Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. SPORTADEL. i Accountantskantoor H. VERHOEF. NIEMEiJER'S NIEMEIJER'S FEÜILLETO HET SLOT DYMECK DOOR ER.WUMG i» UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. EERSTE BLAD. De 12e Diocesane Katho liekendag in het Bisdom van 's Hertogenbosch te houden te Waalwijk op 26 Sept. 1926. IV. De a.s. diocesane Katholiekendag zal ons de katholieke leer geven, die wij in ons leven hebben te volgen. Het is voor de hand liggend, dat in zulk een kort tijdsbestek, waarover de sprekers beschikking hebben, niet de heele leer volledig uiteen gezet kan worden. Een bepaald onderwerp moet wor den uitgekozen, waartoe men zich beperken zal. Dit is voor een grondige behandeling ook ten zeerste aan te bevelen. Het onderwerp, voor dezen dioce sanen Katholiekendag, vastgesteld, is: de invloed van het Katholicisme in het bisdom van 's Hertogenbosch in het verleden, heden en toekomst op cultureel, op sociaal en godsdienstig gebied. Voor alle diocesanen is dit onder werp van het grootste belang. Het heeft evenwel weer zijn verschillend aspect, zijn eigen beteekenis voor de verschillende groepen, waaruit de maatschappij is samengesteld. Naar gelang men tot de eene of tot de andere groep of stand behoort, ver- eischt dtt onderwerp een speciale behandeling. Daarom zal hierover eerst in verschillende sectievergade ringen worden gesproken, om daarna in de algemeene vergadering te wor den behandeld. De Secties met hunne sprekeis zijn: Vrouwen, sprekerpastoor van Oerle uit Eindhoven. Werklieden, sprekerdr.de Brouwer uit Tilburg. Boeren, spreker: J. C. van Beek, burgemeester van Deurne. Middenstanders, spreker dr. Knip penberg uit Helmond Werkgevers en andere beroepen spreker: Jhr. Sassen van Ysselt. Voor de algemeene vergadering: dr. Witlox, St. Michielsgestel. Volgens alle waarschijnlijkheid zal hiervan nog een parallelvergadering plaats hebben, waarvan wij hopen binnenkort den spreker te kunnen 3) bekend maken. Het lijdt geen twijfel, of er zal veel belangstelling zijn. Iedere katholiek toch zal er prijs op stellen, om, als het maar eenigszins mogelijk is. het werk, wat hier ondernomen wordt, door eigen medewerking te doen slagen. Immers allen zijn er toch van overtuigd, hoe noodig het is onze katholieke beginselen naar voren te brengen en in het licht te plaatsen, om zoo de waarde er van des te beter te doen kennen. In de groote plaatsen vooral zal men het meest van deze noodzakelijkheid overtuigd zijn. Daar toch ziet men dagelijks, hoe op velerlei gebied in strijd hier mede gehandeld wordt. Wij moeten trachten daarin verbetering te brengen en iedereen kan en moet het zijne daartoe bijdragen. De katholieke opvattingen moeten beter gekend en meer verbreid worden, opdat zij hun invloed kunnen uit oefenen op het leven der menschen. Helaas maar al te veel worden de valsche leerstellingen verkondigd, die hun verderfelijke uitwerking hebben. Wij van onzen kant moeten met alle geweld dit trachten te keeren door onze beginselen uiteen te zetten en ingang te doen vinden. Daarom hopen wij op een groote deelname aan dezen Katholiekendag, vooral uit de groote plaatsen, wijl het daar het best tol zijn recht kan komen. Zooveel Zondagen toch worden voor een niet gering gedeelte-besteed aan ontspanning. Laat Zondag 26 September a.s, eens een uitzondering daarop zijn en geheel dienen voor het belang van de Katholieke zaak. Door bussen, tram en extratrein zal voor voldoende reisgelegenheid ge zorgd worden, zoodat men van uit alle plaatsen tijdig aanwezig kan zijn en dat men ook weer op tijd weg kan naar huis. Streept dezen Zondag maar vast aan op uw kalender als bezet en houdt u daaraan. Commissie van Pers en Propaganda. 't Geval-Moeskops houdt de gemoe. deren van velen nogjn beweging- Men weet, dat deze landgenoot bij het jaarlijksche verrijden der wereld kam pioenschappen, ditmaal te Milaan, voor de vijfde keer de primus inter pares bleek te zijn, welk succes echter voor- afgegaan werd door een incident, dat door velen als een blamage voor ons land wordt aangemerkt. Een „vlag- incident" is het gebeurde genoemd, maar mag men de lezing gelooven, die de heer Moeskops aan de bladen gedaan heeft en er is geen reden om zulks niet te doen dan is er van een vlag-incident geen sprake en heeft de heer Moeskops, toen hij tijdens het rijden van de voorstellingsronde met een aan een stok gebonden doek zwaaide, slechts een grapje bedoeld hij wilde n 1. te kennen geven, dat hij zich gewonnen gaf en daarom de witte vlag heesch. Dat hij weigerde om bij die voorstellingsronde de nati onale vlag te dragen en deze aan Leene overgaf, sproot ook niet voort uit revolutionnaire gevoelens, zoo zegt hij, maar dat deed hij, omdat hij zich niet in staat gevoelde om de nationale kleuren op de baan te verdedigen. In ieder geval mogen we thans aannemen, dat de heer Moeskops met zjjn „grapje" te Milaan geen opzette lijke beleediging van de Nederlandsche vlag bedoeld heeft, maar dan blijft nog slechts één conclusie over en die is, dat deze „vertegenwoordiger onzer natie" in den vreemde een ontstellend gemis aan verstandelijk inzicht gede monstreerd heeft, een gemis pok aan beschaving en goede manieren, èen gemis ten slotte aan verantwoordelijk heidsgevoel. En dat is voor iemand, die nu al jaren lang door duizenden Telefoon No. 156, WAALWIJK. BELAST ZICH MET 37006 Het opmaken van BALANSEN het INRICHTEN EN CONTROLEEREN van boek houdingen e. d. Het behandelen van BELASTINGZAKEN. BILLIJKE CONDITIES. sportverdwaasden In den lande als een „nationale held" gevierd wordt, een droevig figuur. We zouden ons niet zoo uitvoerig met het geval-Moeskops bezig houden, als het niet een merkwaardig symp- toon gold van de groote eenzijdigheid eener sportieve opvoeding. Deze man is groot geworden door en in de sport, de hoogst bereikbare trede op die ladder heeft hij bereikt, maar nu blijkt op ontstellende wijze, dat deze prestatie ook de eenige zijns levens geweest is. De sport, maar dan ook de sport alléén heeft zijn bestaan gevuld en al het andere in de wereld, dat waard is om nagestreefd te wor den, heeft nimmer zijn aandacht gehad. Deze man, die door zijn internationale sportlauweren de wereld in alle rich tingen doorkruist heeft en met men- schen van allerlei stand, beschaving en ontwikkeling in aanraking moet zijn gekomen, heeft volstrekt niet ge- profiteerd van de zeldzame gelegen heid om zich verder te beschaven. De plechtigste momenten uit zijn eigen carrière meent hij te moeten op tuigen met een plebejisch „gijntjeV De zaak zou ons zooveel woorden niet waard zijn, als we ze geen ge schikte vermaning achtten voor het opkomend geslacht. Sport is goed en gezond, al wordt ten deze dan ook vaak overdreven. Maar sport is geen doel van het leven en sport kan het leven niet vullen er zijn veel hoogere en belangrijker zaken na te streven. Sport is voor velen een passie geworden, die tot verwaarloozing van verdere levens plichten leidt. Ieder mensch heeft, ge lukkig, een zeker gevoel van eigen waarde en streeft er naar om zich in een of ander opzicht fe onderscheiden. Dat doel wordt gewoonlijk slechts bereikt na vele jaren van ingespannen arbeid. Nu is 't verleidelijke van de sport, dat roem en eer er weggelegd zijn voor de jongeien en dat men er het applaus van de massa en, niet te vergeten, de huldiging in de pers reeds bereiken kan op een leeftijd, dat men in eenig ernstig maatschappelijk beroep pas de eerste zelfstandige tre den begint te zetten. En als dan de toejuichingen uit duizenden kelen den jongen held be reiken, dan meent deze in het leven reeds alles bereikt te hebben, wat te behalen was en worden wetenschap, ontwikkeling en beschaving geen aan dacht waard gekeurd waalwyksclie en Ijifslraatsrkr Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. AbonnementprtJs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. van „DE ECHO VAN HET ZEIDEN". door - ILZE DOIJE TANNER. En wanneer ik uit liet venster leun, dan zie ik rechts de.half ineengevallen muren en toren van het oude slot Dymeck, die aan het thans bewoonde «ieuwe slot aansluiten en ook niet elkander in verbinding staan. I)at wil zeggen, dat het thans bewoonde slot ook nog gedeeltelyk uit die oude muren bestaat, maar van binnen is het meer dan 100 jaar geleden geheel nieuw ingerichtdat vertelde tante mij allemaal. Maar nu is myn brief al zoo lang gewor den en nog steeds schreef ik niets over de hoofdzaak, over tante Klarissa en jullie bent zeker al erg boos. Nadat ik dus wat toilet had gemaakt, ging ik met een kloppend hart weer naar bene den naar de groote hall, waar de oude Koen- raad al op my wachtte. I-Iy opende een deur, die toegang gaf tot een groote zaal met een parketvloer, groote spiegels en kristallen kro nen., maar verder geheel leeg; toen kwamen wij door de bibliotheek, daarna door de eet zaal, die volgens myn begrip ook echt vor stelijk "was ingericht en daarop liet by mij eindelyk in tante Klarissa's kamer binnen treden. Ik zag do eerste oogenblikken niets anders dan de groote, magere, zwarte gestalte met bet gele gelaat, die heel styf in een liooge, fraai bewerkte stoel zat en ik moet eerlijk bekennen,, dat ik het gevoel had, alsof myn hart in een ijzeren ring bekneld zat, en ik bleef doodstil en als verlamd by de deur staan. „Kom toch wat dichter bij. Henriëtte," zei- de zy. en ik gehoorzaamde willoos; ik geloof dat ik beefde, toen ik voor haar stond. Daarop stak tante my met een glimlach grjjs der Advertentlën 20 cent por regelminimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. By contract flink rabat. Advertentlën moeten Woensdag en Vrfjdag des morgens om uiterlHk 9 uur in ons bezit ztyn. haar hand toe en ik maakte een diepe bui ging en kuste haar hand. „Dus jy bent nu myn achternicht," zeide zy daarop en haar sombere, groote oogen zagen niy doordringend vaal onder tot boven aan. „Nu, ik hoop, dat wfl het goed met el kaar zullen kunnen vinden en dat je my wat vroolykheid en zonneschijn in myn eenzame ouderdom zult verschaffen." Het was toch, heel vriendelijk, wat ze zei, maar toch bleef my'11 hart maar angstvallig kloppen en ik geloof, dat myn stem trilde, toen ik haar beloofde al liet mogelijke te zullen doen, om haar tevrederr te stellen en haar wat op te wr ooi ij ken. Ik denk dat het komt, onulat tante zoo'11 bijzonder eigen aardig gezicht heeft. In het begin l>eu je verschrikt, zoo leelyk is het, maar als je haar dan nauwkeuriger bekijkt, dan kun je toch zien, dat ze vroeger mooi geweest moet zyn. Zy heeft zulke wonderlijke oogen, by- 11a onaangenaam zou ik haast zoggen, en een heel kleine mond en een lange, smalle neus. Haar geheele gezicht is trouwens smalletjes en erg geel en de handen ook. E11 als zy glimlacht, wat maar heel zelden gebeurt, dan is het lieelemaal geen echte glimlach zoo als by een ander, het maakt haar gezicht niet vriendelijk. Sedert ik tante gezien heb, kan ik mij le vendig voorstellen, dat juffrouw Schroth en Koenraadi zyn precies zooals tante, nadat zij 35 jaar, juffrouw Schroth zelfs 40 jaar, met haar samen hebben geleefd. Maar misschien is tante ook niet altijd zoo geweest, wie weet, wat voor moeilijke tijden zy heeft be leefd, wat haar zoo stil en ondoorgrondelijk maakt. Ik zou er my toch zoo zeer over ver heugen, indien het my gelukte met haar op vertrouwelijken voet te komen en haar wat op te vroolyken. Ik moest naast haar gaan zitten en moest van u vertellen, maar het scheen iny toe, alsof zy er maar met een half oor naar luisterde en opeens sprak ze: „Je bent niet erg netjes gekapt Henriëtte. Leg die vlechten toch 0111 je hoofd heen en laat het haar van voren wat losser; dat gladge streken haar ziet, er zoo kleinburgei-lijk uit." Toen raakte ik den draad van mijn verhaal kwijt en ik was blij. dat tante my toen liet gaan 0111 mijn koffers uit te pakken en zei. dat ze mij de thee wel boven op mijn kamer zou lalen brengen. Ook de koffie kreeg ik vanmorgen op mijn kamer en daarbij 'iet tante zeggen, dat zy zich eenigszins opgesteld gevoelde en dat zy mij pas 's avonds aan tafel wilde zien wy eten hier heel voornaam, pas 011a zeven uur en 0111 twaalf uur gebruiken wè een warme lunch en ik kon den dag verder' doorbren gen zooals ik zelf wilde en als ik er zin in had, het park en de broeikassep bezichtigen. Dat liet ik my natuurlijk geen tweemaal zeg gen en ben kris en kras door bet heerlijke park geloopen en gevoelde 111e als een vrije prinses. Over het park en de broeikassen moet ik u een anderen keer nog eens schrij ven deze brief wordt anders veel te lang. Aan tafel zat ik naast tante op een van de leeren stoelen met de enorm hooge, stijve, doch kunstig bewerkte leuning, waaraan' men zich eerst moet wennen, en het was my te midden van al die voorname pracht en die koele oogen van tante heel onhuiselijk te moede. Stel u voordonkergroene, leeren tapijten, een reusachtig gebeeldhouwd buf fet en schenktafel, alles met. zwaar zilverge rei beladen, en dan een lange, breede tafel, aan welks hoofd tante zat in zwarte zijde, als de verpersoonlijkte voornaamheid eii daarnaast dan uw dochter, die toch anders haar woordje wel wist te doen en allesbehal ve verlegen was heel be.seheiden en dee moedig. Achter tante's stoel Koenraad, op den kleinsten wenk van haar nauwkeurig lettend en ons de schotels aanreikend, die hij van de dientafel nam. E11 er waren vier gangen, een werkelijk diner, maar toch li^b ik louter uit verlegenheid niet genoeg gege ten, maar dat zal wel gauw anders worden. Aan tafel was tante Klarissa zeer spi-aak- zaam en vertelde my de geschiedenis van den burcht. Morgenochtend zal zy mij het inwendige laten zien daar verheug ik mij al op. Maar nu valt de pen'mij van ver moeidheid haast uit. de hand. Ilq groet u al len en voor u en de zusjes veel kussen en ik verzoek u heel gauw te schrijven aan uw dankbare dochter IIENNY. Henny Koning had zich met de elasticiteit der jeugd, reeds den derden dag van haar verblijf op het slot Dymeck, aan de nieuwe omstandigheden aangepast. Weliswaar was zy nog dikwijls met haar gedachten by haar v |FRIt5CHtnflniIA8AKl per ons per ons per ons per ons vroegere werkzaamheden thuis, of de jongens bet met hun drukte moeder niet al te lastig maakten, en of tante Erna het ook goed met de twee kleinsten kon vinden, maar de nieuwe indrukken, die zij bij tante Klarissa opdeed, verdreven die gedachten al vrij spoedig. Juffrouw Schroth bad volgens den uit- drukkelijken wensch van de oude gravin Henny's baar anders gekapt en Henny vond deze verandering nu niet bepaald onvoor- deelig. Zeer zeker vorderde bet veel meer tyd maar aan tyd, waaraan het liaar thuis altyd had ontbroken, was hier geen gebrek. Hen ny was wel eenigszins verwonderd, dat de zwijgzame juffrouw Schroth. die overigens ook. toen zij Henny's baar friseerde, haar stroeve gelaatsuitdrukking niet aflegde en geen ander woord sprak dan alleen ter ver duidelijking van liet nieuwe kapsel noodza kelijk was, zoo handig en flink kamermeis- jesdiensten wist te verleenen. „Zoo zie je er beteq uit, Henriëtte," zeide de gravin Dymeck, toen Henny voor bet kof fiedrinken in de eetzaal verscheen. „Ik lieb ook naar Stralsund geschreven en "een paar elegante toiletjes voor je hesteld, ik krijg dikwijls gasten voor het diner en dan moet jy andere kleeren dragen." „Ik heb Henny had willen zeggenik heb immers myn beste kleeren. hier maar de oude da me sneed haar met rustige beslistheid het woord af: „Ik weet al, wat je zeggen wilt, je hebt voor je verblyf hier allerlei nieuwe dingen gekregen, maar dat zyn Zondagmid- dagkleeren voor een provinciestadje, geen toiletten voor de nlclit van gravin Dymeck." Henny was natuurlijk eenigermate ont hutst door dit gespi-ek met liaar tante, ze zei echter niets, omdat zy het zonderlinge, heerschzuchtige karakter van de oude dame reeds kende. „Kom nu maar mee wij zullen nu het slot eens bekijken," sprak de gravin Dymeck. zoodra de lunch geëindigd was. Zy gingen nu door de prachtig en behaaglijk ingerichte vertrekken van liet nieuwe gedeelte, dat door de gravin werd bewoond, eerst naar de zaal der voorvaderen, een half tot den nieuwen aanbouw, half tot den ouden burcht helioo- rende, enorm groote ruiiaite, waarvan de wanden met schilderijen van voorouders en grnven 011 gravinnen, Dymeck bedekt waren. Het. daglicht viel slechts gedempt door vier hooge gewelfde vensters, dié in bonte kleur- schakeeringen bet telkens weer verschijnen de wapen der Dymecks en ook de wapens der families, die met de Dymecks verwant waren, vertoonden. Op een van deze wapens wees de gravin met haar stok, waarop zy gewoon was op baar wandelingen te steu nen: ,.I)at wapen ken je toch," nietwaar, bet is dat van je moeder, van dé familie von Orlenhaustoch jammer, dat De gravin voltooide haar zin niet net baatte niets om nu nog bet liuwelyk beneden den stand van haar nicht te beklagen en zy was rechtvaardig genoeg om te bedenken, dat Henriëtte daaraan toch in 't geheel geen schuld had. Toen opende zy met een grooten sleutel een heel gewone, met zware yzeren versie ringen beslagen deur en zy stonden in een lange, vervallen ruimte, die veel van een zaal had, en die van twee zyden licht ont ving; aan den eenen kant door langwerpige gleuven in den muur. dus door z.g. schietga ten en aan don anderen kant door glazen vensters, waarvan de doffe ruitjes onregel matig in lood gezet waren. Het muurwerk was zwaar beschadigd en in den vloer gaap ten spleten. „Dat was de oude zaal," zeide tante ter op heldering, „de feestzaal van de stichters van dezen burcht." „Waren dat. ook Dymecks?" vroeg Henny, met snel ontwaakte familiebelangstelling. „Vermoedeiyk ja, want de Dymecks zy» van Wendsche afstamming, zooals de laatste lettergreep van hun naam aanduidt en het staat vast. dat dit slot door Wenden werd gesticht. Het lig t nameiyk in het dal Duitsclie ridders bouwden zich hun burch ten altyd op hooge punten en bergen." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1