Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen jonge vrouw. i I SWMLWUKJ FEULLETON 75^ EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. 100) NUMMER 89 ZATERDAG 7 NOVEMBER 1925 48e JAARGANG. cho van het Zuid en, Waulwijksclie en Liifstriitsrke Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.26. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. v franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. S8. Telejrr.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. GEERTRUIDENBERG. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Vrijdag 30 October des middags ten 2 uur. Voorzitter Ed.achtb. beer J. Bianchi. Ongeveer kwart over twee uur opent de Voorzitter de vergadering; afwezig de lieer Segeren. Nadat de notulen zijn voorgelezen zegt de lieer Jansen, dat bij, doordat hij even te laat is gekomen, de notulen niet geheel heeft hooren voorlezen, maar vol gens de verslagen in de bladen heeft hij gezien dat in een vorige vergadering, die hij wegens drukke werkzaamheden niet heeft kunnen bijwonen, besloten is om aan den heer Tak grond in erfpacht te geven en dat die grond eerst door de gemeente in orde zal worden ge maakt. Voorzitter. Wil u daarmede bij de rondvraag komen. Nu gaat het er alleen maar over of u de notulen der vorige vergadering kunt goedkeuren. Jansen. Ik acht me verplicht om daar nu mee te komen omdat al een paar maal op de agenda geen rondvraag meer staat vermeld, terwijl zulks vroe ger wel liet geval is geweest. Wij zul len ons verplicht zien, om als wij nu met iets naar voren willen komen, een extra-vergadering hijeen te roepen, dan is de gemeente wel weer zooveel presentiegeld kwijt, maar daar kun nen wij niets aan doen, dat is onze selmld dan niet, want we moeten toch voor de belangen van de gemeente uit komen. Het is wel treurig dat, als wij voor de belangen van de gemeente willen uitkomen, dit 7 X 1.50 moet kosten, maar als ons daarvoor geen gelegenheid meer wordt gegeven, moe ten wij deze gelegenheid wel te haat nemen. Ik zou liet wel liever anders zien, maar als u straks na afloop van de vergadering zogt: daar geef ik u geen antwoord op, dan kan ik mij op niets beroepen. Voorzitter. De onaangename wijze... van „DB BOHO VAN HET ZUIDEN". DERDE DEEL. 't Is voor u niet (lat ik bet zeg, Mea. voegde zij er aanstonds bijgij zyt een goed meisje, gjj laat my niet aan alles gebrek lij den, gelijk die leelyke Sophie Mosser, die harteloos en wreed is. De twee verliefden zwegen. Maar ziet ge. Nick Frolop, ik sta er op, u te doen opmerken, beste jongen, dat men nooit liar vochtig zijn moet jegens de klei nen. want den een of anderen dag keeren zij zich tegen u en doen het u duur bekoopen. Gij hebt den vorigen avond achter mij geloopen, Nick. en mijne stroppen weggeno men. Dat is te veel Ijver willen betoonen, beste jongen, want wie kon er door lijden dat de oude Marina Altanoff van tijd tot tyd een haasje stroopt? Wel, moeder Marina, ik moet gehoor zamen aan de bevelen die mij opgelegd wor den. Marina sloeg met geweld baren stok op den keiaclitigen grond. x Wat ge toch zegt, beste jongen, riep zy. Ha, dat de heilige Nikolaas, uw patroon, u nooit die leugen in rekening breuge. Wel toch is het dan ook ingevolge ontvangen bevelen dat ge daar op die ladder geklommen zijt" om met Mea te praten. Nick Frolop wist niet wat te antwoorden. Mea vroeg zich af wat zy doen moest, zich in den twist mengen ten gunste van liaren vriend, of zich terugtrekken en Nick zelf de zorg overlaten de oude vrouw te woord te staan. Prfls der Advertonti6n 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regeL By contract flink rabat Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 0 *ur in ons bezit ■Dn. Jansen. Pardon, Voorzitter. Laat me dan zeggen de ongepaste wijze Jansen. U hebt al een paar maal de Rondvraag van de agenda gelaten en als ik daar op wijs, moet u niet trach ten mij belachelijk te maken. Ik ben lid van den raad omdat dit de wil des volks is geweest en dan wensch ik niet belachelijk te worden gemaakt als ik voor de belangen van de gemeente wensch op te komen. Voorzitter. Dan moet ik constatee- ren dat de lieer Jansen, die door de wil des Volks hier zit, niet erg parle mentair is tegenover zijn burgemees ter, die door de Koningin voor dit ambt is geroepen. Jansen. Ik wensch hier niet als een kwaje jongen te zitten. Voorzitter. Ik begrijp u niet, u hebt absoluut geen aanleiding om dusda nig op te treden. Ik heb u toch ge vraagd om met uw bezwaar na afloop van de vergadering te willen komen. Dat sluit toch zeker op zichzelf al in dat ik u wel gelegenheid zal geven om te wijzen op zaken die u naar voren wenscht te brengen. Zonder eenig be wijs of wat ook, tracht u mij iets in de schoenen te schuiven, waarvoor ab soluut niet de minste aanleiding be staat. Al staat op de agenda niet vermeld Rondvraag, dan heeft toch ieder lid Tabieéfen, tegen keelpijn nog liet recht vragen te stellen. Jansen. Als de Voorzitter het dan wil hebben, staat het er op, dan moet hij antwoorden. Voorzitter. Neen, als de leden na afloop vragen stellen, moet ik die be antwoorden als me dat althans moge lijk is, anders kom ik daarmede in een volgende vergadering. Ik heb nog nooit iemand liet. reclit daartoe ont nomen en daarom begrijp ik niet goed hoe u dit alles 'zoo kunt zeggen. Een reden hebt u daarvoor allerminst. Het is heel onaangenaam zoo iets te moe ten hooren, vooral als dit wordt aan gedikt met: dan maar weer zooveel De oude vrouw, niet haar rimpeling en grijzend gelaat, hef nam Wel, zie, jeugdige verliefden, ik zal u een goeden raad gevenop eene voorwaarde, nochtans, 't Is dat ge mijne stroppen voort aan niet meer zult aanraken. Nick, nog altijd op de hoogste sport van de ladder staande, was verlegen. Haast u, bodze jongen. Antwoord mij op het oogenblik zelf. Ja, 't is goed, moeder Altanoff, ik be loof het u. Wel, haast u van die hoogte af te da len, en gy, liefste Mea, trek u nu terug in uwe kamer. Verberg goed uwe ladder Nick, want 'daar komt de meester aan met uw ouden booswicht van een vader, Mea. Nick Frolop liet zich dat geen tweemaal zeggen. Met een sprong bevond hij zich in bet hoog opgeschoten riet, waarin indeixlaaij zyne ladder verborg. Wat liem zelf betrof, bij bereikte al spoe dig den overkant van den vijver, dicht by de oude vrouw. Met den boosaardigen grijnslach, ,die be stendig op hare bloedlooze lippen lag, zeide deze nog: Zy komen, zy zyn daar. Spoed u. Maar haast u toch. En laat voortaan myn strop pen met rust, ziet ge. Ze had de- waarheid gesproken, de oude heks. Graaf Wladimir Paloutiue deed, in ge zelschap van Rurick Hertzen, na het eten de ronde van Ny-Slott, van zyne vyvers en zyne kanalen. Hy was zeer veranderd, Wladimir Palou- tine. Hy was ten minste tien jaar verouderd sinds zyn verblyf te Parys. Rurick volgde hem met zwareu stap. Wladiiüir Paloutine scheen in slechte luim te verkeeren, hoewel liy pas van tafel kwam en zyn eetmaal ruim met de keurigste wynen begoten had. Met een hardvochtigen, boosaardigen blik nam hy de sombere muren van het oude kasteel in oogenseliouw, terwyl hy tusschen zyn scherpe tanden onverstaanbare bedrei gingen mompelde. Rurick scheen zich in het geheel niet te bekommeren over de kwade luim van zyn heer en meester. presentiegeld gaan uitgeven. Zooiets moet er bij het publiek zeker inslaan. Jansen. Ik veronderstelde dat ons alle gelegenheid om vragen te stellen zou worden ontnomen. oorzitter. Als u nu alles op veron derstellingen laat berusten. Jansen. Een lid van den raad kan net zoo goed met een voorstel komen als Burg. en Weth. Voorzitter. Ik zal me sterk uitdruk ken. Nog nooit heb ik'ine aan machts misbruik overgegeven, maar steeds eeu- ieder liet vrije woord gelaten. Jansen. Ik heb toch niemand helee- cl igd. Voorziter. Neen, maar zonder direct te heleedigen, kan inen toch onaange- naam zijn. Zoo'n heftige inleiding is alles behalve prettig. Jansen. Het is geen heftige inleiding. Ik zou niet graag u willen heleedigen of onaangenaam zijn, daarvoor hebt u wat mij betreft geloof ik, geen klagen. Ik zou het ook niet graag doen ook. Hierna worden de notulen onveran derd goedgekeurd en vastgesteld. AAN DE ORDE 1. Ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede dat de riet verpachting heeft plaats gehad en deze 467.50 heeft opgebracht, tegenover 'f^UT3CHAPPY VAN VERZEKERING OP MET LEVEN nnWlM3Mi«l 6-43, Hy. noch Wladimir hadden de tegenwoordig heid der oude Marina bemerkt, alhoewel zy zich dicht by lien bevond. Deze had zich aan den oever van den vy- ver neergehurkt en hare kleine gedaante was geheel en al verborgen in het hooge en dichte riet. Aldus verscholen midden in het groen, bleef zy niet alleen onzichtbaar, maar niets van hetgeen er tusschen den meester van Ny-Slott en zyn rentmeester gezegd werd, kon haar ontsnappen. In hare kleine, zwarte, ronde oogen zou men een helsche uidrukking kunnen lezen, teneinde hare aanwezigheid niet te verra den. Graaf Paloutine sloeg met een lichten wan delstok dien liy in de hand hield op den oever van den vyver. Dat is waariyk al te sterk, gromde liy, eindeiyk 'het middel gevonden hebbende om zyne woede te laten losbarstenben ik hier de meëster niet meer, en zal ik er nooit in gelukken my te doen gehoorzamen? Rurick hoog het hoofd en zweeg, vastbe sloten het onweer te laten voorbygaan. Wel, hernam de graaf met klimmende woede, zult gy my antwoorden, Rurick Hert zen, of moet ik de sterkte van myn stok op uw rug beproeven om u te dwingen ten my- nen opzichte dienstvaardig te zyn. Deze bedreiging scheen den rentmeester niet meer te ontstellen dan de woedende woorden. Men raakt Rurick niet aan, Hoogheid, merkte hy op. Ik zal nooit iemand aanra den, wie het ook zy, my stokslagen toe te dienen, want, waariyk, dat is niet aan te pryzen. Het bloed steeg Wladimir naar het hoofd, en de wandelstok brandde hem, als 't ware, in de zenuwachtige hand. Leelyke hond, riep hy met heesche stem, ik zou u moeten Neen, neen, gy moet niets, mynheer de graaf, volstrekt niets; wedervoer Rurick, zyn dik hoofd schuddend. Houd uw stok stil en blijf bedaard... 't Is een goede raad dien ik u geef. Wladimir Paloutine wilde het daar niet bij latenhy naderde den rentmeester, met opgeheven stok, maar Rurick met eene vlug heid waartoe men hem niet in staat zou ge- 193 hij de laatste verpachting. 2. Aanvraag grondaankoop door A. J. Bax. De Voorzitter deelt mede dat de heer Bax heeft gevraagd om een perceel grond, groot 150 M2, te kunnen koo- pen om daarop een garage en woonhuis te bouwen. De bedoeling is de woning te bouwen op dat perceel, gelegen te genover Heikant, dat aansluiting geeft op de huizen van het woningbedrijf. Met Bax heeft hij gesproken en deze er op gewezen dat dan een kleine spie blijft liggen Waar de gemeente niets mee kan doen en hij daarom den raad zal voorstellen dat hij ook die spie er bij moet koopcn. Bax kan dat stukje wel benutten maar de gemeente niet. Inplaats van 150 M2. zou hij dan 195 M2. moeten koopen. Burg. en Weth. stellen voor de prijs op 2.50 per M2. te bepalen, waartoe met algemeene stemmen wordt beslo ten. 3. Voorstel van Burg. en Weth. om het salaris van den gemeente-opzichter, thans bedragend 750.plus 5 pCt. van nieuw (extra) werk, met ingang van 1 Januari te brengen op 1000. zonder de 5 pCt. De Voorzitter zegt het goed te vin den dit punt voor de behandeling van de begrooting te bespreken. Vooraf wil hij verklaren dat hij de bestaande regeling vanaf het begin dat hij hier is gekomen, een heel verkeerde heeft gevonden. Op den voorgrond wil hij ook nog zeggen dat het nooit, zoo lang hij dat heeft kunnen nagaan, dit is voorgekomen, maar met deze rege ling stelt men toch een premie om veel en duur werk te krijgen en dat is fout, dat is verkeerd. Het is dus niet omdat er bij Burg. en Weth. klachten zijn gekomen, dat met dit voorstel wordt gekomen, maar meer uit practische overweging. Bovendien heeft de opzichter, doordat die 12 wo ningen op het stationsplein aan de ge meente zijn gekomen, meer werk ge kregen. Vroeger moest hij die wonin gen nagaan voor die maatschappij en kreeg daar 5.per week voor. Wij willen daarmee niet te kennen geven, dat we hem daarvoor nu ook 5. per week moeten geven, maar een feit is het dat hij er meer werk door heeft. Bij de Maatschappij moest hij het geld ophalen en had daar dus Me verant woording voor en dat is voor hem ko men te vervallen. Burg. en Weth. willen hem een. vast salaris geven van 1000.— per jaar zonder meer. Dikwijls is het heel moei lijk om te bepalen wat nu nieuw werk is. Niet dat men daar tot nu toe last van heeft gehad, maar de mogelijkheid daartoe bestaat toch. B.v. met het op breken van een straat. De een kan zeggen dat is een nieuwe straat maken en een ander kan weer zeggen dat is herstraten en zoo zijn er meer van die ROOKTABAK R00DE-5TER TntODOwUi NIEMCIJER ooorinKrfn acht hebben, sprong op den graaf toe, ont rukte l)ein den stok uit de handen en, hem op den knie doorgebroken hebbend, wierp by de stukken in den vyver. En terwyi er onder zype zware oogschelen eene vlam van dreigende woede verscheen, zeide hij met zyne grove stem tot zyn mees ter Graaf Paloutine, wanneer er tusschen twee mannen zooveel bloed is, als er tus schen ons bestaat, dan bedreigt de eene den andere niet. Wladimir zweeg. De eene woesteling had den andere ge temd. De graaf erkende zich overwonnen. De oude Marina had geen woord of geen gebaar van dat kort tooneel verloren. Zy had zich niet verroerd, maar zy her haalde in zichzelve, met een bitteren spot lach op de lippen Graaf Paloutine... En zy dacht:, Wat is hy liateiyk en hoezeer haat ik hem. Rurick hernam na eene poos, na zyn meester den tyd gelaten te hebben om zich te herstellen. Wel, Hoogheid, gelief my nu te zeggen wat gy verlangt. Zeer bleek, met gesloten tanden, gelukte Wladimir er in zicli geweld aan te doen en te antwoorden, een venster van het kasteel aanwyzend, waar pas te voren het tooneeltje gebeurde dat onze lezers kennen Dat vensterraam. Daar, dat venster raam, waarom zyn er geen yzeren traliën voor, gelyk voor al de anderen? Heb ik ge sproken? Heb ik bevelen gegeven? Wat be- teekent dat? De rentmeester zocht eene reden, een uit vlucht. 't Is waar, zeide hygeheel Ny-Slott is thans met yzeren traliën omsloten. Ik zelf zou niet in staat zyn er een enkelen yzeren staaf van los te krygen. Maar, ik heb ge dacht... Wat? welk is de dwaasheid die gy ge dacht hebt Rurick Hertzen? Hoogheid, sprak hy. Dat is myn kamer. Het venster dat gy hier tegenover ons ziet, is dat van Mea. Rurick Hertzen had den naam zyner doch ter luider dan de andere woorden uitgespro ken. zaken die aanleiding kunnen geven tot een onzuiveren toestand. Bovendien moet er aan worden ge dacht dat voor nieuw werk al heel spoedig 250.per jaar moet worden uitbetaald. Zoo staat er nu op de be grooting een post voor aanleg riolee- ring, verbetering van straten, waarvoor hij alleen al 200.zal hebben. Een verhooging van salaris zal het voor den gemeente-opzichter niet zijn, in de eerstvolgende jaren, nu er nogal wal te doen is, zal dat zelfs een verla ging van salaris beteekenen. Met den opzichter heb ik over een en ander gesproken, omdat het hem aangaat en alhoewel hij ook inziet dat hij jaren zal hebben dat hij door deze regeling minder salaris zal krijgen kan hij er zich wel hij neerleggen, omdat hij er met zijn pensioen beter van wordt. Dan toch krijgt hij pensioen voor een Het venster stond open en Men, dié zich by de komst van Paloutine en haar vader haastig teruggetroken had, was er dicht l>y gebleven om te luisteren. Huar naam hoorende, vertoonde zy zich aanstonds voor de opening van het venster. Hier ben ik, vader, zeide zy. Een bijna too verachtige verandering deed zicli sehielyk voor op het woeste aangezicht van Rurick. Het zien zyner dochter, die hy meer dan liet leven beminde, was voldoende geweest om hem dit te doen ondergaan. Zy was verrukkelyk schoon, frisch en rein, goed en edelhartig. Wladimir Paloutine had ook, het won derschoon meisje bemerkt en zyne oogen keken haar strak en onderzoekend aan. Ik heb u niet geroepen, Mea, sprak Ru rick, terwyi hy haar met beide handen een kus zond. Keer terug in uw kamer er is geen kwestie van u. Zy is schoon, sprak de graaf tot zich- zeiven sprekend. Ja, zy is schoon, herhaalde Rurick. Nog schooner dan hare heilige moeder het ooit geweest is, en gy weet hoe schoon zy was, nochtans. Ha, Hoogheid, zy is myn schat, myn alles. Goed, goed. Ik weet dat gy haar bemint. Haar beminnen, dat is niet genoeg ge zegd. Zy is geheel myn leven. Ik vind geen woord om het uit te drukken wat ik voor haar gevoel. Neen, Hoogheid, waariyk, ik weet niet hoe dat te noemen. Een boosaardige glimlach plooide de lip pen van den graaf. Gy zult haar nochtans den een of an deren dag ten huweiyk geven, bemerkte hy. Helaas, ja, zuchtte hy. En ik beu er wanhopig om. En, nochtans, ja, ik zal haar ten huweiyk moeten geven, en weldra zelfs. En dit gezegd hebbend, zweeg Rurick, als of hy verlegen was er meer van te zeggen. Maar, dat woord „weldra" had de nieuws gierigheid van graaf Paloutine opgewekt en hy kon niet beletten aan te dringen. Gy weet er meer over, dan gy my zeg gen wilt, Rurick Hertzen. Waarom wilt gy dat voor uw meester verborgen houden? Gy gaat uwe dochter weldra uithuweiyken, niet waar? Welaan, spreek. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 1