Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. PASCHEN. li I 8f Sn k FEULLETON GEEN GEWETEN, QÖQR, EEVftRI 49e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMEB BESTAAT UIT DBIE BLADEN. EERSTE BLAD. Weer staan wij dan op den voor avond van het feest der Verrijzenis. Zijn de groote kerkelijke vierdagen in het algemeen reeds geëigend voor een beschouwing van heerschende toestanden, meer bijzonder leent zich daartoe het Hoogfeest van Paschen. Paschen immers, dat herinnert aan de glorievolle triomf van Christus op den dood, stelt ons weer scherp voor den geest de toekomstige victorie van de christelijke, de katholieke gedachte, die wij nastreven, op de heerschende materialistische idee van onze dagen. Deze victorie toch, zou, als het licht eener nieuwe verrijzenis de maat schappij gaan overstralen. Gemengde gevoelens trekken voorbij, wanneer wij eenerzijds de diep inge wortelde geest van eigenbelang en stofvergoding, maar anderzijds toch een steeds meer oplevend verlangen naar- en beoefening van naastenliefde en christelijke, katholieke geloofs beleving moeten en kunnen consta teeren. Legio zijn de terreinen, waarop genoemde tegenstelling zich openbaart. Bij beschouwing der volkeren ver houding treedt dit reeds onmiddellijk en zeer helder aan het licht. Werden nog voor korte weken de harten van alle vredelievende diploma ten met teleurstelling vervuld, bij de mislukte tiendaagsche Conferentie, die Genève te aanschouwen gaf, waar Brazilië zich stellend op zuiver egoïs- tisch elk - persoonlijk - offer - schuwend standpunt, een zoo geduchte slag toe bracht aan het prestige van den Vol kerenbond, verheugend mag het toch genoemd worden, dat onder'de Locarno mogendheden de geest van welwillend heid en wederzijdsche waardering be waard bleef, wat ons in zekere mate aanleiding zoukunnengeven te spreken, zij het dan niet van een onmiddellijk, dan toch een middelijk succes van dit Genè^e-debat. Stemt de steeds sterker aan den dag tredende gisting in het verre Oosten zeer zorgwekkend, verblijdend mag het toch heeten, dat langzaam maar zeker de pacifistische gedachten in velen heeft weerklank gevonden, getuige de vredes bonden welke hier en elders werden opgericht en waaraan de Pauselijke Vredes Actie de groote stoot gegeven heeft, zoodat ondanks alle zeker nog te verwachten conflicten, de eerste stappen gezet zijn op den weg naar de algemeene volkeren-vrede. Hebben in onze blnnenlandsche po litiek de laatste maanden groote ver warring gebracht, is veel van wat wij in 's lands belang noodig en nuttig achten verloren gegaan en een krachtige beginsel-regeering voor de naaste toe komst vrijwel onmogelijk gemaakt, zij hebben toch in 't licht der nuchtere werkelijkheid de partijen doen zien. wat zij van elkaar te verwachten hebben en zullen aldus voor de Katholieken een spoorslag zijn zich in éénheid sterk te maken. Ook het sociale terein biedt nog immer een schrille tegenstelling, wijl nog altijd het vuur van den klassen strijd in alle felheid rond ons oplaait, maar des ondanks zijn ook daar licht punten te bespeuren, al was het enkel de actie voor meerdere toepassing van het beginsel der naastenliefde in ons maatschappelijk bestaan met als eerste vrucht een streven naar meer en beter wederzijds begrijpen en waardeeren tusschen werkgevers en werknemers, hoewel het ideaal blijkbaar nog in verre toekomst ligt. Evenzoo bestaat op geestelijk gebied dat schrijnend contrast, waar eener- zijds nog altijd het materialisme hoogtij viert, maar anderzijds toch een zekere onvoldaanheid zich openbaart, stre vend naar vergeestelijking. Ook op't terrein der wetenschappen, van kunst en anderszins waren derge lijke stroomingen aan te wijzen. Zeker, zij het verre van mij, waar nog immer de golven van grof zeden bederf over de wereld gaan de hui dige toestanden als bevredigend te schilderen integendeel; maar toch meen de ik te mogen en te moeten wijzen op de enkele lichtpunten, die deels in den vorm van reactie, deels in andere vor men zich openbaren, niet omdat daar uit de conclusie zou worden getrokken dat wij in zelfgenoegzame afwachting zouden neerzitten, maar opdat wij zouden worden aangespoord juist van dit reactie tijdperk gebruik te maken ons met energieke kracht te werpen op de propaganda onzer katholieke idee's op elk terrein. Het gunstige oogenblik ongebruikt laten voorbijgaan zou zich in de toe komst stellig en zeker wreken. Het nageslacht dat uit de huidige, dan tot geschiedenis geworden ge beurtenissen over ons zal oordeelen, zou er ons een rechtmatig verwijt van maken. Het licht der waarheid is ons niet gegeven om het te plaatsen onder de korenmaat maar op den kandelaar op dat de wereld erdoor worde over straald. De katholieke idee op elk terrein vooral hier in ons Roomsche Zuiden, bedreigd door sluwe aanvallen van allerlei brochuren-schrijvers, die onze provinciën bestrooien met geschrifjes van zeer verdacht gehalte. Paschen het feest der Verrijzenis, moge het worden voor de wereld, het kracht gevende symbool voor de op standing tot een nieuw en edeler leven, waarin de naastenliefde de plaats krijgt, die haar toekomt. Een leven, waarin de mensch weer gevoelen zal, dat de geest gaat boven het stof, de ziel boven het lichaaam Mariapolder. A. v. D. PLU1JM. PAASCHMORGEN. GEMEENTERAAD. HERPT. Vergadering van den raad der ge meente Herpt c.a. op Woensdag 31 Maart 1926 des avonds half acht. Voorzitter H. J. v. Eggelen, burge meester. Secretaris, T. A. J. v. Liempt. Aanwezig allen. 1. üe Voorzitter opent de vergade ring en doet de notulen der vorige ver gadering voorlezen welke onveranderd worden goedgekeurd. 2. Ingekomen stukken: Bericht van goedkeuring van Ged. Staten omtrent in de vorige vergade ring vastgestelde wijzigingen der ge meente-begrooting 1925. Proces-Verbaal van bij den gemeen te-ontvanger gehouden kasopneming. Worden voor kennisgeving aangeno men. 3. Verzoek van den heer J. P. Stra- ver om eervol ontslag, als hoofd der openbare school tegen 1 April. De Voorzitter stelt voor aan dit ver zoek te voldoen. De heer Straver is benoemd als hoofd der Mulo-school te Heusden; er is geen bezwaar om aan dit verzoek te voldoen, daar als tijdelijk onderwijzer zich heeft beschikbaar gesteld de heer Bouman. B. en W. hebben den Inspecteur van het Lager Onderwijs hierover geraad- „mtjn moeder zou ons immers kunnen zien Maar een verrassing is het inderdaadWat is de reden van je plotselinge komst hier. terwyi je toch 14 dagen geleden nog schreef, dat er voorloopig geen kans voor je bestond uit Frankfort hierheen te komen?" en de gemeenschap boven de ik-heid. Daarnaar te streven is werken ln den geest van Hem, van wiens Ver rijzenis- feest deze de vooravond is. pleegd en deze vereenigt zich ermede om den heer Bouman tijdelijk aan te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 4. Vaststelling vermenigvuldigings- cijfer voor de gemeentelijke inkom stenbelasting dienstjaar 19261927. Dit is reeds eenige jaren vastgesteld op 4 B. en W. hebben gemeend zulks nu op 3te stellen. Het is wel geen groote vermindering, doch het scheelt al veel daar de belasting hoog is en dan is dat toch direct al van invloed. Dan kan de Voorzitter nog mededee- len, dat als vervolg op het besluit van de vorige vergadering het verleggen van den stoep aan den Bernschen Dijk, de afgraving van dien grond 75 ets. per M3 heeft gekost, waarvoor ƒ1,was gevraagd. v. d. Broek: Heeft dit iemand afge meten. De Voorzitter: De heer Leenhouts heeft dit opgemeten, die komt daar af en toe kijken, hij gelooft dat het ge- wenscht is dat er een goed deskundig opzicht plaats heeft en dat de heer Leenhouts een zeer consciëntieus man is. v. d. Broek: Hoever staan ze met het werk? De Voorzitter: Het plan is om Dins dag over 8 dagen wat dan klaar is te verpachten; blijkt het dan niet genoeg op te brengen, dan zou de gemeente het zelf wel willen bezaaien. Zooals het er nu uit ziet is het een mooi werk. NUMMER 27. ZATERDAG 3 APRIL 1926. De ilcho van het Zuiden, Waalwjjkscke en Langstraalsclie Courant, Dit blad verschat WOENSDAG ENZATERDAG. Abonnementprfls per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rjjk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. van „DB ECHO VAN HET ZÜIDEN". ROMAN VAN REINHOLD ORTMANN. 4). Zoodra de deur zicb echter achter de mo diste gesloten had, veranderde de goedhar tige uitdrukking op het gelaat der oude da me op opvallende wijze en zij sprak op ge- prikkelden toon Een armzaliger vod dan dit kon je je ze ker niet uitzoeken? Dat zal werkelijk een zeer passend toillet worden voor de bruid van een wereldberoemde geleerdeJe maakt het den menschen inderdaad gemakkelijk om hun aanleiding tot spotternijen te geven. „Ik heb een japon gekozen in overeen stemming met onze omstandigheden," ant woordde Edith met koele onverschilligheid. „Wie tenslotte neiging gevoelt met de ar moede van een ander den ,spot te drijven, die heeft daartoe, wat ons betreft, zeker reeds vroeger gelegenheid genoeg gevonden." „Onze armoede natuurlijk Jouw lieve lingsonderwerp, omdat je weet, hoe ondraag lijk het voor mij is dat gehate woord te hoo- ren. Het is al erg genoeg, dat wij niet altijd in staat waren voor de menschen te verber gen, hoe of het met ons gesteld was; nu is het toch waarachtig niet meer noodig ons als bedelaarsters aan te stellen en tot boos aardige praatjes aanleiding te geven. Je hebt gezien hoe de modiste, die mij acht da gen geleden nog geen eenvoudige japon meer op crediet wilde leveren, haast niet vlug ge noeg met haar stalen kon komen opdagen, nadat ik haar van je verloving in kennis had gesteld. Er is geen enkele zaak in de stad, die het zich niet tot een bijzondere eer zou rekenen voor ons te werken." „Om dan op den dag na mijn huwelijk den professor een ellenlange rekening voor te leggen. Gelooft u werkelijk, moeder, dat ik terwille van een japon gevaar zou willen loopen, direct al in een scheve verhouding tot (len professor te komen staan? Daar mjjn eenvoudige toiletten hem niet belet heb ben my zyn genegenheid te toonen, zal mijn verloofde voorloopig wel niet van mij eischen, dat ik om zijnentwille schitterende toiletjes draag. Alle andere menschen echter zijn mij volkomen onverschillig." „Nu ja, het is waar, dat je zoo dol ver liefd op hem bent geworden, dat je voor niets anders oog meer hebt, dan voor hem", ant woordde mevrouw van Manstein spottend en haar eerst zoo zachte stem bad nu een bij zonder onaangenamen, honenden klank. „Ik hoop dat deze overdreven hartstocht je niet voor altijd zal verhinderen ook eenige notitie van je oude moeder te nemen." Edith leunde achterover op de sofa en greep naar een boek. „Het oude liedje! U moest nu toch einde lijk eens ophouden dat onderwerp aan te roeren, moederwant u zult toch wel be grepen hebben, hoe weinig indruk het op me maakt." Mevrouw van Manstein scheen een scherp antwoord op deze allesbehalve vriendelijke verzekering op de tong te hebben, maar nog voor zij iets kon zeggen, werd er bulten ge beld en haar door eerwaardig wit haar om geven gelaat nam met verrassende snelheid weer de uitdrukking van heinelsche goed heid aan. „De professor!" sprak zij gejaagd. „En ik heb me nog niet eens verkleed. Mijn beste kanten muts mag ik toch zeker wel opzetten. Het zal voor jou wel geen bezwaar zijn een paar minuten met hem alleen te blijven," voegde zij er spottend aan toe. Maar hij die kwam, was niet de professor. Het kleine, ontsteld uitziende dienstmeisje, dat een oogenblik later haar hoofd door de deur naar binnen stak,- overhandigde mevr. van Manstein evenwel een visitekaartje, waarop de naam de oude dame klaarblijke lijk allesbehalve vriendelijk stemde. „Doctor Siegmund Artois las zij, naar haar dochter gewend, met gedempte stem. „Dat komt nu ook buitengewoon gelegen. Daaraan kun je nu weer zien, welk een on aangenaamheden dergelijke dwaze jeugd vriendschapsbanden iemand kunnen bezor gen." Ook op Ediths zoo juist nog marmerkoud gelaat, vertoonde zich plotseling een geheel andere uitdrukking. Haar oogen drukten ver bazing en ontsteltenis uit, terwijl zij haar lippen vast opeen klemde, alsof zij een uit- .vgn toorn wilde onderdrukken. 0 moet gisteren al vertrokken zijn," racht zij eindelijk na eenige oogenblikken /an pijnlijke stilte met moeite uit, „en hij an mijn brief dus niet meer ontvangen heb ben. Hij komt zonder iets van mijn verlo ving te weten. Een afschuwelijk geval „Wij zullen hem eenvoudig niet ontvan gen", merkte haar moeder hooghartig op. „Onder de tegenwoordige omstandigheden behoeven wij met dien man toch werkelijk niet zooveel plichtplegingen te maken." „U bent grootmoedig, zooals steeds, moe der", zeide Edith met bijzondere scherpte. „Maar u zult het toch aan mij moeten over laten, deze aangelegenheid naar eigen in zicht te regelen. Ik zal Artois ontvangen." „En er zal zich een theatrale scène afspe len. Enfin, ik heb er niets op tegen, als je maar niet van me verlangt, dat ik haar bij woon." „Ik hecht niet de minste waarde aan uw aanwezigheid, moederZeg aan Dr. Artois, Mina, dat het mij genoegen zal doen hem te kunnen begroeten." Haastig verdween mevrouw van Manstein door de deur naar haar slaapkamer en bij na onmiddellijk daarop trad door een andere deur de aangemelde bezoeker de salon bin nen. Hij was een man van misschien 2S jaar. een elegante, innemende verschijning, hoewel zijn gestalte eerder buigzaam en sierlijk dan krachtig en imponeerend leek. Zijn bleek, in telligent gelaat met het scherp geteekend profiel en de zeer levendige, donkere oogen, verrieden onmiddellijk den gestudeerde maar er vertoonden .zich toch ook wel eenige lijnen, die men anders slechts opmerkt hij geblaseerde boemelaars. Hij keek snel om zich heen en toen hij zich overtuigd had, dat hij met het jonge meisje alleen was, wierp hij zijn hoed op een stoel en snelde op haar toe. EdithMijn lieve Edith Is het mij dezen keer gelukt je te verrassen?" Hij had zijn armen uitgestrekt alsof hij haar aan zijn borst wilde drukken, maar af werend hief zij haar hand op. Laat dat, Siegmund," zeide zij koeltjes, O. werpt ran >t hart. terwijl de klokken nooden Ten Paaschfecst Tt feest van opstaan uit den dood Den last van twijfel, ongeloof en wanhoop. Die u bezwaarde door der tijden nood. Hef *t oog omhoog! In *t Oosten licht de morgen! Geef toch nooit op den strijd voor plicht en recht. Doen wjj ons werk. God zal voor 't verdre zorgen Hjj maakt het al wel effen voor zijn knecht. Zelfs waar de weg, dien Hij u wijst, zich kronkelt Langs kolken, brcede waatren, woestenij. Ja doodsvalleien, waar geen lichtsprank fonkelt. Stemt 't volgen aan Zjjn Vaderhand u blij. „Och, dat is een ingewikkelde geschiede nis," antwoordde doctor Artois losjes. „En ik wil je daarmee nu niet vervelen, lieve! Slechts in het kort dit: ik heb mijn be trekking in Frankfort vaarwel gezegd en kal niet meer ouder dat gehate juk terug- keeren. Mfln contract liep weliswaar nog over een vol jaar, maar ik wist een twist met den eersten directeur der fabriek uit te lokken en zooals ik wel voorzien had, kreeg ik by deze gelegenheid op myn verzoek daar toe, onmiddellijk ontslag, waarom het my juist alleen te doen was geweest." „En ben je er nu wel volkomen zeker van, dat je daarmee geen overyiden stap hebt gedaan? Denk je, dat het je gelukken zal spoedig een andere betrekking te krygen?" „Wat een practische aard spreekt er toch uit je bezorgdheid?" glimlachte hy, hoewel de koele ontvangst hem zichtbaar bevreemde „Ik geloof, dat je het moeiiyk zou kunnen begrepen, wanneer ik je zei, dat slechts het verlangen naar jou my tot deze domme streek heeft verleid." „NeenWant je zult moeten erkennen, dat wy beiden thans geen kinderen meer zyn," antwoordde zij ernstig. „Maar wil je geen plaats nemen? Je koestert-dus plannen, om voor goed hier te biyven?" Iiy ging op de sofa zitten en greep naar haar hand om haar naast zich te doen plaats nemen. Edith wist hem echter handig te ontwyken. zonder dat er .voor hem iets kwet- sends in deze snelle beweging was. Zij rang schikte de bloemen op het bloementafeltje by het raam en het bleef wel een minuut lang stil, totdat Artois, zyn eerste ontstem ming onderdrukkend, antwoordde: „Je weet, hoe ik al sinds jaren er naar gestreefd heb, hier de een of andere positie te verwerven. In de kleine provinciestadjes is toch aan geen snel vooruitkomen te den ken. Daar kan men oud en grys worden, zonder dat de wereld iets van je verneemt en je voelt je verstand er verstompen in een sfeer van kleinzielige bekrompenheid. Maar hier mag men hopen, de opmerkzaamheid te Prys der Advertentiën 20 cent per regelminimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. By contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrydag des morgeus om uiteriyk 9 uur in ons bezit zyn. ROODE'STER trekken en slecht9 hier kan men leven. Maar het is niet gemakkeiyk zich ergens in te werkenwant waar zich maar een vacature voordoet, daar duiken direct 100 sollicitanten op. die elkander het liefst maar uit den weg zouden ruimen. Al myn pogingen waren tot dusverre vergeefsch geweest en alleen aan een gunstig toeval heb ik het te danken, dat men my thans de betrekking van Chemiker heeft aangeboden in het Sanatorium van Dr. Giersberg. Maar eerlyk gezegd is deze po sitie nog veel slechter dan die ik zooeven vnarwel heb gezegd. Het salaris is ellendig en ik zal bovendien nog veel harder moeten werken dan daarginds. Maar dat ontmoedigd my niet. Ik ben immers in de hoofdstad en ik heb eindeiyk myn voet gezet op de onder ste sport van den grooten ladder waarlangs men naar beroemdheid en rykdom omhoog stygt. Dat ik de capaciteiten daartoe bezit, mag ik toch zonder overdryving wel bewe ren." Edith had hem. terwyi hy sprak, langza merhand haar gelaat weer toegekeerd. Van de opwinding, die de komst van den doctor eerst had veroorzaakt, was nu dank zy haar herkregen zelfbeheersching in haar schoone trekken niets meer te lezen. „Als de inkomsten, die je nieuwe positie je verschaffen, zoo slecht zyn, hoe wil je het dan klaarspelen daarvan te leven?" Doctor Artois wierp het hoofd in den nek en glimlachte overmoedig. „Ik heb daarover nog niet zoo zeer nagedacht; maar aange zien ik my op dit punt nog steeds door alle moeiiykheden heb weten heen te slaan, zal zulks my ook nu wel gelukken. De hoofd zaak is dat ik hier ben en dat wy elkander, als wy willen, nu dageiyks kunnen ontmoe ten. Je kunt niet gelooven, lieve Edith, h6e- zeer ik naar je verlangd heb in myn treurig verbanningsoord „Heb je je reeds door bindende afspraken verbonden?" „Zeer zekerHet is niet de gewoonte van doctor Giersberg schrifteiyke contrac ten op te makenmaar hy heeft myn toe zegging en omtrent iedere Inzonderheid zyn wy het eens geworden." „Desondanks bestaat er toch nog wel een mogeiykheid om de overeenkomst te verbre ken niet waar?" (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1