^trivmk
balsem
11. Zaterdag G Februari 192G. 49o Jrg.
TWEEDE BLAD.
GEDENKBOEK
VOOR DE SCHOEN- EN LEDER
INDUSTRIE.
Door W. Donker Pzn.
I.
In eenige nummers van dit
blad hebben we talrijke schitterende
recensies aangehaald over bovenge
noemd werk uit verschillende bladen,
die nog door tal van dergelijke konden
worden aangevuld. Zoo lazen we dezer
dagen nog een hartelijke dankbetui
ging en vleiende beoordeeling van den
Commissaris der Koningin in Noord-
Brabant en van den Burgemeester van
Waalwijk.
Dit Gedenkboek, dat op zeer onder
houdende wijze de geschiedenis van de
industriën dezer streek verhaalt vanaf
1840 is 'n werk van groote beleekenis.
En al zullen, als aan elk mcnschelijk
werk, er tekortkomingen aan kleven,
de wijze waarop de stof is besteed en
Verwerkt, de samenstelling der ge
schiedenis, de welgekozen verhaal
trant, de overzichtelijke rangschikking
en ni^t 't minst de beschrijving en
weergaye der pionieren van de schoen
en leder-industrie in ons land, stem
pelen he t als een standaardwerk,
waartoe ook de kostbare uitvoering
het zijne bijdraagt.
Wij achten het werkelijk van zoo'n
groote beteekenis, dat wij daaraan
eenige artikelen wijden, omdat wij bij
degenen die dit groote en belangrijke
werk nog niet kennen, den aandrang
willen opwekken, dit werk te lezen en
dit werk te bezitten, als een kostbaar
boek voor jong en oud, maar vooral
voor de jeugd, die thans wei-inge
richte, goed-geoutilleerde fabrieken,
inrichtingen en bedrijven om zich ziet,
opdat zij zal begrijpen wat er is ge
daan en gewerkt moeten worden om
die industrie te vestigen, om die indu
strie te brengen waar ze nu is, èn voor
patroon èn voor werkman. Iedereen
in welk verband hij staat tol de schoen
en lederindustrie moet dit werk lezen,
hewaren voor de toekomst, als een
kostbaar en nuttig bezit voor 't ver
leden, 't heden en de toekomst.
Voor heden laten wij den inhoud
volgen, 0111 in een volgend nummer de
inleiding af te drukken.
Inleiding; Hoofdstuk I. Algemeen
Overzicht; Hoofdstuk II. Algemeen
Overzicht van 1840 tot 1800; Hoofd
stuk III. Algemeen Overzicht van 1800
tot 1880; Hoofdstuk IV. Algemeene
Beschouwingen van 1880 tot 1900;
Hoofdstuk V. Algemeen Overzicht van
1900 tot 1925; Hoofdstuk VI. Een boos
wicht; Hoofdstuk VII. „Het Offer";
Hoofdstuk VIII. I)ie daar komen en
gaan; Hoofdstuk IX. Beschrijving van
de voornaamste schoenfabrieken waar
in de vooruitgang zich het sterkst af-
tcekent; Hoofdstuk X. Beschrijving
van de voornaamste importeurs en
handelaren in fijne overleersoorten;
Hoofdst. XI. Grossiers; Hoofdst. XII.
Grossiers en importeurs v. schoenw.,
fournituren en conserveeringsartike-
len; Hoofdstuk XIII. De internationale
tentoonstelling voor de schoen- en
lederindustrie te Waalwijk van 22 lot
31 Augustus 1925.
U |over Almkerk hebt ontvangen niet
alle even gunstig, ik twijfel er niet
aan, wanneer U op een gepaste zuinige
wijze in het belang der gemeente zult
werkaam zijn, U op de medewerking
van den Raad kunt rekenen.
Wij hopen, dat U spoedig door uw
optreden als Burgemeester de achting
en toegenegenheid der ingezetenen
moogt winnen en U zich spoedig in
de gemeente moogt thuis gevoelen.
Voorts wensch ik U toe den zegen,
voorlichting en hulp van den Aller
hoogste, Wiens Naam ter opening van
de Raadsvergadering wordt aangeroe
pen en beleden.
Als bewijs uwer waardigheid, over
handig ik U den Ambtspenning en
voeg daarbij den wensch, dat U weldra
zonder dit teeken ais Burgemeester in
de gemeente zult worden gekend, ge
acht en geëerbiedigd.
Ten slotte overhandig ik U den
hamer als het symbool van het gezag,
U als Voorzitter -der Raadsvergaderim
gen toegekend en hoop dat het verloop
dier vergaderingen zoodanig mag zijn,
dat het gebruik van dien hamer over.
Oodig is, wat gedurende den tijd dat
ik raadslid en wethouder was, steeds
het geval is geweest. Ik hoop dat zulks
Dij voortduring zoo blijve opdat Alm
kerk dien roem steeds handhave.
Ik verklaar U thans geïnstalleerd als
Burgemeester van Almkerk en Voor
zitter onzer Raadsvergaderingen en
draag de verdere leiding dezer ver
gadering aan U op.
GEMEENTERAAD.
ALMKERK.
Installatie Burgemeester Bergmeijer
Openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Almkerk op Dinsdag 2
Febr. v.m. 10'uur. Aanwezig alle leden.
Voorzitter Loco-Burgemeester de
heer A. de Jong, Secretaris de heer C.
J. v. d Wiel.
De Voorzitter opent de vergadering
met gebed..
Te ongeveer 10'/2 uur wordt de
nieuwbenoemde Burgemeester de heer
P. Bergmeijer met familie door Wet
houder Ottevanger de Raadszaal bin
nengeleid.
Nadat alle hunne plaatsen hebben
ingenomen en de publieke tribune is
volgestroomd, neemt loco-burgemeester
de heer de Jong het woord en zegt:
Geachte Heer Bergmeijer.
Als loco burgemeester dezer gemeente
heet ik Uw hartelijk welkom en ben
verheugd, door Uwe komst weder een
vertegenwoordiger van H. M de Ko
ningin in ons midden te hebben
Wegens de benoeming van onzen
vorigen Burgemeester toi hoofd der
gemeente Huizen, heb ik eenigen tijd
de eer gehad het ambt te mogen waar
nemen, thans gevoel ik mij gelukkig
de verantwoording daaraan verbonden,
aan den EdelAchtb heer Bergmeijer
te kunnen overdragen.
Als Gemeenteraad ontvangen en ver
welkomen wij U als vertegenwoordiger
van H. M. de Koningin, terwijl wij
van U vragen en verwachten, dat U
met al Uw vermogen zult arbeiden tot
bevordering van den bloei, rust en
welvaart dezer gemeente.
En waren de eerste inlichtingen die
Thans neemt Burgemeester Berg
meijer het woord en zegt ongeveer
het volgende
Nu ik gereed sta de betrekking van
Burgemeester der gemeente Almkerk
ie aanvaarden, breng ik allereerst mijn
dank aan H. M. onze geëerbiedigde
Koningin, voor mijn benoeming en
aan de autoriteiten, die mij daartoe
hebben voorgedragen. Moge het mij
gegeven worden, dat ik het vertrouwen
in mij gesteld niet zal beschamen.
Het is wel een groote overgang,
uit het middelpunt van het Indische
politieke leven naar het rustige ambt
van dorpsburgemeester.
Alleen het geloof, dat Gods hand
net zoo geleid heeft, geeft mij kracht
dien overgang door te makenyan
riem alleen verwacht ik ook, wat ik
voor de richtige vervulling van mijn
ambt noodig heb. Zwaar drukt mij de
verantwoordelijkheid dat wij in een
gemeente als Almkerk, waar het ge
neele gemeeniebestuur, zonder één
uitzondering, tot de Christelijke.;par-
•ijen behoort, dan ook geroepen zijn
tot een zuivere toepassing van onze
beginselen. Gemeenten als de onze
moeten een voorbeeld geven in ge
hoorzaamheid aan de wet, in bewust
wording en toepassing van wat onze
beginselen vragen, ook voor het ge
meentelijk leven. Indien ergens, dan
moet het hier ook in de praktijk blijken,
dat •toepassing onzer beginselen een
rijken zegen brengt aan individu en
gemeenschapskring. Beginselen zijn
immers geen leuzen of vaandels waar
onder men strijdt, maar het zijn levens
krachten, die door ons in werking
moeten worden gebracht, waaraan wij
onszelf dienstbaar moeten stellen, om
dat ze Gods ordonanliën voor het
leven vertolken. Zelf in ons geweten
aan die beginselen gebonden, kunnen
en mogen wij niet anders dan toe
passing van die beginselen vorderen.
Vooral in een tijd als wij beleven,
waarin de eerbied voor het gezag der
overheid op allerlei manieren onder-
mijnd wordt, heeft een Christelijk ge
meentebestuur* de heilige roeping om
dat gezag te schragen, door zelf voor
te gaan in gehoorzaamheid aan de wet.
De overheid, Gods dienaresse, die legt
allereerst aan de overheid zelf, aan de
plaatselijke overheid een zware ver
antwoordelijkheid op. Ik twijfel er geen
oogenblik aan dat gij, Mijne Heeren
vertegenwoordigers der burgerij, van
die verantwoordelijkheid U bewust zijt.
En het zal mij een voorrecht zijn, met
U in denzelfden geest te mogen samen
werken.
Dat er onder U mannen zijn, ver
grijsd in den dienst onzer beginselen,
mannen ook met rijpe ervaring van
wat onze Gemeente behoeft, consta
teer ik met dankbaarheid
Ik doe een beroep op Uwe mede
werking. inzonderheid van U, heeren
Wethouders, opdat wij in eendrach-
tigen arbeid het goede moge zoeken
voor deze Gemeente. De welwillend
heid waarmede gij mij zijt tegemoet
getreden en waaraan gij, mijnheer de
loco-burgemeester nog zoo pas uiting
hebt gegeven (waarvoor ik U vriende
lijk dank zeg) is mij een waarborg
voor een goede harmonie tusschen ons.
Ook U mijnheer c(e Secretaris dank
ik voor de vriendelijkheid, waarmee
gij mij hebt ontvangen. Op de Secre
tarie te Papendrecht, waar ik, dank
zij de welwillendheid van Burgemees
ter en Secretaris en het overige per
soneel (aan welke welwillendheid ik
hier gaarne hulde breng) een goeden
blik heb gekregen op het raderwerk
der gemeentelijke Administratie, heb
ik metterdaad gezien van hoeveel be
lang het werk van den Gemeente-
Secretaris isvan den ijver, de be
kwaamheid en stiptheid, waarmede gij
Uw taak verricht, heb ik met lof
hooren gewagen. Ik twijfel er niet aan,
of dezelfde aangename samenwerking,
die er tusschen mijn geachten ambts
voorganger en U bestond, zal ook
tusschen ons gevonden worden.
Met vertrouwen doe ik een beroep
op het plichtsbesef, van wie verder in
eenigen dienst der gemeente werkzaam
zijn.
Zoo mogen onder den onmisbaren
zegen van den Almachtige ons aller
werk ten goede komen aan de Burgeri
dezer Gemeente die in menig opzicht
zoo rijk bevoorrecht is. De groote be
teekenis van een arbeidzamen, welva
renden, degelijken landbouwersstand
wordt in onze dagen al meer beseft.
Het verwijt, dat de plattelandsbevol
king conservatief zou zijn in een ver
keerden zin kan alleen verdiend zijn,
indien het Christendom met zijn levens
wekkende en levensvemieuwende
kracht ontbreekt.
Voor een gemeente waar het kerke
lijk leven zoo bloeit als in de onze,
kan dat verwijt niet gegrond zijn. Het
is juist ook die bloei van het kerkelijk
leven, die mij de zekerheid geeft, dat
de plaatselijke overheid bij de ver
vulling van haar taak op den vollen
steun der Burgerij kan rekenen Want
waar voor die overheid gebeden wordt
(en op die voorbede mag .ook ik
immers rekenen daar blijft ook de
gewilligheid lot medewerking niet uit.
En hiermede verklaar ik de betrekking
van Burgemeester der Gemeente Alm
kerk te hebben aanvaard.
De heer Secretaris hierna het woord
nemende, zegt als volgt:
Geachte Heer Burgemeester.
Wanneer U weet, dat ik mij in ver
band met de Burgemeesters benoeming
niet voor een bepaald persoon inte
resseerde zult U kunnen begrijpen,
dat er voor mij niet de minste aan
leiding bestaat, om niet met Uwe be
noeming als Burgemeester dezer Ge
meente te zijn ingenomen
Ik roep U een hartelijk welkom toe
in ons midden en hoop dat spoedig
zal mogen blijken, dat U hier zijt de
rechte man op de rechte plaats, die
veel in het belang dezer Gemeente zal
weten tot stand te brengen.
Ik kan U hierbij de verzekering ge
ven, dat het personeel, dat de Ge
meente in dienst heeft, U daarin
steeds van dienst zal willen zijn; en
geen werk of opdracht hen te zwaar
of te veel zal zijn, maar het daarvoor
beleefdelijk als tegen-prestatie vraagt
eene loyale behandeling.
Wanneer ik thans spreek van een
loyale behandeling, dan bedoel ik hier
mede. dat, wanneer straks elementen
tot U mochten komen die over een
onzer iets te vertellen of te klagen
mochten hebben, U het hoor en weder
hoor recht zult willen doen wedervaren,
om alzoo te voorkomen dat iemand
onzer verkeerdelijk worde beoordeeld.
Daar U EdelAchtb. zooeven gemeend
hebt mijne medewerking voor Uw toe
komstig werk te moeten inroepen, wil
ik U hier de verzekering geven dat
mij niets liever zal zijn dan U daarin
van dienst te kunnen wezen.
Tevens neem ik deze gelegenheid
te baat om mij met mijn zwakheid en
gebreken in uwe gunst aan te bevelen
en spreek hierbij den wensch uit dat
de Heere God ons een goede gezond
heid, kracht en wijsheid moge schenken,
opdat wij, alzoo toegerust, in staat
mogen zijn om in het belang dezer
gemeente te kunnen werkzaam zijn.
Ik heb gezegd.
Nadat niemand van de aanwezigen
meer het woord verlangt, dankt de
Burgemeester met een kort woord de
sprekers, tevens ook met een kort en
persoonlijk woord tot den Ioco-burge
meester en den secretaris, waarbij
Z.EdelAchtb. den werisch uitsprak, ook
veel voor de gemeente Almkerk te
mogen doen.
Waarna Z.EdelAchtb. deze openbare
raadszitting sloot.
LAND- EN TUINBOUW.
WAT ELKE MAAND TE DOEN
GEEFT.
(Ie helft Februari)
Nadruk verboden.
In dezen tijd wordt heel wat kalk of
mergel besteld. Dikwijls weet echter
de boer zelf niet wat hij bestelt, en
wat hem geleverd zal worden. Men
spreekt eenvoudig van „kalk", of
„landbouwkalk" of „kluitkalk" of
„schelpkalk". Aan het Proefstation
kent men volgens den codex slechts 2
soorten kalkongebluschte en ge-
bluschteen bovendien mergel. En
aldus dient men zijn bestelling te doen,
wil men weten wat men krijgt. De
lezer wete dat bij het blusschen- uit
100 K.G. ongebluschte kalk circa 132
K.G. gebluschte kalk wordt verkregen.
Worden monsters tot onderzoek op
gezonden wat zeer gewenscht is
dan geschiede de bemonstering zeer
zorgvuldig, want het monster-nemen
is bij kalk, en vooral bij een groote
partij, een moeilijk werk. Groot is de
belangstelling in den laatsten tijd voor
het nemen van grondmonsters, met
het oog op den kalktoestand duizen
den monsters worden naar de Proef
stations te Wageningen en Groningen
gezonden. Om de bemonstering goed
en vlug te doen, gebruike men een boor,
zooals door den heer J. Goodijk is
ontworpen. Het Groninger Proefsta
tion, 2e afdeeling, directeur de heer
J. Hudig, zegt, dat met behulp van
dit instrument het monster-nemen een
eevoudige zaak is geworden. Voor f3.50
wordt de boor door .den heer Hudig
toegezonden. Onzehoenders hebben
het in dezen winter hard te verantwoor
den, en aan de eierproductie kunnen
velen het ook terdege merken, 't Groote
voordeel van het kippenhouden is
gelegen in de opbrengst der winter-
eieren, maar wie wintereieren wil rapen
heeft voor drie dingen te zorgen: 1,
voor jonge winterlegsters, 2, vooreen
goede en doelmatige voeding, 3, voor
goed verlichte scharrelruimte met een
gezond nachthok. Ieder ga nu maar
eens*na, wat hieraan bij hem ontbreekt
Op menige boerderij heeft men
óf voordurend óf nu en dan last van
ratten en een rattenplaag is een lee-
lijke plaag, waartegen tal van midde
len met weinig of geen resultaat worden
aangewend. Daarom zij hier vermeld,
dat P. Bolding te Oostburg (Z) nu al
gedurende een jaar de ratten heeft
weten te verdringen door onder en
rondom zijn kippenhok carbid te
strooien, hij doet dit om de 4 a 5 weken,
en ziet nu geen rat meer. 't Is een
goedkoop en ongevaarlijk middel.
Wat er in deze maand in den tuin
te doen valt, hangt van het weer af.
)ij gunstig weer moet men het snoeien
beëindigen, want dit moet geschied
zijn vóór de heesters beginnen te
werken. Voorts kan men van de bol-
en, die al vroeg teekenen van leven
geven, als Narcissen en Crocussen, het
dekenmateriaal gedeeltelijk wegnemen
dan wordt het loof sterker, terwijl
anders de neuzen der bollen te lang
opschieten, geel en slap worden. Men
zie de/ perken met voorjaarsbloemen
na, of er ook planten zijn uitgevallen
leeft men nog plantjes in reserve ge-
ïouden, dan kan men de open plaatsen
aanvullen, om een vol geheel te behou
den. Perken, die tot dusver nog niet
beplant zijn door omstandigheden, kan
men nu ook nog mits voorzichtig
- met voorjaarsbloemen beplanten;
men krijgt wat latèren bloei dan van
de in de herfst gereedgemaakte, maar
men mag toch op een rijkdom van
bloemen in den voorzomer hopen.
Planten, die zich hiertoe zeer goed
leenen, zijn b. v. de Sleutelbloemen,
de Arabis Alpina en de gevuldbloe-
migevorm Arabis Alpina fl. pi. de Iberis
Sempervirens, de Grasanjer en de
verschillende soorten van voorjaars-
Phloxen. In den boomgaard is ook
wel werk te verrichten. Wordt gesnoeid,
dan ga men voorzichtig te werk heeft
men zaag of beitel gebruikt, dan trekke
men de takken niet weg. want hier
door worden vele vruchttakjes afgebro
ken en menige bloemkop afgescheurd.
Beter handelt men door de takken er
uit te stooten men duwe daartoe met
een langen stok of met den beitel den
tak omhoog. Gemaakte wonden moeten
worden besmeerd de een gebruikt
hiervoor Carboüneum, de ander
bruine teer, een derde koolteer. Car
boüneum, onder controle geleverd,
is wel het meest aan te bevelen. Som
migen blijven de voorkeur geven aan
bruine teer, Kankerwonden worden
behandeld door ze flink diep uit te
snijden en ze daarna met kankerwas
te bestrijken. Ook wel volstaat men
met de wonden een weinig uit te
krabben, zoodat ze dan mei Carboü
neum te besmeren. De boomstam
men worden met een staaldraadborstel
afgekrabd de afval, als het een droge
massa is, verbrande men. Na het af
krabben is hel een nuttig werk de
stammen te bekalken. Wanneer men
de gewone kalkmelk wat „gebónden
maakt door er wat stalmest doorheen
te mengen, verkrijgt men gladde stam
men. Deze behandeling vernietigt de
nog achtergebleven insecten. Inspec
teer de takken, vooral de onderzijde,
of ge ook witwollige hoopjes ontdek
ken kuntdat zou dan de bloedluis
zijn. Die. hoopjes moet ge dan flink
raken met Carboüne um of met petro-
Siy eerst eiken morgen
m een p ijp
'A°1Z53
leum. Tenslotte zie bij de jonge boo-
men de steunstokken na zet de boo-
men die wat los staan, vast met een
of ander niet te yeel schurend bind-
ma'eriaal.
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der
Redactie). t
Mijnheer de Redacteur.
Met belangstelling heb ik in uw
nummer van 1.1. Woensdag het adver
tentie-gevecht der slagers uit onze ge
meente gelezen.
Dal men hier evenals elders een cen
trale vleeschhal is begonnen, lijkt mij
zeer handig en noodzakelijk. Daarvan
kunnen degenen die aan billijken prijs
een goed stuk vleesch willen eten (Ar-
gentijnsch bevroren vleesch is heslist
goed) profiteercn. Juist gezien is dat
men daarvoor een afzonderlijke win
kel sticht, afgescheiden van eigen za
ken. 't Eigenaardige is echter, dat nu
men concurrentie ducht van buiten-
landsch vleesch, plotseling onze sla-
gers 't binnenlandsch vleesch met 20
cent per K.G. kunnen verlagen. Tot nu
toe was daarvan geen sprake, dat ging
niet, dat kon niet, maar nu er eens een
paar uit den band springen, kan het
natuurlijk wel en als 't moet nog veel
minder.
Want het mag nu toch eindelijk wel
eens gezegd worden, dat de vleesch-
prijzen hier schromelijk overdreven
zijn, bv. biefstuk 1.30, anderen 1.20,
een enkeling 1.10. En nu vraag ik
mij af, in 't belang van alle huisge
zinnen, waarom moeten de prijzen
liooger zijn dan in Den Bosch, Tilburg
enz. Is dat omdat hier heter vee wordt
geslacht? Wie lacht daar!?
De slagers zetten wel op als 't vee
duurder wordt, afzetten doen ze nooit.
De bakkers b.v. gaan met de meelprij-
zen op en af, dat is rationeel, maar
zooals de houding van de slagers ge
weest is en nog steeds is, dat kan niet
door den beugel. Dat is tot groot na
deel van 't publiek, maar tenslotte van
zichzelf, want men zal zich dat niet
steeds blijven laten aanleunen en zich
meer en meer elders voorzien en dan
hebben zij dit alleen aan zichzelf te
wijten. Want wat is nu een verlaging
van 10 cent per pond bij dergelijke
prijzen
Ik zeg u dank dat ik door uw blad
in de gelegenheid ben gesteld deze zaak
van algemeen belang in 't publiek te
kunnen zeggen.
Hoogachtend,
X.
in de ledematen, spierpijn,
rheumatische zenuwpijnen,
spit. ischias, stijve nek en
rheumatiek verdwijnen
verrassend snel, in
dien gij U laat
wrijven met
den „Koning
der Balsems",
de ware uit
komst voor
oude lieden,
de beroemde
Akkers
DOET UW SCHOENEN GOED
Sprang-Capelle, 2 Febr. 1926.
M. de Redacteur,
Naar aanleiding van den „Open
Brief" van het raadslid Verheijden aan
den Edachtb. heer Burgemeester dezer
gemeente, geplaatst in Uw nummer
van 30 Januari 1.1., zij het mij vergund
een paar kantteekeningen te maken.
In de eerste plaats bevreemdt het mij
dat de heer Verheijden zich betreffen-
Overal verkrijgbaar
aorceleinen potten
r. 50 ct.. 50 Gr. fl.-
Verzachtend, zuiverend en genezend bij wonde^
brandblaren, huiduitslag en winterhanden»