Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen I Week-Revue. FEUILLETON GEEN GEWETEN. DOOR ERYARJNË! UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. EERSTE BLAD. Op onze spoorwegen wordt de bur- trij in drie klassen verdeeld, of beter :zegdde burgerij deelt zich daar If in drie klassen in, n.l menschen et een dikke-, een middel dikke of :n platte portemonnaie. In geen land wordt zoo veel aan asse-indeeling gedaan, dan in het ïze en dus behoeft het eigenlijk niet >o veel verwondering te baren, dat >k de Staat zijn ambtenaren in drie oepen onderbrengt en ze voor het :lfde werk op verschillende wijzen iloont. De motie Moller, die aan dezen toe and een einde gesteld wilde zien, erd door de Kamer verworpen. Maar ïze afgevaardigde smaakte dan toch e voldoening weer eens uitdrukkelijk e aandacht op de zaak gevestigd te ebben en den Minister zelf de toe- igging te hebben ontlokt, dat hij enige onbillijkheden in de regeling au wegnemen. Frappez, frappez, frap- ez toujoursl Waarop steunt die classificatie der emeentèn, zooals die is neergelegd het bezoldigingsbesluit voor burger- jke ambtenaren? Op het beweren, dat het in de groote emeenten duurder zou zijn, dan in ie kleinere steden en in de dorpen. )aarom wordt het loon van burger- ijke ambtenaren in de plaatsen der (Ie klasse met 4 en de derde klasse net 8 pCt. standplaatsaftrek vermin- ierd. In de eerste klasse zijn 26 ge- neenten ingedeeld, in de tweede klasse 165 en in de derde 892. Is het leven in kleinere en kleine gemeenten werkelijk goedkooper dan in de groote steden De indeeling steunt op duurtecijfers, ,1oor de burgemeesters van de onder scheidene gemeenten verstrekt, maar die cijfers loopen eerstens slechts over één week (van 5 11 October), ter wijl geen opgave van prijzen werd verzocht en verstrekt van b.v. tafel en keukengerei, huisraad en kleeding Erg volledig is het onderzoek dus niet ge weest. We hebben nog al in verschillende gemeenten gewoond en zijn veel op reis, maar van een aanmerkelijk ver-1 schil in prijzen voor eerste levensbe- hoeften hebben we nimmer iets be- merkt De belasting is overal zeer verschil- lend, maar omtrent den belastingdruk zegt de grootte eener gemeente ons niets; in de kleine gemeenten is de belasting dikwijls hooger dan in groote steden. I Soms zijn de woninghuren in kleine steden of dorpen lager dan in de groote j stad, al is dat ook al weer volstrekt 'geen regel. Levensmiddelen e. d. echter zijn in groote steden beslist goedkooper dan in kleinere plaatsen, eerstens doordat er betere verkeersmiddelen heen voeren, tweedens, omdat de concurrentie er veel scherper is. Op marktdagen en bij andere gele genheden trekken karavanen uit de provincie naar de groote stad om er inkoopen te doen. Die menschen doen dat toch zeker niet, omdat ze in de stad zoo gezellig-duur kunnen koopert, integendeel, ze gaan „koopjes" halen, althans wat ze daarvoor verslijten. Doordat het gekochte immers met reis en verblijfkosten bezwaard wordt, kun nen ze in de meeste gevallen toch voordeeliger in hun eigen gemeente terecht. Voor studie of intellectueele ont spanning: lezingen, bibliotheek- en museumbezoek. voordrachten, tooneel en zang, voor dat alles moeten veel plattelanders naar de stad. De levensbehoeften en de kosten daarvan verschillen niet noemenswaar dig in groote of kleine steden en de dorpen. Wel stellen vele groote-stadsbewo- ners hoogere eischen aan het leven en zijn daardoor hun uitgaven grooter, maar dèt is toch geen factor, waarmee de regeering rekening behoeft te houden. De klasse-indeeling der gemeenten treft niet alleen de betrokken ambte naren, maar ook de burgerij, die, waór ook gevestigd, evenveel rijksbelasting moet betalen, maar in de kleinere ge meenten een derde klasse behandeling van het Rijk ontvangt. Door het hoogere loon immers in de groote steden, is steeds het streven groot om daarheen „promotie te maken", methetgevolg.dat er buiten't bevoor rechte gebied, weinig cantinuiteit in de bezetting der verschillende posten is, eene omstandigheid, die zich vooral op het gebied van onderwijs als een ernstig nadeel doet gevoelen. Een goede onderwijzer, een goede leeraar en een uitnemend ambtenaar zullen te eeniger tijd zeker naar de groote stad trekken, tenzij particuliere redenen hen weerhouden om te solli- citeeren. Daardoor wordt men dikwijls in 3e klasse gemeenten met 3e klasse personeel opgescheept en ontvangen de kinderen er 3e klasse onderwijs. Is er goed personeel, dan trekt dat toch weer weg, tenzij het door bijzon dere omstandigheden aan de gemeente gebonden is. Kunnen we bij de voorziening in onze noodzakelijke levensbehoeften al Meel weinig verschil in kosten be speuren voor wat groote steden en „de provincie" betreft er zijn nog factoren, die het leven op het platteland soms duur maken. Denken we eens aan het onderwijs onzer kinderen. Voor U.L.O., M.U.L.O.. HBS. of Gymnasium moeten ze veelal naar de stad gestuurd worden met al de kosten, daaraan verbonden. Een Ziekenhuis is er niet op kleine plaatsen. Is ziekenhuisverpleging noo- dig, dan krijgen wij kosten van trans port, reis- en verblijfkosten voor zie kenbezoek en dikwijls wordt de ver pleging van buiten-patiënten duurder gerekend. Specialisten zijn op het platteland niet te vinden we moeten dus bij voorkomende gelegenheden al weer: naar de stad. HOM Binnenland. Geachte lezer en lezeres, hebt u wel eens bemerkt, of het in Juli minder regent dan in Augustus? De eenige wetenschap, die de meeste Nederlanders omtrent het weer hebben, s, dat je er absoluut niet van op aan kunt, dat het gewoonlijk regent, als men 'n dagje uitgaat, mooi weer is, als men in huis moet zitten en dat we dit jaar nog geen droog-gelegden dag gekend hebben. Maar de onderwijs-specialiteiten heb ben meenen te ontdekken, dat de Juli maand zich in droogte en zonneschijn gunstig van Augustus onderscheidt, met het gevolg, dat men aan het proef- nemen geslagen is, zoodat nu in vele gemeenten de groote vacantie van Augustus tot op Juli is vervroegd en, om de school-periode tot Kerstmis niet je groot te maken, in September een najaarsvacantie is ingesteld. Onderwijzers zijn net als kranten- oopers: ze vinden van alles uit. Een crantenlooper wenschte vroeger alleen Nieuwjaar, maar tegenwoordig uit hij zijn heilwenschen bij alle denkbare en ondenkbare gelegenheden. Niet de bescheiden loopers van deze krant natuurlijk. Maar de looper van een ander blad verrastte ons deze week met een kaartje, waarop stond: „De looper van wenscht u een pleizierigen nazomer". We dwalen echter af. De proefne mingen met de vacantie tijdstippen hebben niet alleen ten gevolge, dat deze verschillend zijn in de onder scheidene gemeenten, maar in een zelfde gemeente houdt de lagere school, de ULO., de M.U.L.O. en de H.B S, er ieder haar eigen proef op na, met het gevolg, dat in de eene maand „broer" van school thuis is, in de andere maand „zus" van deMU.L.O en „onze groote jongen" van de H B.S nóg later of nóg vroeger. Door deze stelselloosheid kunnen de ouders geen gezamenlijken vacantietocht bedenken en het huishouden ligt een paar maan den achtereen overhoop. v Slaagt ge er echter in om nog een bescheiden vacantietochtje te onder nemen, sluipt dan in den nacht uit uw woning en tracht langs allerlei paden een stil, afgelegen plekje in de hei of aan het strand te bereiken en slaat daór uw tenten op. Ziet goed toe, dat ge niet per ongeluk in Zoutelande te- recht komt, want daar weet men de vreemde indringers met hun zwarte zielen te weren. Gaat bok niet per auto; want dan wordt ge aan den eersten den besten onbewaakten over weg vermorzeld. Maakt geen uitvlucht- jes met een vliegmachine, want die deponeert u in zee, of &ls ze u het water over weet te dragen, zet ze u met een paar gebroken beenen op het strand of op de Engelsche krijtrotsen neer. Gaat vooral niet per trein of tram, want als ge uw hoofd buiten het raam durft te steken, wordt het er radicaal afgeknepen. En dan zoekt men nog naar de oplossing van het ver- keersvraagstukAls we zoo nog een joosje doorgaan, is er geen mensch in leven, waarmee dan alle vraagstuk- een zijn opgelost. Dat geval met dien jongen in Zand- voort vinden we vreeselijk. Gelijk dat hij zijn hoofdje uit het raam stak, wordt het door de beknelling met een paal afgeknepen. Die ongelukken op onbewaakte overwegen zlfn o.i., als men de vereischte oplettendheid be tracht, te voorkomen, maar dat ongeluk in Zandvoort is toch alleen aan grove nalatigheid van de tramdirectie te wijten. Wie laat er nu een paal zóó dicht langs de baan staan. De waarschuwing, geen „lichaams- deelen of voorwerpen" buiten het rij tuig te steken, leest men in vele trams, maar ramen zijn er toch óók wel 'n beetje om er uit te kunnen zien, als een of ander de aandacht trektzulk een „zich vergewissen" kan in trein of tram zelfs wel eens noodzakelijk zijn. Het publiek wordt tegenwoordig voortdurend aangemaand om de veilig heid van het verkeer niet in gevaarte brengen, maar die verplichting rust toch zeker wel in de eerste plaats op de exploitanten van de verkeersmid delen. Zondag j.l. zijn vele reizigers, die van den electrischen trein Rotterdam- Den Haag gebruik maakten, nog maar juist aan den dood ontsnapt. Eenont- De Echo van het Mwytsclie en Laagsinatsele Courant Dit blad verschijnt WOENSDAGENZATERDAG. Abonnementprys per 3 maanden ƒ1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentlën 20 cent per regelminimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. By contract flink rabat. Advertentlën moeten Woensdag en Vrydag des morgens om uiteriyk 9 uur in ons bezit zyn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN' ROMAN VAN REINHOLD ORTMAN N. 30) „Dat nooit!" riep hij heftig uit. „Nooit! Dan liever (loodWat denk je wel, dat mijn edelmoedige schoonvader zou doen, als hij mij op die wijze in zijn macht had? Voor het allerergste zou liy my misschien wel behoe den het eerste echter, dat hij als belooning voor zyn hulp zou verlangen, zou zonder eenigen twyfel rnyn toestemming in een echtscheiding zyn en het doen van afstand mynerzyds van de academische loopbaan. Ik zou weer als bedelaar op straat staan en ik bezit nu waarachtig niet meer de' kracht, dien geheelen zwaren, vergeefschen arbeid opnieuw te beginnen. Neen duizendmaal neenAls je me niets,beters weet aan te ra den, dan geef ik er honderdmaal liever de voorkeur aan het voorbeeld van je vader te volgen." „Laat myn vader buiten beschouwing, Sieg- mundHy verkoos den dood, omdat hy zyn schuld niet wilde overleven, niet uit vrees voor de straf. En zyn schuld was niet zoo groot als de jouwe. Wat je daar van de voor waarden zegt, die de professor zal stellen, zal wel niet ver van de waarheid af zyn. Als je die condities onaanneihelyk acht, dan zie ik geen mogelykheid je te redden". „Werkelyk geen enkele mogelykheid, geen enkele Edith? Ik smeek je, span je vinding rijken geest nog eens in, om een oplossing te vinden. Nog heb ik immers drie dagen tyd en aan de slimheid eener vrouw is in drie dagen wel iets moeiiykers gelukt dan dit! Zou je werkelyk geen uitweg weten?" ..Neen, ik zie geen uitweg." Scherp en beslist, zonder ook maar een se conde te aarzelen, had zy hem deze sombere woorden voor de voeten geworpen en een oogenblik scheen zy zich met kwalyk verbor- gen triomfgevoel te verheugen in de diepe vernedering, waarin zy hem voor zich zag. Toen echter flikkerde plotseling een zon derlinge gloed op in haar oogenzy boog zich zoo ver naar hem toe. dat haar lippen by na zyn oor aanraakten en fluisterde hem toe„Eén weg tot redding zou ik wel weten» tot redding van jou en van my. Maar je be zit toch niet den moed dien weg te volgen. „Al zou hy rechtstreeks naar de hel lei den, Edithin myn toestand heeft men geen bezinning meer genoeg om laf te zyn." „Ik zou voor het geld kunnen zorgen, voor dit en nog meer, als je my wilt beloven, my van uiyn ketenen te bevryden. O, ik ver smacht letteriyk van ongestilde dorst naar geluk." Vurig gloeiden haar oogen en boorden zich in de zyne; Artois staarde haar verbysterd aan, alsof zy zich van een hem onbekende taal bediend had. „Ik begrjjp je niet goed, Edith stamel de liy aarzelend. „Wat je je daar als een droombeeld voorstelt, kan immers helaas nooit werkelykheid worden." „En waarom zou dat niet kunnen? Omdat een paar belachelyke vooroordeelen het zou den verhinderen en een wet, die door het kleinste zuchtje kan worden omvergeblazen, als men daartoe den moed maar heeft? Ik heb geweten wat my te wachten stond, toen ik dezen ouden professor myn hand reikte; maar ik meende het te kunnen dragen, omdat my destijds op aarde niets zoo verschrikke- lyk toescheen als de armoede, omdat het sa menleven met myn moeder nflfo half van myn verstand heeft beroofd en omdat maar het is immers onverschillig wat ik destijds alle maal geloofde. Genoeg dat het een dwaling was. een onzalige, noodlottige dwaling, waar van het bewustzyn thans aan den kern van myn leven knaagt en my soms tot aan den rand van den waanzin brengt. Ik kan dit ongelukkige, onbevredigde bestaan niet lan ger meer verdragen en ik wil het leven ge nieten, zoolang myn jeugd my daartoe nog in staat stelt Wanneer je een mensch van vleesch en bloed bent en als je me ooit hebt liefgehad, dan moet je dat begrypen." „Zeker, ik begrijp het EdithMaar het lot heeft ons nu eenmaal niet de macht ge- w geven om on*t beider wenschen in vervulling te doen gaan." - II „Toch wel," verklaarde zy met vlammende oogen. „Wy hebben de macht gelukkig te zyn, zoodra wy daartoe den moed bezitten. Op hetzelfde oogenblik kunnen wy onze ke tenen verbreken en wegtrekken, de» heerlyke. vrye wereld in, om ons tot een nieuwen bond te vereenigen." Als een snelvlietende bergstroom, die in een enkel oogenblik alle met moeite opge richte slagboomen verwoest, barstte plotse ling haar zoo lang ingehouden hartstocht voor dezen man met overweldigende kracht los. Maar des te wilder en hartstochtelyker haar woorden werden, des te meer scheen Artois zyn bezinning en gezond verstand te rug te krygen. „Spreek zachter, Edith waarschuwde hy, „want een van de dienstmeisjes zou je kun nen hoorenbovendien, laten we weer als verstandige menschen met elkander praten. JJ'at je daar zoo mooi geschilderd hebt, zou stellig zeer begeerenswaardigi zyn maar het is helaas onuitvoerbaar. Aangenomen zelfs dat er hier niets was, dat my zou kunnen terughouden, noch myn- wetenschap, noch myn positie of toekomstplannen, waarheen zouden wy dan wel moeten vluchten en waarvan zouden wy kunnen leven? Ook de poësie der vurigste liefde zou al heel spoedig in alledaagsclie próza veranderen, zoodra de nood en ellende liun intrede by ons ge daan zouden hebben.'' „Ik heb je immers al gezegd, dat wy niet met leege handen zullen gaan. Op welke wij- ze ik voor het geld zorg is natuurlyk myn zaaklaat het je voldoende zyn, dat wy het op het juiste oogenblik ter beschikking zullen hebben. Negenduizend mark zyn vol gens, jouw opgave noodig 0111 den wissel af te koopen en een verdere tienduizend mark zullen voldoende blyken om ons voor de naas te toekomst voor ontberingen te behoeden. Wat er daarna zou moeten gebeuren, daar over behoeven wy ons nu nog geen zorgen te maken. Jy bent immers een man en je zult er stellig trotsch op zyn, voor ons beiden te werken." 1 „Het is je dus werkelyk volle ernst met dit romantische vluchtplan? E11 het moet misschien al in de allernaaste toekomst tot uitvoering worden gebracht?" „De professor vertrekt over eenige dagen naar Weenen, waftr hy verscheidene weken zal moeten vertoeven. Als wy van deze prach tige gelegenheid geen gebruik weten te ma ken, dan zal voor ons het uur van geluk mis- "rbjan nooit aanbreken." /jSn je zoudt mij die negen duizend mark l alleen dan willen verstrekken, wanneer ik er in toestem met je te vluchten?" 1 Haar brandende oogen schenen tot in het diepst van zyn ziel te willen doordringen. „Natuurlyk alleen dan!" antwoordde zy langzaam en met nadruk. „Meen je soms dat ik je ter wille van die andere zal redden? Maar wat heeft die vraag voor zin? Hier kan niet anders dan een eenvoudig ja of neen tot antwoord worden gegeven. En je hart, niet je koel berekend verstand moet beslissen." „Wanneer het alleen op de beslissing van myn hart aankwam, liefste Edith," antwoord de hy haastig, „dan zou ik reeds lang vol geestdrift „ja" hebben gezegd. Heelemaal ongevraagd mogen wy echter ook het ver stand niet laten en daarom zou ik je willen verzoeken, my een korten bedenktyd toe te staan. Binnen welken termyn zou je wel die negen ik bedoel die twintigduizend mark in contant geld kunnen omzetten?" .„Binnen een uur, als het noodig is." „Prachtig! En de voorbereidingen tot onze vlucht zouden onder bepaalde omstandighe den nog sneller getroffen kunnen worden. Binnen tweemaal vierentwintig uur zul je myn beslissende verklaring vernemen." Edith haalde diep adem; haar bleek ge zicht, dat nog alle teekenen van de ongewo ne, hartstochtelflke opwinding droeg, begon langzamerhand weer een koele, strakke uit drukking te vertoonen. „Ik zal op je beslissing wachten," zeide zy toonloos. „Maar ik waarschuw je, Siegmund Reken er niet op ook ditmaal valsch spel met me te kunnen spelen. Bekentenissen, zooals je ze zoojuist van my gehoord hebt, doet een vrouw slechts éénmaal in haar leven en wanneer je nu toch nog zoudt willen trachten my te bedriegen, zoo waar er een hemel boven ons is, het zou je allerlaatste bedrog zyn!" i „Welk een gedachteantwoordde hy haas tig, terwijl bij tegelykertyd naar zyn hoed greep en het daardoor vermeed haar in de oogen te zien. „Wat ei* ook; ooit moge gébeu- ren, ik zal je bewezen, dat ik je edelmoedig vertrouwen waardig ben." Iiy kuste haar hand, die zy haastig weer terugtrok en verliet daarop de kamer. Edith keek hem minutenlang met een zon derlingen glans in haar oogen 11atoen streek zy met haar rechterhand over haar voor hoofd, alsof zy daar iets, onaangenaams, iets drukkends wilde wegwisschen en sprak toen zacht in zichzelf„Hy wil my misleiden, dat is aan geen twyfel onderhevig! Maar hy ver geet, dat ik het ben, die zyn lot in de hand heb ik HOOFDSTUK XIV. Tegen de vensterruiten van Valentin Du- ringhoffens „luxueus gemeubileerde salon" kletterden onophoudeiyk groote regendroppels en de nachtelyke Maartstorm schudde ze heen en weer, zoodat ze byna angstwekkend rinkelden. De lamp op de met flesschcn, gla zen en allerlei zonderling gevormde buizen bedekte werktafel flikkerde) van tyd tot tyd bedenkelyk, alsof ze door den tocht uit wilde waaien en een onbehaagiyk vochtige kilte vulde meer en meer het weinig aanlokkeiyke vertrSk, want ook het laatste vonkje in de kachel was gedoofd. Om negen uur in den avond was During- hoffen uit doctor Giersbergers sanatorium thuisgekomen. Zonder het eenvoudige avond eten aan te raken, dat zyn hospita voor hem had klaargezet, was hy aan zyn werktafel gaan zitten 0111 te schryveu en liy schreef maar steeds verder, hoewel het middernach- teiyk uur reeds langf voorby was. Een groot aantal kleine papiertjes, waarop kortere of langere aanteekeningeu of ook wel haastig daarop neergeschreven scheikundige formu les stonden, lag naast hem opgehoopt en hy gebruikte deze /hans oogensehynlyk om er één groot, samenhangend geheel van te ma ken. Dat hem deze bezigheid niet gemakkeiyk viel, openbaarde zich even duidelyk in de zonderling vermoeide,; afgematte uitdrukking op zyn bleek, mager gelaat, als op de wyze waarop hy telkens met de hand langs zyn voorhoofd streek en van tyd tot tyd gedu rende enkele minuten schijnbaar doodeiyk uitgeput in zyn stoel achterover leunde. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1