OFFICIEEL ORGAAN
Bezoekt de
STANDS
i
I. C. Mortier
STAND 24 in de
MACHINE-HAL
Pfaff-Naaimachinenfabriek
M* van der Hammen
SC HOENM AKERS -PAT ROON S
SCHOENWINKELIERS
VEREENIGINGEN
STAND No. 10.
„DE KROON"
Het meest gelezen Vakblad onder de Schoenwinkeliers en Schoenmakerspatroons is
r/j
8' '8
Stationstraat 63 - Tel* 124
WAALWIJK*
Kettinggarens*
Amanmzijde*
Naamlooze Vennootschap
STOOM LEDER FABRIEK
WAALWIJK Tel. 115.
VACHELEDER
VACHE TANNING
VACHE GERBUNG
van liet verbruik liier te lande le
verde. zorgde daar wel voor. Zoo ging
gedwongen winkelnering dienen om de
ellende van den patroon ten deele op
zijn nog slechter gesitueerden arbei
der te verhalen.
Eindelijk kwamen in 1900 de fabri
kanten ertoe de hoofden bijeen te ste
ken. In hetzelfde jaar, dat de heer J.
Bernard Timmermans Wzn., den Bond
van Ned. Looiers oprichtte, kwam het
tot stichting van den Bond van Schoen
fabrikanten. Reclamebiljetten werden
bij duizenden het land ingezonden om
aan den schoenwinkelier te beduiden
dat de prijzen beslist ontoereikend
waren. De eerste stappen op den weg
naar gezondmaking van het bedrijf.
De tentoonstelling van 1908 leverde
reeds het bewijs, hoezeer verbetering
was ingetreden. Met inspanning, met
rusteloos, plichtsgetrouw werken, was
de industrie zoover vooruitgekomen,-
als op de eerste Waalwijksche tentoon
stelling mocht blijken. Met eerbied
denk ik dan ook aan de vele werkers,
stille, bescheiden, vergeten werkers,
die zwoegend voor het onderhoud van
vrouw en kinderen, de nijverheid om
hoog brachten.
1903 toonde aan het verbaasde bin
nen- en buitenland wat de Nederland-
sche schoenindustrie presteerde. Te
gen den buitenlandschen aanvoer werd
een dam opgeworpen, voor onze export
relaties een breeder grondslag gelegd.
Tusschen 1903 en 1925 ligt een
reeks van jaren, die aan het bedrijfs
leven zeker voorspoed, maar ook en
niet minder zorg en moeite bracht,
jaren, waarin de strijd om het bestaan
de grootst mogelijke krachtsinspan
ning eischte.
Het is mij niet: mogelijk de namen
te vermelden van allen, die in dit tijd
vak aan de verheffing van het bedrijf
hun krachten wijdden.
Eén uitzondering wil ik slechts ma
ken en wel voor een tweetal mannen,
aaü wier organisatorisch talent de
schoen- en ledernijverheid zooveel
dankt. Ik bedoel den heer W. Travag-
lino, die in 1900 den grondslag Jegde
voor den thans jubileerenden Ned. R.
K. Bond van Schoenfabrikanten, als
ook den heer E. W. Klijberg-Pernot,
president van de in 1903 alhier ge
houden internationale tentoonstelling,
waarvan wij heden de zoo luisterrijke
herhaling inluiden. In de analen der
schoen- en lederindustrie zullen de na
men dezer mannen met eere vermeld
blijven. De Bond van Schoenfabrikan
ten mag genoemd worden. Er is een
groot verschil tusschen de groep, der
onder den druk van lage prijzen saam-
gedre.ven fabrikanten van 25 jaren ge
leden en de levenskrachtige organisa
tie van thans, die het waagde dein
stoot te geven tot deze tentoonstelling.
Onze lederindustrie, hoewel nog niet
overal volgens de nieuwere methoden
werkend, kan met hare prestatie voor
het voetlicht komen. Wel is het bij ge
brek aan statistische gegevens moei
lijk aparte cijfers te geven.
Men herinnert zich echter het oor
logsjaar 1917, toen door schaarschte
aan huiden en looistoffen de productie
sterk ingekrompen was. Welnu, de
productie dezer industrie, welker capa
citeit sedert, naar aangenomen mag
worden, weer aanzienlijk omhoog liep,
vertegenwoordigde reeds in genoemd
jaar een waarde van 40 millioen gul
den. Meer en meer richt deze branche
zich op modernen voet in. De looiwijze
van voorheen, ook door de behoeften
van het militaire verbruik hier en daar
langer bestendigd dan zij verdiende,
heeft hand over hand terrein verloren.
Het zou mij te ver voeren dit ontwik
kelingsproces op den voet te volgen,
doch ook hier vergun ik mij bij uitzon
dering een paar namen te noemen van
mannen, wier energie met grooten lof
moet worden genoemd. Het waren de
heeren H. Witlox-Bressers en J. van
Iersel, die door slooping der oude
looierijen in een geheel nieuwe fabriek
in 1899 in hel groot de nieuwe looi
methode in toepassing brachten.
De schoenindustrie, die als oudste
dochter van de ledernijverheid een zoo
waardige plaats inneemt, heeft en in
haar geval terecht de stoute schoe
nen aangetrokken.
Inderdaad, men heeft zich met volle
kracht op de verbetering van het be
drijf geworpen. Een vrij recente en
quête, die slechts een gedeelte der in
dustrie 117 fabrieken omvatte,
toonde voor de maand Mei 1924 een
productie-capaciteit van 152000 paar
per week aan.
Wij schrijven thans 1925.
Wie de situatie van heden naast die
van 1903 stelt, moet wel, ik wijs hierop
met voldoening, lot de slotsom komen,
dat de industrie, wat haar paraatheid
betreft, aan de huidige tentoonstelling
onder gunstige omstandigheden deel
neemt, dan waarvan zelfs optimisten
destijds durfden droomen. Men denke
slechts aan het sedert uitgebouwde vak
onderwijs, aan de Waalwijksche vak
school, met het proefstation en den
voorlichtingsdienst ten bate van de
lederindustrie. Er moeten redenen voor
zijn, dat ook het buitenland gezellen op
deze school in de leer doet. Ook de el
ders opgerichte vakscholen en cursus
sen hebben verdienstelijk werk gele
verd.
Er is een lange weg voor den schoen
maker, kromgebogen op zijn kruk, zoo
als men dien op den gevel der Haagsche
vakschool afgebeeld ziet, tot de model
scholen en bedrijven, waarin thans op
vele plaatsen gewerkt wordt.
Ik behoef overigens over de gebeur
tenissen der laatste kwart eeuw niet
uitvoerig te zijn. Het is een hoofdstuk
van de „histoire contemporaine",
dat de meesten uwer persoonlijk heb
ben beleefd of liever: hebben gemaakt,
een periode van toenemende concen
tratie en mechanisatie. De wereldoor
log en de nasleep daarvan gaf aan de
tweede, zoo emotievolle helft dezer pe
riode een eigen typisch cachet. Ik zou
bepaald onvolledig worden, indien ik
in dit verhand niet even het z.g. Schoe
nenwetje met al de gebeurtenissen, die
zich daaromheen groepeeren, ter sprake
bracht. In-droevig werd na het einde
van den oorlog weldra de toestand
onzer schoenindustrie. De opleving
van den na-oorlogstijd, waarvan men
zich zooveel had voorgesteld, liet op
zich wachten. Ondragelijk werd inte
gendeel de concurrentie der valuta-
zwakke landen, ondragelijk werden
weldra ook de financieele lasten, ge
volg van de steeds toenemende werk
loosheid, die op de gemeenschap kwa
men drukken. Er waren destijds, zoo
als men zich herinneren zal, gemeente
besturen, die aan steunpenningen een
bedrag moesten uitkeeren, dat haar
geheele jaarlijksche inkomen verre
overtrof. De kwijnende toestand der
schoenindustrie dreigde voor de wel
vaart uiterst noodlottig te worden.
Het was onder deze buitengewone om
standigheden, dat de regeering meen
de te moeten ingrijpen. Het z.g. Schoe
nenwetje was hiervan het gevolg. De
daarmede verkregen resultaten zijn u
genoegzaam bekend. De industrie her
ademde en herkreeg het vertrouwen
in eigen kunnen.
De gelegenheidshandelaren in valu
taschoenwerk moesten voor de dege
lijke vakkennis der gevestigde indu
strie het veld ruimen, zoodra de ople
vende productie slechts even tot een
lageren kostprijs, kon komen. Zoo
snel zelfs voltrok zich het herstel, dat
het invoerverbod voor schoenen bui
len werking kon worden gesteld, nog
voordat een wetsontwerp tot verlen
ging van hel Schoenenwetje, te dan
ken aan het initiatief van den heer
Fleskens, Eere-Voorzitter van het
Hoofdbestuur dezer tentoonstelling,
was aangenomen.
Hel is mij niet ontgaan, dat ook na
dien de schoen- en lederindustrie zich
nog voor moeilijkheden gesteld zag.
Goedkoop schoeisel, niet uit leer ver
vaardigd en meestal buitenlands ge
fabriceerd, vond ook ten onzent veel
vuldig ingang.
Het gemis aan koopkracht in de
landen, waarop zich onze export
richt, doet zich nog steeds gevoelen.
Hel voortdurend zich aanpassen aan
de wisselende grillen van vrouwe
mode is voor de industrie verre van
gemakkelijk.
Belanghebbenden beginnen intus-
scben meer en meer te begrijpen, waar
uc schoen wringt. De exportcijfers
over 1924 zijn niet onbevredigend. De
uitvoer in 1924, die tot een bedrag van
circa 2.100.000 dien van 1913 schier
nabij komt, is grooter dan in eenig na-
oorlogsjaar en bedraagt zelfs het
viervoudige van dien van het daaraan-
voorafgaande jaar. Wel heet het jaar
1925 niet gunstig, maar bedriegen de
teekenen niet en ben ik juist ingelicht,
dan belooft 1920 beter te zullen zijn
en zeer zeker zal deze zeer beteekenen-
de tentoonstelling daartoe het hare
bijdragen.
Langzaam uiterst langzaam, maar
laten wij hopen, ook zeker, gaat, naar
het schijnt, ons werelddeel op den
werkelijken vrede aan. Voor de indu
strie opent zich daarmede een ver
schiet met nieuwe mogelijkheden en
het is te begrijpen, dat zij, bereid en
bekwaam als zij is om aan de streng
ste eischen van gemak en goeden
smaak te voldoen, het verlangen koes
tert om, gedachtig aan het succes van
1903, nogmaals aan binnen- en bui
tenland eigen willen en kunnen ten
toon te spreiden.
De aanwezigheid van buitenland-
sche exposanten, ook door mij ten
zeerste gewaardeerd, beteekent daaren
boven een heilzame 'prikkel. Im
mers-kan het zijn, dat hier en daar een
onzer nijveren in den buitenlandschen
vakgenoot den vriend ontmoet, die
hem zijn feilen toont.
Ook de met schoen- en looinijver-
heid samenhangende bedrijven vin
den hier gelegenheid om zich dieper
in haar voedingsbodem te worstelen.
Zij mogen, waar noodig, een voorbeeld
nemen aan de wijze, waarop in de
schoenindustrie belanghebbenden bij
het bedrijf elkander leerden v.n.len.
Dat in de schoenindustrie de solidari
teit van patroon en arbeider meer en
meer practisch beleefd wordt, is n.l.
een lichtpunt, waarop ik bij deze ge
legenheid met ingenomenheid wijs.
Kortom, Noord Brabant zet hiér zijn
beste been voor. Ik zeg: Noord Bra
bant. Want indien ik de ontwikkeling
goed zie, concentreert de schoen- en
ledernijverheid zich allengs meer in
hel zuiden des lands. Zonder onrecht
te doen aan de elders gevestigde fa
brieken, mag ik in dien gedachten-
gang wel zeggeii, dat in het bijzonder
Noord Brabant het centrum voor deze
branche is. Aldus verstaan, zal men
het mij niet euvel duiden, dat ik hier
ten besluite nog even bepaaldelijk over
Waalwijk spreek. Men legde mij de
zer dagen een der allereerste jaarver
slagen (van 1879) van de Waalwijk
sche Kamer van Koophandel voor.
Daarin wordt er op gewezen, dat reeds
in 1879 Waalwijk klomplaarzen lever
de voor de derde Noordpool-expeditie.
Plaats daar nu eens naast het luxe
schoenwerk, dat thans de trots van
Waalwijk is. Ook voor hem die geen
vakman is, wordt dan treffend dui
delijk, hoe de industrie haar weg heeft
Wweten te vinden, hoe men op eigen
wieken drijvend vooruit is gekomen.
I God helpt, die zich zelf helpen!
Moge deze tentoonstelling in alle
opzichten slagen; mogen de resulta
ten van den onvermoeiden arbeid van
u, mijnheer de Voorzitter en van het
overige bestuur tot zegen strekken
voor de geheele schoen- en lederindu
strie.
Mijnheer de Voorzitter, Dames en
Heeren, met deze wenschen verklaar
ik de Internationale Tentoonstelling
voor de Schoen- en Lederindustrie
Waalwijk 1925 geopend.
Na dit woord speelde de muziek
achtereenvolgens het Ncderlandsch,
Fransch en Amerikaansche volkslied,
die door allen staande werden aan
hoord.
Daarna werd de eere-wijn rondge
diend.
Daarna sprak de alg. Voorzitter een
dankwoord en verzocht de heeren een
versterking te gaan gebruiken.
Na afloop van den lunch, waarbij
de comité-leden verdeeld waren over
de verschillende tafeltjes tot het geven
van inlichtingen, wordt groepsgewijze
een rondgang gemaakt over de expo
sitie, die zeer zeker aller belangstel
ling zal trekken.
De autoriteiten zullen ten 5,22 weer
vertrekken.
Terwijl dit blad wordt afgedrukt
worden op 'l Sportterrein de laatste
maatregelen genomen voor den eer
sten wedstrijd H. B. S. (kampioen Ne
derland)Zuidelijk Elftal.
De belangstelling schijnt groot te
worden.
Aan alle autoriteiten en bezoekers
heil
DE TENTOONSTELLING.
Op de tentoonstelling zelf komen we
nader terug. Zooals we in 't hoofdarti
kel schreven, is de tentoonstelling ge
reed, wat gebouwen en terreinen be
treft, in 't kort alles wat betreft het
bestuur der expositie. Dat niet alle
stands geheel gereed zijn, of niet zooals
dat moet zijn, is alleen te wijten aan de
firma Vlaanderen Co., die in deze
heeft gefaald.
Mogelijk zeggen we hiervan meer.
VAN QEN NEDERLANDSCHEN BOND VAN
en
ABONNEMENTSPRIJS f 2— PER '/2 JAAR.
BUREAU RE1NKENSTRAAT 68, DEN HAAG.
w A a l w IJ K
Ijzerwaren.
Schoenfournituren.
Agent LIPS Brandkasten -
fabriek.
BEZOEK GEDURENDE DE TENTOONSTELLING TE WAALWIJK
TELEFONISCH AANGESLOTEN ONDER No* 17*
DER WERELDBEROEMDE
ALLE MACHINES ZIJN IN VOLLE WERKING.
PFAFF-NAAIMACHINES
g DAMET/CnOtlJtL
/PECIAAL
hANDWERKE
CROUPONS - HALZEN LIEZEN.
BENDS - SHOULDERS BELLIES.
CROUPONS HALSE - FLANKEN.
Alleenvertegenwoordiging I M. LEVENBACH
Sole-Selling-Agents a a. J
verkaufssteiie Amsterdam.
id
5O-AM05C
3sE
SB