Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
jonge vrouw.
FEÜLLETON
NUMMER 71
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1925
48e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
BUITENLAND.
De Raad van den Volkenbond
zal spoedig een beslissing hebben te
nemen over het betwiste gebied van
Mosoel, op grond van het verslag dat
de commissie voor de grensafbakening
hem voor heeft gelegd. De moeilijkheid
is dat het rapport geen eigenlijke
aanbeveling bevat dan deze alleen,
dat het in het belang van de bevolking
„eenig voordeel" zou hebben het ge
bied niet te verdeelen. Met andere
woorden, acht zij het beter, het in
zijn geheel hetzij aan Irak (Mesopo-
tamië), hetzij aan Turkije toe te wijzen.
De commissie geeft echter de voor
waarden aan waarmee men rekening
dient te houden, indien het eene of
het andere geschiedt. Komt het betwiste
stuk aan Turkije, dan zou, meent zij.
Irak het stroomgebied van de rivier
de Diala moeten behouden, in het
belang van ontworpen besproeiïngs-
werken, waarvan de welvaart van dit
land volstrekt afhangt. Komt het aan
Irak, dan zou de voorloopige grenslijn,
die te Brussel is afgepaald, vrijwel
even goed zij als den noordelijker lig
gende lijn, die Engeland wens'cht
maar dan moeten tevens waarborgen
gegeven worden voor Irak's stabiliteit.
Deze acht de commissie aan twijfel
onderhevig, indien het bestuurmandaat
waarmee de Volkenbond Engeland
heeft belast, niet voor ten minste
vijfentwintig jaar wordt bestendigd.
Het zou niet te verwonderen zijn In
dien Engeland, ondanks de beloften
die aan het parlement zijn gedaan
over een spoedige onafhankelijkver-
klaringj van een gebied dat drastisch
als „bloed en zand" isbestempeldomden
Engelschen belastingbetaler van verdere
offers ervoor afkeerig te maken, nu
de commissie dit eenmaal verklaard
heeft, metterdaad aanstalten maakte,
om het mandaat nog voor een kwart
eeuw voor zijn rekening te nemen,
want onder het „zand" van Mosoel
zit petroleum, die zeer waarschijnlijk
de moeite van het aanboren rijkelijk
zal beloonen. De radicale Londensche
Start maakt er ronduit melding van,
82)
TWEEDE DEEL.
dat Baldwin bereid zou zijn. Engeland's
bestuursverplichtingen ten aanzien van
Irak voor 25 jaar te hernieuwen. Het
zelfde blad waarschuwt dat met de
beslissing van denVolkenbond de vraag
van vrede of oorlog in het Midden-
Oosten gemoeid kan zijn.
Dit is eigenlijk zonder meer duide
lijk. Te Lausanne hebben de geallieer
den met Turkije enkel een vredes-
tractaat kunnen sluiten, door de kwestie
van Mosoel eruit te lichten. Wordt nu
deze kwestie geregeld op een wijze,
die Turkije als onbillijk beschouwt,
dan verliest het heele vredestractaat
althans voor de normalisatie van de
betrekkingen tusschen Engeland en
Turkije zijn waarde. Turkije had een
sterke troef in handen door te ont
kennen, dat het gebied van Mosoel
als door den overwinnaar veroverd
gebied te beschouwen is. Bij den
wapenstilstand was de nieuwe staat
Irak, die nog zoozeer een .oorlogs
product" is, dat hij zichzelf niet
regeeren kan, nog niet rechtens erkend
en had de veroveraar het betwiste
gebied niet metterdaad bezet. De com
missie is met deze zienswijze mee
gegaan en heeft er de meening op
gegrond, dat Mosoel als een integraal
deel van Turkije beschouwd moet
worden, „zoolang deze mogendheid
geen afstand van zijn rechten gedaan
heeft". De Turksche troef is daardoor,
objectief beschouwd, veel sterker ge
worden, want in deze uitspraak ligt
opgesloten, dat zoo de Raad van den
Volkenbond Mosoel aan Irak zou willen
toewijzen, Turkije daartoe zijn toe
stemming zou hebben te geven, goed-
of kwaadschiks.
Dat Engeland het op een gewapend
conflict met Turkije zou laten aan
komen, om dit kwaadschiks tot afstand
te bewegen is vrijwel ondenkbaar.
Toen Lloyd George, in het laatst van
zijn bewind, met Turkije alles op haren
en snaren zette over de kwestie van
Tsjanak aan de Zeeëngten, werd hij
door zijn eigen medestanders weg
gevaagd. Het is al erg genoeg, dat
Irak in vredestoestand zooveel geld
heeft gekost. Het misbaar dat de Star
over oorlogsgevaar maakt, moet daar
om meer een politieke manoeuvre tegen
de conservatieve regeering zijn. Deze
zelve zal op de een of andere wijze
op een compromis met Turkije trachten
aan te sturen en kan niet gediend zijn
met een beslissing van den Volken
bondsraad, die bij Turkije het gevoel
achterlaat, dat men het van een stuk,
in oeconomisch opzicht veelbelovend,
gebied berooft. Engeland heeft boven
dien al genoeg zorgen in Azië. Lukt
het echter niet, reeds nu een schikking
tot stand te brengen, dan kan de kwestie
van Mosoel nog heel lang half opgelapt
of hangende blijven, een factor van
voortdurende onzekerheid in een nog
geenszins volmaakte wereld.
Omtrent den toestand in Marokko
wordt uit Tandzjer gemeld, dat onge
veer duizend families van den stam
der Tsoels zich hebben onderworpen
en dat ook vele families van den stam
der Branes, naar vrede verlangen.
Daar de Rifkabylen echter de vrouwen,
het vee en de graanvoorraden van
dezen stam naar het Noorden hebben
meegevoerd, moeten de Branes tegen
hun wil den strijd voortzetten.
Ook van Fransche zijde komen be
richten omtrent den wensch naar vrede
bij verschillende stammen. Het aanzien
van Abd-el Krim moet in den laatsten
tijd zeer hebben geleden ten gevolge
van de tegenslagen die hij heeft onder
vonden. Inboorlingen deelen mede. dat
Abd-el-Krim zich tegenwoordig in Ajdir
geheel vrij beweegt, terwijl kort te
voren zijn lijfwacht steeds de geheele
omgeving verkende voor hij zijn woning
verliet. Verder wordt gezegd, dat de
Rifkabylen slechts over weinig geweren
beschikken, doch over veel patronen,
zoodat Abd-el-Krim den strijd nog
lang kan volhouden.
De ontscheping van troepen te
Melilla wordt met kracht voortgezet
met behulp van verscheidene transport
schepen en met name van de Espana
Quinto.
Lyautey zou eerlang naar Marok
ko terugkeeren ter regeling van eenige
politieke kwesties, en daarna naar Pa
rijs terugkomen, om de regeering op
de hoogte te stellen. Pétain zou alle
bevoegdheden krijgen van een opper
bevelhebber in oorlogstijd.
In België eindigt de zomertijd in
den nacht van 3 op 4 October.
Eskaders vliegtuigen, torpedo
jagers en onderzeebooten hebben gis
teren ter hoogte van Hawaii den Stil
len Oceaan doorkruist, op zoek naar
het vliegtuig, dat door gebrek aan
benzine een noodlanding moest doen
ongeveer 150 mijl van het eiland Mani.
Gedeelten van telegrammen zijn ont
vangen van den commandant John
Rodgers, waarin gemeld wordt, dat
de zee uiterst stormachtig en gevaar
lijk is. Gevreesd wordt, dat het onmo
gelijk zal zijn hel vliegtuig te naderen.
Het laatst ontvangen telegram was
een verzoek om draadloos compas-
seinen te geven.
'n Aantal onderzeeërs kruisen in de
nabijheid van Pearlhaven. De beman
ning bestond uit vijf leden.
In Engeland hebben de stakende
zeelieden gisteren een tegenvaller ge
had. Te Southampton zijn zij er niet in
geslaagd liet vertrek van de Majestic
onmogelijk te maken. Precies op tijd is
liet reusachtige schip vertrokken met
circa 2000 passagiers aan boord. Wel
was de bemanning aan boord niet com
pleet, doch het ging. Bij Cowes werd de
bemanning aangevuld met 129 zeelie
den, beschikbaar gestold door de. „Na
tionale Vereeniging voor de, Tewerk
stelling van oud-Gedienden uit den We
reldoorlog."
Dé toestand in alle havens is trou
wens aanmerkelijk verbeterd. Niet al
leen zijn te Huil de pogingen «om- de
„Melville" op te houden, mislukt, doch
liet niet officieele stakingscomité moest
toegeven, dat ook een bemanning is
verkregen voor de „Albania" die naar
de Middellandsche Zee gaat. Ook zijn
bemanningen aangemonsterd voor ver
scheidene Duitsclie schepen.
BINNENLAND.
DE LESSEN DER STORMRAMP.
Hoe moet het weerstandsvermogen
der huizen worden versterkt?
EEN STEM UIT DE PRAKTIJK.
De architect PI. van den Berg, schrijft
over een bezoek aan Boreulo in het
„Bouwkundig Weekblad"
„De eerste indruk naast medelijden
niet de bewoners was een diep gevoel
van machteloosheid tegenover derge
lijke geweldige natuurkrachten. Onze
krachttheorieën werden daar werkelijk
aan de praktijk getoetst. Niemand zal
echter van de architecten eischen, dat
de gebouwen, die zij in 't vervolg zul
len ontwerpen, bestand zijn tegen der
gelijke wervelstormen, maar evenals
de medicus bij een verschrikkelijke
'epidemie niet in een gevoel van mach
teloosheid mag blijven stil staan, maar
gehoor moet geven aan de Goddelijke
roepstem om te zinnen op middelen,
die het weerstandsvermogen van den
niensch verhoogen, zoo moet de archi
tect zoeken naar middelen, die het
weerstandsvermogen van gebouwen
tegen hevige stormen vergrooten, want
hij mijn terugreis met de tram van
Borc.ulo naar Deventer, kwam bij het
aanschouwen van de vele landhuisjes,
dikwijls de vraag bij mij op: zouden
die huizen met hooge daken, dikwijls
rustende op buitenmuren van twee
halve steenen met een spouw ertus-
schen en gemetseld met niet sterke
specie het uithouden tegen 'n hevigen
storm, laat staan een wervelstorm als
te Boreulo".
„Bij het aandachtig beschouwen van
de verwoeste daken te Boreulo bleek,
dat een niet beschoten dak een zwak
punt is van het gebouw, waaien de
pannen van een beschoten dak af, dan
heeft de wind nog geen vrij Spel om de
kap uit elkaar te rukken.
„Alleen kan dan door het ontbreken
van het gewicht der pannen de kap
vatbaar worden om van de muren af te
schuiven. Een niet te kostbare maatre
gel daartegen zou zijn de kapbeenen
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Lanjtstraatsclie Courant,
Dit blad verschflnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentiên
20 cent per regel; mlnlmnm 1.50.
Reclames 40 cent per regeL
Bij contract flink rabat
Advertentiên moeten Woenedag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 0 uur ln ons bezit
cijn.
van „DB BOEO VAN HET ZUIDEN".
O. mijnheer, wat zyt gij goed. Hoe zal
ik u ooit genoeg dankbaarheid kunnen bewij
zen?
De bestuurder boog zich voorover naar zijn
nieuw lid voor zijn tooneeltroep en met. een
onmerkbaar teeken mevrouw Renée aandui
dend. fluisterde hij haar in bet oor:
Door baar vroeg of laat ertoe te doen
besluiten mijn voorstel aan te nemen.
Maar dan deed er zich een verrassend feit
voor.
Onésime, by wien de champagne eene meer
en meer lievige uitwerking van verteedering
teweegbracht, snikte en bet waren smart
kreten, welke men uit zijn benauwde borst
boorde opkomen.
En door zyn snikken heen stotterde hij
Ik beu zeer tevreden, nochtans, voor
Victorienne. Ja, ik ben gelukkig om baar ge
luk. Maar wanneer ik denk, dat ik bier zoo
geheel alleen zal blijven, dan breekt mijn
hart. Want ik weet wel, dat. ik met eene brui
st em, gelijk de mijne, niet in de Opera optre
den kan.
Neen. sprak de bestuurder, medelijden
gevoelend voor den armen jongen. Neen, ik
beken dat ik n in de opera geen plaats geven
kan, maar gy zult niettemin naar Weenen
komen, indien gij dat wilt De bestuurder
van bet „Colosseum" is mijn boezemvriend.
Ik zal hem zeggen dat ik u aan het werk ge
zien heb en boe hij u gunstig gebruiken kan.
In een woord, ik neem het op mij voor u te
zorgen.
Dat veranderde geheel het tooneel.
Mevrouw, hernam de bestuurder, toen
die uitingen van vreugde eenigszins bedaard
waren, mijne voorstellen blijven zooals ik
ze u gedaan heb. Ik blijf nog twee dagen
in deze streekdrie mijlen van hier, op
bet kasteel van Follainville.
Zieh tot Victorienne richtend
Wat u betreft, lief kind, ik zal u niet
vergeten en u bewyzen dat ik slechts een
woord heb. Uwe komiek mag eveneens op
mij rekenen. Hy zal in het „Coloseum" een
goede plaats vinden.
In een huuri-ytuig vertrok ondanks het
reeds gevorderd uur van den nacht, Thurner
naar Follainville.
Renée was uitgeput van vermoeidheid, en
hoe moedig zy ook was, toch waren er eeni-
ge uren rust noodig.
Niettemin stond zy des anderendaags
morgens reeds vroeg op; sinds lang zat
Barbara Quintrec op eene bank voor de
deur van het „Groote Hert", wachtende
op de ontwaking van de dierbare jonge
vrouw.
Victorienne had niet kunnen slapenook
zij stond op, want zy wilde nogmaals dank
zeggen aan die baar zooveel goed gedaan
had.
Onésine„hoewel nog niet heel en al wak
ker en ontnuchterd, kwam op zyne beurt
goeden dag zeggen aan die voor hem en
voor zyne vriendin eene ware voorzienig
heid geweest was.
Het hotel „Het Groote Hert" verlatend,
droeg Renée de zegeningen mee van de twee
artisten, die niet wilden afzien van de hoop
weldra elkander terug te zullen zien.
Nu op weg naar het gesticht „De Bron".
Het plan van Renée? lnderwaarheid, zy
had er geen.
Zy wilde hare moeder zien. Dat is alles.
Deze gedachte was overheerschend in haar
en daarin waren al hare ontwerpen vervat.
Hare moeder was niet zinneloos, zy was
er van overtuigd. En dan. wat zou zij doen?
Zou zy eene klacht indienen? Ja, daarom
trent bad zij haar besluit genomen.
Zy zou Cazérès, Wladimir en .Sophie
Moser zelf aanklagen. Het scheen haar on-
mogeiyk dat het Fransche gerecht haar
niet zou ter hulp komen.
zy zou worstelen tot den dood, indieu 't
m
zyn moest, en Alexis met haar. Raoul Bois-
déant zou terugkomen en zyne krachten en
invloed ten hunnen dienste stellen. De arme
jonge vrouw voelde zich als 't. ware her
leven; zij zou in zich de onwrikbare sterkte
vinden om bergen te verplaatsen-:
Overigens, Alexis werkte reeds aan de
vrlossing barer moder en eerst zou ze hem
zoeken terug te vinden. Misschien was hy
reeds tot een uitslag gekomen.
Let dan toch op. riep de koetsier, die
de twee vrouwen naar het zinneloozenge-
sticht van dokter Harper voerde.
Barbara Quintrec boog buiten het rytuig
en liet zich een uitroep van verrasing ont
snappen.
Dat is Yvon, riep zy.
En, op gevaar af den nek te breken, sprong
de oude huishoudster van Alexis Monteray
op den weg.
Zy viel op de knieën, doch bezeerde zich
niet en aanstonds weer opstaande, keek zy
met gapenden mond naar Yvon, die in het
midden van den weg stond, weenend als een
kind.
Ach, wat heb ik verdriet tante Barbara,
riep hy snikkend. Wist gij ma-ar wat er ge
beurd is.
Wat, inyn zoon? Wat?Spreek dan
toch.
Die arme mynheer Alexis. Ach. welk
een ongeluk. Hy is zeker door die vreese-
iyke honden verscheurd.
Een kreet van smart en wanhoop steeg
uit het rytuig op.
Renée had alles gehoord.
Zy deed een beroep op al hare kracht
dadigheid en, hare pyniyke angsten be
dwingend, drong zy aan om alles te weten.
In eenige door snikken afgebroken woor
den, vertelde Yvon de gebeurtenisen van
den nacht, de ontvluchting uit het zinne-
loozengesticht en hare gevolgen.
Sinds lange uren reeds volgde de brave
jongen den weg, naar Alexis zoekend.
Waar hebt gy de twee dames gelaten?
vroeg Barbara Quintrec, die hare koelbloe
digheid behield.
In en bosch, ver van hier. Deze weg
loopt er dwars door. Daar heb ik bloed
sporen gezien.
Neem plaats in het rytuig by ons,
Yvon, beval Barbara.
En Yvon zette zich tusclien zyne tante
en Renée, waarna het rytuig zyn weg ver
volgde.
Dan overlaadden de belde vrouwen den
jongeling met vragen, wflarop hy slechts
onsamenhangende antwoorden geven kon.
Renée gelukte er nochtans in de toonee-
len van den nacht, eenigszins opnieuw sa
men te stellen.
Twee feiten waren duideiyk.
Mevr. Cazérès was vry, maar die vrij
heid had naar het scheen het leven van den
ongelukkigeu Alexis Livachoff gekost.
Twee inyien affltand werden afgelegd;
Yvon, die nog altyd weende, herhaalde voor
de twintigste maal zyn zelfde verhaal, maar
hoe meer hy er van zeide, hoe onverstaan
baarder het werd.
De arme jongen was ternauwernood ge
kleed.
Om door het bosch weg te vluchten met
pyne gezellen die. zooals wy weten, hem een
weinig .vooruit waren, had hy zyn rok weg
geworpen. Er bleef hem nog enkel een broek
over, maar die was geheel gescheurd, ln
flarden gerukt door bramen en doornen,
die gansch zyn lichaam met bloedige stre
pen overdekt hadden.
Arme jongen, zeide moeder Quintrec,
gy zyt in een treurigen toestand gebracht;
men zou waarlijk zeggen, dat gy een hoos
wicht, een ontsnapte galeiboef zytEn
toch heb ik u aanstonds herkend, brave
Yvon.
Men kwam aan het bosch en liet rytuig
drong bet binnen.
Daar, daar, riep Yvon eensklaps.
En hy wees een roode vlek aan op den
krytachtigen grond.
Alle drie stapten uit en Yvon vertelde op
nieuw hoe bij de levenlooze romp van den
eersten doghond ontmoet had.
Overigens, besloot hy, zie, daar zyn
ze alle twee. Tung en Croc lagen daar, in
derdaad. beiden levenloos in de gracht aan
den linker- en aan den rechterkant van den
weg.
Ten prooi aan een nypenden angst was
Renée de romp van een der gedoode dog
honden genaderd.
Een kogel had de romp doorboord van
Croc, maar zyne half geopende lippen ont
blootten zyne vree8eiyke tanden en zyn
dreigende muil was nog vol bloed.
Was het. dat van den ongelnkklgen
Alexis?
Wel. ratyi arme meester Is niet dood,
sprak Barbara Quintrec met. overtuiging;
wel neen. hy is niet dood, onze goede mees
ter. Deze leeiyke beesten zullen hem toch
niet geheel verslonden hebben, en, indien
hy hen niet overleefd had. wie zou hen don
doodgeschoten hebben?
Ternauwernood had zy deze woorden
uitgesproken, die zoo gegrond schenen dat
zy Renée eenigszins gerust stelden, toen
drie met geweren gewapende mannen uit
het bosch te voorschijn kwamen.
Het waren de drie ziekendienaars.
De woede der teleurstelling was op hun
ne aangezichten te lezen.
Geheel <len nacht hadden zy het bosch
doorloopen en doorzocht, zonder de vluch
telingen terug te vinden.
Ten einde adem en doodeiyk vermoeid,
hadden zy zich aan den zoom van het bosch
op den loer gelegd en daar gewacht, tot het
gerol van het rytuig hunne anndacht ge
trokken had.
En toen zy de twee vrouwen zagen uit
stappen om van naby die bloedvlekken te
gaan zien en naar de gedoode honden te
kyken, hadden zy aanstonds gedacht dat
zy voorzeker niet onbekend waren met de
ontsnapping der twee kostgangsters van
hun gesticht en er misschien zelf ln be
trokken waren.
En aanstonds kwamen zy toegeloopen, de
heide vrouwen onderzoekend aankykend,
toen opeens hunne oogen op den ongeluk
kigeu Yvon vielen! wiens onvoldoende en
gescheurde kleeding hem verraadde.
De drie booswichten hadden inderdaad
aanstonds begrepen wien zy voor hadden.
De drie mannen versperden den weg,
alsof zy de vlucht van Renée en van Bar
bara Quintrec gevreesd hadden.
Wel, Itousse, gromde Poilrlnd, heb
ik het u niet gezegdziet gy niet dat die
kerel niemand anders is dan de nieuwe
meid, onlangs door onze meesteres in
dienst genomen?
(Wordt vervolgd).