Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
I
aïtïsfiS
FEULLETON
GEEN GEWETEN,
NUMMER 33.
ZATERDAG 24 APRIL 1926.
49e JAARGANG.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
EERSTE BLAD.
De militaire positie van
Nederland in verband
met den Volkenbond.
De taak van het leger is dezelfde
gebleven.
In de vergadering van de Vereeniging
ter beoefening van de Krijgswetenschap
heeft te 'sGravenhage Prof. Mr. Francois,
referendaris Chef der afdeeling Volken
bond van het Departement van Buiten-
landsche Zaken, een rede gehouden
over de militaire positie van Nederland
in verband met den Volkenbond.
Herhaaldelijk, zoo zei hij, kan men
de stelling hooren verdedigen, dat de
„doelstelling" van de Ncderlandsche
weermacht een algeheele wijziging heeft
ondergaan door de oprichting van den
Volkenbond. Weliswaar laat het Vol
kenbondsverdrag in bepaalde gevallen
nog den z.g. rechtmatigen oorlog toe,
doch men meent, dat de tusschenkomst
van den Raad en de gedwongen wacht
termijn van drie maanden voldoende
zijn om practisch de kans op oorlog
uit te sluiten. Dit standpunt heeft vele
bestrijders gevonden. Er zijn er, die
meenen, dat de oorlog niet kan ver
dwijnen. omdat hij ligt in den aard
van den mensch. Met dit argument is
Prof. Francois het niet eens
De primitieve groepeeringsvormen
der menschheid hebben eerst van het
geweld afstand gedaan, indien andere
middelen tot rechtsverkrijging hun ten
dienste stonden. Dit proces ziet men
in steeds wijder kring zich voltrekken.
De eigen richting, de oorlog, zal
slechts kunnen verdwijnen door de
internationale gemeenschap te organi-
seeren. Noodig is: de organiseering
van de internationale rechtsgemeen
schap.
De beteekenis van den Volkenbond.
In het feit nu, dat met die systema
tische organiseering van de gemeen
schap een begin gemaakt is, ligt de
beteekenis van den Volkenbond.
Uit het nameloos lijden, dat de
wereldoorlog over de wereld heeft
gebracht, is voortgekomen de kiem
1°).
van de nieuwe statenordening.
Het zou weinig moeite hebben ge
kost om een perfect sluitend organisme
op papier in elkaar te zetten. Maar de
politici, die te Parijs het volkenbonds
verdrag ontwierpen, waren te veel
mannen van ervaring om zich op dezen
weg te begeven. Zij moesten rekening
houden met de weinige ontwikkeling
der rechtsvorming. Voorloopig moet
hij zijn kracht zoeken in rechtsregelen,
die met behoud der bestaande gebieds-
verdeeling, de daaruit voortvloeiende
conflicten zooveel mogelijk temperen.
Als algemeen rechtsvormend orgaan
heeft men zich aanvankelijk de ver
gadering gedacht. De beteekenis van
de vergadering is echter in de practijk
gebleken, meer te liggen op het gebied
van de voorbereiding der rechtsregelen.
De bestuursfuncties berusten in hoofd
zaak bij den Raad. Wat de organi
seering der rechtspraak betreft, deze
moest uiteraard zeer lijden tengevolge
van de gebrekkige rechtsvorming. De
wijze waarop de vierde functie, de
rechtshandhaving, is geregeld, waar
borgt zeker niet een zekere en snelle
repressie bij onrechlmatigen overval.
Niet alleen is dit een gevolg van de
groote vrijheid, die aan de Jeden
wordt gelaten bij de beoordeeling of
een verplichting tot medewerking aan
sanctiemaatregelen bestaat, maar boven
dien van den eisch van eenstemmig
heid in den Raad, een eisch, dien men
bij zoo gebrekkige rechtsvorming niet
heeft durven opgeven. De staten zijn
allerminst gerust op de voldoende
werking van de bepalingen van het
Pact tot handhaving van den vrede,
en meer dan iets anders is het streven
gericht op versterking der veiligheids
waarborgen.
Waarborgverdrag en Protocol.
Het Waarborgverdrag van 1923
trachtte de veiligheid te verzekeren
door uitsluitend de machtsfunctie te
versterken. Wat als aanval zou gelden,
bleef onbeslist. Met dit Waarborg
verdrag trad men in wezen uit het
kader yan den Volkenbond. Het Waar
borgverdrag was niets anders dan de
gepantserde vuist, die den volken geen
recht verzekert, maar ze slechts in
toom houdt. Het Garantieverdrag is
op deze bedenkingen gestrand en het
volgend jaar heeft men getracht er aan
tegemoet te komen met het Protocol.
Het Protocol is gebouwd op de juiste
gedachte, dat, wil men den oorlog
onmogelijk maken, men niet volstaan
kan met de eigen richting door geweld
tegen te gaan, maar dat men den volken
gelegenheid moet bieden recht te ver
krijgen langs anderen weg. Het stelt
daarom voorop een gesloten systeem
van internationale rechtspraak. In plaats
van de subjectieve beoordeeling der
leden of een reden tot ingrijpen aan
wezig is, wordt een objectieve maat
staf, althans iets wat daarvoor moet
gelden, gesteld.
Het Protocol heeft echter hetzelfde
lot getroffen als het Waarborgverdrag.
Locarno.
Thans is gevolgd Locarno, met drie
categoriën van verdragen, die waarbij
Duitschland met België en Frankrijk
de voornaamste partijen zijn, die van
Duitschland met Polen en Tsjecho-
Slowakije en die van Frankrijk met
Polen en Tsjecho-Slowakije.
Na een uitvoerige toelichting van
den inhoud en strekking dezer ver
dragen, wees spr. er op dat het groote
verschil met het garantieverdrag is,
dat dit laatste had beoogd blocvorming
tegen Duitschland, terwijl thans Duitsch
land als gelijkgerechtigde in de combi-
18-43fci*lö-43
natie wordt genomen en ook dat voor
rechtsgeschillen verplichte jurisdictie
is aanvaard. Verder ligt de groote be
teekenis In het opgeven door Duitsch
land van de revanche-gedachte ten
aanzien van de grens in het Westen
en de toetreding tot den Volkenbond.
Zullen de verdragen van Locarno
kunnen bijdragen tot vermindering der
nationale bewapeningen? Prof. Francois
ging na, wat de Volkenbond van den
aanvang af reeds op dit gebied had
verricht. Er is slechts één middel om
de vermindering van de bewapening
te kunnen doorvoerende veiligheid
der Staten op andere wijze verzekeren.
Dit kan op twee manierenin de
eerste plaats algemeene evenredige
vermindering van bewapening, het
systeem reeds op de eerste Vredes
conferentie voorgesteld. Deze wijze
van beveiliging stuit op buitengewone
moeilijkheden en kan slechts slagen
in enkele bepaalde gevallen, op een
beperkte schaal, gelijk b.v. het vloot-
verdrag van Washington. In de tweede
plaats kan men echter beproeven, de
veiligheid te verzekeren door militaire
garanties. Is eenmaal aldus de veilig
heid gewaarborgd, dan zal de ver
mindering van bewapening gemakke
lijker kunnen worden verkregen, omdat
ze dan meer door eigen aandrang uit
de Staten zelf zal worden gesteund.
In die richting begeeft zich thans de
Volkenbond. Is eenmaal Locarno in
veilige haven, dan zal de ontwapenings
conferentie haar taak aanvangen.
Hoever zal men daar met de ver
mindering van bewapening kunnen
gaan
Eenerzijds hebben Frankrijk, België
en Duitschland, en in mindere mate
Polen en Tsjecho-Slowakije hun veilig
heid, vergeleken bij die uit het Volken-
bondsverdrag, zien vergrooten door
speciale garanties. Anderzijds echter is
voor de overige Staten de beteekenis
van de waarborgen van het Volken
bondsverdrag verkleind.
De Volkenbondsgarantie is er een
van den tweeden rang geworden,
waarop niemand eigenlijk vertrouwt
en die daarom door extra-garanties
moet worden gesteund. Niettemin kan
Locarno door op de meest bedreigde
punten hulp te bieden, de beletselen
wegnemen, die door de vermindering
van bewapening in den weg stonden
Yr
R00DE-5TER
en aldus ook den niet extra gegaran-
deerden staten ten goede komen.
De doelstelling der Nederlandsche
weermacht.
Thans de vraag, wat onder deze
omstandigheden de taak, de bedoeling
van de Nederlandsche weermacht moet
zijn. Die taak was vóór den Volken
bond tweeledig
le. het opvangen van den eersten
stoot, in afwachting van den steun van
bondgenooten, en
2e. neutraliteitshandhaving.
Afgescheiden van de deelneming aan
een gemeenschappelijke actie, is deze
taak in wezen dezelfde gebleven. Dit
sluit natuurlijk niet uit, dat voor de
vervulling van deze taak in het kader
van den Volkenbond in Locarno met
een kleinere weerwacht kan worden
volstaan. De weermacht zal in de eerste
plaats moeten dienen om den eersten
stoot op te vangen ingeval van aanval,
in afwachting van de komst der Volken
bondstroepen. De preventieve werking,
die hiervan uitgaat, is niet te over
schatten en komt den geheelen Bond
ten goede. Dat in het Volkenbonds
systeem van zoodanige weermacht zou
kunnen worden afgezien, komt hem
dan ook niet juist voor. Laat men den
aanvaller zich van steunpunten meester
maken, dan plaatst men de Volken
bondstroepen voor een uiterst zware
taak.
Ook voor het land zelf zal zulk
een uitdrijving bedenkelijke gevolgen
hebben.
De ülcho van het Zuiden,
Waalwijkselie en Langslraatsche Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAGENZATERDAG.
Abonnementprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
PrJJs der Advertentlën
20 cent per regelminimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
BtJ contract flink rabat
Adverteutiën moeten Woensdag en Vrydag
des morgens om uiteriyk 9 uur in ons bezit
zfln.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
van „DE ECHO VAN HET ZEIDEN".
ROMAN VAN
REINHOLD ORTMANN,
Daarbij komt nog, dat vaders practijk van
week tot week vermindert. De advocaten be
klagen zich over zfln nalatigheid en mijn
heer Tobias, de eigenaar van een groot wo
ningbureau, die zulk een goede klant is,
geeft geen opdrachten meer, sedert vader
hem op zekeren dag bijna buiten de deur ge
zet lieéft. Het was een groot ongeluk dat
men juist dit harde ambt voor den zacht-
zinnigsten en meest medelijdenden man ter
wereld moest bestemmen."
„Maar dat is verschrikkelijk, dat mag on
mogelijk zoo langer durenVader Leopard
moet zijn medelijden opzy zetten, wanneer
het voor hem en de zijnen zulke verderfelyke
gevolgen heeft."
Met een weemoedigen glimlach schudde
Heieen het hoofd. „Hij heeft zich dat al wel
honderdmaal voorgenomen, als myn moeder
hem verwijten maakte; maar liy kan niet
handelen tegen zijn natuur in en ten slotte
zouden wy hem toch niet anders wenschen
dan hij werkeiyk is. Als ik maar in staat
was zooveel te verdienen, dat hy den drang
van zijn goed hart kou volgen, zonder zich
zelf daarby te gronde te richten'Ik zou nog
wel graag een1 betrekking voor de avond
uren willen aannemen, al9 ik er maar een
kon vinden".
„Neen, neen, dat zult ge niet doen!" pro
testeerde Duringhoffen met groote beslist
heid. „U ziet er bovendien al bleek en over
werkt genoeg uit. Er moet een anderen uit
weg gevonden worden. Uw vader meende
straks, dat ik voor deze mooie kamer veel
te weinig huur betaalde en na ryp overleg
l>en ik tot de overtuiging gekomen, dat hy
geiyk heeft. Wanneer ik my op ander ge
bied een beetje inkrimp
Thans was de beurt aan Heieen om te blo
zen. Met een smeekend gebaar hief zy haar
hand omhoog en viel hem in de rede. „Neemt
myn vader tot zulke middelen reeds zyn toe
vlucht?" vroeg zij en haar stem beefde.
„Maar dat moogt u natuurlyk niet als ernst
opvatten. Het zou vreeselyk zyn, als u
zoudt kunnen gelooven, dat wy u wilden uit
buiten."
„Maar wie spreekt er dan van uitbuiten
Ergens anders zou men my waarschynlyk
in het geli°el niet toestaan, myn scheikundi
ge proeven te verrichten en er is niets na-
(uurlyker, dan dat ik
„Neen, nooit," viel zy hem byna heftig in
de rede. „U mag niet zoo spreken, want dan
doet u my verdriet. Ik weet heel goed. dat
uw gezondheid er danig onder lydt door
uw rusteloozen arbeid en uw kommervolle
levenswijzeIk zou nooit den moed gehad
hebben u daarover te sprekenmaar aange
zien de omstandigheden het nu eenmaal ge
wild hebben, zou ik toch willen zeggen, dat
dat
Zy had zichtbaar al haar dapperheid by-
eengeraapt, maardeze bleek nu toch niet
voldoende te zyn; want zy verstomde plot
seling en sloeg in groote verwarring de
oogen neer.
„Nu, juffrouw Heieen?" vroeg During
hoffen hartelyk. „Wat zoudt u me dan graag
willen zeggen? Indien het een berisping is,
zegt u het my dan maar gerust. Zyn wy
dan geen oude vrienden?"
Haar donkere oogen vestigden zich weer
op zyn gelaat en een vochtig waas, dat ze
zonderling verheerlijkte, vertoonde zich voor
zyn verbaasde blikken. „U zondigt tegen u-
zelf, mynlieer Duringhoffen, wanneer u op
deze wyze voortgaat te leven. Het is im
mers onmogelyk, dat men gezond kan bly-
ven, indien men zooals u noch ontspanning,
noch verstrooiing kent en als men zich by
den meest ingespannen arbeid slechter voedt
dan een bedelaar."
De jonge chemiker glimlachte. „Uw be
zorgdheid zou my verlegen kunnen maken,
juffrouw Heieen; maar zy is Goddank onge
grond. Ik ben krachtig genoeg om het zon
der scliadelyke gevolgen een paar moeilyke
jaren vol te houden. Wanneer men zoo wei
nig eischen aan het leven stelt als ik, kan
men zich ook in beperkte omstandigheden
heel behaaglijk gevoelen."
„Dat is nu juist de kwestie dat u zoo
weinig eischend bent," hield het jonge meis
je vol. „Ik vrees, dat u op zekeren dag tot
uw eigen nadeel zult ondervinden, dat u
buiten al uw werken en studeeren verzuimd
hebt, wat men zich later nooit meer verwer
ven kan".
„Wat bent u ernstig en verstandig, juf
frouw HeieenHebt u in uw tegenwoordigen
werkkring al deze levenswysheid verzameld?
„Misschien welMaar u beschouwt het als
ongepast en onvrouwelyk hetgeen ik daar
zei, niet waar?"
/TTij wilde haar het tegendeel beweren,
maar het eerste woord bestierf hem reeds
op de lippen. Want buiten werd gebeld en
Heieen richtte haar schreden onmiddellyk
naar de deur.
„Dat is de bel van de huisdeur, niet van
het kantoor," sprak zy. „Ik moet weg om
open te doen."
Een oogenblik later werd buiten een wel
luidende mannenstem hoorbaar en onmid
dellyk daarop werd de jonge chemiker ver
rast door de komst van een heer, dien hy by
den eersten oogopslag hield voor een vreem
deling.
Eerst na den vertrouwelf)ken groet: „Goe
den morgen, DuringhoffenKen je me dan
in 'tgeheel niet meer?" doemde in hem de
herinnering op, dat hy dit gezicht en deze
gestalte meer had gezien. 5
„Artoissprak hy verwonderd. „Wat
voor wonder is er geschied, dat jy my een
bezoek brengt?"
„Nu, daarvoor is nu niet bepaald een won
der noodig," lachte de doctor. „Men vergeet
zyn 'oude vrienden niet na een paar luttele
jaren."
Het scheen byna, alsof in Valentin During-
hoffens herinnering die oude vriendschap,
waarop zyn voormalige studiemakker zich
beriep, nog slechts heel vaag voortleefde;
want ondanks de vriendeiykheid, waarmee
liy de toegestoken hand van den ander druk
te, lag er toch zichtbaar een zekere terug
houding in zyn gedrag.
Doctor Artois ging niet zonder eenige
voorzichtigheid op een van de drie oude rie
ten stoelen zitten, die in de „luxieus gemeu
bileerde salon" aanwezig waren en begon
met een bewonderenswaardige vrymoedig
hei<l over de meest verschillende dingen uit
voorbye en tegenwoordige tyden te keuvelen.
Met een tinteling van spot in zyn stem, die
bepaald ,vroolyk stemde, vertelde hy over
zijn allesbehalve interessante en nog minder
winstgevende werkzaamheden in een che
mische fabriek te Frankfort aan den Oder,
en hy wist in zijn verhual enkele zoo amu
sante episoden in te vlechten, dat er telkens
een glimlach over Duringhoffens gelaat gleed.
„Overigens", viel hy zich zelf plotseling
in de rede, terwijl hy zyn blikken nogmaals
in het armoedig gemeubeld vertrek liet rond
gaan, „het geheim om in de chemie een ryk
man te worden, sehyn jy ook nog niet te
hebben ontdekt. Professor Wallroth zingt
geestdriftig lofliederen op je capaciteiten
maar het ziet er hier in je appartementen in
het geheel niet uit als by een man, die zich
op groote resultaten kan beroemen."
„Professor Wallroth? Heb je met hem
over my gesproken?"
„O, meer dan eens! Byna by al myn be
zoeken komt het gesprek ook op jou."
...Te komt dus vaak by den professor aan
huis?"
„Zeer zeker. En ik mag gerust zeggenik
wordt daar ontvangen als een vriend. Een
gezellige huiselykheid, niet waar?"
„Daar kan ik niet over oordeelenwant
ik vereer den professor weliswaar uit het
diepst van myn hart, maar ik ben nooit
anders met hem in aanraking geweest, dan
betreffende onzen gemeeuschappeiyken we-
tenschappelyken arbeid."
„Dat is zonderling! Een ander in jouw
plaats zou de bescherming van den beroem
den geleerde waarschynlyk nuttiger hebben
aangewend."
„Nuttiger? Dat begryp ik niet! Om welke
gunst zou ik hem dan wel moeten vragen?"
Doctor Artois lachte sarcastisch. „Ja myn
waarde, dat is ook moeiiyk uit te leggen
aan iemand, die zulk een vraag kan stellen.
En de juiste gelegenheid is nu waarschynlyk
ook al voorby Maar ter zake, nu we toch
over den professor spreken, ken je ook juf
frouw Ingeborg, zyn beliooriyk dochtertje?"
Duringhoffen scheen opeens heel noodza-
kelyk iets te moeten rangschikken tusschen
zyn flesschen en glazen.
„Ik heb de jonge dame eenmaal in myn
leven gesproken," antwoordde hy, nadat hy
UCHTC GC.UPIOE
ROOKTABAK
TrlEODODUi
NIEMEIJE.R.
GROMiriOCn
zonderlingerwyze eerst eenige seconden had
laten verloopen. „zy ïykt zeer veel op haar
vader."
„Nu ja, voorzoover een jong meisje in den
sehoonsten bloei van haar jeugd kan geiy-
ken op een tameiyk grys heer van vyftig
jaar. Maar je bezit zeker over 't algemeen
geen sterk ontwikkeld gevoel voor vrouweiy-
kc schoonheid?"
Duringhoffen scheen den spot in deze vraag
niet te bemerken. Hy wendde zyn gelaat
weer naar den doctor en in zyn oogen schit
terde iets ongewoons.
„Het was nu niet bepaald een licliameiyke
geiykenis, waarop ik zooeven doelde," zeide
hy, „want ook ik ben van meening, dat juf
frouw Ingeborg Wallrojh een van de be-
koorlykste en lieftalligste wezens is, dui
zendmaal beminneiyker dan alles, wat ik
ooit eerder gezien heb
Een wolk van misnoegen vertoonde zich
op het gelaat van doctor Artois.
„Zoo zoo" viel hy hem in de rede. „Het
was dus slechts een geesteiyke geiykenis,
waarop je zinspeelde. Nu, ik ben juist op
het punt ten huize van den professor een
soort van zielsonderzoek aan tc vangen en
het zal my genoegen doen als je meening be
vestigd wordt. Maar, wat ik nog zeggen wil
de. beste vriend, zou je geen lust hebben je
slecht betaalden assistentenpost met een be
duidend betere positie te verwisselen? Het
zou n.l. kunnen zyn, dat ik iets geschikts
voor je had."
„jy, Artois? Maar heb je voor jezelf dan
al wat gevonden?"
„Ik zal by den aanvang van het nieuwe
semester myn intrede als privaat-docent doen
Tenslotte is de academische loopbaan toch
de eenige, die een man met eenige eerzucht
kan bevredigen."
„Maar het is bekend, dat zy groote offers
eischt. waardoor een zekere welgesteldheid
onvoorwaardeiyk is."
„Dat hangt er vanaf! Ook met andere
hulpmiddelen kan ik myn doel wel bereiaen.
En bovendien zou ik geen voordeelig hu*
weiyk kunnen sluiten?"
(Wordfc vervolgd).
i