i
No. 26.
WOENSDAG 31 MAART 1926
49e Jaargang.
DERDE BLAD.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Vrijdag 26 Maart
des avonds ten 7 uur.
Voorzitter Edelachtb. Heer E. Moo-
nen.
Goed zeven uur opent de Voorzitter
de vergadering; afwezig de heer J.
Oomens. 9
Op de vraag van den Voorzitter of
een der leden iets op de notulen heeft
aan te merken zegt de heer P. Verwiel
dat hij wel geen aanmerking heeft te
maken, slechts een opmerking. In de
notulen staat n.l. dat het voorstel van
den heer Smolders om met kermis kin
deren beneden de 18 jaar te laten dan
sen, niet werd gesteund. Dit is echter
wel het geval, aangezien hij het voor
stel heeft gesteund.
Zal alsnog in de notulen worden op
genomen.
Aan de orde:
1. Ingekomen sjukken.
Schrijven van Ged. Staten, houdende
goedkeuring tot heffing van eene re
tributie-verordening.
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
Schrijven van den heer H. A. W. Su
rig, luidende als volgt:
Waalwijk, 5 Maart 1926.
Gericht aan Z. Exc. den Minister
van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw.
Excellentie
Ondergeteekende H. A. W. Surig te
Waalwijk geeft U Exc. met verschul-
digden eerbied te kennen.
dat hij ter vervulling van een vaca
ture in den Gemeenteraad tot Raadslid
benoemd is verklaard en in dezelfde
raadsvergadering, waarin zijne geloofs
brieven werden goedgekeurd (18 De
cember 1925) is geschorst als raadslid,
omdat hij een huis der gemeente be
woond, dat hij vóór zijne benoeming
tot raadslid onderhands van de Ge
meente had gehuurd;
dat deze schorsing als ontijdig, door
Gedeputeerde Staten van N. Brabant
niet is doorgezet in eene vervallen ver
klaring van zijn raadslidmaatschap;
dat de Raad der gemeente Waalwijk
daarop dat schorsingsbesluit heeft in
getrokken;
dat hij voor de raadsvergadering van
29 Januari 1.1. een oproeping ontving
om zich te laten beëedigen, terwijl vol
gens dezelfde agenda daarna tot zijn
schorsing zou worden besloten,
dal adressant niet op deze vergade
ring is verschenen en derhalve zijne
beëdiging en schorsing niet hebben
kunnen plaats vinden, omdat hij eerst
wil weten hoe zijn verhouding tot de
gemeente als gekozen raadslid is;
dat de gemeenteraad van Waalwijk
de voorgenomen schorsing baseert op
art. 26 der gemeentewet, daar onderge
teekende in een gemeentewoning huist
en dus in strijd zou handelen met art.
24 dier wet;
dat dit de bedoeling van den Wetge
ver niet kan zijn, daar ondergeteeken-
des als genoemde schorsing zou door
gaan en goedgekeurd worden, als straf
twee jaar van een deel zijner burger
schapsrechten zou verstoken worden,
ofschoon hem als raadslid geen enkel
delict kan ten laste gelegd worden;
dat art. 24 voor de „zittende" leden
geldt om fraude of bevoordeeling van
zich zeiven of familie te voorkomen
en dit artikel alleen ziet op handelin
gen door personen gepleegd, die al lid
van den Raad zijn;
dat de wet slechts spreekt van deel
nemen doch niet van deelhebben wat
noch taalkundig, noch juridisch, noch
in de praktijk hetzelfde blijkt te zijn,
zoodat het als een willekeurige wets-
uitlegging moet beschouwd worden,
het eene begrip voor het andere te ne
men;
dat het woord „deelnemen" in art. 24
der G. W. ziet op een handeling als
raadslid, doch nimmer kan slaan op
een toestand, die bestaat op het oogen-
blik, dat iemand tot raadslid wordt ge
kozen
dat het voorts bevreemden moet, dat
een voorstel om ondergeteekende te
schorsen werd ingediend, terwijl nog
3 raadsleden en de heer Burgemeester
ook in gemeentewoningen huizen;
dat hier in Waalwijk de gemeente
woningen wel onder een afzonderlijk
finantieel beheer staan volgens art.
114bis der G. W. en beheerd door een
commissie van bijsctand volgens art.
54 dier wet, doch dat deze woningen,
zoo niet onmiddellijk dan toch middel
lijk door deze raadsleden en den bur
gemeester van de gemeente zijn ge
huurd;
dat men dus kan zeggen, dat de E. A.
heer Moonen, burgemeester volgens
art. 60 der G. W. in strijd zou handelen
met art. 24 dier wet; dat ook de heer
Roggeveen', Inspecteur der belastingen
en raadslid, voor wien persoonlijk de
gemeente heeft gebouwd, na vooraf
met dezen geaccordeerd te hebben over
den huurprijs; en de raadsleden Smol
ders en v. d. Aa in gemeenlewoningen
huizen middellijk van de gemeente on
derhands hebben gehuurd en derhalve
geschorst en vervallen verklaard die
nen te worden;
dat ondergeteekende namens 't ge
meentebestuur is toegevoegd dat hij in
't bijzonder geval verkeert, dat alleen
hij kans heeft gehad de woning te hu
ren, waarin hij sinds jaren reeds ge
vestigd is;
dat dit echter bezijden de waarheid
is, daar bij het continueeren van zijn
huur ook de heer van Kempen alhier
een verzoek om de woning te huren had
ingediend, zoodat het slechts van een
toeval afhing, dat ondergeteekende in
zijn woning kon blijven;
dat er overigens geen overeenkomst
of schriftelijk contract tusschen hem
en de gemeente bestaat;
dat hij daarom meent, dat als onder
geteekende moet worden geschorst en
vervallen verklaard, datzelfde ook be
hoort te geschieden ten aanzien van de
genoemde personen;
dat hij evenwel van oordeel is dat
art. 24 der G. W. in casu op hem niet
van toepassing is;
dat hij daarom U Exc. eerbiedig ver
zoekt naar het vorenstaande onder
zoek te willen doen instellen en onder
geteekende in te lichten, of hij zonder
vrees van te worden geschorst en ver
vallen verklaard van zijn raadslid
maatschap, zich aan de beëediging als
raadslid kan onderwerpen.
't welk doende
van. Uwe Excellentie de
onderdan. dienstw. dienaar,,
H. A. W. SURIG.
Voorzitter. Dit schrijven is niet on
derteekend, alleen is de naam er on
der getypt. Dit schrijven hebben de le
den niet bij de ingekomen stukken aan
getroffen, wijl het pas hedenmorgen is
ingekomen. Burg. en Wet li. zullen een
antwoord daarop klaarmaken en de
leden in een volgende vergadering over
leggen.
Adres van de Waal wij kschc Cliroom-
lederfabriek v.h. van Dooren de Greeff,
houdende de mededeeling dat ze bij Ge
deputeerde Staten dezer provincie in
beroep gaan tegen het genomen raads
besluit.
Voorzitter. De berekening van den
gemeente-opzichter heeft bij de stukken
ter inzage gelegen, zoodat de leden
hebben kunnen zien dat de kosten voor
het optrekken van een gebouwtje in
hout of met een half steens muurtje
niet zoo veel schelen. Aangezien de
toon van het stuk zoo onwaardig is,
durf ik adviseeren het gewoon voor
kennisgeving aan te nemen.
De lieer Van Driel zegt niet in de
gelegenheid te zijn geweest om de stuk
ken te komen inzien en zou daarom
gaarne zien dat het schrijven wordt
voorgelezen.
Uit de voorlezing blijkt dat de firma
kennis geeft dat ze van het genomen
raadsbesluit bij Ged. Staten in beroep
gaat. Verder zegt ze dat ze niet kan
begrijpen hoe de leden van den raad
het met de hocus pocus-rekening van
den opzichter zoo maar zonder meer
eens kunnen zijn en daarop een ver
zoek afwijst. Nogmaals wijst ze in haar
schrijven er op dat het bouwen van
een loods met een half steens muurtje
voor haar te kostbaar is, vooral met
het oog waarop liet moet worden ge
bruikt. Aangezien ze zelf in het bezit
is van wat hout, zou een houten loods
haar ƒ225 kosten. Moet dit echter met
een half-steensmuur worden opgetrok
ken, dan zullen de kosten daarvan
1457 bedragen.
Uit het rapport van den opzichter
blijkt dat een houten loods, slechts
63 goedkooper zal zijn dan een op
getrokken met een half-steens muurtje.
Voorzitter. Als de firma in het be
zit was van steenen, kan ze het wel zoo
uitrekenen dat een loods van steenen
opgetrokken, goedkooper is dan wan
neer die van hout wordt opgetrokken.
Roggeveen. Ze geven alleen maar
kennis dat ze van het besluit bij Ged.
Staten in beroep zijn gegaan, dus be
hoeft liet niet te worden herhaald.
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
Schrijven van eenige caféhouders,
houdende het verzoek om gedurende de
kermis geen danstenten toe te laten.
Voorzitter. Ik stel voor dat adres
voor kennisgeving aan te nemen.
Verwiel. Kan de raad op het geno
men besluit om dit in handen van B.
en W. te stellen, niet terugkomen.
Voorzitter. De raad heeft besloten
deze zaak in handen van Burg. en Wet
houders te stellen, maar de raad kan
daar zeker op terugkomen. Het colle
ge van Burg. en Weth. adviseert nu al
leen maar om dit schrijven voor ken
nisgeving aan te nemen.
Verwiel. Vroeger zijn 'tocli ook nooit
danstenten toegelaten, waarom moet
dat nu wel worden gedaan.
Voorzitter. Een vorig jaar heeft die
tent heel goed voldaan. Zelf heb ik ze
bezocht en zooals ik algemeen heb
vernomen, is het publiek er zeer mee
ingenomen geweest. Voor de gemeente
heeft het bovendien een voordeel van
500 gebracht, vanwege de staanplaats
zoodat er alle j-eden voor zijn om weel
een danstent toe te laten.
De kermis is er voor de gemeente-
naren, niet uitsluitend voor de koffie
huis-houders.
Verwiel. Men ziet het bijna in geen
enkele gemeente, dat ze worden toege
laten. Ik zou daarom voor willen stel
len om ook hier geen danstent toe te
laten met kermis.
Aangezien dit voorstel door geen der
leden wordt ondersteund, kan het niet
in omvraag worden gebracht.
Voorzitter. Ik hoop dat het '4 laatste
rekwest is dat we hierover krijgen.
Voorzitter.
Naar aanleiding van de door den
heer van Driel in de vorige vergadering
gestelde vraag betreffende liet verkoo-
pen van grond door het bestuur van de
Besoijensche Woningbouwvereniging,
kan ik mededeelen, dat. de heer Both
op het raadhuis is geweest en de toe.-
zegging heeft gedaan dat hij den bewus-
ten grond wel aan lager prijs wilde
verkoopen.
Verslag van de Commissie van toe
zicht op het lager onderwijs.
Voorzitter. Ik stel voor dit in han
den van Burg, en Weth. te stellen, op
dat deze nader van advies kunnen die
nen.
Aldus wordt besloten.
Schrijven van den heer Roggeveen,
waarin hij mededeeling doet dat aan
zijn verzoek om overplaatsing is vol
daan. Mitsdien verzoekt hij met ingang
van heden ontslag als lid van den ge
meenteraad.
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
Voorzitter. Naar aanleiding van het
feit dat wij de kwestie hebben behan
deld van aankoop van een gedeelte
grond van het. Kerkplein van de Ned.
Herv. Gemeente alhier, 0111 de straat
aldaar wat breeder te maken, is no
taris Schaap daarover ten Raadhuize
geweest en deze heeft gezegd dat het
Kerkbestuur bereid was gevonden om
een gedeelte van dit plein te verkoopen
en wel zoover dat de boomen juist ach
ter de muren zouden vallen. Het laag
ste cijfer dat in het Kerkbestuur was
genoemd was ƒ5000 en het. hoogste
25000.
Van den heer Treffers moet, om de
trottoir gelijk te maken ook een stuk
je van zijn tuintje afgenomen worden.
Deze is bereid het te verkoopen tegen
den prijs van 150 per M2.
Met den heer Mortier, waarvan men
dan ook een gedeelte van diens grond
moet hebben, is wel te onderhandelen.
Hij zelf heeft dien grond voor 40 per
M2 gekocht. Daaromtrent zou wel een
regeling zijn te treffen.
Waar echter de andere gevraagde
prijzen zoo exhorbitant hoog zijn en
geen basis vormen om er op in te gaan
en de veiligheid daar nog niet zoo in
gevaar wordt gebracht dat tot ont
eigening kan worden overgegaan, stel
ik voor van dat voornemen voorloopig
maar af te stappen.
Mocht het later blijken dat voor de
veiligheid het noodzakelijk is dat. de
weg daar breeder wordt gemaakt, dan
kan nog altijd verder langs wettelijken
weg daartoe worden overgegaan.
Timmermans. Het is heel jammer,
want de toestand is daar werkelijk al
les behalve veilig en dat wordt met den
dag nog erger.
Voorzitter. Dat is zoo, maar wij heb
ben rekening te houden met de ge
vraagde prijzen.
Timmermans. De gevraagde prijzen
zijn fantaisie prijzen, maar heeft men
tijdens de bespreking den indruk niet
gekregen dat er wel wat aan te doen
zou zijn aan die prijzen.
Voorzitter. Waar de prijs hooger
werd dan 200 per M2 en men boven
dien nog voor de kosten van verzetten
van den muur kwam, zijn wij er maar
niet verder er op ingegaan. Ons plan
was ook nog wat meer grond van het
plein te koopen, zooveel dat de daar
staande hoornen aan den kant van de
trottoir kwamen, juist zooals in de
straat.
Van Driel. Op die basis is niets te be
reiken.
Voorzitter. We zullen de kat maar
eens uit den boom blijvenkijken.
2. Beëediging en schorsing van het
nieuw gekozen lid H. A. W. Surig.
Aangezien de heer Surig niet aanwe
zig is kan daartoe niet worden overge
gaan.
3. Aanvulling van de commissie
van Toezicht op het Lager Onderwijs.
Voorzitter. Het is wenschelijk dat een
leerkracht van de bijzondere schooi
zitting heeft in de Commissie. Burg.
en Weth. hebben op de voordracht
geplaatst de heer P. Broos.
Met algemeene stemmen wordt deze
benoemd.
4. Voorstel tot stichting van een ge
meentelijk slachthuis.
Voorzitter. Alvorens tot de behande
ling van de openbare discussie over te
gaan schors ik de openbare vergade
ring teneinde eenige bespreking te hou
den.
Ongeveer een uur later wordt de ver
gadering heropend.
De heer Smolders verkrijgt het
woord. -
Hij moet beginnen met zijn meening
uit te spreken, dat de tijd van voorbe
reiding van den raad voor een zoo be
langrijk punt als thans aan de orde is,
n.l. de stichting van een abattoir, wel
zeer kort is.
Burg. en Weth., die zeer waarschijn
lijk voortdurend in hunne vergaderin
gen dit onderwerp besproken hebben,
zullen dat zoo niet voelen. Doch wij,
zegt spr., hebben na de vergaderingen
van Augustus en September 1925,
waarin de stichting van een abattoir
werd ingeluid officieel totaal niets
meer van de zaak gehoord en hebben
thans in enkele avonden, na volbrach
te dagtaak, een omvangrijk en belang
rijk preadvies te bestudecren, waar
voor werkelijk meer tijd noodig was.
Als ik een en ander, naar aanleiding
van genoemd preadvies naar voren
breng, aldus spr., hoop ik dat u, mijn
heer de Voorzitter er rekening mee
zult willen houden, dat ik mindere
avonden, dan Uw College maanden
voor bestudeering en voorbereiding
heb gehad.
Als hij de besprekingen in de verga
dering van September 1925 in het ver
slag naleest, ziet hij, dat vooral bij
monde van den heer Roggeveen is aan
gedrongen, om van verschillende
slachthuizen exploitatie-rekeningen
over te leggen om door een zoo uitvoe
rig mogelijk cijfermateriaal het inzicht
te verruimen.
Wel zeer opvallend is het, dat be
treffende dit punt totaal alles ontbreekt
•Spr. komt hier straks verder op
terug.
Hij wil het preadvies op den voet
volgen en categorisch zijne bedenkin
gen maken, zijn zienswijze weergeven
of vragen stellen.
Wat betreft de opgesomde eischen
waaraan de slagersinrichtingen per 1
Juni 1927 moeten voldoen, wil hij wijzen
op een belangrijke rede van Dr. ten
Haaff, gehouden «op de 11e jaarver
gadering van den Frieschen Slagers-
bond en opgenomen in de Slagers
courant van 5 Maart 1.1. Van belang
is die rede, vooral het slot waarin
genoemde spreker mededeelt, dat zeer
binnenkort wijzigingen van het Kon.
bnsluit van 6 Juni 1922 zijn te wachten
meer rekening houdende met de prac-
tische uitvoerbaarheid,'waarom hij de
slagers aanbeval te wachten tot ge
noemde wijzigingen zijn verschenen,
met veranderingen aan hunne inrich
tingen aan te brengen.
Dit wordt nu natuurlijk ook een
factor, bij den opzet der berekeningen
van de kosten die de slagers moeten
maken en hoe die staan in verhouding
tot de kosten van het abattoir.
Op bladzijde twee en drie van het
rapport van Burg. en Weth. wordt
ontwikkeld waardoor zij zich hebben
laten leiden bij de beoordeeling der
vraag of tot een gemeentelijk slacht
huis behoort te worden overgegaan,
nl. alleen door het algemeen belang.
Dat algemeen belang is betrokken bij
a. een doelmatige keuring, b. hygië
nische behandeling van het vieesch.'
c. verzameling van slachtafval op één
punt, d. economische uitvoering der
wettelijke voorschriften, e. prijsrege
lenden invloed van een slachthuis.
Wat a. b. en c. betreft, waarvoor
hoofdzakelijk naar het gepubliceerde
rapport in „De Echo van het Zuiden"
wordt verwezen, wil hij er alleen dit
op zeggen, dat z. i. de voordeelen
niet smal zijn uitgemeten en acht hij
de economische uitvoering der wette
lijke voorschriften van belangrijker be-
teekenls. Het wil er bij hem, alleen op
de vergelijking met Winterswijk, niet
in dat voor Waalwijk met zijn 25 sla
gerijen ongeveer, waaronder nog enkele
uitsnijderijen, waarbij toch zeker meer
dere inrichtingen, waarvoor de kosten
voor aanpassing aan de wettelijke
voorschriften gering zullen zijn, in
totaal t 55.000 zouden bedragen. Een
deskundig onpartijdig onderzoek zou
van beteekenis zijn.
Dan wordt er nog op gewezen, als
het mogelijk zou zijn rente, afschrijving,
enz. enz. onder cijfers te brengen, de
centralisatie stellig voor de slagers zelf
belangrijke voordeelen opzou leveren.
Volledigheidshalve moet hij er in dit
verband dan toch op wijzen, dat alle
eigen slachterijen door een centrale
slachtplaats ir.productief worden, bij
gevolg dood kapitaal, waarvan het
rente-verlies ook niet zoo gemakkelijk
zal te berekenen zijn, maar wat rech-
•ens toch van de voordeelen moet
worden afgetrokken.
e. Den prijsregelenden invloed van
een slachthuis.
Waar gezegd wordt, dat de slacht
huisrechten moeten opwegen tegen de
eigen kosten der slagers, moet hij
wijzen op hetgeen hij hiervoor heeft
gezegd, en blijft dit vooral voor hem
een groote open vraag.
De aangehaalde feiten over de
vleeschprijzen alhier hebben zijn volle
instemming, maar of een slachthuis
hierop die uitwerking zal hebben, als
is weergegeven, blijit ook een vraag.
Andere invloeden of wisselwerkingen
zooals die zich in het economisch
leven algemeen openbaren, in kwestie
het Argenlijnsch vieesch, blijken hem
factoren, waarvan meer afhangt.
Over de op blz. 4 en 5 besproken
bezwaren der slagers zal hij niet ver
uitweiden. Van de opgesomde voor
deelen van een slachthuis heeft hij
gezegd dat ze niet smal uitgemeten
zijn. Dit wil hij ook zeggen van de
bezwaren der slagers, die zijn ook niet
smal uitgemeten, terwijl de weerleg
ging der bezwaren door B. en W. nog
ai breed is genomen.
Op het antwoord ten 4e en 5e komt
hij bij de bespreking der exploitatie-
begrooting terug.
Voor plaatsing van een slachthuis
als er toe besloten wordt, heeft het
terreiauiabij den spoorweg zijn instem
ming.
Nu komt hij aan een leemte in het
preadvies, nl. cijfermateriaal, waarop
vroeger de heer Roggeveen doelde en
waarop ook hij en zeker meerdere
heeren wel prijs zouden stellen.
Neem cijfers, die noodzakelijk zijn
ter beoordeeling.
Wij hebben hier alleen de mede
deeling van een architect, die gespeciali
seerd is, dat het opgezette plan
f 98 000 kost, waar B. en W. een
schepje van f 12000 hebben opgelegd
en af is de zaak. Verleen ons dit
crediet en wij zorgen dat alles in orde
komt, daar komt het voorstel op neer.
Naar zijne meening heeft hier de
raad toch ook wel recht op een
gespecificeerde kostenbegrooting van
het ontworpen plan, zoowel wat bouw,
inrichting, enz. betreft.
Hij had verwacht in verband met
het plan, hier cijfers aan te treffen,
over oprichtingskosten enz. van reeds
bestaande slachthuizen gelijk met
Waalwijk overeenkomen. Dan konden
daaruit vergelijkingen gemaakt worden
betreffende de exploitatie begrooting.
Nu de overgelegde exploitatie-begroo
ting. Totaal ondeskundig, en op dit
punt weinig geïnformeerd, wat hij
terugwijst naar B. en W. durft hij het
toch aan, deze vage begrooting te
becritiseeren.
Uitgaven.
1. Personeel f 1800. (In de toe
lichting tot dezen post wordt wel
geen enkel woord gerept over perso
neel, belast met de dagelijksche leiding.
Trouwens in de heele voordracht is
hierover geen sprake).
Wie wordt daar voor aangesteld,
of gebeurt zulks allemaal gratis, of
is deze arbeider van f23 per week
de persoon die alles opknapt?
5. Bureau-behoeften f 50 De
administrateur die de bureau behoef
ten noodig heeft, is dat weer dézelfde,
de één man vast personeel of ge
schiedt het gratis.
Kan één man, met een hulp 1 a 2
dagen de geprojecteerde inrichting
schoon houden, stoken en mogelijk
machines en koèlinrichting bedienen?
De kosten van een expeditiewagen,
bedoeld onder 5e van meergenoemde
bezwaren, met mogelijk nog chauffeur,
moeten die niet onder uitgaven opge
nomen worden.
11 Rente 43/4 pCt. van f 110 000 zijn
daar de grondkosten onder begrepen.
De extra te maken rioleering met
schuif enz. is die in de begrooting
opgenomen
Ontvangsten.
1. Slachtloon. (Moet zeker slacht-
recht zijn.)
Zeer opvallend is het verschil van
het aantal geslachte runderen over
1925 en 1924, welke hij in zijn bezit
heeft.
664 -in 1925 en 461 in 1924 dus
rond 200 verschil. Hij vindt het van
groot belang, het aantal geslachte
runderen over eenige jaren na te gaan
De Echo van het Zuiden.
Gemeenteraad Waalwijk.