Purol geneest en
verfraait de Huid.
missie uit de leden van den Raad der
voormalige gemeente Baardwijk
42 posten.
2. Idem voor aanslagen
voormalig Besoijen 41
3. Op grond van raads
besluiten 22
4. Op grond van faillis
sement 12
5. Op grond van verkla
ringen van onvermogen van
deurwaarders uit andere
gemeenten 21
6. Op grond van verkla
ringen van onvermogen van
den gemeente-deurwaarder
alhier 123
Totaal 261 posten.
Nu hebben wij aangenomen, dat de
sub 6 bedoelde, door ons als onin
vorderbare voorgedragen posten ook
door Uwe vergadering oninvorderbaar
zijn verklaard. De staten werden tege
lijk aangeboden met de rekening, ter
wijl wij, zooals wij hiervoor reeds
hebben uiteengezet, de daaromtrent
gemaakte opmerkingen hebben be
schouwd als een vingerwijzing in de
richting als door ons verder ook werd
gevolgd.
Wij konden ook moeilijk anders dan
aannemen, dat de voorgedragen posten
ook door Uwe vergadering oninbaar
waren verklaard, omdat jaar in jaar uit
steeds op dezelfde wijze de staten zijn
aangeboden en vastgesteld. Wij namen
dus aan dat Uwe vergadering zich met
onze voordracht vereenigde, zoodat de
bedoelde posten dan ook als onver
haalbaar zijr. afgevoerd en, naar wij
meenen, rechtens hierop niet kan wor
den teruggekomen. Wij hebben er geen
bezwaar tegen dat desgewenscht deze
posten nog eens onder het oog worden
gezien door een Commissie uit den
Raad, tot het vormen van een oordeel
of terecht voorgedragen posten onin
vorderbaar zijn verklaard."
De Heer Roggeveen merkt op, dat
naar aanleiding van het onderzoek der
rekening 1923 voor de diverse
oninbare posten te bespreken een af
zonderlijke vergadering zou worden
gehouden, wat bij het nazien van de
rekening over 1922 ook al was voor-
gesteld, zonder eenig resultaat.
Nooit heeft hij, waaruit ook, kunnen
begrijpen dat als bij de rekening de
staten van oninbare posten worden
overgelegd en de rekening wordt goed
gevonden. daarmede ook die staten zijn
vastgesteld.
Spr. meent dat die opvatting bij
geen enkel lid zal hebben bestaan,
want op z'n minst mag worden gezegd
dat dit een eigenaardige manier van
besluiten nemen is. Het is z.i. eene
administratieve bepaling waarbij geen
besluiten worden genomen. De Raad
moet eerst die zaken bekijken en na
gaan of de daarop voorkomende men-
schen werkelijk niet in staat zijn om
te betalen.
Hij stelt voor dat alsnog zal worden
nagegaan of er geen personen bij zijn
bij wie nog tot invordering kan wor
den overgegaan.
Dat kan goed gebeuren na afloop
van de vergaderingen, vooral als die niet
zoo lang duren.
De Voorzitter geeft toe, dat hij deze
wijze van behandeling niet erg geluk
kig kan vinden. De commissie kan dc
stukken onderzoeken maar ten slotte
moet de raad beslissen. In normale
gevallen zal het bij enkele posten blij
ven, maar nu is het door de vereeniging
van gemeenten een groote lijst ge
worden.
Nogmaals verklaart spr., dat hij deze
manier van werken niet erg gelukkig
kan noemen. Het is een slag in het
duister op die manier. Echter
gelooft hij niet, dat de raad, nu het
eenmaal aangenomen is, daarop kan
terugkomen.
Roggeveen. Er wordt toch meerma
len op een besluit teruggekomen.
De heer Roggeveen zet uiteen hoe
in dergelijke gevallen bij het Rijk
wordt gehandeld en stelt voor om al die
lijsten nog eens na te gaan. Er zullen
er wel een massa afgaan, maar er
komen er toch ook op voor die be
slist kunnen betalen.
Voorzitter. Zou het dan niet beter
zijn dat een commissie wordt be
noemd die de zaak eens onderzoekt
en met een lijstje van de twijfelachtigen
in den raad komt.
De heer Smolders zegt dat duidelijk
is te voelen dat er een misverstand
heeft plaats gehad. Uit het antwoord
van Burg. en Weth., gegeven aan de
commissie belast met het onderzoek
der rekening 1923, blijkt zulks glas
helder.
In dit antwoord wordt zeer duidelijk
over oninbare posten gesproken en nu
wil hij gaarne aannemen dat het vroe
ger usance was te handelen als is ge
daan, maar toch stelt hij er prijs op,
nu de Voorzitter zelf heeft verklaard
dat de gevolgde manier van werken
niet de gelukkigste is geweest, dat het
alsnog in den raad komt.
De Voorzitter zegt dat hier absoluut
van geen kwade trouw mag worden
gesproken. Hij heeft gedacht goed te
doen het niet in den doofpot te stop
pen en vindt dat de beste weg zal
zijn dat een commissie wordt benoemd
om den twijfelachtigen uit de lange lijst
te halen, wijl het dan voor den Raad
makkelijker zal zijn.
De |heer Klijberg geeft in overwe
ging om dan de voorlichting van den
deurwaarder te vragen.
Voorzitter. In een twijfelachtig geval
moet de Raad beslissen.
Smolders. Men heeft in hoofdzaak
groep 6 te nemen. Van de anderen kan
men veilig aannemen dat deze werke
lijk oninbaar zijn, dus is het geheel
dat nagegaan moet worden niet zoo
groot om in den raad te brengen en
daarom komt het hem onnoodig voor
dat een commissie haar licht daarover
nog eens moet laten schijnen.
De heer Klijberg kan zich wel ver
eenigen om een commissie te benoemen
alhoewel hij overtuigd is dat er niet
zooveel zal overschieten.
Na nog eenige discussie brengt de
Voorzitter in omvraag of al of niet tot
benoeming van een commissie zal wor
den overgegaan.
Voor het benoemen van een Com
missie stemden de heeren Groenen,
Klijberg, Gragtmans, Oomens, Eibers
en Van der Geld; tegen de heeren
Van Driel, Roggeveen, Van der Aa en
Smolders.
Tot leden dier Commissie worden
benoemd de heeren Van der Geld,
Eibers en Van der Aa.
5. Voorstel tot handhaving van de
verlofsregeling voor de werklieden in
dienst der gemeente.
In hun prae-advies zeggen Burg.
en Weth.Naar aanleiding van de
desbetreffende vraag van den heer
Van der Aa, hebben wij de eer U
mede te deelen, dat de verlofsregeling
van het Rijkswerkliedenpersoneel wordt
beheerscht door het bedrag der bezol
diging. Bedraagt de bezoldiging per
jaar f3000 of minder, dan kan aan
spraak worden gemaakt op een verlof
van 12 dagen.
Aangezien naar plaatselijk gebruik
in de particuliere bedrijven aan het
werkliedenpersoneeleen jaarlijksch ver
lof van één week wordt gegeven, vinden
wij geen aanleiding U voor te stellen
de thans voor het gemeentelijk werk
liedenpersoneel geldende verlofsrege
ling te wijzigen.
De heer Van der Aa zegt bij het
lezen van dit advies te zijn getroffen
door het verschil dat wordt gemaakt.
Voor de ambtenaren wordt de Rijks
regeling wel en voor de werklieden
niet gevolgd. Waarom dat meten met
twee maten? Hoe zijn Burg. en Weth.
tot de conclusie gekomen om voor één
groep zich wel aan de Rijksregeling
vast te houden en voor de andere niet.
Laat men zich dan voor allen naar het
plaatselijk gebruik regelen.
Voorzitter. Toen deze kwestie bij
Burg. en Weth. ter sprake was ge
bracht, werd naar voren gebracht dat
alle arbeiders een week verlof hebben
en er geen termen aanwezig zijn om
daarvan af te wijken.
Van der Aa. Dat is geen steek
houdend argument. Ambtenaren en
werklieden, ze werken allemaal onder
een en denzelfden patroon en wil men
rechtvaardig blijven, dan moeten allen
op een lijn worden gesteld, te meer
daar toegezegd was dat men zich aan
de Rijksregeling zou aanpassen. Dat
zich moeten regelen naar het plaatse-
ijk gebruik, is, maar een dooddoener
die niets zegt.
Voorzitter. Er is nooit toegezegd
dat de Rijksregeling in z'n geheel zou
worden gevolgd. Er is wel over ge
sproken en toen hebt U zelf nog ge
zegd dat iemand die altijd met het
lioofd moest werken, wel eenige dagen
in het jaar meer vacantie mag hebben
dan iemand die handen arbeid ver-
richt.
Van der Aa. Dat is ook zoo, maar
k kom er maar op neer, waarom de
een wel getoetst wordt aan de Rijks
regeling en de ander niet.
Voorzitter. Bij het Rijk wordt een
en ander beheerscht door het trac-
tement.
De heer Van der Geld stelt voor, nu
men door het tractement toch al ver
schil krijgt, de Rijksregeling te volgen.
?rincipieele bezwaren kunnen daar
tegen niet bestaan,
Klijberg Het is zoo gedaan omdat
de ambtenaren hoofdwerk hebben te
verrichten en omdat de arbeiders hier
n de industrie ook 6 dagen verlof
lebben en zij hebben er 8.
Oomens. Het zou tegen alle regels
in zijn als men de gemeentewerklieden
anger verlof zou gaan geven dan dat
ze hier in de industrie hebben. Men
moet ze allemaal over een kam scheeren.
Van der Aa. Die redeneering van
den heer Oomens is zoo onlogisch
mogelijk, want dan zou, als men zoo
zou doorgaan, als men in de industrie
een abnormale toestand had, terwijl
die van de gemeente goed zou zijn,
de werklieden van de gemeente gelijk
gaan moeten stellen met die werkzaam
in een bedrijf waarvan de toestand
abnormaal is. Zooiets raakt noch
kant noch wal.
De heer Smolders voelt veel voor
het voorstel van den heer Van der
Aa. Waarom moeten de werklieden
6 dagen verlof hebben terwijl de
ambtenaren die volgens de Rijks
regeling zullen genieten. Gaarne geeft
hij toe dat diegenen die met het hoofd
werken, wat langer vacantie mogen
hebben.
Voorzitter. In het reglement staat
dat de arbeiders acht dagen verlof
hebben.
De heeren Smolders en Van der Aa
meenen van 6.
Voorzitter. Neen, in het reglement
staat van 8.
Klijberg. Me dunkt dat dit toch
nogal kan. Gaat men de verhouding
weer te groot maken, dan worden de
arbeiders in de industrie jaloers en
het gevolg zal zijn dat ze hun hoorns
beginnen op te steken en welk patroon
kan in den tegenwoordigen tijd nog
langer verlof geven dan 6 dagen.
Voorzitter. Er is nog een omstandig
heid die er voor pleit dat een ambte
naar wat langer verlof krijgt. In den
regel blijft het werk van een ambte
naar, althans heel veel daarvan, leggen
wat hij bij zijn terugkeer door des
avonds te werken, moet inhalen, ter
wijl een arbeider dat niet behoeft te
doen.
Smolders. Nu in hel reglement staat
dat ze 8 dagen verlof hebben, kan ik
me goed met het voorstel van Burg.
en Weth. vereenigen.
Het voorstel van Burg. en Weth.
wordt hierna aangenomen met 8 tegen
2 stemmen.
Voor het voorstel stemden de heeren
Groenen, v. Driel. Klijberg, Gragtmans,
Roggeveen. Oomens, Eibers en Smol
ders.
Tegen de heeren Van der Aa en
Van der Geld.
6. Voorstel tot wijziging der ver
ordening op de heffing van leges ter
Secretarie (bewijzen van Nederlander
schap).
De bewijzen van Nederlander
schap, welke voortaan 5 jaar geldig
blijven, moeten voortaan van deugde
lijk papier zijn en voorzien zijn van
een cartonnen of linnen omslag.
Daarom wordt voorgesteld die leges
te verhoogen en te brengen op f 1,—.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
daartoe besloten.
7. Voorstel tot uitbetaling van enkele
coupons van reeds uitgelote, doch nog
niet verzilverde coupons.
Conform het voorstel van Burg. en
Weth. dat wij in ons vorig nummer
hebben afgedrukt, wordt met alge-
meene stemmen besloten.
8. Beslissing in zake stichting van
een abattoir.
De heer Roggeveen zegt reeds in
een vorige vergadering te hebben aan
gedrongen om zooveel mogelijk cijfers
te geven. Bij de ter visie gelegde
stukken heeft hij aangetroffen een ver
slag van de winst- en verliesrekening
van den Keuringsdienst Sittard en dat
verslag heeft hem nog versterkt om
aan te dringen dat eerst eens naar
verschillende cijfers moet worden ge
vraagd.
Zoo heeft hij b v. gezien dat hier
aan salaris f 6986 wordt uitgegeven en
in Sittard waar ongeveer evenveel
runderen zijn geslacht f 10.738. Vrij
wel de meeste posten in Sittard zijn
hooger, sommige daarvan zelfs be
langrijk hooger.
Daarom zou hij eerst eens in ver
schillende gemeenten waar men reeds
een abattoir heeft, een en ander na
gaan.
Voorzitter. Ik zou toch zoo zeggen
dat wat een ander kan, ook wij wel
kunnen.
Roggeveen. Dat kan wel, maar om
alles op losse schroeven te doen is en
blijft gevaarlijk.
Voorzitter. Men moet er ook rekening
mee houden dat er ten slotte toch een
abattoir moet komen. In 1927 moet er
volgens de wet een zijn. De heer Van
Nimwegen, een architect die al die
abattoirs maakt, kan wel inlichtingen
geven. Het ligt er ten slotte aan hoe
men de inrichting wil hebben. Men
kan een koelinrlchting er bij nemen
of niet, dat gaat allemaal aanmerkelijk
schelen.
Roggeveen. Ik zou eerst een exploi
tatie-rekening willen zien Zonder dat
gaat het moeilijk om zich een idee te
vormen.
Klijberg. Men zou aan den architect
een dergelijke rekening kunnen vragen.
Die kosten zullen niet zoo groot zijn.
Roggeveen. Men behoeft die kosten
nog niet te maken. Ik kan me zelf geen
verklaring geven waarom in Sittard
alle posten zooveel hooger moeten
zijn dan hier.
Van Driel. De verbruikers betalen
dat alles toch indirect weer aan de
slagers.
Voorzitter. Er zijn ook voordeelen
aan verbonden. Zoo weet men zeker
dat er alles hygiënisch naar toe gaat.
Het vee wordt er geslacht door loon-
slagers en nu heb ik een slager hooren
beweren dat hij blij zal zijn als er een
abattoir is, omdat hij dan geen knecht
meer noodig heeft.
De heer Roggeveen wijst er op dat
van te voren ook aan de bij dezen
keuringsdienst aangesloten gemeenten
gevraagd moet worden of ze meedoen,
wijl dat van invloed zal zijn op de
onkosten.
De Voorzitter zegt dat de architect
wei een plan en bestek in portefeuille
zal hebben en de kosten daarom niet
zoo groot behoeven te zijn. Ook moet
in overweging worden genomen dat,
zoodra in een abattoir wordt geslacht,
men met een keurmeester kan volstaan.
De heer Smolders is het met den
heer Roggeveen eens. De opzet moet
zoo zijn, dat het de gemeente niets
moet kosten. Het bedrijf moet zichzelf
kunnen bedruipen.
De heer Eibers is van gevoelen, dat
men van den regen in den drop zal
komen. De meerdere onkosten 2ullen
wel op de verbruikers worden ver
haald.
De Voorzitter brengt in omvraag of
naar een en ander een onderzoek zal
worden ingesteld.
Met 7 tegen 3 stemmen wordt be
sloten de voorbereidende maatregelen
te nemen.
Voor stemden de heeren Klijberg,
Gragtmans, Roggeveen, Smolders,
Oomens, van der Geld en van der Aa.
Tegen de heeren Groenen, van Drie!
en Eibers.
I. Aanbieding der gemeente-rekening
1924
Wordt voor onderzoek in handen
gesteld van een commissie bestaande
uit de heeren Roggeveen, B. Timmer
mans en F. Smolders.
De rekening sluit voor de gewone
dienst aan ontvangsten op f 504 338.38
en aan uitgaven op f 478.875.83, zoo
dat deze dienst sluit met een batig
slot van f 25.461.53.
De buitengewone dienst sluit aan
ontvangsten op een bedrag van
f 251.121.69 en aan uitgaven op
f 216.410 76 alszoo met een batig saldo
van f 34 710.93
De Voorzitter dringt er bij de com
missie op aan om de rekening spoedig
na te zien, opdat ze zoo vlug mogelijk
aan Ged. Stalen kan' worden opge
zonden.
10. Benoeming van een lid in de
commissie tot wering van schoolver
zuim (vacature L. P. Mallant).
Wordt met aigemeene stemmen be
noemd de heer P. Broos, hoofd der
R.K. jongensschool van voormalig
Besoijen.
II. Voorstel tot wijziging van het
subsidie aan de stichting „Operatie-
kamerfonds".
In hun preadvies zeggen Burg. en
Weth
Sinds enkele jaren is op ae gemeen-
tebegrooting een bedrag van f 1000.
uitgetrokken als subsidie aan de stich
ting Operatiekamerfonds. Dit subsidie
strekt mede tot versterking van dit
fonds, in afwachting van het beschik
baar komen van de noodige localiteiten
tot inrichting eener operatiekamer. Be
halve door dit subsidie van de gemeen
te wordt het fonds gesteund door ver-
schillende werkgevers, die gedurende
een viertal jaren een vaste geldelijke
bijdrage hebben toegezegd. Deze heb
ben aan de uitkeering van die bijdra
gen echter de voorwaarde verbonden
dat eerst de plannen voor localiteiten
en inrichting zou komen vast te staan.
Voor de inrichting van een operatie
kamer is thans door het Kerkbestuur
van de Parochie St. jan aangekocht
het pand westelijk van het St. There-
siagesticht, en zal de installatie binnen
kort haar beslag krijgen.
Om de financieering van de operatie
kamer mogelijk te maken worden door
het Bestuur der Stichting pogingen
aangewend om de bijdragen, die over
een periode van vier jaren zijn toege
zegd, ineens betaalbaar te krijgen. Door
eenige werkgevers is dit reeds toege
zegd, terwijl tot het meerendeel nog
een verzoek in dezen geest moet wor
den gericht.
Ook tot ons is het verzoek gekomen
om een subsidie adf 1000 voor vier
jaren in eens beschikbaar te stellen. Op
deze wijze zou met de bijdragen der
gemeente en die van particulieren het
vermogen van het fonds worden ge
bracht op rond f 20.000,—. Weliswaar
heeft de gemeente zich tegenover de
stichting niet voor periodieke bijdrage
verbonden, doch nu van particuliere
zijde zoo krachtig wordt gesteund, is
er naar ons oordeel ook voor de ge
meente reden, om meer te doen dan
reeds werd besloten.
Met het oog op het belang, dat be
trokken is bij een spoedige totstand
koming van een zoo nuttige inrichting
als een operatiekamer, meenen wij U
dan ook te kunnen adviseeren, het
verzoek van het Stichtingsbestuur in
te willigen, en naast het voor 1925 op
den gewonen dienst uitgetrokken be
drag van f 1000 alsnog beschikbaar
te stellen f3000.- op den kapitaaldienst.
Om de begrooting 1925 niet extra te
belasten wordt tevens voorgesteld, voor
de jaren 1926, 1927 en 1928 uit den
gewonen dienst voor dit doel telkens
1 1000 over te schrijven op den
kapitaaldienst.
De heer Smolders vraagt wat de
bedoeling van het Dag. Bestuur is.
Welke bedragen zullen in totaal wor
den uitgekeerd. Hier staat van f3000,
maar er is toch al 2 jaar achtereen
een post van f 1000 voor op de be
grooting gebracht.
Voorzitter. De bedoeling is om dit
bedrag in eens te geven dan nog vier
maal de gewone bijdragen. Men is dan
aan het bedrag als tegemoetkoming in
de kosten van het huis ad f 20.000.
De gemeente is daartoe niet verplicht
maar waar ook meerdere gemeente
naren hiertoe zullen overgaan, achten
Burg. en Weth. het een groot ge
meentebelang.
Roggeveen. Is dit voorstel van Burg.
en Weth. gedaan naar aanleiding van
een verzoek.
Voorzitter. Ja, dat verzoek is uitge
gaan van den Secretaris, die Voorzitter
van die Commissie is.
Aangenomen.
Bij de rondvraag wijst de heer
Oomens er op dat men in voormalig
Baardwijk bij die storrtegens van de
laatste dagen ontzettend veel last van
het water heeft. Men heeft daar toch
net zoo goed recht op een goede af
watering als hier en in Besoijen. In
Baardwijk is het nu treurig, het water
loopt op veel plaatsen gewoon de hui
zen binnen.
Voorzitter. Bij de behandeling van
de begrooting komen wij met een plan
om ook voormalig Baardwijk te rio-
leeren.
Oomens. Dan komt het in orde. Ik
wil hebben dat wij ook wat profitee-
ren. Zoo zou het ook goed zijn dat
aan de Wiel een afrastering wordt
gemaakt en dan moest men die boo-
men verkoopen. Dat brengt geld op
en het wordt er veel mooier door. Men
kan het er heel mooi maken zonder
dat het geld kost. Als het bij ons wat
netjes wordt gemaakt dan komen
ze uit Waalwijk bij ons ook wel eens
wandelen, net zoo goed als ze dat nu
doen in Besoijen.
Voorzitter. De bedoeling is om, zoo
dra de kweb vol is, daar hout op te
zetten en het netjes af te maken.
Van Driel. Weet de heer Oomens
dat men dan voortaan ook straatbe
lasting zal hebben te betalen.
Oomens. Als men daar iets goeds
voor krijgt, dan is dat niet zoo erg.
Een werkman behoeft er toch niet aan
te betalen.
De heer Klijberg wilde deze op
merking ook maken. Voorts meent hij
dat de heer Oomens het nu niet moet
doen voorkomen alsof voormalig Baard
wijk wordt ten achter gesteld want
dat is toch absoluut niet het geval,
want zou de toestand als weleer zijn
gebleven, er zouden die verbeteringen,
die er nu al zijn gekomen, niet zijn
aangebracht. Hij vindt het jammer
dat de heer Oomens, als hij iets vraagt,
het steeds doet voorkomen alsof voor
malig Baardwijk wordt verwaarloosd
en dat ioch is absoluut niet het geval.
Oomens. Bij mij zit de bedoeling
niet voor om onaangenaam te zijn,
heelemaal niet.
Klijberg. Van buiten zou men toch
een minder goeden indruk kunnen
krijgen.
Eibers. In de Besoijensche Steeg,
daar waar de tram dwars de weg komt
overgestoken, staat een faooge heg
zoodat het gezicht voor de auto
bestuurders geheel wordt belemmerd.
Ik weet niet of het nog op het grond
gebied van Waalwijk is. maar me dunkt
dat met een beetje goede wil hier wel
wat valt te bereiken.
Voorzitter. Ik denk dat het daar
juist de grens is Wij zullen er werk
van maken en den eigenaar of pachter
vragen de heg daar wat korter te
maken omdat het werkelijk een groot
gevaar voor de auto's is.
Van der Geld. Ik heb gelezen dat
de weg Besoijen—Sprang zal worden
afgesloten een enkele keer, zoodat het
verkeer dan langs de St. Antonius-
parochie zal plaats hebben. Waar de
weg, vooral aan den Meerdijk door de
laatste dagen gevallen regenbuien zeer
slecht is, mag daar wel eens eerst naar
worden omgezien. Vooral bij den bocht
bij Mulders is de weg zeer slecht.
De Voorzitter zegt toe daar verbetering
te zullen laten aanbrengen.
Van der Aa. Het is hoog noodig
dat in de St. Chrispijnstraat nog een
lichtpunt wordt aangebracht. Verleden
week nog is een man in een sloot
geloopen. Bovendien is het er zeer
modderig. Er staan wel een paar
lantaarns maar daar heeft men niet
veel aan, omdat het licht daarvan,
althans van een lantaarn, den weg niet
op schijnt.
Klijberg. Ik geloof ook dat twee
lantaarns wel wat te weinig is.
Voorzitter. Dan moet ook daar
werk van worden gemaakt.