Toegewijd aan Handel, en Gemeentebelangen. F jonge vrouw. l FEÜLLETOM Y eerst ell$n morgen een pijp EERSTE BLAD. HET VERDRAG NEDERLAND—BELGIE. 132) ^^Tableften, tegen hoest NUMMER 21. ZATERDAG 13 MAART 1926. 49e JAARGANG. De Echo van het Zuiden, Waalwykscbe en Langstraatselie Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG ENZATERDAG. Abonneinentprfls per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. Prijs der Advertentiën 20 cent per regelminimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. III. We kunnen ons voorstellen, dat de Belgen verlangen, dat de schepen voor en van Antwerpen niet bemoeilijkt worden, noch door natuurlijke hin dernissen, noch door chicanes van Neder lapidsche politie ,of douane. Maar het gaat toch wel wat ver, als uitdrukkelijk wordt bepaald, dat de Nederlandsclie Regeering niet de be voegdheid heeft, om welke reden dan ook een schip op óns gebied aan te houden (art. IV 1). Als een Neder- landsch schip wordt aangevaren door een schip, komende van of varende naar Antwerpen, heeft de politie niet het recht, dadelijk proces-verbaal op te maken. Dat de Schelde op die wijze levens groote kans heeft, een ideaal smokkelgebied te worden, is ook voor een leek in dat vak wel duidelijk. Te gen deze paragraaf wordt dan ook van alle kanten geageerd. Het loodswezen op de Schelde wordt eveneens op voor ons minder gunstige wijze geregeld: de Belgische lpodsen zullen de schepen bedienen, die naar een Belgische haven varen en daartoe van de Wielingen gebruik maken, de Nederlandsche die, welke door Deurloo of Oostgat varen. Daar bijna alle groo te schepen de Wielingen opvaren, zal op de heenreis althans weinig gebruik worden gemaakt van den Nederland- schen loodsdienst. De regeling heeft echter het voordeel, dat nu een eind wordt gemaakt aan een voor beide lan den nadeelige concurrentie. Eigenaardig is de bepaling, dat de loodsgelden voor Antwerpen niet meer (wel minder) mogen bedragen dan die voor Rotterdam, terwijl de Schelde tot Antwerpen 84 K.M. lang is, de Nieuwe Waterweg 29 K.M. Uit al deze bepalingen voelt men, dat de Belgische Regeering vreest, dat de toegang tot de Antwerpsche haven op den duur zal achterstaan bij de pracht- verbinding van Rotterdam met de zee va* „DB BOEO VAN HBT ZÜIDBN". Maar zy kan stikken... Zy kan... Ach, waarom heb ik haar niet weten te bescher men. Gy zult haar redden, Hoogheid, of be ter, wij zullen haar redden, ik zweer het u. En dan, gij hebt het gezworen, zult gij den armen Elias Tarnoski uwe erkentelijkheid niet weigeren. En de ellendeling voegde er met een ge huichelde nederigheid bij De arme Elias Tarnoski, meer ongeluk kig dan plichtig. Alexis scheen de laatste woorden van den lagen rekel niet eens meer gehoord te heb ben. zijn geest was eldera By de gedachte aan welk vreeselyk gevaar Renée nog zou bloot gesteld zijn, voelde hij zijn bloed koken van razernij en van wraak zucht. doch hij begreep dat hij, voor het oogcnblik ten minste, machteloos was. De dokter hernam Het kerkhof zal spoedig verlaten zyn. Al die lieden zullen zich haasten naar het kasteel terug te keereu, om er te eten en te drinken. Dan zullen wij alleen zyn en kunnen handelen. Het zij zoo, sprak Alexis, niet in staat om een ander uitvoerbaar plan te vinden. Hoogheid, stelde (Tarnoski voor, als gij wilt zullen wy nu het kerkhof naderen. En wij zullen daar wachten. I)e dokter zeide de waarheid. Zyn gedachte was het eenige waarvan de uitvoering tot een goeden uitslag leiden kon. Beiden stelden zich dus op weg, zich zoo goed mogelijk in het dicht geboomte houdend en met de grootste voorzorg voortstappend. en die vrees is inderdaad niet onge grond. Antwerpen ligt weliswaar gun stiger dan botterdam voor het stuk- goederenvervoer en heeft dan ook meer lijnbooten-verkeer dan onze Maashaven; deze heeft veel gunstiger verbinding met den Rijn en het massa transport (kolen, erts, hout en graan) is te Rotterdam veel belangrijker. Ant werpen heeft geen gunstige verbinding met den Rijn. Deze gaat thans door het kanaal van Hansweert en een reeks wateren, gewoonlijk de Zeeuwsche en Zuidhollandsche „stroomen" genoemd, naar Dordrecht en vandaar de Waal opNederland heeft in 1839 op zich ge nomen te zorgen, dat deze waterver binding op diepte blijft en heeft, ook naar de overtuiging van de Belgen, steeds op correcte wijze aan deze ver plichting voldaan. Toen b.v. Zeeland vastslibde aan N.-Brabant en de spoor lijn Bergen op ZoomVlissingen noo- dig bleek, heeft ons land het kaarsrech te kanaal van Hansweert laten graven, diep en breed genoeg voor de grootste Rijnschepen. Toch is deze weg geen ideale; het varen op deze stroomen is bij stormweer, vooral voor sleeptrei- nen, niet zonder gevaar en de weg van Dordrecht naar Antwerpen is natuur lijk veel langer dan die van Dordt naar Rotterdam. De Belgische Regeering tracht den schippers tegemoet te ko men door de schepen vanaf Dordt gra tis te laten sleepen, maar dit is lap werk en ongezonde concurrentie. Bel gië heeft volstrekt niet het recht te eischen, dat wij medewerken tot het graven van een nieuwe verbinding met den Rijn, maar wij kunnen dien wensch begrijpen en eerbiedigen; Reeds Koning Willem I had het plan gevormd, een kanaal aan te leggen van Antwerpen naar Sleeuwijk en wanneer de Opstand van 1830 niet was geko men, zou Antwerpen waarschijnlijk reeds lang een goede verbinding met de Merwede hebben gehad. De thans door België gewenschte verbinding is nog niet nauwkeurig vastgelegd, zal waar schijnlijk loopen van Antwerpen naar een punt ten W. van Roosendaal, hier de spoorlijn RoosendaalBergen op Zoom kruisen en verder N. O. waarts loopen, evenwijdig met de spoorlijn RoosendaalLage Zwaluwe. Het eind punt wordt Moerdijk, juist tegenover den toegang tot de Dordsche Kil. Dit 50 K.M. lange kanaal (30 K.M. op Ne- derlandsch gebied) zal gedeeltelijk door Nederland moeten worden bekos tigd en van zeer groote afmetingen zijn: 3 Rijnschepen van de grootste tonnenmaat moeten overal langs el kaar kunnen varen. Het moet dus ge schikt zijn voor schepen van 3600 ton en minstens 100 M. breed zijn. Rotter dam en Amsterdam* maken terecht aan merking op een kanaal van zulke onge hoorde afmetingen, ook met hun be lastinggelden te graven ten behoeve van een concurreerende haven. Toch acht ik de kans op het tot stand komen van dit kanaal zeer groot, al is het dan ook niet met die afmetingen. Wij heb ben immers beloofd, België economisch tegemoet te zullen komen en dit kun nen wij het best, door Antwerpen een betere verbinding met den Rijn te ge ven. Het voordeel is trouwens niet al leen aan den kant van onze buren: onze West-Brabantsche steden hebben reeds lang aangedrongen oo verbetering van de waterwegen, Roosendaal heeft het De dag kwam aan en zy moesten zooveel het zijn kou de voetwegen vermijden om niet verrast te worden. Tusschen Alexis en Elias werd geen enkel woord gesproken, maar de prins hield zijn gezel onophoudelijk in het oog om alle poging tot ontsnapping van zijnentwege te voorko men. Maar Tarnoski. door den eed van Alexis gerust gesteld, sch en aan geen ontvluchting te denken. Ztj kozen hun l>espiedingspost nabij den ingang van het kerkhof, verscholen in een groep treurwilgplantsoenen, die een ondoor dringbaar boschje vormden. Dwars door de takken en de bladeren heen, zagen zy het grafmonument der Livachoff's, waarvan de blanke hoogte zich bij de omrin gende nederige grafstede duidelijk aftee- kende. Een reeds bejaard man vertoonde zich nu weldra. Dat was de grafdelver, de bewaker van het kerkhof. Alexis kon zich niet weerhouden eene ze nuwachtige beweging te maken. Elias Tarnoski weerhield hem en legde een vinger op zijne lippen. De grafdelver had zich omgekeerd, met onrustigen blik naar het boschje kijkend. Spoedig stelde hij zich gerust; het gebla derte,, een oogenblik geschud, had reeds zijn gewone onbeweeglijkheid hernomen. En de man begon zijn taak. Hy opende het graf, veegde de vloerstee- nen en bracht, in een woord, alles in ge reedheid om de overledene van Ny-Slott in de akelige woning te ontvangen. Weldra werd in de verte een slepend ge zang gehoord, waarop by tusschenpoozen hartverscheurende en scherpe kreten schenen te antwoorden. Dat was de lijkstoet, die van uit de ge welven van Ny-Slott naar het kerkhof kwam. Onwillekeurig liet Alexis zich op de knie- en zinken. Hij bad. Hij smeekte de barmhartigheid af van den Oppersten Meester. Hij bad Hem 't leven van Renée te spareu. In ruil bood liy het zijne aan en 'vroeg, indien het zijn moest, hem te doen lijden en voortaan Renée en hare moeder tegen alle smart te vrijwaren. Op dat oogenblik werd zijn gelaat met tra- nen pverdekt en liij zag niets meer. Doch. de lijkstoet, naderde, en hy begreep dat hij zich sterk houden moest, indien hij niet alles in gevaar brengen wilde en zich geweld aandoende, droogde hij zijn tranen af en hield zich stil. Maar het zien der doodskist vervulde hem aanstonds weer met een ziuneloozen angst. Elias Tarnoski, die nu even zoo vreezen moest ontdekt te worden als Alexis zelf, was verplicht hem hij den arm te grijpen om hem te doen zwijgen. Ha, zeker; indien de dokter op dit oogen blik de vlucht had willen nemen, zou de ar me prins niet in staat geweest zijn het hem te beletten. Maar neen, de ellendige Tarnoski had nu meer de anderen dan Alexis te vreezen en, wat meer is, zeer bygeloovig zijnde, steunde hy op de beschermende inacht van den prins en zelfs op die van Renée, die hij met al zijn wilskracht en zijn wetenschap beproeven zou aan den dood te ontrukken. Weldra liep de plechtigheid ten einde. De popen trokken zich terug, gevolgd dooi de groote menigte lieden die de bijzetting van het lijk bijgewoond hadden en aan wier hoofd de eerlooze Cazéres stapte. Bedwing u, Hoogheid, houd u sterk, herhaalde Elias Tarnoski voortdurend. Een smartkredr, een snik, een beweging en wij zyn reddeloos verloren. Na het grafmonument gesloten te hebben, trok de grafmaker zijn kiel wederom aan, haastig om de menigte te volgen en deel te gaan nemen aan het eetmaal, dat onmiddel lijk op een der plaatsen van Ny-Slott zou opgediend worden. Op het doodenveld heersclite weldra weer een diepe stilte. Renée was daar, op tien stappen afstand van Alexis. Dood of levend? Hij wilde naar den grafkelder loopen, maar Elias weerhield hem nog. Let dan toch op, Hoogheid, zeide hij, dat een van die lieden zich omkeereen 'tis met ons gedaan. Heb nog wat geduld. Ik her haal en verzeker u dat zy leeft. Een paar minuten verliepen nog, maar dan kon Alexis Livachoff zyn ongeduld niet lan ger meer bedwingenhy liep als een waan zinnige naar het grafmonument en viel met geweld op de deur aan. Ingenieursbureau Bongaerts in Den Haag reeds gevraagd, nadere plannen uit te werken voor de verbinding Vliet en Dintel. Heel West-Brabant zou dus door het AntwerpenMoerdijk-kanaal een prachtverbinding krijgen met Ant werpen en Rotterdam. Het kanaal kan tevens dienstbaar worden gemaakt voor de ^afwatering. Nederland kan zijn landbouw-, veeteelt- en koloniale producten gemakkelijker naar België uitvoeren. Rotterdam vreest aftapping van het goederenvervoer, maar hier tegenover kunnen ook groote voordee- len staan, vooral, als Nederland tegen prestaties vraagt: opheffing van de concurrentie door gratis sleepen, voor deel ige spoorwegovereenkomsten, een voor ons land gunstig handelsverdrag. M.i. moet men dezen wensch van de Belgen niet alleen door den Rotter- damschen bril bezien. Het doet echter wel vreemd aan, dat Antwerpen nu bij die goede Rijn-ver- binding er nog eene vraagt en wel een kanaal van dezelfde afmetingen van Antwerpen over Venlo naar Ruhrort; dit moet bij Venlo bovenover de Maas worden gelegd (dus met een plm. 10 K.M. lang aquaduct van ijzer of be ton), al weer gedeeltelijk door Neder land te betalen. Dit is een onmoge lijke eisch: zoo'n kanaal loopt in de millioenen. Nu beweert men wel, Bel gië kan zijn deel toch niet betalen, maar anderen vreezen, dat de Belgische Regeering dit werk door Duitscliers wil laten aanleggen om de kosten af te schrijven van de herstel-rekening. Het idee van dit kanaal is niet nieuw, reeds Napoleon had last gegeven tot het graven van een dergelijke water weg, natuurlijk van meer bescheiden afmetingen. Het N. O. loopende ge deelte van de Zuid Willemsvaart in Limburg is er nog een deel van. In 1839 kreeg België de toezegging, dat het kon kiezen tusschen een rechtstreek- sche verbinding AntwerpenRoerge bied te land of te water, maar het pre fereerde een spoorlijn, welke dan ook in 1873 werd aangelegd: de lijn Ant werpenHamond-Weert-Roermond DalheimDusseldorfAntwerpen zou door bovenbedoeld kanaal een pracht verbinding krijgen met het nieuwe Kompenkolengebied en tevens na ver betering van de Belgische Zuid-Wil lemsvaart en het kanaal' Maastricht Elias Tarnoski, die hem gevolgd was, liep naar de plaats waar de grafmaker zyne werktuigen bewaarde en kwam weldra met een hefboom en een sterken yzeren staaf terug. Geen nutteloos gerucht, zeide hy nog, men zou het soms op het kasteel kunnen hooren. En hy stak den hefboom onder de deur. Welaan, help my. Hoogheid, zeide hy, ruk met al uwe krachten. Alexis liet het zich geen tweemaal verzoe ken. Hy rukte aan den hefboom met eene on weerstaanbare kracht en slaagde er in het slot te doen springen en de zware deur uit hare hengsels op de lichten. Aanstonds bereikten zy de doodskist van Ranée. In minder t d dan er noodig is om het te beschi-yven, was zy uit de holte genomen, buiten den grafkelder ten gronde gezet en het deksel ervan opgelicht. Ja, zy was het. Dat was Renée. Maar, helaas, haar gelaat had wel de ake lige bleekheid van den dood. Als vernietigd viel Alexis op de knieën^ naast de doodkist, terwyi hy met jamme-* rende stem mompelde: 't Is Renée, ja, myne arme Renée. maar zy is dood. En inderdaad, niet alleen haar lykkleu- rig gelaat, maar ook de marmeren koude, de styrheid der ledematen, schenen te verzeke ren dat alle leven de arme martelares verla ten had. Hadden de ellendige moordenaars, na het vertrek van Elias Tarnoski, hun akelig werk voltrokken? Was zij by gebrek aan lucht in de dood kist gestikt Met wanhopige stem herhaalde Alexis op hartversclieurenden toon Zy is dood. zy is dood. Elias Tarnoski beefde. Hy geloofde ook, dat Renée dood was en schrikte by de ge dachte dat hy haar in het graf zou volgen. Was de dosis morphine te groot geweest? Had er zich een verstikking voorgedaan? Iiy knielde nu naast de kist en nam den arm op der jonge vrouw en leunde met-zyn oor op haar hart. Spoedig het hoofd weer oprichtend, slaak te hy een verdoofden kreet van biydschap. A° 1753 Luik de reeds lang gewenschte water weg AntwerpenMaasgebied. De ver betering van het kanaal Maastricht Luik geeft met het a.s. Juliana-kanaal en de gekanaliseerde Maas wel een uitstekende verbinding met Rotter dam; maar is er groote vrees, dat de nieuwe kanaalplannen ook een deel van het goederenverkeer vgn Z. Lim burg over Antwerpen zullen trekken We zien dus, dat het tweede kanaal nog meer dan het eerste een geschenk van Nederland aan België is. Staan np tegenover de concessies van Nederland ook goede gaven van Belgische zijde? Hoezeer men ook de goede verstandhouding tusschen Ne derland en België moge waardeeren, de liefde kan niet van één kant komen; al behoeven we de respectievelijke con cessies van Nederland en België niet precies tegen elkaar op te wegen. Ne derland kan toch door zijn ligging meer geven dan België. België neemt op zich te zorgen voor een beteren af voer van zijn Kempenwater dan tot heden door Tongelreep en Dommel geschiedt. Dit is voor Oost-Brabant, maar ook voor deze streken van be lang, omdat hel Afwateringskanaal naar Drongelen vooral Dommelwater zy leeft. En met volle longen herademend Zij is nog onder den invloed der morphiue verklaarde hy. Alexis twyfelde nog. Neen, neen, twyfel niet langer. Gy zult 't aanstonds zien, zeide hy. En by liep naar eene bron, waarvan het water diende om de bloemstruiken en plan ten, die de graven versierden, te ververscheu. Hy kwam spoedig terug met een schaal frisch water. En zachtjes, met eindelooze voorzorgen, begon hy de slapen en de wangen der jonge vrouw te verfrissclien. Een lichte trilling bewoog het lichaam van Renée. Elias Tarnoski had niet gelogen. De gravin Paloutine was nog levend. Alexis was juist intyds gekomen om haar ■lan den yseiyksten dood te ontrukken. Zachtjes aan, zachtjes aan, waarschuwde de dokter, daar Alexis het weldoende uit werksel ziende, zelf haar het gelaat met wa ter verfrisschen wilde; een al te haastige ontwaking zou haar kunnen dooden. Wacht. Laat de natuur stil haar werk verrichten. Gy zult haar spoedig de oogen zien openen. En met berekening vervolgde hy de ver- frissching der slapen en wangen van de jon ge gravin. Zie, zegde hy nog tot Alexis, bemerkt gy niet dat de doodsche bleekheid der lippen allengskens verdwynt, dat 't bloed er in te rugkeert? Zy worden hoe langer hoe leven diger. Alexis luisterde met een van vreugde tril lend hart, toen zy een voor een die gerust stellende verschynselen aanschouwden. En de oogen. De wimpers beginnen op en neer te slaan. Zie eens goed. De lucht doet ze trillen. Ha, de oogschellen lichten zich °PzieHoogheid, ze openen zich. Inderdaad, de oogen vertoonden zich, ver gezeld van eene langzame, volle ademhaling. Het leven kwam terug in het lichaam, dat reeds begraven, aan den dood en de ontbin ding prysgegeven scheen. Vooreerst ontmoette de blik van Renée dien van Alexis, waarin eene onzeggeiyke vreugde uitgedrukt was. En dan lieten de half geopende lippen deze twee woorden ontsnappen: (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1