Ijloniq's rJaizeno Soep koken gloedvolle rede het schoone doel van het vereenigingsleven uiteenzette, en al die tegen deze vereeniging is, zeide spreker, stoot zijn kop te pletter, tegen de Rots van Rome. In April 1901 werd in „Musis Sacrum" wederom een vergadering belegd, waar tot definitieve oprichting werd overge gaan, met aanvankelijk 47 leden, onder den naam van „Leobond". Het eerstgekozen bestuur bestond uit de heeren Jan Trimbach, voorzitter; C. v. Kuik, le Secretaris; Jan Verhulst, penningmeester; Ant. Brans, 2e secre taris en P. Snijders, commissaris. Als eerste Adviseur werd door Z. D. Hw. Mgr. W. v. d. Ven benoemd de Eerw. Heer Wevers, Kapelaan van de parochie St. Jan Baptist. De Bisschoppelijke goedkeuring werd verkregen 11 Mei 1901 en de Konink lijke goedkeuring October 1901. Op de eerste Jaarvergadering, welke werd gehouden in September 1902 was het aantal leden geklommen tot 236 en op de tweede Jaarvergadering gehou den September 1903 reeds tot 400, zoo dat deze vereeniging wel levensvat baarheid had, en gestadig in bloei toe nam. Het Ziekenfonds dat met den „Leo bond" tegelijkertijd was opgericht, mocht zich vanaf den beginne ook in grooten bloei verheugen. De eerste uitkeering werd verstrekt aan het lid H. Louwers, en het eerste lid dat door den dood werd verloren was H. de Boer. Dat 't Ziekenfonds 'n zegen was voor de arbeiders, blijkt hieruit als men weet dat vanaf de oprichting tot 1 Ja nuari 1926 aan contributie werd opge bracht de som van 95.765,64 en uit gegeven 89.457,33. Hiervan werd aan ziekengeld uitge keerd 55.066,30, aan heeren Doctoren 12.509,50, aan Apothekerskosten 7.941,18, aan operatiekosten 3703, en aan specialiteiten 467,zoodat men ziet dat voor vele gezinnen in da gen van ziekte het Ziekenfonds een wel kome gast was. Meermalen gebeurde het dat leden door een langdurige ziekte werden aan getast, en wanneer de termijn van uit keering verstreken was, dan trad de armoede al snel het huisgezin binnen. Dit was de aanleiding dat in de be stuursvergadering van 7 Augustus 1918 werd voorgesteld om in de e. v. alge- meene vergadering met een voorstel te komen tot oprichting van een fonds „Hulp in Nood", om eventueele uitge trokken leden financieel te steunen, en 17 Februari 1919 werd dit fonds defi nitief opgericht, verplichtend voor alle leden, en waarvoor een extra contribu tie werd geheven. In deze periode van 7 jaren hebben van dit fonds genoten 31 leden, waar van enkele rond de 1800 5 1900, enkelen 500 en nog verschillende va- rieerende van de 200 tot de 300. Begin 1925 mocht dit fonds van onze gemeente genieten een subsidie van 750,waarvoor nog ons aller dank. Dat dit fonds vele gezinnen voor een algeheele armoede heeft gevrijwaard, behoeft geen nader betoog. Wegens benoeming van Kapelaan Wevers tot pastoor, werd als opvolger benoemd als Adviseur Kapelaan Hor dijk, en toen deze tot pastoor werd be noemd, werd Kapelaan de Wijs, wiens beeltenis hier achter op het podium prijkt, tot adviseur aangewezen. Dit tijdstip geachte vergadering, is wel de bloeiendste periode geweest van onzen R. K. Werkliedenbond. Wij allen weten wat Kapelaan de Wijs z.g. heeft gedaan voor onze ver eeniging. Door zijn werken kwamen ook de vakorganisaties tot bloei, en de liefde van hem tot den werkman was het, dat hij niet rustte, voor dat de werkman een eigen gebouw bezat. Door zijn krachtig werken kwam dit grootsche majestueuze gebouw tot stand, en werd 11 Mei 1911 plechtig ingezegend door Pastoor Sprangers z.g. Onder zijn adviseurschap werden op gericht de harmonie, liedertafel en too- neelvereeniging, doch de liedertafel is wegens gebrek aan ambitie na korten tijd ontbonden, wat werkelijk jammer was, daar onder de leden van den R.K. Werkliedenbond wel stemmenmate- riaal aanwezig was. Niets was den Eerw. Heer de Wijs z.g. liever, dan iri dit gebouw onder de zijnen te vertoeven. Helaas, hij heeft niet lang dat geluk mogen smaken, want in datzelfde jaar in October werd hij benoemd tot Ka pelaan te Veghel, wat door de werk lieden met leedwezen werd vernomen. Kort nadien op 16 December 1911 be reikte ons het droeve bericht, dat Ka pelaan de Wijs aan een verraderlijke ziekte was overleden, en iederen arbei der van Waalwijk was met droefheid geslagen, toen zij dat treurig nieuws vernamen. Moge de Algoede God hem voor zijn werken dubbel hebben beloond, dat is ons aller wensch. Op 16 Maart 1911 werd den Wel Ede len Heer P. Wijten het beschermheer schap aangeboden, hetwelk deze met genoegen aanvaardde, en hij was het die onze vereeniging het prachtig vaan del schonk, dat hier thans ook in deze zaal prijkt. Omstreeks 1908 werd opgericht een vereeniging tot aankoop van steenko len, om zoodoende de leden deze goed- kooper te verschaffen, en de betaling daarvan gemakkelijker te maken. Dat deze vereeniging in grooten bloei ver keert, blijkt wel, daar er de laatste jaren duizenden hectoliters aan de leden worden verschaft. Op 7 Maart 1915 werd een commissie benoemd om te komen tot een coöpera tieve bakkerij, welks resultaat was, dat deze 10 Mei 1915 werd geopend. Gebrek aan deelname der leden was oorzaak, dat deze niet tot bloei kwam, zoodat na eenigen tijd hiervan de levensgees ten verdwenen. In October 1911 werd de Eerw. Heer Kluitmans als adviseur geïnstal leerd, en onder zijn adviseurschap in 1911 werd de „Leobond" omgzet in een Gildenbond, en in begin 1918 in een R. K. Werkliedenvereeniging. Veel, zeer veel heeft ook deze Adviseur voor onze vereeniging gedaan, totdat hij in Octo ber 1919 werd benoemd tot pastoor te Liempde. Als opvolger werd benoemd de Eerw. Heer Bijnen, en spoedig bleek dat deze onze Werkliedenvereeniging een warm hart toedroeg. Hij wist liet aangename aan het nut tige te verbinden. Onder zijn Adviseur schap heeft onze harmonie in gesladi- gen bloei toegenomen, getuige de be kroningen op de verschillende con coursen. De tooneelvereeniging heeft hij geleid op den hoogsten sport der tooneel- kimst, en aan Zijne leiding is het'te danken, dat zij op het concours te Tilburg de hoogste onderscheiding wisten te behalen. Verder heeft hij veel gedaan aan de ontwikkeling der leden, door het jaar lijks organiseeren van ontwikkelings avonden, waar de interessantste onder werpen werden behandeld. Nog slechts enkele weken heeft hij ons verlaten, wegens z'n benoeming tot kapelaan te Eindhoven. Dat dit voor onzen Werkliedenbond een gevoelig verlies was, zal iedereen begrijpen. Zoo zitten wij momenteel zonder Geestelijk Adviseur, doch onze Zeer Eerw. Heer Pastoor van Riel is zoo welwillend geweest, om tijdelijk hel Adviseurschap op zich te nemen, waar voor wij hem allen hartelijk dankbaar zijn. Ik meen geachte vergadering aan mijn plicht te hebben voldaan, door U een kort overzicht te hebben gegeven van het ontstaan en de werking van onze R. K. Werkliedenbond en hare instellingen. Ter afwisseling werden door de harmonie eenige nummers ten gehoore gebracht die een luid applaus moch ten inoogsten. Daarna werd door den WelEd. Heer A. van Rijen, Wethouder der gemeente Tilburg en Voorzitter van den Bos- schen Diocesanen Werkliedenbond een lange feestrede voorgelezen. Spreker zegt in dubbele hoedanig heid heden gaarne hierheen te zijn ge komen. Als genoodigde is hij gekomen en om het woord te voeren. Als Voorzitter van den Bosschen Di ocesanen Werkliedenbond is hij geko men met den adviseur, secretaris en penningmeester, om belaugsteling te getuigen en te deelen in de feestvreug de. Zijn eerste woord is dan ook een woord van liartelijken gelukwensch na mens het Bondsbestuur met dit zilveren jubileum. Een woord van gelukwensch mag hij uitspreken voor de in deze 25 jaar behaalde resultaten. Niet altijd is het pad, dat de vereeni ging heeft moeten bewandelen, met ro zen bestrooid geweest, niet altijd is het volop zonneschijn geweest, want moei lijke jaren heeft men te doorworstelen gehad, dagen van strijd, van harden strijd, maar desondanks heeft men we ten stand te houden. Gaarne brengt hij een woord van dank aan de oprichters van de vereeni ging, want aan hun initiatief is het te danken, dat zooveel is gedaan, zooveel op godsdienstig, zedelijk en stoffelijk gebied voor den werkman. Zij hebben voor 25 jaar geleden begrepen, dat het zoo niet langer meer kon en de handen ineen geslaan moesten worden om ver betering in den toestand te verkrijgen. En toch hebben zij toen niet kunnen vermoeden, dat het met dat kleine boompje zoo zou gaan. Zij hebben toen niet kunnen vermoeden, dat ze een krachtig deel zouden uitmaken van de 24.000 aangesloten arbeiders bij den Bosschen Diocesanen Werkliedenbond, zij hebben toen niet kunnen vermoeden, dat ze eenmaal zouden behooren tot de 100.000 aangesloten R.K. arbeiders. Vervolgens schetste spr. in den bree- de, onder welke toestanden men vroe ger heeft moeten werken, toestanden, die de jeugd zich heden niet kan inden ken. Vroeger toch 16 uren en dikwijls meer per dag werken, in krotten van woningen, nu 8£ uur in frissche, ruime fabrieken. Vroeger moest het kind naai de fabriek, thans is het weer aan de school teruggegeven. Vroeger moest de werkman, eenmaal oud geworden, aan kloppen bij de liefdadige instellingen, thans heeft men de opderdomsverzeke- ringen, die den werkman,voor algehee le armoede behoeden. Vroeger stond de werkman geheel alleen, geheel machte loos, thans is in bijna iedere parochie eene vereeniging. Vroeger Averd over den arbeider zonder arbeider beslist, thans heeft hij ook een stein in het ar beidersvraagstuk. Vroeger leefde de ar beider onder een liberalistisch bewind, thans heeft men in Nederland eene so ciale wetgeving, die ten voorbeeld mag worden gesteld aan de geheele wereld. Vroeger voor den arbeider geen ont wikkeling, vandaar dikwijls geheele geestelijke afstomping onder de arbei ders, thans cursussen op velerlei ge bied. Vroeger geen hulp bij T. B. C., thans een Wit-Gele Kruis en zelfs een Sanatorium. Vroeger krotwoningen, ge dwongen winkelnering, thans betere woningen en vrije winkels. Thans een eigen levensverzekering, een eigen spaarbank, een verzekering om te ko men tot een eigen woning. Is dat niet alles een reden om feest te vieren. Is dat niet een reden om God innig te danken. Echter, nog meer had bereikt kunnen worden, het reeds verkregene had nog verbeterd kunnen worden, indien niet steeds zoovelen van verre waren blijven staan, indien er niet zoovelen waren ge weest, die maar steeds op den zak van de georganiseerden hadden geloopen. Die klaploopers zijn oorzaak dat nog niet meer in het belang van den werk man is gedaan kunnen worden. Bij een dergelijk feest mag niet ver geten worden Rerum Novarum, de nooit volprezen Encycliek, de wegwij zer in den doolhof van sociale vraag stukken. Een werk, nu 35 jaar oud, maar nog nieuw, een werk dat nog nooit weerlegd is kunnen worden, een werk, dat er nog staat als een bron van waarheid en levenskracht. Dankbaar kan men gestemd zijn voor wat in de afgeloopen 25 jaren door noest werken is verkregen, maar men moet bedenken, men voeit het, dat de beslissendes trijd nog moet worden ge streden. De katholieke organisaties hebben nog een groote en zware taak te vervullen. Die organisatie is nog maar aan het begin van haar werk, dat moeten de arbeiders en vooral de jon geren begrijpen. Tegen drie machten heeft men nog te kampen, n.l. tegen het materialisme, het liberalisme en het socialisme. Vooral trekt spr. te velde tegen de jeugd, die meer voelt voor sigaretten rooken, bioscoop en sport, dan voor haar ontwikkeling, voor z'n werkelijke maatschappelijke belangen. Niet ge noeg kan de jeugd op h<?t verkeerde van het door haar ingenomen standpunt gewezen worden. Den jongeren arbeiders roept hij toe: zet uw oogen open en vereenigt u en de ouderen vermaant hij trouwe leden te blijven, opdat de komende moeilijkhe den door onze eenheid in geloof, een heid in de organisatie, kunnen worden overwonnen. Door de harmonie werden daarna weer eenige mooie nummers ten gehoo re gebracht, welke een prettige stem ming onder de aanwezigen brachten. Na een oogenblikje pauze nam de Voorzitter het woord om den oud-advi seur, den WelEerw. heer Bijnen, te hul digen. Wanneer een feest wordt gevierd, al dus sprak hij, dan kunnen daarin dik wijls momenten voorkomen, die ons minder prettig stemmen. Zoo is ook hier een moment, dat ons minder prettig doet stemmen, n.l. het feit, dat voor eenige weken geleden de WelEerw. heer Bijnen door Z. D. H. den Bisschop is benoemd tot kapelaan te Eindhoven. Als een donderslag bij helderen he mel trof ons deze tijding. Wij konden niet gelooven, dat onze beminde advi seur, onze wijze raadsman, van ons zou weg gaan, maar helaas, het was maar al te waar. Als een gehoorzaam zoon voert hij gaarne het bevel van zijn bis schop uit. Niettemin, die daad heeft ons droef doen stemmen en nu wij op dezen feest dag van hem afscheid moeten nemen, stemt dit ons droef te moede. WelEerw. heer Bijnen, zoo ging spr. voort, weest er van overtuigd, dat geen enkel lid u ooit zal vergeten. Wij allen zijn u ten zeerste erkentelijk voor het vele, het prachtige en dikwijls moeilijke werk, dat ge voor ons en voor onze ver- eenigingen hebt gedaan. Uit dankbaar heid hebben wij gemeend u dit hulde blijk een prachtigen bidstoelna mens de leden van de Werkliedenveree niging en het Ziekenfonds te moeten aanbieden. Ik durf vertrouwen dat U, wanneer ge op dezen bidstoel zal zijn neergeknield en ge met. God aan het spreken zijt, ons dikwijls zult geden ken en de zegen over onze vereeniging zult afsmeeken. Aanvaard, hooggeach te oud-adviseur, dit stoffelijk blijk van hoogachting en vurig hopen wij dat U tot in lengte van dagen op dezen stoel voor Uw God zal kunnen neer knielen. Een onbedaarlijk applaus, een ware ovatie gelijk, bewees dat de door den Voorzitter gesproken woorden uit het hart der leden waren gegrepen. Het was een geweldig gejuich en ge jubel, dat niet naliet diepen indruk te maken. De Eerw. heer Bijnen, het woord ver krijgende zegt, toen bij voor eenige maanden geleden deelnam aan de eer ste werkzaamheden voor dit feest, hij niet had kunnen denken dat hij dit op deze wijze zou mede vieren, hij had niet kunnen denken dat de Voorzitter op hem een lijkrede zou hebben kunnen uitspieken. Hij wil beginnen met te verklaren dat het afscheid dat hij van het be stuur, de leden en de onderafdeelingen, heeft moeten nemen, hem zwaar is ge vallen. In de zes en een half jaar dat hij hier werkzaam is geweest, heeft hij steeds lief en leed met allen gedeeld. Spr. zegt geen adviseur meer te zijn en het hem niet past om nog adviezen te geven, maar als hij het toch nog even mag doen, dan wil hij dit advies geven, n.l. om ook in de toekomst met den ad viseur zoo te werken, zoo om te gaan, als men dit met hem heeft gedaan. Im mers niet een keer heeft er tusschen bestuur of leden en mij, aldus spr., een misverstand van beteekenis plaats gehad. Ik moet getuigen dat ik steeds met de grootste liefde met U heb sa mengewerkt aan de belangen die ons waren toevertrouwd. Spr. herinnert er aan hoe hij steeds op de jaarlijksche feestvergaderingen telkens heeft voorgehouden om de twee groote principes, rechtvaardig heidszin en liefde na te streven. Waai de onderlinge liefde heersclit, daar heerscht als van zelf de rechtvaardig heidszin. Laat de liefde onder elkaar lieer- schen, dan zal de R.K. Werkliedenbond van Waalwijk een bloeiende vereeni ging blijven, dan zal men door de on derlinge liefde tot Christus onzen Ko ning komen. Spr. wijst er vervolgens op dat een nieuwe tijd aanbreekt en derhalve nieu we wegen gebaand zullen moeten wor den. Ook in het economische leven zal de Christialiseering doorgevoerd wor den. Innig verheugt hij er zich over dat de H. Familie en Congregatie in op bloei zijn, want het lijdt geen twijfel, dat ook daardoor de vereeniging in groei en bloei zal toenemen. Vanaf deze plaats wil hij gaarne zijn dank betuigen aan de tooncelclub voor het prachtige geschenk hem geschon ken. Als hij eenmaal pastoor zal zijn geworden hoopt hij er dikwijls gebruik van te maken. Ook de harmonie dankt hij voor het mooie in gouden lijst vervatte portret. Hij geeft de verzekering dat het steeds eene eereplaatsje in zijn kamer zal be komen. Vooral dankt hij ook de leden van de Werkliedenvereeniging en Ziekenfonds voor het prachtige cadeau en als hij daarop zal zijn neergeknield om zijn breviergebed of andere gebeden te bidden, zal hij allen zeker in zijn ge beden herdenken. Hedenmorgen heeft hij in het H. Misoffer allen aan O. L. Heer aanbevolen, en meent niet beter op een andere wijze zijn dank te kun nen betuigen. Alvorens afscheid te nemen wil hij er op wijzen dat het bestuur steeds met een ijvere werklust is bezield. Hand haaft dat bestuur dan is het welzijn van de vereeniging verzekerd. Blijft allen trouwe leden, zoo roept Z. Eerw. de leden toe, dan zal de ver eeniging spoedig de 1100 leden weer in den Bond terugzien, die zij er ooit in heeft gezien. Tot slot kan hij alles in de woorden van zijn vriend B. Verhoeven samen vatten Christen strijders, broeder, makker, Bouwers van de maatschappij, Werkers, die nog slaapt, wordt wakker, En strijd mede in onze rij Weg den moker, met den troffel Sterk bewapend roept de roffel, Allen tot den grooten slag, Heft de vanen hoog, heft de vanen hoog, Heft de vanen in den dag! Moge Gods zegen op uw werk rusten, door mijn gebed zal ik daartoe mee werken. Door de harmonie werden wederom fanfares aangeheven en andermaal werd Z. Eerw. door de enthousiaste menigte een warme ovatie gebracht. Vervolgens werd nog een enkel woord door den edelachtb. heer Burge meester gesproken. Spr. merkt op dat een mijlpaal is ver- loopen en zich thans de vraag opdringt hoe ver nog. Moeilijke problemen zul len naar spr. meening nog zijn op te lossen en daarom hoopt hij dat alle mannen, alle vrouwen van Waalwijk zich zullen aansluiten bij deze vereeni- ging opdat de toekomst zonder vrees kan worden tegemoet gezien. Ook de Z. Eerw. heer De Kroon, pas- toor te 's Bosch en adviseur van den Bosschen Diocesanen Werkliedenbond wenscht niet achter te blijven om be stuur en leden te feliciteeren met het 25-jarig bestaan van hunne vereeni ging, maar vooral ook om de wijze, waarop zij dit hebben willen vieren. Spr. zei gaarne naar Waalwijk te zijn gekomen omdat de afdeeling hem sympathiek is en omdat hij hier geno ten heeft van het heerlijke spel der leden van de tooncelclub. Zonder aar zeling durft hij verklaren dat in het geheele diocees geen enkele vereeni ging zoo hoog staat als de tooneelclub hier. Gaarne is hij ook hierheen geko men om getuigen te zijn van de huldi ging van den Wel Eerw. Heer Bijnen, die sinds jaren een zijner beste vrien den is geworden. De ZeerEerw. lieer pastoor Van Riel sprak hierna nog enkele woorden en richtte zich vooral tot hen die nog bui ten de organisatie staan. Hij hoopt dat dezen vanaf heden het besluit hebben genomen om niet langer meer te wil len profiteeren van het werken en zwoegen van hun medebroeders, maar zullen gaan medewerken aan de belan gen van den arbeidersstand, opdat spoedig een nieuw tijdperk van bloei zal aanbreken. De heer Passier dankt allen voor de medewerking en voor de uitgesproken wenschen. Hij hoopt dat deze in ver vulling zullen gaan opdat de vereeni ging nog sterker wordt en nog meer in het belang van den arbeider kan worden gedaan. Laten de ouderen van dagen beden ken dat ze voor hun kinderen geen be ter erfdeel kunnen nalaten dan een krachtige vereeniging, die de belangen van hun kinderen ten allen tijde en in alles weet te behartigen. De jonge meisjes en jonge jongens roept hij toewordt allen propagandist opdat spoedig het uur zal slaan, waar op niemand meer buiten de organisa tie staat. Als wij zoo werken, dan kun nen we gerust de tweede mijlpaal tege moet zien, dan behoeven wij niet be vreesd te zijn dat de arbeiders zich on der het roode vaan van het socialisme zullen scharen, maar dan kunnen wij overtuigd zijn dat de Katholieke arbei ders zich zullen scharen onder het Vaan dat rood geworden is door het bloed van Hem die voor ons op den Calvarieberg is gestorven. Daarna sloot de Voorzitter, allen nogmaals dankend, dezen feestdag met den Chr. groet. In ons vorig nummer hebben wij met een foto der besturen der jubileerende vereenigingen onze beste wenschen aangeboden. Wij willen deze gaarne nogmaals herhalen, met het uitspreken der hoop dat de R.K. Werkliedenver eeniging en hare onderafdeelingen mo gen groeien en bloeien, tot heil der le den, tot heil onzer gemeente en derzel- ver industrie. Het Bestuur van de R.K. Werklie denvereeniging mocht in antwoord op haar aan Z.D.B. den Bisschop gezon den telegram, hedenmorgen reeds het volgende schrijven ontvangen 's Hertogenbosch, 13 Mei 1926. Geacht Bestuur, Wij zeggen U dank voor de goede gevoelens, neergelegd in Uw telegram van heden, hetwelk Wij tot Ons leed wezen lieden niet meer telegraphisch konden beantwoorden. Terwijl Wij U van harte gelukwen- schen met het zilveren jubilé, schen ken Wij aan U, aan Uw Weleerw. Gees telijken Adviseur en aan al Uwe leden Onzeiu Bisschoppelijken zegen. Hoogachtend, t A. F. DIEPEN, Bisschop van 's-Bosch. kan men op verschillend», manieren, maar de lekkerste soep krijgt U wanneer U daarbij de zuivere Honig's Maizena als bindmiddel ge bruikt. Een proef zal U daarvan overtuigen. Vraag Uw winkelier steeds mMUrïljj miiiiiiytiiMniiiiniiiHiiHiiiiiniuj.M.r—iiiiimiiiimmi ,i™ ril Tri Nedeclandsch fabrikaat Vraagt franco toezending van het boekje met 100 recepten van M. Wittop Koning aan de fabriek ti Koog aan de Zaan.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 7