«n I Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. jonge vrouw. M s FEÜLLETON NUMMER 61 WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1925 48b JAARGANG, UITGAVE: WAALWIJKSCHE Telefoon No. 38. STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telegr.-Adres: ECHO. TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. WAALWIJK. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Vrijdag 31 Aug-, des n.m. ten 63/4 uur. Juli Voorzitter Edelachtb. heer Moonen. Ongeveer 7 uur opent de Voorzitter de vergadering; afwezig de heeren Eibers en Oomens. De notulen der vorige vergadering worden ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. AAN DE ORDE 1. Ingekomen stukken. Schrijven van den heer H. Minke, houdende het verzoek om een bouw terrein in de Mr. van Coothstraat Oostzijde, over een lengte van 20 strekkende Meter, onmiddellijk ten Zuiden van den aanzet der nieuwe straatverbinding tusschen de Mr. van Coothstraat en de Stationstraat, te kunnen koopen. Wordt besloten het gevraagde op de gewone voorwaarde te verkoopen. Een schrijven van den heer F. Schaap uit Californië, welke zich beschikbaar stelt voor het aanknoopen van handelsrelaties, wordt voor kennis geving aangenomen. Smolders. In een vorige vergadering hebt U toegezegd in deze vergadering eenige mededeeling te zullen doen betreffende mijn vraag over die cijfers. Voorzitter. Dat is mij door het hoofd gegaan. Smolders. Ik had daar op aange drongen en toen is door U gezegd hoe die cijfers daar werkelijk zijn gekomen. Voorzitter. U is toch al gezegd dat U zich vergist hebt in die groepeering van cijfers. Smolders. Mij is door den heer Van Mierlo wel iets gezegd maar de toezegging was gedaan dat hier in den raad de toelichting daarop zou worden gegeven. Voorzitter. Dat is zoo. U is van de bedrijfsbegrooting uitgegaan en heeft daarbij geen rekening gehouden dat deze begrooting later door den raad is gewijzigd, zoodat de cijfers vanwaar U is uitgegaan, niet meer 74) TWEEDE DEEL. juist waren. Aanbieding balans van de bedrijven. Smolders. Van het rapport kan ik niets zeggen omdat een en ander niet volledig was. Ik had gedacht daarbij aan te treffen nog een rapport alsook het antwoord van den directeur. Dat was er zelfs nog niet eens bij. Wel heb ik den indruk gekregen dat, wat ik gezegd heb, in het rapport wordt bevestigd. Roggeveen. De directeur blijft op zijn standpunt staan en de accoun tant ook. Voorzitter. Ik geloof wel dat de directeur voelt dat het door hem in genomen standpunt niet het juiste is. Schrijven van den heer F. van Geenen, houdende het verzoek om gedurende de Tentoonstelling met een kraam op de gedempte spoor- sloot te mogen staan. Adressant wijst er op dat hij een groot huishouden heeft en zoo tracht in het onderhoud daarvan te voorzien. Voorzitter. Ik stel voor dit schrijven in handen van Burg. en Weth. ter verdere afdoening te stellen. Smolders. Ligt het in de bedoeling van Burg. en Weth. om daar aan meerdere ingezetenen een standplaats te geven? Voorzitter. Het ligt in de bedoeling om zulks niet te doen wijl het daar anders direct een vuile boel wordt en dat willen wij voorkomen. Maar Van Geenen kan zich nog vervoegen bij de Eerw. Zusters of hij op de wei daarvan mag staan. Of daarnaast heeft men ook nog een wei. Over de gedempte spoorsloot kan nog verkeer plaats hebben en gaat men daar kramen plaatsen, dan is het gestremd. Schrijven van mej. Wed. van Loon, houdende het verzoek de waterbak, tegen haar huis geplaatst, te willen verwijderen. Adressante wijst er op dat zij een zaak in suikerwerken heeft en dat de waterplaats steeds een minder aan gename stank afwerpt, iets wat vooral bij warm weer schadelijk werkt. Adressante wijst er verder op dat de gemeente zelf eigenaar is geworden van het pand gelegen aan den anderen kant van de Kerkpad, waar de bak beter kan worden geplaatst. Voorzitter. Die lucht is niet zoo erg als die dame wel schrijft, want bij een onderzoek dat we eens ingesteld heb- ben, bleek de reuk zelfs heelemaal afwezig te zijn. Vroeger hield die dame een lunch room en toen scheen ze geen bezwaar te hebben dat die bak daar staat, maar nu ze geen lunchroom er meer op na houdt, nu heeft ze daartegen wel be zwaar. Ter plaatse hebben wij den toestand eens opgenomen en nu is het waar dat in het huis dat door de ge meente is aangekocht, zich een hoek bevindt, maar dat is weer verder dien weg in en dan gaat de plaats zijn beteekenis missen. Men wilde, ter bevordering van de openbare zedelijkheid, daar een houten omheining om den bak maken, maar men heeft dat nu nog achterwege ge laten wijl het anders zou kunnen voor komen dat een onnoodige uitgaaf zou zijn gedaan. Kan men de beslissing aan Burg. en Weth. overlaten, dan kunnen deze nog eens een onderzoek instellen en maatregelen treffen die noodig zijn. Aldus wordt besloten. De Voorzitter deelt mede, dat daags voor de vergadering is ingekomen een aanvraag van j. Spitters tot aankoop van twee huisjes aan de Stationstraat tegenover de openbare school. Overeenkomstig het preadvies, dat wij in ons vorig nummer hebben af gedrukt, wordt met algemeene stemmen besloten. 2. Aanbieding gemeenteverslag. Smolders. Ligt het in de bedoeling om dit verslag nog eenige dagen voor de leden ter visie neder te leggen. In die enkele dagen dat het nu ter visie heeft gelegen heb ik geen gelegenheid gehad om dit omvangrijke werk eens in te zien. De Voorzitter zegt dat zulks niet in de bedoeling heeft gelegen, maar dat hij daar, als het van Ged. Staten is teruggekomen, alsnog gelegenheid voor zal geven. 3. Voorstel tot wijziging van het reglement van orde voor de vergade ringen van den Raad. Smolders. Een kort woord, mijnheer de Voorzitter, wil ik hierover zeggen. In het algemeen lijken mij de voor gestelde wijzigingen in het reglement van orde te gezocht en was m.i, nut tiger en noodzakelijker werk te ver richten geweest, dan hier thans tijd aan gaan te besteden. Voorzitter. Wil u zich nader ver klaren en eens toelichten wat u be doelt met nuttiger werk te verrichten. Smolders. Vroeger is de aandacht al eens op urgente zaken gevestigd en nu is er een jaar verstreken en nog is er niets aan gedaan. Ik meen dat der gelijke zaken eerst moeten worden afgewerkt en dat dan pas aan derge lijke kleine, van minder beteekenis zijnde werkjes, de aandacht kan wor den geschonken. Ik doel hier op de vele oninbare posten die nog behan deld moéten worden en waar nu een jaar lang geleden doot den heer Rog geveen op is gewezen. Voorzitter. U wil dus de rekening van 1924 nagaan, maar die moet eerst worden vastgesteld. Smolders. De commissie belast met het onderzoek van de rekening heeft een vorig jaar de aandacht er op ge vestigd dat nog zooveel posten te ver halen zijn en toen is toegezegd dat spoedig die zaken zouden worden be handeld en nu krijgen wij wel te be handelen voor de gemeente minder belangrijke zaken. De Secretaris zet uiteen hoe de loop van die zaken is. De heer Smolders merkt op dat men telken jare een zeer uitvoerig dossier voor zich kreeg welke liep over 5 6 jaar. Telken jaren keerde zulks terug totdat daarop door den heer Rogge veen de aandacht is gevestigd. Omdat er zooveel namen op voorkwamen die zeer goed kunnen betalen, is de toezegging gedaan, dat spoedig die zaken in behandeling zouden worden genomen, echter tot heden is er nog niets van gezien. De Voorzitter zegt dat in verschil lende vergaderingen over deze aange legenheid is gesproken. De heer Roggeveen weet zeker dat de Staten, waarop den heer Smolders doelt en waarop hij een vorig jaar de aandacht heeft gevestigd, in geen enkele vergadering zijn gezien. Het zijn die Staten die, wanneer na 1 Juli de reke ning wordt afgesloten, gemaakt wor den, waar de achterstallige posten op voorkomen, Staten van oninbare pos ten. Die Staten zijn in geen enkele vergadering meer ter behandeling ge weest. Voorzitter. Daar is juist heel hard 1 aan gewerkt en waar die reclames over zijn ingekomen zijn hier wel degelijk behandeld. De heer Roggeveen merkt op dat in geen enkele vergadering is besloten om posten oninbaar te verklaren en daar gaat juist de zaak over. De Secretaris licht toe dat, als niet tot vervolging besloten is en de posten voorgedragen zijn als oninvorderbaar, dit vanzelf blijft. Roggeveen. Dat klopt niet. De commissie moet toch eerst oordeelen of die posten werkelijk oninvorderbaar zijn. Er stonden genoeg posten op de lijst, vooral van schoolgeld, die wel te verhalen zijn. Smolders. Het antwoord door den Voorzitter op de vraag van den heer Roggeveen gegeven was dat hij er zijn volle aandacht aan zou schenken en er spoedig mee in den raad zou komen. Voorzitter. Men is toen ook tot een krachtige vervolging overgegaan. De heer Timmermans weet ook dat van al die lijsten er geen enkele in den raad is geweest. De meeste posten die er op voorkwamen waren van 1918 en 1919. Smolders. Als men in de lijn van den Secretaris voort redeneerde, dan waren er niet meer van die staten, wijl die als vanzelf zouden zijn afge handeld. De Voorzitter zegt die beteekenis er nooit uit te hebben begrepen. Met Van Nispen heeft hij er meermalen over gesproken en onlangs heeft deze hem nog verklaard, dat er geen meer waren. i Waalwtiksthe en Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprys per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. van „DB EO HO VAN HET ZUIDEN' Zich op <le bank naast mevrouw Cazéres zettend, die, beweegloos en zonder leven schijnend, door Etiennette ondersteund werd, baalde by een fleschje uit zyn zak. Ik heb vlugzout. Een Engelschman beeft dat altijd op zak dokter. En. zich over bet oor buigende van de baronnes, terwfll by* baar zyn fleschje on der den neus hield, mompelde bij zeer haas tig: Let op, houd u sterk. In naam van Renée, wees moedig. Mevr. Cazéres opende de oogeu, terwijl Etiennette die by de nadering van Sindley bare vriendin losgelaten bad, opnieuw bare rol van zinuelooze begon te spelen. De correspondent van de „Times" ver liet spoedig mevr. Cazéres en keerde terug naar den bestuurder. De arme baronnes, die de woorden, haar door den bezoeker toegestuurd, volkomen goed geboord en begrepen bad, kwam ge heel en al weer tot bezinning en zeide, een weinig stamelend nog: 't Is niets, niets, 't was enkel een dui zeling. Harper en Sindley verwijderden zich. Toen zy ver genoeg van de beide vrouwen af waren om door hen niet meer geboord te worden, zeide de Londensche dagbladschrij ver Gy zult my misschien niet gelooven, mynbeer Harper, maar lk beb my een groot geweld moeten aandoen om die arme dame, die onpasseiyk was, ter bulp te komen. Waariyk, ik kan er niets aan veranderen, boe dwaas het ook is, maar ik beb een in- stinktmatigeu afkeer van zinneloozen in bet algemeen en van vrouwelyke zinneloozen in bet bijzonder. Wel, al9 het zoo is, bemerkte de be stuurder eenigszins verbaasd, boe komt bet dan, dat gy u belast hebt, met dat verslag op te maken over de zinneloosheid en over ben die er door aangetast zyn? Om my te beteren en rnyne afkeer te overwinnen, mynheer Harper. Geloof my of geloof my niet, maar ik heb alle moeite ter wereld gehad om er toe te kunnen besluiten. Een Engelschman moet zich weten te be- beerschen en een correspondent van de Ti- nies meer nog dan iemand anders. Dit gevoel ligt zoo in den aard der En gelsehen, dat bet den bestuurder geheel en al overtuigde. Terwyi beiden zich ver wy derden, had de baronnes, geheel en al van hare bezwy- ming bekomen, maar ten prooi aan eene hevige zenuwaandoening, zich in de armen geworpen van Etiennette, aan wie zij door tranen been zeide: O, my'n arm, lief kind. 't Is God zelf, die ons bulp zendt. Laat ons hopen en bid den. Sindley en Harper vervolgden bun toe zicht en de wolk die een oogenblik bet gelaat van den bestuurder verduisterd bad, was al spoedig verdwenen. zy waren gekomen aan eene afsluiting niet yzeren staven, die tot aan den omhei- ningsmuur reikte. Woedend geblaf deed zich liooren, terwyl twee groote Deeusche doghonden, met schuim op den muil en vlammende, bloedige oogeu, naar beu gesprongen kwamen. Dat was bet hondenhok. Let op, let op, riep Harper, met schrik achteruit deinzendsteek de hand niet door de opening der yzeren staven, of zy rukken ze letterlyk af. Zy zyn volkomen wild en bloeddorstig en zouden niet aarzelen een menscli te verscheuren. Maar, let dan toch op. Ik twyfel er geen oogenblik aan. Maar mynbeer Harper, denkt gy dat zy u zouden spareu? My, zoo min als een ander, maar, dat is onvermydelyk in een gesticht geiyk „De Bron". Thug en Croc dat zyn de namen dier twee schoone dieren kennen alleen den portier. Hij is bet die bun 's morgens te eten geeft, de eenige maaltijd welke zy per dag krygendat heeft voor gevolg dat zy des nachts zoo uitgehongerd zyn, dat zy den eerste den beste die onder hun bereik komt, zouden verscheuren. Alleen de por tier, ja, ik herhaal het, zou door ben ge spaard worden. Gy kent hem, 'tis de man, die u by uwe aankomst alhier, zoo slecht ontvangen heeft. En Harper lachte vroolyk en voegde erby En dan nog, indien ik in zyne plaats was, zou ik er nog niet al te veel vertrouwen in stellen. Wel, vroeg James Sindley geheel ua- tuurlyk, wat gaat gy op den dag van het feest met die twee monsters doen? Zij zullen opgesloten biyven. Vreest gy niet, dat bet zien van die wreede, bloeddorstige dieren een slechten indruk zal maken op uwe genoodigden. die door hun woedend geblaf aller aandacht en schrik zullen opwekken? Het gelaat van' den bestuurder nam eene uitdrukking van bekommering aan. Een onbepaald vermoeden ontkiemde eens klaps in den wantrouwigen geest van dok ter Harper. De bonden zullen daar biyveu, sprak hij, in hun hok opgesloten, maar zy zullen niet blaffen. Des nachts blaffen zy nooit, zy vergenoegen zich met te verscheuren, te verslinden. O, als zij niet blaffen, dat Is wat an ders. Want ziet ge, mynbeer Harper, wat er vooral te vreezen is, dat is de praatjes der menschen, dat is de kwaadsprekery. Men zou al spoedig in het een of ander blad een uitval doen tegen uw gesticht en schrij ven dat gy honden bezit in staat om, zoo als gy het zelf zegt, eene arme zinuelooze te verscheuren. Dat zou een slechte befaamdheid geven aan „De Bron", mynh. Harper, en dat moet Prys der Advertentlën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regeL By contract flink rabat Advertentlën moeten Woensdag en Vrydag des morgens om ulteriyk 9 uur ln ons bezit zyn. ten allen pryze vermeden worden. Want, ziet ge, mynbeer Harper. wy moeten een doel vervolgen, een doel dat bestaan moet in boe zal ik dat zeggen in de de jam- merlyke faam van uw gesticht te vernieti gen. Een zoo uitsluitend menscblievend ge sticht beeft geen kwaadsprekery te vreezen, zeide dokter Harper met geveinsde hoog hartigheid, doch inwendig gehinderd. Ik .weet het, maar gy weet zoo goed als ik welke jammeriyke geruchtn er ge- loopen hebben en thans nog verspreid zyn. Spaar my de pyniyke noodzakeiykbeid daar nog op terug te komen, mynbeer Har- per. Welnu, ik heb u naar waarde leeren schatten en ik wil dat al rnyne krachten, gevoegd by de buitengewone openbaarheid van rayn dagblad, medewerken tot hetgeen ik als eene daad van ware rechtvaardigheid beschouw. Deze woorden verdreven den wolk van wantrouwen die het gelaat van den bestuur der voor een oogenblik versomberd had geheel en al, ontroerden hem en brachten hem in vervoering. Waar waren toch zoo juist zyne gedach ten? Waariyk, mynheer Sindley wa9 een vriend en daarby een lichtgeloovige, die zich gewillig by den neus liet leiden. Het was onzin hem te willen verdenken, want het viel op dat hy enkel in het belang van het gesticht werkte. Geheel overtuigd, drukte Harper hem de band met ware erkenteiykheid. Ik dank u, gy hebt een edel hart, zei de hy hem. De groote dag was eindeiyk gekomen. Sindley was vanaf den vroegen morgen reeds in het gesticht aan het werk. O, waariyk, zegde Harper aan zyne vrouw, Sindley geeft zich niet alleen veel moeite, maar hy ziet ook op geen kosten. Hy zelf heeft zicli belast met het orkest, met de pianisten en de zangers. Hy heeft zelfs verscheiden manden cham pagne gezonden. Dat is een goede gedachte, merkte me vrouw Harper op, die, zooals men weet, al leen de al te groote kosten vreesde en ge- lukkig was te zien dat de correspondent van de Times alles op zich nam. De toebereidselen waren gereed. Voor het hoofdgebouw was een verhoo- ging opgericht, waarop de zangers en zan geressen zich zouden laten hooren, en waar op voordrachten zouden gegeven worden. Het programma van bet feest eindigde met een tombola, daar James Sindley, die bet voorgesteld bad, van het vuurwerk heel en al afgezien was; by dacht, terecht, dat de ontploffingen al te zeer de altyd over spannen zenuwen der arme zinneloozen zou den ontstellen. Er was ook kwestie geweest van een champétre. Dit nummer had geheel de goedkeuring van mevr. Harper bekomen. Gy zult met my dansen, mynbeer Sind leygy belooft bet my, nietwaar? Ik ver lang, dat gy my den eersten wals toestaat.. Gy, had Harper aan het oor van de blozende Yvonne gezegd, gy zult in de dieust- zaal biyven. Ik beb u iets zeer belangrijks te zeggen. Harper was allerbest geluimd. Het feest der zinneloozen was aangekondigd in ver scheidene dagbladen, die James Sindley hem welwillend onder de oogen gebracht bad. Men roemde terloops de inenschlieveiul- heid van den bestuurder en zijne edelmoe dige gevoelens. Men bcgrypt het, gedurende den geheelen dag had er in het gesticht een groote be- dryvigheid plaats. De portier, belast met de bewaking van bet groote yzeren hek, bad geen oogenblik rust. Er verliepen schier geen vyf minuten zonder dat hy openen moest, nu eens om toegang, dan weer om uitgang te verleeueu. 'tls zeker gromde hy tusschen de tan den, er is iets op handen dat niet past in een plaats geiyk deze. Mevr. Harper wist niet waar zy het hoofd bad, en zy liep been en weer, zonder iets goeds te verrichten. Wat de medewerker van Times betreft, hy was uitermate koelbloedig. Men bad niet. eens aan hem kunnen merken dat by 'n zoo gewichtige en gevaariyke rol speelde, zoo als men bet weldra zal zien. - (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 1