Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
R.J(. Middelbare Jtandels-
avondcursus.
F E (J I LLE T 0 ïT
GEEN GEWETEN,
NUMMER 47.
ZATERDAG 12 JUNI 1926.
49e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
EERSTE BLAD.
Voor de stemmingen en verhoudin
gen in ons land politieke, zoowel
als economische is het van belang,
hoe de zaken er bij onze Oosterburen
voor staan.
In 1918 was de revolutie in Duitsch-
land aanleiding, dat ook hier naar de
macht gegrepen werd en toen de eco
nomische toestanden in Duitschland
slecht waren, hadden wij van alle
omringende landen misschien het
meeste daarvan te lijden.
't Is daarom, dat wij bijzonder ge
ïnteresseerd geacht kunnen worden
naar de resultaten van de groote
Duitsche Volksstemming, welke op
20 Juni a.s. plaats! heeft- en beslis
sen moet over de vraag of het vorste
lijk eigendom der vroegere heerschers
al dan niet met schadeloosstelling ont
eigend behoort te worden. Deze kwes
tie houdt zoo zeef de gemoederen der
Duitsche bevolking bezig en ver
deeld, dat ernstige bewegingen te
vreezen vallen, welke ook de beslis
sing zijn zal. Wordt tot eene onteige
ning zonder schadeloosstelling beslo
ten, dan schijnt zelfs een gewelddadig
en gewapend verzet van rechts, d. i.
van monarchistische zijde, verwachtte
mogen worden.
We meenen daarom goed te doen
met in dit artikel een en ander om.
trent de voorgeschiedenis van deze
eerste Duitsche Volksstemming te ver
tellen.
Sinds het gedwongen abdiceeren der
Duitsche vorsten bestaan er verschil
lende eigendoms kwesties. Het Rijk of
de Bondsstaten namen tal van paleizen,
landgoederen enz. in gebruik, maar
toen men in Duitschland weer tot ge
ordende toestanden terugkwam, moest
natuurlijk uitgemaakt worden, of de in
gebruik genomen paleizen enz. inder
daad wel staatseigendom waren of dat
zij behoorden tot het privaat bezit der
afgetreden vorsten en aan dezen dus
behoorden te worden teruggegeven of
vergoed. Nu was in den loop der ja
ren het staats- en vorstenbezit niet
altijd even scherp uit elkaar gehouden
den vorsten was al eens een paleis,
buitenverblijf, landgoed e. d. geschon-
ken, het werd ze ook wel in bruik
leen afgestaan, ingewikkelde privileges
werden verleend, ze hadden eigen
dommen uit eigen familiebezit, maar
doordat vele jaren achtereen de ver
houdingen tusschen vorst en volk uit
stekend waren, vervaagden alle oor
spronkelijke eigendomsrechten en wer
den alle paleizen en landgoederen,
onder vorstelijk beheer, als vorstelijk
eigendom beschouwd.
Na de revolutie en de abdicatie
moest toen weer heel wat geschiede
nis worden uitgeplozen om de eigen
domsrechten te achterhalen. De gewe
zen vorsten echter ontkenden stelsel
matig de juistheid der onderzoekingen,
wanneer die niet in hun voordeel wa
ren hun houding gaf aanleiding tot
tal van processen, waarin zij buiten
gewone eischen stelden en die vrij
regelmatig door hen gewonnen
werden. Door al die processen dreigde
de staat voor de noodzakelijkheid
gesteld te worden eene uitkeeri^g van
milliarden goudmark te moeten doen
als schadeloosstelling.
Dat kon nietgeld was er niet en het
volk, dat in den oorlog Alles verloren
had en al de opgespaarde kostbare
marken tot nietswaardige vodjes had
zien verschrompelen, begon er tegen
te mopperen, dat het een lange reeks
van jaren zou moeten ploeteren om
hun gewezen vorsten met kapitalen
van te zamen enkele duizenden milli-
oenen goudmark „schadeloos" te
stellen.
Toen wilde de regeering een wet
doen aannemen, een compromis, waar
bij de vorsten gedeeltelijk schadeloos
gesteld zouden worden, maar de par
tijen konden omtrent dit compromis
niet tot overeenstemming komen. Een
groot deel van het volk was intusschen
ontevreden geworden door de berichten
omtrent sommige schaamteloos-hooge
schadeloosstellingseischen, door de
vorsten gedaan. De communisten dien
den daarop, ingevolge bepalingen van
de grondwet, een voorstel in om bij
referendum te laten beslissen over eene
onteigening zonder schadeloosstelling.
Na eenige aarzeling gingen de so
ciaal-democraten met het communis
tische voorstel accoord. Eene proef-
stemming over het communistisch-
socialistisch voorstel had plaatsbij
deze proefstemming moesten 4 millioeri
stemmen voor het voorstel worden
uitgebracht om de definitieve stemming
te doen plaats vinden. Niemand schier
geloofde, dat dit aantal bereikt zou
worden, maar niet minder dan 12
millioen kiezers verklaarden zich reeds
bij deze proefstemming voor ontei
gening zonder schadeloossielling.
Nu vindt op 20 Juni e.k. het eigen
lijke referendum plaats. Een gewone
wet behüeft, om aangenomen te zijn,
bij referendum de meerderheid der
uitgebrachte stemmen. De regeering
echter heeft aan het comm.-soc. voor
stel een zoodanige uitlegging gegeven,
dat er voor de tenuitvoerlegging grond
wetswijziging noodig zal zijn, waardoor
het voorstel de instemming van de meer
derheid der kiezers behoeft. Waar er
ongeveer 40 millioen kiezers in Duitsch
land zijn, kan het comm.-soc. voorstel
dus slechts aangenomen worden ver
klaard, als ruim 20 millioen er hun
stem aan gegeven hebben.
Er zijn stellig geen 20 millioen com
munistische en socialistische kiezers
in Duitschland maar de ontstemming
tegen de overdreven eischen der vor
sten is zoo groot, dat ook ongetwijfeld
millioenen rechtsche kiezers voor het
voorstel zullen stemmen. Wordt dit
aangenomen, dan is van de huidige
regeering geen uitvoering te wachten
die zou dus moeten afu^den en mis
schien plaats maken voor een soc.-
comm. regeering, die echter over geen
parlementaire meerderheid beschikken
zoueen gewapend verzet van rechts
zou niet uitblijven.
De regeering doet nog een uiterste
poging om een billijk compromis in
den Rijksdag aangenomen te krijgen,
teneinde daardoor een aantal menschen
te weerhouden om vóór het ontei-
geningsvoorstel der comm. te stemmen,
doch de partijen kunnen het over dit
compromis weer niet eens worden.
Met groote belangstelling wordt over
heel de wereld de uitslag der stemming
verbeidde tegenstanders van het
voorstel voeren de tactiek om niet te
gaan stemmen, 't Is daardoor duidelijk,
dat degenen, die gaan stemmen, vóór
standers van het voorstel zijn en velen
zullen zich laten weerhouden om daar
van openlijk blijk te geven.
Blijkens de jongste rijksdagver
kiezingen ruim 11 millioen.
Verslag over het cursusjaar 192511926
van den R.K. Middelbaren Handels
avondcursus te Waalwijk, uitgaande
van den „Bond voor den Handeldrij-
venden en Industriëelen Middenstand.
O n d e r w ij s De cursus ving aan
3 Sept 1925 en eindigde 4 Juni 1926,
zoodat les werd gegeven in 1925 ge
durende 17 weken en in 1926 gedu
rende 22 weken. Onderwijs werd ge
geven in 3 klassen op Maandag,
Dinsdag, Donderdag en Vrijdag des
avonds van half 7 tot 9 uur. In het
programma, zooals dit was vastgesteld
bij de reorganisatie van den cursus in
1924, kwam geen verandering, zoodat
les werd gegeven in de volgende ver-
plichte vakken: Godsdienstleer (alleen
voor Katholieken), Boekhouden, Han-
delsrekenen, Handelskennis, Nederland-
sche Taal, Aardrijkskunde en in de
facultatieve Fransch, Duitsch, Engelsch.
Het viel te betreuren, dat om financieele
redenen in September niet kon worden
overgegaan tot uitbreiding van de
school met 2-jarige vervolgcursussen
ter opleiding voor de practijküiploma's
Boekhouden, Fransche, Duitsche en
Engelsche Handelscorrespondentie.
Dientengevolge verlieten 6 van de
in 1924/25 voor het einddiploma ge
slaagde jongelui de school en moesten
verschillende andere leerlingen worden
geweigerd. Gelukkig zal deze noodige
uitbreiding September 1926 haar beslag
krijgen de gemeenteraad van Waalwijk
besloot in haar zitting van 18 Dec.
1925 de daarvoor benoodigde gelden
op de begrooting te brengen. Een
woord van dank, aan dit college, dat
instandhouding en uitbreiding van den
R.K. Middelbaren Handelsavondcursus
mogelijk maakt, is hier zeer zeker op
zijn plaats.
In verband met deze uitbreiding was
de Vereeniging van Leeraren in de
Handelswetenschappen te Amsterdam
op verzoek van den Directeur dezer
school zoo vriendelijk de examens
voor hare practijk-diploma's ook te
Waalwijk te doen afnemen. Voor den
cursus was het een verheugend feit,
dat de reorganisatie van de plaatselijke
afdeeling van den R.K. Middenstands-
bond tot stand kwam. Spoedig kan nu
de overdracht van de school in handen
van deze vereeniging worden tegemoet
gezien, waardoor 't plaatselijk element
zijn invloed op den cursus sterker zal
doen gelden.
Van verschillende werkgevers kwa
men aanvragen binnen om inlichtingen
betreffende solliciteerende jongelui, een
bewijs, dat de school zich begint in
te burgeren. Met erkentelijkheid mag
worden vermeld, dat door verschillende
kantoren de kantoortijd voor de jongere
bedienden zóó werd geregeld, dat ze
zelfs in den drukken tijd voor en na
Paschen vrij regelmatig de lessen kon
den volgen. Slechts in een enkel geval
kon een werkgever er niet toe overgaan
een leerling 2 uur per week verlof te
geven voor het volgen van de lessen
in een vreemde taal.
Leerlingen. Vooral tengevolge
van het niet doorgaan van de vervolg
cursussen, zooals boven reeds is ver
meld, liep het aantal leerlingen iets
terug.
Begonnen werd in Sept. 1925 met
59 leerlingen, n.l. 41 jongens en 18
meisjes. Op 31 Dec. 1925 bedroegen
die getallen resp. 58/40/18 en bij het
eindigen van den cursus 44/28/16. Na
31 Dec. verlieten dus 14 leerlingen
den cursus, waarvan 2 wegens vertrek
naar elders, 6 wegens seizoendrukte,
1 wegens militairen dienst en 5 zonder
opgave van redenen. Het aantal leer
lingen uit landbouwerskringen vermin
derde met 5, wat te bejammeren is,
omdat ook voor deze categorie jongelui
de school vooral in haar 3 jarigen
onderbouw, zooveel nut zou kunnen
afwerpen.
Naar klas II werden bevorderd 10,
11, naar klas III 16, 11. Het einddi
ploma werd behaald door 5,11, terwijl
voor klas II, III en einddiploma resp.
werden afgewezen 1, 0, 3. De geslaag
den, doch ook andere, die de vereischte
ontwikkeling bezitten, zullen deel kun
nen nemen aan de September a s. te
openen vervolgcursussen.
IJver en gedrag gaven over het al
gemeen reden tot groote tevredenheid.
Personeel. Hierin kwam geen
wijziging zoodat de samenstelling ervan
bleef als in 1924/25 n.l.
J. Siemer, Directeur en Leeraar Han
delswetenschappen.
Mej. L. van Iersel, Leerares Engel-
De Echo van bet
Waalwyksche en Langstraatscbe Courant.
Dit blad verschflnt
WOENSDAGENZATERDAG.
Abonnementprfls per 3 maanden ƒ1.25.
Franco per post door het geheele rtfk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
Prfls der Advertentiën
20 cent per regelminimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrydag
des morgens om uiteriyk 9 uur in ons bezit
zQn.
van „DB EO HO VAN EET ZTJIDEN".
ROMAN VAN
REINHOLD ORTMANN.
24)
Regine snelde naar de keuken, waaruit al
heel gauw verleidelijke koffiegeuren tot de
aanwezigen doordrongen en het kleine ge
zelschap, dat daarna om de groote ronde kof
fiepot vereenigd zat met een schaal goudgele
boterkoeken daarnaast, lachte en schertste
op zulk een zorgeloos opgewekten toon, alsof
er niets dan, louter feeststemming en zonne
schijn op aarde bestond.
Zoo snel was nog nooit een middag voor
bijgegaan, zoo onverwacht was voor Inge
borg nog nooit de schemering ingevallen. De
dominé werd door ambtsbezigheden naar zijn
bedehuis teruggeroepen en toen deze afscheid
nam, hoorde Ingeborg dat Valentin During-
lioffen den volgenden dag reeds weer naar
de hoofdstad moest vertrekken. Hy had
slechts twee dagen verlof kunnen krygen en
liy was/ te plichtsgetrouw, om ook maar een
ondeelbaar oogenblik in verzoeking te komen
zyn verlof eigenmachtig te verlengen.
Nauweiyks een kwartier na het vertrek
van den dominé, hield ook de ouderwetsche
equipage van het landgoed Lindow voor de
onderwyzerswoning stil en thans viel ook
voor Ingeborg aan een langer verblijf niet
meer te denken. Een ernstige, bijna—treurige
stemming had zich opeens van allen meester
gemaakt, die in het gezellige kamertje by-
een waren en iets van die vage vrees scheen
hen terneer te drukken, die in de harten der
menschen doordringt, wanneer men op het
punt staat afscheid van elkander te nemen
voor langen, onbepaalden tijd.
„Wilt u als herinnering aan dezen dag
tenminste niet een paar bloemen uit onzen
tuin meenemen, juffrouw Wallroth?" vroeg
Valentin, toen zy na zyn moeder en zuster
ook hem de hand tot afscheid reikte. Het is
wel reeds tamelyk donker buiten, maar ik
zie toch nog wel kans een bouquetje voor u
samen te stellen, zoo goed en zoo kwaad als
het gaat."
Zy nam zyn aanbod dankend aan en bleef
aan zyn zyde terwyi hy in het kleine tuin
tje van het eene perkje naar het andere liep,
om de mooiste bloemen, die hy kon ontdek
ken, voor haar te plukken.
„Welk een heerlijke, onvergetclyke dag is
dit voor niy geweest!" zeide liy zacht. „Met
een geheel leven vol arbeid en eenzaamheid
zou ik deze kostelyke uren niet te duur be
taald achten."
„U mocht u vandaag wel gelukkig gevoe
len, mynheer Duringhoffen," antwoordde In
geborg hartelyk, „het was inderdaad de be
looning voor uw zeldzame opofferende kin
derliefde, die u heden in ontvangst mocht
nemen." j
Ily had zich zoo ver voorover gebogen, dat
zy zyn gelaat niet konf zien; maar zy hoor
de, hoe zyn stem zachtjes beefde, toen hy qa
een korte pauze antwoordde: „Ik had een
gevoel, alsof al het goede my plotseling ten
deel zou vallen. Het beste echter u zult
my stellig niet verkeerd begrypeu, juffrouw
Wallroth het beste van alles was echter
uw welkom bezoek. Ik zal my by de herin
nering daaraan nog verheugen, wanneer u
dezen heerlyken Pinksterdag al reeds lang
vergeten zult hebben."
„Ik zal dezen dag stellig niet vergeten,"
antwoordde zy, terwyl zy het eenvoudige,
doch smaakvolle bouquet van hem aannam.
„En ik hoop, dat wy nog menigmaal gelegen
heid zullen hebben, ons gemeenscliappelyk
over dezen dag te verheugen." j
Valentin Duringhoffen schudde mismoedig
het hoofd. Och, daarginds in de stad is alles
zoo geheel anders. Wat ben ik daar vergele
ken by u? De kringen, waartoe u behoort,
zullen immers nooit de myne zyn."
Zy stonden by het open tuinhek en de
oude bediende van Lindow met zyn gryze
haren had reeds de hand aan het portier. In
geborg voelde een intens verlangen om haar
metgezel op zyn laatste woorden met iets
hartelijks en bemoedigends toe te spreken
maar de juiste uitdrukking voor datgene,
wat zy gevoelde, wilde haar niet zoo snel te
binnen schieten als de omstandigheden het
fejtelyk geboden.
/-pat, ligt in uw eigen hand," zeide zy al
leen maar. „Wanneer u dat nieuwe genees
middel gevonden zult hebben
Zy stokte plotseling; want zij was boos
over haar eigen onhandigheid, die iets ge
heel anders over haar lippen bracht, dan zy
in werkelykheid had willen zeggen.
Duringhoffen echter antwoordde, terwyl
hy voor een laatste afscheid een buiging
voor haar maakte, op zonderling veranderden
toon„Ik weet wel, juffrouw Wallroth, dat
men de waarde van een man alleen beoor
deelt naar zyn behaalde resultatenschitte
rende resultaten bereikt men alleen, wan
neer arbeidskracht en geluk samenwerken en
het geluk is een factor, waarmee meni in de
wetenschap evenmin rekening kan houden
als in het gewone leven, vooral wanneer men,
zooals ik, nu niet bepaald tot de Zondags
kinderen behoort. Ik wensch u van harte
een voorspoedige reis en goeden nacht!"
„Goeden nacht!" riep zy terug. Maar het
was onzeker, of hy haar groet boven het
dichtslaan van het portier nog gehoord had.
Met een diep smartelyk gevoel in haar
hart leunde Ingeborg in de zachte kussens
van het rytuig achterover. Zy voelde zich
plotseling zoo onbeschryflyk eenzaam en ver
laten en terwyl zy op dezen stillen vreed
zame n lenteavond door de diepe schemering
voortreed, vloeiden groote heete tranen over
haar wangen, veroorzaakt door een leed, over
welks ware natuur haar jonge ziel zich nog
geen rekenschap wist te geven.
Den volgenden morgen vroeg reeds nam
Valentin Duringhoffen bewogen afscheid van
moeder en zuster, om naar de treinlialte te
wandelen die byna op twee uur afstand van
het dorp was gelegen. Hy verzekerde hen
glimlachend dat het voor hem bepaald een
genot was, dezen korten afstand te voet af
te leggen; want zy hadden onder geen voor
waarde mogen weten, dat zyn overgebleven
contanten hem de luxe van een rytuig niet
meer permitteerden. Een klein eind weegs
vergezelden zyn moeder en Regine hem nog;
daarop nam hy voorgoed afscheid, totdat een
kromming van den weg de achtergeblevenen
en haar wuivende zakdoeken aan zijn oogen
onttrok. IliJ schreed thans rustiger voort, met
opgeheven hoofd en hoog opgericht, alsof hy
zich juist door een energieke inspanning van
zijn wil van een onzichtbaren last had be-
vryd.
In groote bochten slingerde zich de straat
weg, dien hy moest volgen, door het lachen
de landschap. Thans liep zyn weg vlak langs
een donker bosch, in welks dicht beblader-
de toppen de morgenwind geheimzinnig fluis
terde en ruisclite. Niemand behalve de jonge
ehemiker volgde heden dezen weg en slechts
het geluid van een ergens in de buurt grazen
de troep runderen scheen te willen bewyzen,
dat niet alfe leven in het rustige landschap
uitgestorven was.
Toen Valentin de laatste uitloopers van
het bosch reeds naderde, meende hy iets wits
tusschen de gryze berkenstammen te bespeu
ren maar het voorwerp interesseerde hem
niet verder, integendeel wendde hy zyn
blikken voor de laatste maal achterwaarts,
om den slanken kerktoren, die vanaf dit
punt voor het laatst zichtbaar werd, een wee-
moedigen vriendelyken afscheidsgroet toe
te knikkenj
Daarop ging hy verder en keek eerst dan
ten prooi aan de grootste verrassing om
hoog, toen hy zich door een heeriyke, zachte,
eenigszins aarzelende stein by zyn naam
hoorde roepen. Op een grooten, met mos be
groeiden steen tusschen de eerste ryen hoo
rnen zag liy Ingeborg Wallroth in een flat
teus wit zomerjaponnetje als een lieflyke
sprookjesverschyning voor zich staan. Zy
had haar arm om een der slanke stammen
geslagen, omdat de gladde oppervlakte van
den steen haar slechts een onzeker houvast
gaf en zy keek in zulk een bekoorlyk meis
jesachtige verwarring op hem neer, dat het
hera| waariyk wel te vergeven was, dat hem
onder den machtigen invloed van deze biy-
de verrassing het bloed warmer door de ade
ren stroomde.
„Juffrouw Ingeborg", riep hy uit, „welk
een gelukkige ontmoeting!"
Zy liet den stam los, om van den steen af
te springen en hem te begroeten, jnaar zy
gleed op het door den morgendauw vochtig
geworden mos uit en zy geraakte een oogen
blik in gevaar op den grond te rollen.
Toea breide Valentin Duringhoffen beide
armen uit en ving haar op, zoodat zy gedu
rende eenige seconden stormachtig ademha
lend aan zyn hart rustte. Haar oogen waren
half gesloten, haar zoete lippen echter wa
ren zoo dicht l>y de zyne zoo dicht, dat
hij de machtige verzoeking niet kon weer
staan en haar kuste.
Het was slechts een vluchtige roes van za
ligheid. een plotseling opflikkeren van een
hartstocht, die verdween geiyk de flikke
ring van een bliksemstraal; maar de zon
dige gedachte had zich evenwel in een daad
geuit en door niets kon deze daad ongedaan
gemaakt worden door niets!
Ingeborg had geen enkele kreet uitgestoo-
ten en zy was ook niet yiings op de vlucht
geslagen, zooals hy In den eersten schrik
over zyn eigen waanzinnige daad gevreesd
had. Maar zooals zy daar doodsbleek voor
hem stond en hem met groote verwytvolle
oogen recht in het gelaat keek, voelde hy
zich zoo erbarmeiyk klein en ellendig, alsof
hy een der meest verworpenen aller men
schen geweest was.
„Dat had u niet moeten doen, mynheer
Duringhoffen, dat niet!" zeide zy met wee
moedige ernst. „Ik wilde u een, genoegen be
reiden, mnar u hebt er my slecht voor be
loond. Nu is echter alles vernietigd, alles
Waarom hebt u dat gedaan?"
„Waarom? Ik weet het niet!" riep hy wan
hopig uit, terwyl hy met zyn rechterhand
zijn hoed afrukte en meb zyn linker als een
vertwijfelde wild door zyn haar streek.
„Dat ik u liefheb, zOO lief. als een meusch
een ander slechts kan liefhebben, dat kan
ik toch waariyk niet helpen en ik geloof ook
niet, dat dit als een misdaad beschouwd zou
kunnen worden, zoolang niemand daarvan
iets vermoed had. Nu echter ja, u hebt
geiyk wat ik daar gedaan heb, was een
slechtheid en ik denk, dat ily daarvoor rnyn
leven lang zwaar genoeg zal moeten boeten.
Vaarwel
Hy wilde wegstormen, maar de klank van
haar zachte stem was het, die hem terug
hield.
(Wordt vervolgd).