DE ECHO lil HET ZUIOEK ifiCusi gmeesi i In den hoenderhof. No. 7. Zaterdag 23 Jan. '26. 49e Jrg TWEEDE BLAD. KUNST EN LETTEREN. De causerie a.s. Vrijdag van FELIX TIMMERMANS over zijn reis naar Rome. De lamingen, beweert de fijnzinnige kritikus Bernard Verhoeven, (die 19 Febr. a.s. onze serie voordrachten zal sluiten) hebben iets in zich, wat wij gewoonlijk missen; de gave om de stof felijke natuur te zien als een bloeiende openbaring van God, een wereld van kleur en vormen en in het wezen van God verzonken". Zeer zeker is dit te zeggen van Felix Timmermans, die aan liet hoofd dier keurgroep staat. Hij is hun aller heer en meester, de prins der Vlaamsche lit teratuur. Zijn beschrijvingen zijn al tijd weer anders en blijven alle even heerlijk. Hoezeer de voordrachten van dezen grooten Vlaamschen woordkunstenaar in aller smaak vallen, blijkt voldoende hieruit, dat nu reeds voor de vierde maal hier, (en wij twijfelen er niet aan of 't zal als de vorige malen, weder voor een volle zaal zijn) door hem een cau serie zal gegeven worden. Timmermans is iemand die kan ver tellen, boeiend, vertrouwelijk, open hartig, gemeenzaam, als geen tweede. In zijn voordracht van a.s. Vrijdag zal hij niet uitweiden over zijn „Zon- neboek", „Pallieter", met zijn Breug- heliaansche feesten, (de levende type der Ylaamsóhe genieters) waarin hij de ziel der Vlaamsche natuur uitbeeldt. Ook zal hij nu niet schilderen zijn my stiek zacht „Kindeken Jezus" Nu zal de dichter voor ons spreken over zijn reis „Naar waar de appelsienen groei en", zooals hij deze reisbeschrijving noemt en die in d« Maasbode in den vorm van brieven is verschenen. Hoeveel schoons is er weder in dit laatste werk van hem te bewonderen en te genieten. Kunstenaar als hij is, zal hij ons met verrukkelijke verhaalkunst, met soms roerende naieviteit, het war me, zonnige Italië voor oogen toovereu, met zijn blauwe hemel, zijn stadsleven, zijn Umbrië, die oeroude grijze berg wereld. Neen, liet is geen soort van reisbe schrijving, die men zoo gemakkelijk met droog, of dor betitelt. Want luister hoe Timmermans zijn aandoening lucht, wanneer hij vertelt van zijn bezoek aan het oude klooster „I)e Carcerie", op den berg Subasio in de omgeving van Assisi. „Pronti trekt aan de bel, en het is als een luide kinderlach die schalt in de eenzaamheid. Een gladgeschoren, mollige Franciscanerpater komt lach end op doen. Het is de prior, met wien Don Pron ti goed bevriend is, ze drukken elkaar de hand en achter den prior komt een andere pater zien, met lange zwarte Chineesharen, die stekelen boven een plezierig, spits vogelengezicht. Een ech te Brenghel! Die twee mannen, die prior en die pa ter, verblijven hier in de hooge een zaamheid slechts onder hun getweetjes in dit oude kloosterken. Ach, wat is het hier vredig! Een klein hobbelig koertje met te midden een wa terput, daarachter het zeer kleine kerksken en de kloostervleugel,, en al tijd die overlioope pannekens op het dak, daarboven klimt de massa van den Subasio den hemel in, en langs hier wordt het koertje afgesloten met een nijlpaard-dikken muur, die tot op borsthoogte komt, en vanwaar men in het lagergelegen boschken ziet en over wiens kruinen ginder het oneindig dal openblauwt Het kloosterken en het bosch zitten tusschen de plooi van den berg, en het is in dit bosch, daar dezen boom, mijn handen geraken hem haast, dat Sint Franciscus tegen de vogeltjes preekte. En hoor ze nu fluiten en zingen; wel duizend bij elkaar, alsof ze het van ge slacht tot geslacht hebben voortgeleerd het arme ventje van Assisi te blijven loven. Don Pronti kan Mis-lezen en de pa ter luidt het kleine klokske: 't Is als een schaapken dat op de bergen loopt, en niemand zal de zilveren klankjes hooren in deze eenzaamheid, want we zitten zoo hoog boven de menschen We gaan het kerksken binnen: 'tls mooi, twee voorschoten groot, en het ronde gewelf is zwart berookt als een hesp. Op het nederig altaar blinken edel- steenen in een zwart-zilveren kruis. In een zij-kapel, of beter gezegd een nis, waar juist plaats is voor twee men schen, voor een ander altaar,, voor het O.L.Vrouwenbeeld, waar Sint Francis cus steeds voor bad, droeg Don Pronti het H. Misoffer op, bijgestaan door den spitsep pater, die ook de kaarsen heeft aangestoken. Wij bidden. Toch is het zoo een groot voorrecht, alleen voor Ingezonden Mededeelingen. iihnlmhanckn ïümt&wvd&n scfinate huid ons gevieren de Mis te weten doen, door een nieuwen zoeten vriend, op deze hei lige hoogte, in dit peiselijke klooster- ken, hangend boven het zingende bosch ken. Het is roerend aan de ziele, en het geheel is als een honing op de lip pen. De heer Pronti in zijn gouden kasui vel en witten kanten rok, doet de Mis met zulke ingetogenheid en vol van grooten eerbied. En we bidden voor die in Lier zijn, voor de kinderkens, waar, spijtig al de schoonheid soms zoo fel het hart naar verlangt, voor de vrienden en de dooden, die ons dier baar zijn. En het gebed raakt er uit als de geur uit de bloem. De deur staat open, laat de morgeuzonne binnen, als mede een guirlande van lentegeuren en de weelde van het sehoone vogelen gezang, en plots, ongezien van achter den muur, begint de prior een nederig orgeltje te bespelen en teedere, zoete klanken zwellen en wiegen tot een lo vende huldezang. Ach, het pakt zoo op het gemoed, de handen gaan open als onder de druppels eener fonteine, de oogen sluiten zich en er kropt iets in de keel. Wat een genade omhemelt ons! O, die hoogte, die vredige eenzaamheid, die edele' armoede, die drie vrome ne derige zielen, dit gezang van orgel en vogelen, dat allemaal als een kader het Goddelijke mysterie omringt! En in die gieterende weelde, die horen van over vloed van geloof, gaan wij te Commu nie, terwijl het orgeltje hemelsch door- neuriet. En het is om met Gezelle te zeggen: „Gij kunt het nat niet dat leekt nu langs mijn kaken, gij kunt het honing maken". Zoo weet de dichter ons telkens te ontroeren en hoe getuigt het van de wondere begaafdheid van den kunste naar in Timmermans, dat hij ons van die gezegende oogenblikken meevoelen en in eigen weelde deelen laat! Er is nog zooveel schoons in deze be schrijving dat men werkelijk zou willen blijven aanhalen, want weder is dit een kunstwerk van ongemeene be teeken is en sluit zich aan bij den kleu- rigen stoet zijner heerlijke boeken. Tim mermans dacht Italië te moefan zien voor zijn werk „Sint Franciscus", dat hij al jaren in zich draagt en waarvan hij zich worstelt «zijn standaardwerk te maken. Maar nu van zijn reis teruggekomen zegt hij „Ik ben hiervoor naar Italië geweest, maar kwam precies thuis met indruk ken die ik niet noodig had. „Ik zoek naar iets, wat in het land schap het gemoed verheugt: „wind molens", maar die zijn er niet; ik heb er in heel Italië nog geen gezien en dat spijt mij danig. Doch ik voel het wel, als ik van Sint Franciscus ga vertellen, zal ik mij niet kunnen tegenhouden toch windmolens in het landschap krui zen te laten slaan." Zal hij dan Sint Franciscus willen zien, zooals hij zijn „Kindeken Jezus in Vlaanderen" zag, of gelijk de Vlaam sche primitieven de bijbelsche verha len en legende der heiligen, die zij zich niet anders konden indenken dan in de eostuums en de omgeving die op de hunne leek, omdat zij nu eenmaal geen andere omgeving kenden of wilden uit beelden, zich van een vroegere of alleen maar andere omgeving of kleeding geen voorstelling konden of wilden maken? Reikhalzend wordt er naar dit werk van dezen fijnvoelenden, bescheiden artist uitgezien, daar wellicht nie mand beter dan hij in staat is, de groo- te goedheid, de verheven schoonheid van den simpelen heilige, die de hoo rnen zoende, de hongerige vogels spijs de en de natuur zijn zuster noemde,, aan te voelen. In de causerie van Vrijdagavond zal Timmermans ook zeker over het in wording zijnde boek van dezen zonni- gen, blijden heilige van Assisi vertellen. Door zijn schoon Vlaamsch, dat zoo sappig, frisch en bekoorlijk is, zoo rijk aan kleur en klank, vol muziek en leven, zullen wij nogmaals de betoove- ring ondergaan, de betoovering door de weelderige rijke uitbeelding van dezen grooten dichter, de sympathiekste fi guur der Vlaamsche letterkunde. J. V. GROOTE MUZIEKFEESTEN. Ter gelegenheid van het 40-jarig be staan, geeft de Nieuwe Koninkl. Har monie „Vlijt en Volharding" te Roo sendaal, op 4 en 5 Juli a.s. een groot internationaal festival en op 4, 12 en 18 Juli a.s. een groot nationaal concours met internationale Eere-wedstrijd Hol- land-België, eene buitengewone attrac tie. Behalve de nationale afdeelingen 1, 2, 3 en 4 en afdeeling van Uitmun tendheid, is er eene nationale èn inter nationale hoogste Eere-afdeeling. De le prijswinner der hoogste Eere-afdee ling nationaal, kampt tegen den eer sten prijswinnaar der Belgische hoog ste Eere-afdeeling, dat is de z.g. Hol- land-België eere-wedstrijd. Zoowel voor concours als festival worden belangrijk hooge prijzen gege ven. Vereenigingen, die geen kennisge ving of inschrijvingsbiljetten ontvin gen, kunnen zich wenden tot het alge meen secretariaat: P. W. J. Verkou teren, Molenstraat 110a, Roosendaal. NABETRACHTINGEN OP DE TENTOONSTELLING. De show der Hoenderclub Kaatsheu vel is voorbij en is geslaagd. Er moge dan ook geen financieel voordeel be haald zijn, toch is ze geslaagd. Som migen zal dit mogelijk een raadsel zijn, hoe met een financieel tekort, toch van een slagen, zelfs van een reusachtig slagen mag gesproken worden, ook daar waar geen gem.-garantie aanwezig is om met onbezorgd gebaar uit te putten. In plaats echter van zoo'n ge ruststellend garantiefonds houwt de hoenderclub op het succes dat haar Kon. Goedgek. Verloting ten bate van haar eerste nationale haar bezorgen kan. Als zij hierbij rekenen kan op den steun van ajle belangstellenden in de pluimveeteelt,'behoeft ze zich geen zor gen te maken over de toekomst. Eén lotje van 50 ct. en men krijgt kans naar een prachtige broedmachine en groot hoenderhok, een flink broedhok met 2 meter lange ren, prima solide voeder troggen, ontsmettingsspuiten enz. enz. alle artikelen momenteel voor geen en kelen kippenhouder te missen. Pluim veeliefhebbers is ook die kans iets waard, naast den steun, die zij weten hierdoor te verleenen aan een werk, dat voor de pluimveehouders van on tegenzeggelijk groot nut is. Dat dit nut niet denkbeeldig is, mochten we persoonlijk uit den mond van velen vernemen. De belangstelling die reeds aardig gewekt is voor de pluimveeteelt, gaat door zoo'n tentoon stelling, groeien en vindt ook daar aan- trekkingspunten waar van te voren niet de minste interesse voor onze ge vederde huisvrienden bestond. De groote verscheidenheid der ras sen in hunne diverse kleurslagen, de uiterste zorg besteed om iederen vogel in zijn mooiste pakje, gewasschen, ge poetst en gesoigneerd ten toon te stel len, de diverse hokken voor groote hoenders en kuikens, het eet- en drink- gerief, de leg- en controle-nesten an alle andere artikelen met de pluim veehouding in verband, ze hebben de belangstelling gewekt van ve len en onwillekeurig de gedachte doen opkomen, dat waar zoo- velen, met zooveel ernst zich voor de pluimveeteelt interesseeren, minstens dëze belangstelling niet misplaatst of ongegrond is. Die belangstelling een maal gewekt is maar een stap meer noodig om dezulken, in te lijven in het groote leger van pluimveehouders, dat dag aan dag groeit tot een groot in dividueel en nationaal belang. Het is hier thans de plaats niet om met cijfers dit beweren te staven, doch een ver klaring als Minister Bongaerts laatst leden zomer in Venray aflegde, dat de uitvoer van pluimvee en pluimveepro ducten het laatste jaar verre de andere zuivel-artikelen overtrof, spreekt voor dat nationaal belang boekdeelen. En waar met gewone productiedieren te houden heel gemakkelijk 3 a 4 gld. per jaar per kip verdiend kan worden, kunnen we toch zeker wel van een in- duvidueel belang spreken. De belang stelling in de pluimveehouderij op te wekken en te verhoogen is mede het doel geweest, dat de Hoenderclub Kaatsheuvel nastreefde met het hou den van haar eerste nationale pluim veetentoonstelling. Mocht zij hierin ook slechts tendeele geslaagd zijn, dan nog mag zij spreken van een succes, moge het haar dan ook eenige offers en moeite gekost hebben. WENKEN VOOR DEZE WEEK. I. Verschaf uwe dieren, die gedu rende dezen winter langer dan gewoon lijk opgesloten zitten, de noodige be weging door het voer onder te harken, het groenvoer op te hangen. II. Vooral thans komen 'vele geval len van snot, diphtheric en verkoud heid voor. Ontsmet het drinkwater met kalium Permagnaat en de ver spreiding der ziekte ondervindt reeds heel veel moeilijkheden. III. Broedt niet te vroeg. We hoor den dezer dagen reeds een paar geval len van uitkomen van kuikens enz. 't Is veel te vroeg, zelfs voor de zwaar ste rassen. Men heeft aan die winter- kuikens doorgaaris niets dan heel veel omzien en zorg en vroeg ruiende hen nen. Wie nog profiteeren wil van de opruiming der liquidatie-pluim veeartikelen van de firma TEN HOEDT Co., op de Tentoon stelling te Kaatsheuvel aanwezig kan nog koopjes doen bij den heer J. Tuerlings, Voorzitter der Hoenderclub Kaatsheuvel. Legnesten, Eierpikkersnesten, valnesten, broed- en kuikenhok- ken met ren, voederbakken en gritbakken van hout en gegal vaniseerd, keukenfonteintjes, celluloid en alluminium ringen etc. Alles voor de helft van de waarde. J. TUERLINGS, KAATSHEUVEL. LAND- EN TUINBOUW. Lezingen Drunen. Door den R K. Boerenbond hiertoe uitgenoodigd, hield de heer Spienngs 'eearls te Waalwijk, Vrijdagavond in de zaal van het Meisjcs-paironaai te Jrunen eene lezing over De oorzaken van de onvruchibaarheid, welke bij den veestapel kunnen voorkomen". Spreker had van de ontzettend vele onderwerpen dit gekozen Hij begon met te betoogen dat nevens de tuber culose ook de onvruchtbaaiheid van net vee een groote strop is voor den veehouder. Daarna volgde een be schrijving van het norinale verloop, de abnormale gevallen, vrotggeboorte en verwerping van het kalt, de oor zaken dezer, alsmede de sporadische en besmettelijke verwerping en de verschijnselen die dezen voorafgaan en waardoor het kalf meestal dood geboren wordt, de nadeelige gevolgen voor de koe. Volgden de oorzaken der sporadische verwerping, o.m ader lating, schimmel in 'tvoer. te koud drinken schrik, angst, verwantschaps teelt enz. Daarna behandelde hij nog 'l ver werpen door besmetting, wat dikwijls jarenlang gevolgen heeft Spreker releveerde nog de ontdek king der besmetiingsbacil in hel jaar 1870 en dat verschillende soorten oacillen hunne funeste uitwerkingen daarstellen. Daarna behandelde spreker de tegen- middelen. Verder werden nog bespro ken aparte ziekten, welke de onvrucht baarheid kunnen veroorzaken. Met een instructie bij de geboorte van het veulen werd gesloten en wero den toehoorders gelegenheid geboden vragen te stellen waarvan door eer. viertal leden gebruik werd gemaakt en die door spreker werden beantwoord De heer Van Halderen, die ook hei openingswoord had gesproken, dankit den heer Spicrings voor zijne leerzame rede, waarmede ook het auditorium blijkbaar had ingestemd. Hierna nam de WelEerw. heer Goossen, kapelaan, het woord en brak een lans voor Pater Van Elzen z.g. Hij memoreerde wat de overleden gedaan had in't belang van den boter- handel en om de knoeierijen hierin icgt n te gaan, met gevolg het „Rijksmerk". Hij heeft Noord-Brabant mensch gemaaki en verdient een standbeeld als der boerenapostel. Wenschtlijk ware dat monument te verwezenlijken in dei vorm van vergrooting van de abdij kerk te Heeswijk. Tweedens besprak Z.We Eerw. d» watersnood-ellende en noodigde zijn» toehoorders uit nu eens een echt- boerenhulp te verstrekken, n.l. in natura: als bieten, hooi enz. Dat zii eens nazien wat zij kunnen missen Voor beide doelen zouden lijsten wor den aangeboden. Een geestdriftig applaus volgde oj de woorden van den gewijden spreker De heer Berkelmans hoofd der schooi te Helvoirt en landbouwleeraar, hield daarop eene aangename causerie over .De Bijenteelt". Hij besprak achtereenvolgens he' genot, het nut en het geldelijk voor deel van het vak en onderscheidt met daarnaar liefhebberij-en broodimkers Het eerste is het mooiste en mees' interessante van het vak Hij deed uit komen het nut der bijen in de natuur - het groot belang van honig en was in vroegere tijden, honig allengs ver vangen door suiker, was door modern» verlichting; het voelbare nut vermin derde mettertijd de bijen en hui bestuivingsrol het nut dat zij stichter voor land- en tuinbouw. Beoefening van de bijenteelt is verheffend en tevens winstgevend Daafop werden de losse en vas't holen der bijen behandeldholten ir de boomen als vlieggat voor de bijen zóó ontstond de boschbijenteelt, di« zeer eenvoudig was; bestaat in d» meeste beschaafde landen niet meer over de wilde bij in Abyssimë en har» behandeling daar uit de bosch ont stond de huisbijenteelt groote vlucht door de uitvinding der bijenkorf in de middeleeuwen (uitvinder helaas on bekend). 3* y eerst eiken morgen m een pijp HEEREN As 1753 ===^v. - Verder de reisbijenteelt de voor- deelen der strooien korf, in 1850 In Silezië uitgevonden de losse bouw- woning, in beginsel een houten kast met losse latjes, later vervangen door raampjes de u'tvlnding der kunst- raad en haar voordeel grootste stap voor den lossen bouw door de uit vinding der honigslinger in 1865. Dan de verschillende modellen der bijenkasten, waar uit de honderden soorten de besten zijn gebleven losse bouw (kast), vaste bouw (korf), keuze hangt af van omstandigheden de streek eigen voorjaars- en zomerhonig en najaars-(heide-)honig Met behandeling van al deze ge gevens was de tijd vervlogen en be tuigde de geachte spreker spijt, zijn lezing niet te kunnen voleindigen. Hem werd eveneens door den heer Van Halderen dank gebracht voor zijne leerzame, onderhoudende voordracht. Voor den boerenstand en imkers in 't geheel een nuttig besteeden avond jammer dat na de eerste lezing zich zooveel bezoekers verwijderden, waar schijnlijk was de slecht verwarmde zaal hier wel de oorzaak van. De* Watersnood. EEN ONWARE BESCHULDIGING. Het is droevig te moeten constatee- ren dat nu een Katholiek hulp-comité geheel belangeloos en zonder eenige bijbedoeling onmiddellijk heeft inge grepen om den ongelukkigen slachtof fers van den watersnood hulp te ver leenen als secratisch voor te stellen en den indruk te vestigen dat door het R. K. Huisvestings-Comité hij die liulp- verleening de Katholieken worden voor getrokken en de andersdenkenden ach tergesteld zoo al niet geheel uitgeslo ten. Het is duidelijk voor iederen on bevooroordeelde dat zulks geschiedt met politieke oogmerken. In bepaalde kringen schijnt men 't met leede oogen te hebben aangezien dat juist een Ka tholiek Comité bijzonder actief is op getreden en heeft ingegrepen op een oogenblik dat anderen nog niet tot in grijpen ter plaatse waar dit op dat mo ment noodig was gereed waren. Het is toevallig dat dit een Katholiek Comité is geweest en dat de ramp plaats greep in een overwegend Katho lieke streek. Het R. K. Huisvestings-Comité is krachtens zijn statuten geroepen om hulp te verleenen bij rampen en cala miteiten van plotselingen aard, gelijk het gedaan beeft bij de doorbraak in Cuyk in 1920 en bij de stormramp in 1925, alsmede bij den nood in de Drent- sche venen en in al deze gevallen is door het R. K. - Huisvestings-Comité, evenmin als thans, niet gevraagd naar de Godsdienstige of politieke gezind heid der slachtoffers. Het Huisvestings-Comité beschikt met zijne vele honderden afdeelingen in het land over eene organisatie, die een onmiddellijk daadwerkelijk ingrijpen mogelijk maakt. De feiten hebben dit nu opnieuw bewezen en de resultaten ervan zijn door de heele pers geroemd. Het Huisvestings-Comité zelf beroemt zich daarop niet, maar is gelukkig dat het iets voor de arme slachtoffers heeft vermogen te doen. Nu komt het „Volk" van "Woensdag avond met eene heele reeks beschuldi gingen tegen het R.K. Huisvestings- Comité, die het samenvat in het op schrift „Het R.K. Huisvestings-Comité tracht er een politiek slaatje uit te slaan". Tot een dergelijke conclusie kan men alleen komen wanneer men bij het Ka tholiek Comité absoluut kwade trouw veronderstelt. Namens het Comité wensch ik met de meeste stelligheid te verzekeren, dat geen enkel oogenblik eenige bijbedoe ling bij het Comité bij het voeren van actie heeft voorgezeten en dat het voor staande beschuldiging met verontwaar diging van zich afwerpt. De feiten, die het „Volk" vermeldt, zijn de volgende: „lo. In het protes- S ECHTE ER»

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 5