Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. FEULLETOM GEEN GEWETEN. NUMMER Ü4. WOENSDAG 24 MAAKT VMi. 49e JAARGANG. De Echo vai het Zuiden, Waalwijksdie en Langstraatsclie Courant, Dit bind verschijnt WOENSDAG ENZATERDAG. Abonnementprys per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele ryk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. Prüs der Advertentlën 20 cent per regelminimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN, EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. EETHEN. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Zaterdag 20 Maart des voormiddag te 9 uur. Voorzitter Edelachtb. heer Brune. Ongeveer kwart over negen uur opent de Voorzitter de vergadering aanwezig alle leden. De heer van Buren kan zich niet vereenigen met de notulen. Daarin staat n.l. dat de vergadering voortaan zal worden geopend met gebed. Dat is fout. zegt hij daar zou hij eenieder van willen afhouden, want hoe is het mogelijk dat zulks zal gebeuren. Men zal doen als of men bidt. Voorzitter, ik moet U opmerken dat zulks in de notulen vermeld slaat om dat daartoe Is besloten, dus dat is af gehandeld, daar heeft men nu niet meer op terug te komen. Hebt u soms eenig bezwaar tegen de notulen dat er 't een of ander niet goed is weergeven. Van Buren. Dat is nu telkens als ik wal heb te zeggen over de notulen, dat de Voorzitter me in de reden komt vallen. Wat is dat toch VooizUtei. DIc kwtsiit is afgehan deld. Van Buren, is dat zoo in orde. Voorzitter, in de notulen staat wat besloten is. Van Buren. De notulen geven dat niet goed weer. Voorzitter. Er is besloten dat de vergadering met gebed zal worden geopend en dat is nu afgehandeld. Van Buren. Dat is niet besloten Besloten is dat de vergaderingen In het vervolg zullen geopend worden met een gebed-formulier en dat juist wil ik in de notulen hebben. Of men gaat zitten bidden of er wordt een gebeds formulier voorgelezen, dat is een groot verschil. Ik vind het erg jam mer dat men zoo handelt. De Voor zitter klaagt dat hij geen werk genoeg heeft, dat de dokter hem gezegd heeft dat hij zich voortdurend moet bezig houden en hij laat me hier niet eens uitspreken. Hoe is het nu mogelijk zoo'n be sluit uit te voeren als nu in de notu len is opgenomen.Er zal worden gedaan alsof er wordt gebeden. Wat ik zeg van dat gebeds-formulier komt niet in de notulen voor. 't Meerendeel der inwoners in deze streek noemt het zoo gauw bidden. Mijn bedoeling is dat de leden van het Dag. Bestuur zullen voorgaan en een gebeds-formulier zullen voorlezen. Wij kunnen toch niet om de hoeken of in 't midden van de straten gaan staan om te bidden. Voorzitter, ik kan u zoo absoluut niet verder door laten gaan. Als u straks bij de rondvraag daarop wil terug komen, dan heb ik daartegen geen bezwaar, al wil u er dan een paar uur over spreken. In de notulen staan de besluiten vermeld. Van Buren. Dus ik moet m'n mond houden. Voorzitter. U gaat critiek uitoefenen op een genomen raadsbesluit en dal kan ik bij de vraag of men bezwaar heeft tegen de vaststelling van de no tulen niet toestaan. Van Buren. Het is een groot verschil hoe het in de notulen staat. Wat er In had moeten staan, staat er niet In, dat is de zaak. Voorzitter. U gaat nu critiek uit oefenen op een raadsbesluit en dat gaat niet up: Straks wil ik u gaa,nc woord verieenen, maar nu gaat het alleen of men de notulen kan goed keuren. Van Buren. Dat kan ik zoo nooit. Voorzitter Straks kan u er gerust op terugkomen, maar nu bij de vaststelling van de notulen heeft zulks er niets mee te maken. Van Buren. Volgens mij wel. Ik vind het erg jammer, dat de secretaris of wie het ook gedaan heeft de gedachten- gang niet juist heeft weergeven Wij zitten niet alleen voor de stoffelijke belangen, maar men mag ook gerust weten, dat we ook zitten voor de in nerlijke belangen. De gemeentenaren mogen gerust weten, waarover het gaal. Voorzitter. U gaat critiek uitoefenen op raadsbesluiten. Van Buren. Dat doe ik niet, maar ik zal m'n mond wel houden. Als dit als vast maar in de notulen wordt op genomen. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". ROMAN VAN REINHOLD ORTM A N N. De notulen worden daarna onge wijzigd vastgesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken, a. Schrijven van het Kerkbestuur der Ned. Herv. Gem. te Heesbeen, waarin wordt verzocht subsidie te willen ver ieenen voor het herstel van den toren. De Voorzitter merkt op dat vroeger reeds een dergelijk verzoek de raad heeft bereikt. Het verzoek is nog eens herhaald Men vraagt nu een subsidie van f 350. Het Dag. Bestuur heeft de zaak nog eens goed onder de oogen gezien en heeft gemeend goed te doen aan het kerkbestuur te schrijven dat men ge negen is subsidie voer het hersttl van den toren te verieenen, mits men zich ook om subsidie wendt tot de com missie voor behoud van oude monu menten. Het schijnt, zegt de Voorzitter, dat men dit schrijven verkeerd heeft be grepen. althans adressanten hebben hem daarna een fje geschreven, niettegenstaande dit .Dij den Raad of Burg. en Weth thuift behoort Hij stelt er echter é*;s op dit schrij ven alsnog in der !ru*ad te brengen Namens het Dag ,3estuur stelt hij voor adressanten te antwoorden dat hun verzoek nog ir overweging zal HOOFDSTUK 1. Ho nieuwe dienstmeisje van proffessor Wallroth was slechts mot tegenzin tot liet be- sluit gekomen, den haar onbekenden bezoeker alleen in de kamer te laten. Hy zag er 1111 niet bepaald verdacht uit, maar hy bleek vol gens haar inzicht toch ook niet tot de kringen waartoe zij den proffessor rekende, te be- hooren. zyn groote. zware gc9talte kwam haar zelfs boèrsch voor in zyn slecht zitten de. by na slordige kleeding en deze kleeding was volgens het scherpziend oog van het meisje stellig uit een of ander goedkoop ma gazijn afkomstig, getuige de onbepaalde ver schoten kleur. Dat de vreemdeling geen hand schoenen droeg en dat hem bovendien het be staan van visitekaartjes onliekend scheen te zijn, deed hem bfj het dienstmeisje zeer in achting dalen. Op haar vraag naar zijn naam had hij ta melijk kortaf en beslist geantwoord„Du- ringhoffen de professor heeft mij verzocht op dit. uur hier te komen." Zij was eerst van plan geweest, hem bui ten op do steenen trap te laten staan, totdat zij zich van de waarheid zijner bewering overtuigd had. Nogmaals een blik op den vreemdeling had haar evenwel aanleiding ge geven hem toch in de salon binnen te laten. Z\jn mager, baardeloos gelaat was stellig niet knap te noemen, de verre van fijne trekken verhinderden absoluut den leeftijd van den heer Duringhoffer te bepalenmaar een nietszeggend alledaagsch gelaat was het echter nog veel minder en in de groote blau we oogen, waarin een wonderbaarlijk hel dere glans straalde, schitterde iets dat het meisje haast tegen haar wil dwong beleefd te ayn. „Neemt u alstublieft plaats, mijnheer", zei- de zij. terwijl zij de deur van een smaakvol gemeubileerd vertrek voor hem opende. De bezoeker ging inderdaad zonder ecnige verle genheid op een der sierlijke, vergulde stoel tjes zitten, dat blijkens een hoogst bedenke lijk kraken, meer als sierraad dan voor practisch gebruik bestemd scheen. Hoewel hem verzocht was op dit uur aan wezig te zijn, moest hij geruimen tijd op de verschijning van den professor wachten want de geleerde, die het geweldig druk had. was jui9t pas met z'n ontbijt begonnen. Maar op het gelaat van den jongen man vertoonde zich noch ontstemming noch ongeduld. Met zijn heldere oogen hekeek hij de schilderijen aan den wand en de bronzen beelden op de pronkkast, om daarna in stil gepeins te ver zinken met de gelaatsuitdrukking van iemand, in w'iens woordenboek het woord verveling onder geen enkele omstandigheid schijnt voor te komen. Toen drongen uit de aangrenzende kamer de klanken van een piano tot hem door en hij hief luisterend het hoofd op. De deur naar het neven vertrek was ojlen en daaruit klonken de harmonische tonen, die den wach tenden bezoeker in zijn gepeins hadden ge stoord. Het was merkwaardig welk een ver andering zijn gelaatsuitdrukking onderging, terwijl hij naar het pianospel luisterde. Aan vankelijk was het een uitdrukking van blij de verrassing, dio den bijna strengen ernst had vervangenlangzamerhand gleed er een glans varn verrukking over zijn eerst zoo stroeve trekken en het dienstmeisje zou stel lig zeer verwonderd zijn, wanneer zij had kunnen zien. welk een fraaie lijnen dat ma gere, ernstige gelaat, thans vertoonde. Wel tien minuten lang luisterde hij met de meest gespannen aandachttoen hield het spel plotseling op, een stoel werd achteruit geschoven en de gestalte van een jong meisje verscheen op den drempel in de open deur. Bij het ontdekken van den vreemdeling ont snapte een lichte uitroep van verrassing aan haar mond en zy maakte een beweging, al: of zy zich snel weer terug wilde trekken maar daar Duringhoffen reeds was opge staan en een beleefde, hoewel eenigszlns on handige buiging voor haar maakte, scheen zy dit plan te laten varen en kwam zelfs eenigo passen nader. worden genomen als aan den wenk, door het Dag Bestuur gegeven, is voldaan Met algemeene stemmen wordt daar toe besloten b. Schrijven van den heer P. Nieuw koop te Drongelen. waarin hij verzoekt de kade gelegen langs het oude Maasje te mogen slechten. Nu een betere loozing van het water is verkregen heelt deze kade naar adressants mee ning geen reden van bestaan meer. Verder wijst adressant er op dat daar nu geregeld vuil wordt geworpen. Voorzitter, ik stel voor dit schrijven Ier afdoening in handen van Burg. en Weth. te stellen. De heer v d. Schans zou daar niet te lang mee willen wachten. De heer Branderhorsl merkt op dat er nog bezwaren aan verbonden zijn De Voorzitter beaamt zulks er op wijzende, dat het onderhoud bij het Rijk berust en tengevolge daarvan het eind niet gemakkelijk is te krijgen. Smits. Als de helft van het Rijk Is. wie moei dan voor de walerafiossing zorgen. Voorziiler. Er is vroeger al alle m g lljke moeite gedaan om er af Ie komen, maar het gaat niet. De heer v d Schans vreest dat rmn met den grond van de kade af komend maar amper de heltl zal kunnen dempen.Sprekers bezwaar is ÉMi Hfri lui-lowg -blijft- hangCftf-Nivrw^- koop z'n huur bijna om is en hij er dan niet meer zooveel voor zal voelen en dat zou hij jammer vinden. Smits. De helft blijft toch altijd van het Rijk. Wat voor bezwaar kan er dan bestaan. Ik zou er ook zoo spoedig mogelijk werk van maken. Voorziiler. We zuilen met een en ander rekening houden. 2. Vaststelling percentage Gemeente lijke Inkomstenbelasling. Voorzitter. Tot mijri spijt kan ik met geen voorstel komen om dit te verminderen maar met het voorstel het op 5 pCt. te houden evenals een vorig jaar. Met algemeene stemmen wordt daar toe besloten. 3 Wijziging begrooting 1925 Conform het voorstel van Burg. en Weth. wordt besloten. 4. Voorstel lot het in gebruik geven van bermen langs wegen aan het Wa ..Goeden dag, mynheersprak zy vrien delijk en met een zeer aangenaam klinkende, opgewekte stem. „II wacht hier wnnrschjjn- iyk op mijn vader?" De groote, blauwe oogen, waarin de groote bewondering voor haar schoonheid met byna naive openhartigheid te lezen stond, zouden de jonge dame stellig in verlegenheid ge bracht hebben, indien niet het geheele voor komen van den vreemdeling op haar precies denzelfden indruk als eenige oogenblikken geleden op het dienstmeisje had gemaakt. Tegenover dezen vreemdeling gevoelde zy daarom een neiging om den spot met hem te dryven. terwyi zy misschien tegenover ieder ander de oogen verward zou hebben neerge slagen. Om haar lippen spoelde etui schalksch lachje en in het bekooriyke kuiltje in haar kin zoowel als in haar bruine oogen schenen kleine, overmoedige duiveltjes op de loer to liggen. „Ja. juffrouw." antwoordde de gevraagde. „De professor verzocht mij om 12 uur hier te zfln". „Dan heeft het meisje waarschflniyk ver geten u aan te dienen. Ik zal het onmiddel- ïyk onderzoeken." „U bent zeer vriendeiyk. Maar voor u weg gaat mag ik u zeker wel een vraag doen. Hebt u misschien zoojuist daarbinnen piano gespeeld Het gedrag van den zonderlingen vreem deling vermaakte het jonge meisje oogen- schyniyk steeds meer. „Ja zekerIk hoop. dat het. u niet al te zeer gehinderd heeft. Ik had er geen flauw idëe van. dat ik voor publiek speelde." „Het heeft my in 't geheel niet gehinderd verzekerde hy ernstig, „want het was heel mooi. Stellig is het een groot meester ge weest. die dit stuk gecomponeerd heeft". „O ja velen beschouwen hem tenminste als zoodanig. Hy heette Chopin en zyn naam zal u misschien niet geheel onbekend zön." Duringhoffen schudde het hoofd. „Ik her inner my niet, hem nl eens gehoord te heb ben maar ik gevoel, dat slechts een geniaal mensch zoo iets schoons en hartroerends kan scheppen. Ik dank eenige genotvolle oogen blikken aan uw prachtig spel, juffrouw Juist omdqt het dezen merkwaardigen vreemdeling er abeolunt niet om te doen waa terschapsbestuur te Genderen. De Voorzitter zegt dat Burg. en Weth. een vergadering hebben gehad met het Dag Bestuur van den polder van Genderen. Door den .Voorzitter daarvan werd betoogd dat het zeer onbillijk was dat het Waterschap de zorg heeft over de wegen, dus de las- tèn daarvan heeft, maar niet de lusten. De bermen van de wegen mogen zij niet verpachten, daartoe zijn ze niet gerechtigd. Nu wordt er dan door die en dan weer door die het gras afgemaaid, wat dikwijls reden tot onaangenaamheden geeft. Beter zou het zijn om de bermen in kleine ge deelten te verpachten. Verder heeft die Voorzitter ook nog gezegd dat het polderbestuur het plan had alle mogelijke moeite te doen om den Genderschen dijk vanal het laatste huis tot aan S. van Rijswijk toe in rechten Ie krijgen, dat wil zeggen dat ze den dijk kan verpachten en de voordeelcn daarvan dan in de kas van den polder vloeien. Burg en Weth. hebben deze zaak natuurlijk ook van alle kanten bekeken en stellen voor den dijk in z g. rechten aan de polder af te slaan op voorwaarde dat de gemeente het recht heeft om daar ten allen tijde grond'Ie verkoopen voor het bouwen van een huis met 100 M. grond er bij voor tuin. Verder dat alles eigen- do» «n de gem'ie.-.'c büj!4. -( deze overeenkomst vervalt als binnen 5 jaar de weg niet geheel is verhard. Voorts dat deze weg 3 M. breed moet zijn ongeacht de bermen, zoodat alles te samen zeker 8 M, breed moet zijn. Voorzitter. Ik stel voor die overeen komst zoo aan te gaan. Van den Heuvel. Ik ben legen die 5 jaar. Voorzitter. Die termijn heb ik zelf maar wat ruim gesteld, want de Voorzitter van het Waterschap heeft zeil gezegd, dat de bedoeling is dat de weg binnen 2 jaar hoogstens drie, verhard zal zijn, lk zelf heb dien ter- mijn wat ruimer gesteld om hen een beetje ter wille te zijn, want men kan nooit weten welke omstandigheden er zich kunnen voordoen Van den Heuvel. Die weg had er al lang moeten zijn en nu gaat men een termijn stellen van vijf jaar. Voorziiler. Ze willen er in drie jaar haar te vleien, voelde de dochter van den professor by zj)n laatste woorden toch zoo iets als een lichte verlegenheid. Maar zy schaamde zich daarover toch weer direct, toen zy haar blik nog eens over den nieuwen bewonderaad liet gaan. die zoo grappig on handig voor haar stond en die zulke groote roode handen had. Nog levendiger dan te voren werd in haar het verlangen, een beetje den -pot met hem te dryven. „Dat is meer waardeering. dan ik verdiend heb. mynheer," hernam zy> zfln ernstige ma nier van spreken nabootsende. „TT hebt de zelfde compositie stellig reeds op veel con certen oneindig veel beter hooren spelen. Hy moest wel niets van haar ondeugende bedoeling begrypen. want hy antwoordde rustig ..Neen, ik ben voor zoover ik my kan her inneren nog noott naar een concert geweest". „Wat? Naar geen enkel concert? Is dat mogeiyk? Dan woonde n zeker tot nu toe steeds op het platteland?" „O neen. ik woon nl reeds geruimen tyd in groote steilen. Maar desondanks is het de waarheid, zoonis ik zei. Ook wanneer ik in de gelegenheid gesteld zou zyn een concert hy te wonen, had ik toch geen tyd zulke op voeringen by te wonen." ..Hoe zonderlingMag ik misschien vragefi wat u eigenlflk is?" „Cliemiker. juffrouwIk ben gedurende my» studiejaren een leerling van uw vader geweest en ik werk thans nis assistent in zyn laboratorium." zy was klaarbiykeiyk op ieder ander ant woord eerder voorbereid geweest, dan op dit. dat haar verried, dat zy met een weten- schappeiyk onderlegd man sprak en zy deed geen moeite haar verbazing te verbergen. „Maar hoe is het toch denkbaar, dat u in staat bent een leven te leiden zonder eenig kunstgenot te smaken? Met het doen van analyses en onderzoekingen kan men toch niet zyn geheele bestaan vullen." Over Duringhoffors mager gelaat gleed een glimlach en de professorsdochter ontdekte met nieuwe verwondering, dut hy er op dit. oogenblik zelfs heel charmant uitzag. „Misschien toch wel, juffrouw! Het komt er nu niet bepaald direct op aan, wat men doet maar dat men het met hart, en ziel doet en dat men niet iets nutteloos verricht. Do eene bezigheid heeft evengoed reilen van bestaan als de andere." De jonge dame schudde eenigszlns onge duldig liet hoofd. „Och. zoo bedoel ik het niet. Dat men een of ander bepaald beroep moet hebben, spreekt vanzelf en dat ik een wetenschap, die myn vader beroemd heeft gemaakt, niet geringschat, zult u zich toch wel kunnen voorstellen. Maar ik begrtyp niet dat men alleen in zulk eep eentonigen arbeid ten volle bevrediging kan vinden. Men moet niet het minste gevoel voor het groote en mooie bezitten, wanneer men in staat is. zoo van alles afstand te doen. dat anderen tot geestdrift stemt en genoegen versfehaft." „U zoudt stellig -gelijk hebben, juffrouw", antwoordde hy rustig, „indien datgene, wat u het groote en mooie noemt, zich voor ons nergens anders openbaarde dan in de kunst. Maar men kan bezieling en loutering ook op ander gebied zoeken, zonder daarom zulk een strenge afkeuring te verdieiien. Een be staan. waaraan een doel en een doelbewust streven ontbreken, zou toch al heel bekla genswaardig zijn. Een doch daar is de professor „Goeden morgen, beste Duringhoffen Neem me maar niet kwaiyk. dat ik je zoo lang heb laten wachten. Maar misschien was je met deze plaatsvervanging nog niet zoo heel ontevreden, want je zult met myn doch ter toch wel een onderhoudend gesprek ge voerd hebben niet waar? zyn servet nog in de linkerhand houdend, stond professor Wallroth in de deuropening een flink gebouwde, statige vijftiger, die ondanks de talrijke gry'ze draden in-zyn vol. dicht hoofdhaar en zyn golvenden haard, stel lig nog een knappe man genoemd kon wor den. De goede stemming, waarin een gezond mensch door een smakeiyken maaltyd pleegt te geraken, spiegelde zich af op zyn opge wekt gelaat en klonk uit zyn joviale begroe ting. In plaats van den assistent echter was het professors dochter, die hem op zyn laatste vraag antwoord gaf. „Zeker, vadertje, wfl hebben ons voortref felijk beziggehouden en wat my lx»treft, hen ik zelfs eenige goede lessen ryker geworden. Maar ik wil u nu niet langer storen. Goe de morgen, mflnc heeren (Wordt vervolgd). art te

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1