuift en in de
overhnasting omwerpt, en wanneer al de
dienstboden op en neer loopen om de benoo-
digdheden aan te halen, bevind u dan aan f
den ingang van het klein salon, met uw
overjas op den arm. Gy zult uw koetsier
bevelen op den hoek der Friedlandlei te
wachten.
Het uur was spoedig gekomen.
M. de Rlossac, wiens hart klopte om te
breken, bevond zich naby den uitgang van
het klein salon.
Niemand lette op hem; al de genopdigden
vereenigden zich In den eerste der groote
salons, waar de cotiljon zou gedanst worden.
De vreugde en het geluk dreigden den
jongeling te verstikken, toen hy Etiennette
tot hem zag komen.
zy had zich in een wyden kapmantel ge
huld en voor de eerste maal haren verloof
de op eene zoo gemeenzame wyze aanspre
kend, zeide zy
Kom, Guy.
Dan leidde zy hem naar een kleinen trap,
die met de groote voorzaal in verbinding
stond.
Daar lagen eenige knechten te slapen, maar
niemand lette op de twee verloofden.
En zy kwamen gemakkeiyk op straat,
mers op neutraliteit is slechts ,een slap-
humanitair of een verwaterd-Christe-
lijk opvoedings-systeem te bouwen, en
wie de mentaliteit kent van vele open
bare onderwijzers, vooral in onze groo
te plaatsen, begrijpt, dat niet enkel
Katholieke of Christelijke maar ook
Liberale ouders voor hun kind bijzon
der onderwijs verlangen.
Minister de Visser, heeft zich wegens
bezuiniging gedwongen gezien, eenige
maatregelen te nemen, welke hij zelf
niet in het belang van het onderwijs
achtte. Laten wij hem echter niet den
dank onthouden voor het vele goede,
dat hij voor het Lager Onderwijs heeft
gedaan. Laten wij ons niet blind staren
op enkele vermeende of reeële feilen in
zijn werk en bedenken, dat onze groot-
sche onderwijs-wetgeving in het bui
tenland wordt bewonderd.
Ik behoef zeker niet mede te deelen,
hoe ik denk over de vraag, of ons on
derwijs veel slechter is geworden, ik
vermoed trouwens, dat het ongunstige
oordeel na 1 Juli niet meer zoo vaak
zal worden geuit.
G. J. DE VRIES.
Algemeene R. K. Landbouxc-Bcdrijf graad.
Deze vereeniglng houdt op Donderdag 23
Juli a.s. om half drie (na de algemeene ver
gadering van don R.K. Vaderlandschen Boe
ren- en tuindersbond) hare algemeene ver
gadering in het gebouw „St. Bavo", Sme-
destraat 23, Haarlem. De agenda vermeldt
naast de gewone huishoudeiyke punten
voorstellen van byzondere Landbouw Be-
di-yfsraden, jaarverslag en rekening en ver
antwoording over 1924 en begrooting voor
192G. Daarenboven Beknopt overzicht te
geven door den adj. secretaris over de
werkzaamheden van den Algemeenen R.K.
Landbouw-Bedryfsrnad gedurende de eersto
vyf jaren van zyn bestaan (1920-1925) en
de verbindendverklaring van collectieve ar
beidsovereenkomsten in te leiden door den
heer A. J. Loerakker, voorzitter van den R.
K. Landarbeidersbond „St. Deus Dedit" te
Hnarlem.
Alle R.K. boeren, tuinders, kweekers en
landarbeiders, worden door het Bestuur van
den R.K. Landbouw-Bedryferaad tot het
bywonen dezer vergadering uitgenoodlgd.
Het Bestuur van den Algemeenen
R. K. Landbouw-Bedryfsraad,
Prof. L. van Aken, Ord. Praera., Voorz.
Jac. Groen Azn.
G. W. J. van Coeverden.
A. J. Loerakker.
J. Salman.
Mr. H. van Haastert, adj. secretaris.
Het dagblad „Het Centrum", dat te
Arnhem een aparte Arnhemsche editie laat
verschynen, zal volgens de „Tyd" worden
omgezet in een geheel zelfstandig Roomsch
dagblad met een zuiver Arnhemseh-Geldersch
karakter.
zonder dat hunne afwezigheid opgemerkt
was.
Het gesloten rytuig stond op de aangedui
de plaats te wachten.
't Was een der oppassers van Guy de Blos
sac, 'n jongen die aan zyn luitenant zeer ge
hecht was, die zich op den bok van het ry
tuig bevond.
Spoed u, sprak M. de Blossac, het por
tier openend, en ryd recht voor u uit, zoo
snel gy maar kunt, daarna zal ik u bevelen
geven.
Etiennette bevond zich reeds in het ry
tuig.
Guy haastte zich naast haar plaats te
nemen en het gespan vertrok in de richting
van het Monceaupark.
De twee verloofden bevonden zich reeds
aan den anderen kant van Parys, toen de
dokter, Elena en de notaris met schrik de
afwezigheid van Etiennette bemerkten.
Ja, zy waren bedrogen, op behendige wyze
bedrogen.
Maar welk een schandaalDie zaak
zou ten allen pry ze verborgen gehouden
worden.
En aanstonds verkondigden gravin de Ro
quevère, Carl Warton en M. en mevr. Mé
rian, zelf het jammeriykste nieuws in de
salons.
De arme Etiennette was ongesteld gewor
den. byna aanstonds na de onderteekening
van het huweiykscontract. Ongetwyfeld was
dat het gevolg van de al te groote vermoeie
nis der laatste dagen, want zy zelf had al
les willen schikken en regelen.
Maar men moest niettemin den cotiljon
dansen, ondanks hare afwezigheid, want
Etiennette had er op aangedrongen dat men
zich niet zou bekommeren om haar; des
anderen daags zou zy alweer beter zyn.
De cotiljon werd gedanst, maar zonder
geestdrift; men vermoedde dat de afwezig
heid van mejuffrouw de Roquevère eene
andere oorzaak hadmen geloofde aan een
avontuur, zonder te weten waarin het be
staan mocht, en het feest eindigde in eene
styve hinderiyke koelheid, 't Was een ware
mislukking.
Wat gedaan?
(Wordt vervolgd).