4
i
A
A
A
A
1
A
A
A
2
A
A
A
3
A
A
4
A
A
5
A
A
A
6
A
A
A
A
7
zal daartoe ook gelegenheid gegeven
worden, doch de discussies zal hij
zooveel mogelijk beperken en hier
mede zal deze onverwikkelijke historie
voor goed van de baan zijn
De heer A v. d Wiel wenscht aan
het gezegde van den heer W. v. d.
Wiel over die kwestie nog toegevoegd
te zien dat hij heeft gezegd, dat niet
de Gezondheidscommissie die woning
heeft afgekeurd, maar wel de voorzitter
van de bouwvereeniging.
De Voorzitter vraagt de leden af
wat hunne meening is, of de heer
W. v. d. Wiel dit heeft gezegd of niet
De heer W. v d. Wiel alleen ont
kent het, de heeren Muskens, Brok
en v. Drunen blijven er buiten, terwijl
de overige 7 leden zich het gezegde
meenen te herinneren.
De heer W. v. d. Wiel wenscht
dat aan het gezegde van den heer A
v. d. Wiel wordt toegevoegdIk ben
er niet geweest Ik zit hier niet voor
leugenaar. Ik ben er heelemaal niet
geweest.
De Voorzitter vraagt ook hieromtrent
de leden hunne meening.
De heer Pijnenburg zegt dat aan
vankelijk de heer A. v. d. Wiel^wel
zooiets gezegd heeft, bedoelende niet
als voorzitter van de bouwcommissie
om v. Deursen een woning te ver
huren. Iedereen zal zich immers nog
wel herinneren dat hij later heeft
toegelicht er wel als lid van de
Gezondheidscommissie te zijn geweest
De heer Muskens meent dat de heer
A. v. d. Wiel wel gezegd heeft dat hij
er heelemaal niet geweest was, maar
later heeft hij daar zoo'n draai aan
gegeven, als voorzitter der bouw
commissie.
De Voorzitter zegt dat het erom
gaat of de heer W. v. d. Wiel, toen
hij tot den heer A. v. d Wiel zei dat
hij bij v. Deursen geweest was, be
doelde als voorzitter van de bouw
commissie.
De heer v. Drunen merkt op dat
hij moeilijk kan beoordeelen wat een
ander bedoelt.
Na nog eenige discussie blijkt de
meerderheid van den raad, bestaande
uit de heeren v. Halder, Pijnenburg
v. Huiten, A. v. d. Wiel en v. Spijk,
van oordeel dat in de woorden van
den heer W. v. d. Wiel de schijnbare
bedoeling lag opgesloten dat de heer
A. v. d. Wiel als voorzitter der bouw
commissie bij v. Deursen was geweest.
Dc lange mouwen weder in eere her
steld. Wij geven hier eenige mooie
modellen.
De heeren Klerx, Brok, Muskens
en van Drunen weten het zich niet
precies meer te herinneren, terwijl de
heer W. v. d. Wiel zich van stemming
onthoudt.
Een en ander zal in de notulen wor
den aangeteekend.
De Voorzitter vraagt of de heeren
er genoegen mee nemen om van deze
kwestie af te stappen, waarop de heer
A. v. d. Wiel zegt zich niet zonder
meer dergelijke verdachtmakingen te
kunnen laten welgevallen, dus wil hij
daarop aanstonds nog nader terug
komen.
De Voorzitter vraagt den heer W.
v. d. Wiel of hij niet verklaren wil
dat het niet zijn bedoeling geweest is
om den heer A. v. d. Wiel in zijn
kwaliteit als voorzitter der bouwcom
missie verdacht te maken. Dat zou
een mannelijke daad zijn en aan alle
verdere discussie een einde maken.
De heer W. v. d. Wiel blijkt hier
voor echter niet te vinden.
Hierna wordt overgegaan tot he
voorlezen der notulen der laatste ver
gadering gehouden 26 Juni 1.1.
De heer W. v. d. Wiel merkt daarna
op dat er verschillende gezegden van
hem inzake de kwestie Nelissen in de
notulen en eveneens in „De Echo
niet goed zijn opgenomen. Bovendien
is de door hem voorgelezen verklaring
van v. Deursen niet in zijn gehee
opgenomen. Zoowel in de notulen als
in 't verslag is het laatste gedeelte
weggelaten.
Het bevreemdt den voorzitter dat de
heer W. v. d. Wiel het „Echo"-verslag
becritiseert, daar spr. de raadsversla-
gen van dit blad steeds prijst om hun
nauwkeurigheid. In de notulen zullen
thans die laatste regels aan dat briefje
van v. Deursen worden toegevoegd.
De Voorzitter zegt nogmaals dat in
de vorige vergadering het besluit ge
nomen is om in deze vergadering op
de kwestie woning v. Deursen nader
terug te komen. Daaraan valt niets
meer te veranderen, doch hij zal ieder
slechts éénmaal het woord hierover
geven.
A. v. d. Wiel. In de voorlaatste
vergadering is de woning van van
Deursen onbewoonbaar verklaard. Naar
aanleiding daarvan heeft de heer W.
v. d. Wiel aan mijn adres gezegd dat
niet de gezondheidscommissie die
woning heeft afgekeurd maardeVoor-
,Ondergeteekende verklaart dat de
heer A. v. d. Wiel wel een paarmaal
bij hem geweest is met leden van de
Gezondheidscommissie, maar geen
enkele maal om over een woning van
de woningbouwvereniging te spreken,
noch op te dringen".
Ik heb van Deursen nog gezegd
dat hij rechtvaardig de waarheid moest
zeggen. Ik zou alvorens nog verder te
gaan den heer Pijnenburg willen vragen
of alles de waarheid is.
(De heer Pijnenburg beaamt zulks).
Verder heeft W. v. d Wiel nog ge
zegd. dat ik er geweest ben met v. d.
Geld, Bovendien heeft hij nog gezegd,
dat v. Deursen eerst een huur van
f 2.80 is gevraagd en toen van f 2.60.
Dit laatste is juist. De heer v. d. Geld
verklaart echter, dat hij alleen met v.
Deursen onderhandeld heeft zonder A.
v. d Wiel. Eerst heeft hij een prijs van
f 2.80 genoemd maar op bezwaar van
v. Deursen is daar f 2.60 van gemaakt.
houdt de Voorzitter nog de volgende
rede
Aan het einde van deze vergadering
gekomen past het mij om als burge
meester dezer gemeente, waarvan de
bevolking voor een groot gedeelte bij
de schoen- en lederindustrie is betrok
ken,, een woord van oprechte hulde
te brengen aan hen, die door hun
noesten en onvermoeiden arbeid van
de internationale tentoonstelling voor
de schoen- en lederindustrie, die zoo
juist te Waalwijk is gesloten geworden,
een tentoonstelling hebben gemaakt,
die niet alleen de stoutste verwachtin
gen heeft overtroffen, maar die met
recht een vaktentoonstelling kan wor
den genoemd, die als model voor land
en buitenland mag dienen.
Deze tentoonstelling heeft ons o a.
weer eens duidelijk gemaakt, dat de
schoen- en lederindustrie eenerzijds
mannen herbergt, die als doortastende
industrieelen het Nederlandsche zaken
'•Liir 'i' i i
,,Een kleine vergissing
zitter der bouwvereeniging.
Nu moet toch iedereen weten dat
ik daar het recht niet toe heb en dat
de woning is afgekeurd door de ge
zondheidscommissie en den raad. Hij
had er prijs op moeten stellen dat de
man uit zoo'n slechte woning in een
veel betere woning kwam.
Ook heeft hij bij die gelegenheid
gezegd dat ik wel 4 maal bij van
Deursen geweest was.
Ik heb toen gezegd dat ik er niet
geweest was, maar hij hield vol dat
ik er wel geweest was. Ik heb nu van
Deursen eens bij mij laten komen in
het bijzijn van den heer Pijnenburg
en ik heb hem gezegd dat door W.
v. d. Wiel werd beweerd dat ik 4 maal
bij hem geweest zou zijn om hem een
woning van de bouwvereeniging op te
dringen. Toen heeft van Deursen ge
zegd dat ik er niet geweest was om
over een woning te spreken of om
er een op te dringen. Wel was ik er
3 maal geweest vanwege de gezond
heidscommissie om een onderzoek in
te stellen.
Geen enkele maal heb ik daarbij
van Deursen thuis getroffen. Bij die
bezoeken' waren mede voor de gezond
heidscommissie aanwezig de heeren
Prinsen en van Stokkum uit Vlijmen.
Het eerste bezoek heeft reeds op 28
Febr. 1924 dus ruim 18 maanden ge
leden plaats gehad, het tweede 5 Juli
1924, dus 13 maanden geleden en het
laatste bezoek is ook reeds meer dan
7 maanden geleden. U begrijpt dus
dat er geen sprake van geweest kan
zijn, dat ik over een woningverhuring
zou hebben gesproken. Ik heb van
Deursen gevraagd of hij een en ander
op papier zou willen bevestigen
waartegen hij niets geen bezwaar had.
Hij heeft toen de volgende verklaring
geteekend
Dit is een heel gewoon geval, al maakt
de heer W. v. d. Wiel er een ophef
van of het heel wat is. Wij vragen
altijd den middelprijs, maar indien zoo
iemand een hoogere verdienste heeft
dan waarvoor is aangegeven, dan be
taalt hij ook meer. Verdient hij minder
dan wordt ook de huur verlaagd, zoo
als een en ander door den minister is
voorgeschreven.
't 1& dus iete-heebgewoons en er is
daarom in dit geval geheel eerlijk ge
handeld naar omstandigheden. Boven
dien ben ik het niet geweest die onder
handeld heb, doch de heer v. d. Geld.
Ik zou thans aan den raad de vraag
willen stellen of hij nog vertrouwen
stelt in mij als voorzitter der bouw
vereeniging, daar ik anders deze functie
wenschte neer te leggen.
Wanneer men steeds belangeloos zijn
tijd er voor opoffert en men wordt dan
nog op een dergelijke manier becriti-
seerd dan kan men beter ontslag nemen.
Voorzitter. Ik geloof niet, dat er een
enkel raadslid zal zijn die wantrouwen
zal koesteren tegen den Voorzitter van
de bouwvereeniging.
De heer W. v. d. Wiel zegt blij te
zijn, dat de heer A. v. d. Wiel komt
verklaren er wel driemaal geweest te
zijn, in tegenstelling met zijn vroegere
bewering, dat hij er heelemaal niet
geweest was. Dat niet de heer A. v. d.
Wiel doch alleen de heer v. d. Geld de
woning der bouwvereeniging verhuurd
zou hebben is niet waar, want de heer
v. d. Geld heeft v. Deursen verzocht
om bij A. v. d. Wiel te komen.
De heer A. v. d. Wiel wil hierop van
antwoord dienen maar de Voorzitter
wenscht vast te houden aan het vooraf
bepaalde dat ieder slechts eenmaal het
woord zou mogen voeren en sluit dan
de discussies over deze kwestie.
Alvorens de vergadering te sluiten
leven in hooge mate sieren en ander
zijds duizenden met degelijke vakkennis
beslagen arbeiders en arbeidsters om
vat, die in dezen tak van industrie het
Nederlandsche fabrikaat mede zoo hoog
hebben verheven.
Dat juist in deze tijden, nu ook de
schoen- en lederindustrie aan de nog
bijna epidemisch heerschende industrier
malaise blijkt mank te gaan, er in
Waalwijk, het centrum van onze Lang
straat, waar de oude saamhoorigheid
nog zoo goed bestaat, een grootsche
poging tot verheffing der schoen- en
lederindustrie is gedaan, die in haar
kracht ons eerbied afdwingt, is een
overduidelijk teeken, dat er, ik mag
wel zeggen in het thans verlichte
Zuiden, een vitaliteit bestaat, die ons
de toekomst niet behoeft te doen
vreezen.
dichtbij staande auto wierp en ijlings
met haar wegreed.
Op het geschreeuw der kleine snelde
de chauffeur toe en zette met zijn auto
den ontvoerder achterna.
Toen hij den neger had ingehaald,
keerde deze zich om en loste een revol
verschot op hem, waardoor de chauf
feur zwaar gewond werd. Deze had
nog juist den tijd. zijn auto te doen
stoppen, waarna hij het bewustzijn
verloor.
De neger ontkwam met zijn slacht
offer.
De vader van het meisje heeft zich
bereid verklaard, elke verlangde som
te betalen aan degene, die hem zijn
kind levend terug bezorgt.
De heele politiemacht in den staat
New-Jersey is gemobiliseerd om het
meisje op te sporen.
Intusschen melden latere berichten,
dat men in de nabijheid van het park,
waar de ontvoering plaats greep, het
lijk van een neger gevonden heeft en
iets verder de auto, waarin de ontvoer
der moet gezeten hebben.
Men vermoedt, dat de neger een
medeplichtige gehad heeft en dat één
van beiden in een twist over het van
de ouders van het kind te eischen
losgeld, gedood is.
HeMijk van den neger zou dus of
dat van den ontvoerder, of dat van
zijn medeplichtige zijn.
Het kind blijft inmiddels onvindbaar.
De ontvoerder blijkt zich echter
vergist te hebben omtrent de identiteit
van zijn slachtoffer. Althans werd een
zekere mrs Bower, echtgenoote van een
New-Yorksch financier, per telefoon
gewaarschuwd, dat haar dochtertje
haar tegen een losprijs van 4000 dollar
zou worden teruggegeven.
Het lijk van het 6 jarig meisje, dat.
gelijk gemeld, te Montclair (New-Jersey)
ontvoerd werd, is thans gevonden in
de nabijheid der stad.
Het is intusschen gebleken, dat geen
neger de ontvoerder is, doch de 20—
jarige Harisoen Noel, de zoon van een
welgesteldjurist. Hij leidde de personen,
die naar het meisje zochten, zelfs
naar de plek, waar het lijk gevonden
werd en bekende, het ontvoerd en
doodgestoken te hebben.
Ook is vastgesteld, dat de vermoorde
neger de chauffeur Ramond Pierce is,
wiens auto gestolen werd om de ont
voering te kunnen volbrengen.
De moordenaar zegt in een vlaag
van verstandverbijstering gehandeld
te hebben. Zes maanden geleden was
hij uit een krankzinnigengesticht ont
snapt.
Het lijk van het meisje vertoonde
nagelwonden ter hoogte van één der
slapen.
Op staatsmijn Wilhelmina te Ter-
winselen is gisteren de 29-jarige ge
huwde hulpbouwer J. v. d. Rijt uit
Heerlen, in een opbraak van ongeveer
60 M. diepte gevallen. Hij was onmid-
delijk dood.
Door een wolkbreuk is Zaterdag
avond de omgeving van Wenache
overstroomd. Zeventien personen zijn
Oplossing Legpuzzle.
Vul in
1. een staat in Amerika,
een kaap.
een edelgesteente,
een koning der oudheid,
een boom.
een Turkscli sabel,
een provincie in Chili.
Het heeft mij en ik ben er van
overtuigd dat ik hier ook spreek namens
U allen ten zeerste verheugd dat
er onder de met goud bekroonde in
zendingen ook prijkt de naam van een
Drunen's schoenfabrikant, die daardoor
de eer van onze gemeente, van ouds
her reeds om zijn maatwerk bekend,
heeft hoog gehouden.
Moge, mijne heeren, deze schitterend
geslaagde tentoonstelling, evenals die
van 1903, een nieuw bloeitijdperk in
onze schoen- en lederindustrie inluiden,
zulks tot heil van werkgevers en werk
nemers en daardoor vanzelf ook tot
heil van onze gemeente. (Applaus.)
De Voorzitter sluit hierna de open
bare vergadering met den Chr. groet.
GEMENGD NIEUWS.
Te Montclair (New-Jerey) heeft
een neger een 6 jarig meisje, een
dochtertje van David Daly, president
eener belangrijke maatschappij te New-
York, ontvoerd.
Het kind speelde in een afgelegen
gedeelte van Edgenont Park, waar zij
in gezelschap van haar gouvernante
en een chauffeur vertoefde, toen de
de neger plotseling uit een boschje te
voorschijn sprong, het meisje in een
tengevolge daarvan omgekomen.
Twaalf lijken zijn reeds gevonden.
De schade wordt op een half mil-
lioen dollar geschat.
Uit Livorno wordt gemeld, dat
aan het strand van Marina di Pisa
een flesch is gevonden met een bood
schap, van 1 September gedateerd, en
luidende„Wij zijn gewond en komen
om van uitputting. Help spoedig. De
kano is vernield." De onderteekening
luidt Smith.
Men gelooft, dat deze de bekende
Canadees is, die reeds menigen over-
zeeschen tocht per kano heeft gemaakt
en ook thans een lange overzeesche
reis ondernomen had.
Door middel van inklimming en
braak is uit een perceel aan den
Haarlemmerdijk, te Amsterdam waarin
is gevestigd de gouden- en zilverzaak
van de firma Compaan, een partij gou
den kettingen en gouden ringen, met
juweelen ontvreemd, ter waarde van
f 12000. Van de daders is geen enkel
spoor te ontdekken zelfs valt niet
uit te maken hoe zij zijn binnengeko
men.
1