I Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, i i p FEÜILLETO HET SLOT DYMECK HEEREN-KLEERMAKERSZAAK heeft geopend. DOOR EEV&RJNC? MJÖLÏK& J. VERAA, Groensteeg 17, Waalwijk. NUMMER 71, WOENSDAG 8 SEPTEMBER 1926. iöe JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. DRUNEN. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Vrijdag 3 Septem ber des avonds ten 8 uur. Voorzitter: Edelachtb. heer Mr. H.J. M. Loeff. Ongeveer kwart over acht uur opent de Voorzitter de vergaderingafwezig de heer L. Pijnenburg. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. Schrijven van Ged. Staten houdende de goedkeuring van het raadsbesluit tot het aangaan van een geldleening groot f40000 ten behoeve van de te bouwen R. K. Jongensschool. 2. Voorloopige vaststelling van de gemeenterekening dienst 1925. Voorzitter. Mag ik den Voorzitter van de Commissie verzoeken rapport te willen uitbrengen. A. v. d. Wiel. De Commissie heeft de rekening nagezien en in orde be vonden en stelt voor deze vast te stellen als is aangeboden. Voorzitter. Dus dan kan de rekening voorloopig worden vastgesteld. De rekening heeft een batig saldo op den gewonen dienst van f3905.54 en op den kapitaaldienst van f 191.66. 3. Aanbieding der gemeente begroo ting, armenbegrooting en begrooting G. E. B. dienst 1927. Voorzitter. Zooals andere jaren zal ik een paar begrootingen onder de leden laten circuleeren dan kunnen ze deze op hun gemak inzien. Het zal echter een tijdje durerf vooraleer de begrootingen gereed komen omdat de ambtenaar van de secretarie voor 2'/2 week onder de wapenen moet komen. Ik zal echter zorg dragen dat men de begrooting tijdig genoeg voor de vol gende vergadering kan inzien. 4. Voorstel van Burg. en Weth. om de waarborgsom als bedoeld bij artikel 79 der L. O. wet 1920 voor den ge- heelen duur dat zij onder het bestuur der gemeente is, te beleggen bij de Bank voor Nederlandsche Gemeenten tegen een rente van 4'/2%. De Voorzitter deelt mede, dat de wet voorschrijft dat de waarborgsom 20 jaar onder de gemeente berust. Dit omdat als er in dien tijd minder dan 40 leerlingen zouden komen, die gelden aan de gemeente komen te yervallen Het te storten bedrag bedraagt hier f5137.50. Conform het voorstel van Burg. en Weth. wordt besloten. 5. Voorstel van Burg. en Weth. tot vaststelling der werkelijk door het Bestuur der Bijzondere Meisjesschool gedane uitgaven over de jaren 1922, 1923 en 1924. De Voorzitter licht toe dat volgens art. 101 der L. O. wet, de gemeente aan de besturen der bijzondere scholen alle onkosten voor leermiddelen, alsook voor het onderhoud van de school moet vergoeden behalve de salarissen van de onderwijzers welke door het Rijk worden vergoed. Op deze onkosten wordt 80% voor schot gegeven terwijl nog drie jaar een definitieve afrekening plaats heeft. Alle kwitantiën worden dan ingediend. Als voorschot heeft de gemeente betaald f9,per leerling en daardoor uitgegeven de som van f5459.67. De uitgaven van het schoolbestuur hebben echter maar f 4578 84 bedragen, zoodat de gemeente f 880.83 terugontvangt. Van Drunen. Wie is hier het school bestuur. Voorzitter. Het Kerkbesuur. Daarna worden de notulen der vo rige vergadering voorgelezen en onge wijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Daar geen der leden van de rond vraag gebruik wenscht te maken sloot de Voorzitter de vergadering en ging de raad over in geheim Comité ter vaststelling van den staat oninbare posten. RAAMSDONK. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Zaterdag 4 Sept. des avonds ten 6 uur. Voorzitter Edelachtb. heer Moons. Goed zes uur opent de Voorzitter de vergadering. Afwezig de heeren Lankhuijzen en P. van Dongen. De notulen der vorige vergadering worden ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Aan de orde 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven van de gemeente Was pik waarin mededeeling wordt ge daan dat de raad dier gemeente be sloten heeft om niet aan te sluiten bij een te bouwen slachthuis. Wordt voor kennisgeving aangeno men. b. Verzoek van de R.K. vereeniging voor Moederschapszoig te Heerlen om subsidie. c. Verzoek van het Comité voor een op te richten school voor schippers kinderen. d. Verzoek van de R.K. Militaire vereeniging te Venlo om subsidie. Al deze verzoeken worden in handen gesteld van de Commissie tot het na zien van de begrooting. e. Schrijven van de Directie van de Zuider—Stoomtramweg—Maatschappij waarin mededeeling wordt gedaan dat ze ongaarne de rails opbreekt. Garan deert de gemeente echter dat later, wanneer het vervoer te water weer zoodanig toeneemt dat ze die rails, die naar de Haven loopen, weer mag leggen zonder dat daarvoor een aanvraag be hoeft te worden gericht, dan zal men de rails, die, zooals wordt voorgege ven, hinderlijk zijn, voor het verkeer, verwijderen. Ondergeteekende, gediplomeerd coupeur in de wereldver maarde coupe „The Climax" systeem van Minister Co., bericht het geachte publiek van Waalwijk en Omstreken, dat hij een Voorhanden een prachtige stalencollectie van goed- koope en zeer fraaie stoffen. Door nette bediening en concurreerende prijzen hoopt hij de gunst van het publiek waardig te worden. Ten allen tijde en overal aan huis te ontbieden. 37036 Met de meeste aanbeveling, De Voorzitter merkt op dat van ge meentewege geen bezwaar kan bestaan om op dat voorstel in te gaan. De kwestie van concessie behoort aan het Rijk. Van Dongen—Torman. De weg behoort daar aan het Rijk. Voorzitter. Ze zullen dat alles zelf wel weten. Wij kunnen schrijven dat van gemeentewege geen bezwaar kan bestaan. De heer v. Woerden vraagt of de gemeente dan nooit voor het een of ander verantwoordelijk kar» worden gesteld, waarop de Voorzitter ontken nend antwoordt. 2. Ontwerp verordening tot aan wijzing der tijdvakken, binnen welke de vergunningen, bedoeld In art. 13, eerste lid der Leerplichtwet kunnen worden verleend. De Voorzitter zegt dat voor het landbouwbedrijf de vergunning niet goed is geregeld waarom, na overleg met de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, wordt voorge steld deze voortaan te stellen van 25 Mei tot 15 Jani en van 10—23 Sept. De landbouwers hebben dan gedu rende die tijden de kinderen het hardst noodig. Aldus wordt besloten. 3. Vaststelling van suppletoire ko hieren der Straatbelasting, dienst 1926. Voorzitter. Ingevolge het raadsbesluit om zooveel mogelijk menschen daarin aan te slaan komt dit eindcijfer op f 1800. Van Woerden. Hoe hoog is dan de vermeerdering van het bedrag. Voorzitter, f 800. 4. Benoeming van een viertal personen, om voorgedragen te wor den aan den heer Commissaris der Koningin tot het doen eener keuze van twee zetters van 's Rijks directe belastingen. Aan de beurt van aftre ding zijn de heeren G. H. Simonis en E. C. de Wit. Worden benoemd de heeren G. H. Simonis en E. C. de Wit en als plaatsvervangers de heeren S. Zijl mans en J. C. Schoenmakers. 5. Benoeming leden van de Vleesch- keuringscommissie. De Voorzitter merkt op dat de aan gesloten gemeenten het recht hebben voor 15 Aug. candidaten in te dienen. Alleen het gemeentebestuur van Geer- truidenberg heeft geschreven dat ze het aftredend lid, den heer Meijers, wenscht herbenoemd te zien en als plaatsvervanger de heer C. Jansen. Burg. en Weth. stellen voor de aftredende leden te herbenoemen. Daartoe wordt besloten. 6. Ontwerp besluit tot wijziging gemeentebegrooting, dienst 1926. Conform het voorstel van Burg. en Weth. wordt besloten. 7. Aanbieding rekening van de Gemeente, der bedrijven en het Bur gerlijk Armbestuur over het dienst jaar 1925. Liigslraatsrlr Courant Dit blad verschtJnt WOENSDAGENZATERDAG. Abonnementprfls per 3 maanden ƒ1.25. Franco per post door bet geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prfls der Ad verten Ü5n 20 cent per regel; minimum ƒ1.50. Reclames 40 cent per regeL By contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrfldag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit ztyn. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". door ILZE DORE TANNER. 4) Tante en nicht liepen, de zaal door, daarna opende de gravin een deur/die uitkwam op een lange, smalle, door ronde gaten in de muren verlichte gang; aan het einde daar van werd een smalle, houten wenteltrap zichtbaar. Henny volgde haar tante naar bo ven en kon een uitroep van verrassing niet onderdrukken, toen zij, nadat zy ongeveer veertig treden waren opgeklommen, in een slechts middelmatige ruimte kwamen, waar van de in zuiver ronde bogen opgetrokken zoldering, door een machtige, in het midden van het vertrek geplaatste steenen zuil ge dragen werd. Behalve de deur, waardoor de dames waren binnengekomen een ruwe, plompe houten deur met een houten gren del, zonder slot ontdekte Henny aan het andere einde nog een deur, die echter met yzer was beslagen en gesloten scheen te zijn. De drie vensters waren voorzien van in loodt gezette ruitjes en by de venstèrs waren ver hoogde, prachtig bewerkte banken aange bracht, vanwaar men den geheelen omtrek, vooral heti park en den vanaf den berg lei denden straatweg en de kleine ophaalbrug over het riviertje kon overzien. Op dé plaats van het vierde venster was een gat in den muur, en een steenen trap. waarop gras en onkruid welig tierde, voerde eenige treden omhoog, naar een stevig balkon, met een breede en hooge, door muren gevormde borst wering. Henny was sprakeloos. Dat was immers de echte romantiek! Zij had in 'tgeheel niet gedacht, dat er in werkelijkheid nog zulke burchten bestonden en het scheen hagr eigen lijk een wonder toe, dat juist zij, de eenvou- dige Henny Koning; uit de prozaïsche onder- wyzerswoning, de achternicht van. 'n bureht- vrouwc wi\s. „Hier vind ik het het allermooist, tante Klarissa, als hier meubels stonden, wat zou dit vertrek er dan gezellig; uitzien." Ja ja, zoo hebben al verscheidene jonge meisjes in onze familie er over gedacht en eenige hebben deze kamer ook werkelyk laten meubileeren en hier gewoond, maar tenslot te zyn zy toch maar weer liever naar liet nieuwe gedeelte van liet slot getrokken." „Heeft het hier gespookt, tante Klarissa?" De oude gravin keek met groote, verbaas de oogen het jonge meisje aan, toen lachte zy zachtjes en spottend: „Ha haJij bent dus ook al een van diegenen, die dade- lyk in een eeuwenoud gebouw spookgestalten verwachten! Neen, tot spoken en geesten heeft het slot Dymeck liet nog niet gebracht. De dames Dymeck, die langen tyd geleden deze vertrekken bewoonden, hebben wel dik- wyls op de borstwering gestaan en naar vroolijke gasten of naar den terugkeerenden geliefde uitgezien, maar tot een of andere beroemdheid, die ze tot spookvrouwe zou kunnen maken, heeft niemand van hen het gebracht. Maar kom nu mee, wy gaan nu weer naar het nieuwe slot terug. Ik ver wacht overigens vandaag twee gasten voor het diner trek dus je beste japon aan, die je meegekregen hebt." Henny was eenigermate nieuwsgierig, wie deze gasten wel konden zyn en besloot zich te kleeden in een wit, eenvoudig batisten ja ponnetje met een blauwe ceintuur, aange zien zy geen kostbaarder kleeding bezat. Gravin Dymeck, die een zwarte japon droeg van moirée-antique, zag Henny by haar binnentreden onderzoekend aan. „Pre cies een bakviscli, die naar een zomerbal gaat," dacht zij by zichzelf, doch zy sprak haar oordeel over het toilet van haar gast niet uit. Tenslotte wist zoowel opperhout- vester Dellenliagen als graaf Gunther Role- neck, dat Henny de dochter van een doodge- wonen leeraar was en dat zy een heel een voudige opvoeding had genoten, zonder de minste eischen te kunnen stellen. Spoedig nadat Henny de kleine salon van haar tante was binnengegaan, hoorde men een rytuig aanrollen en kort daarop opende w Koenraad voor twee liéeren de hooge deur, die de verbinding vormt tusschen de hall en de kleine salon. Zy maakten een diepe bui ging voor de gravin en richtten toen eenigs- zins verrast hun blikken op de in het wit ge- kleede jeugdige gestalte. Dusdanige lichte verschijningen waren zy niet gewoon op het slot Dymeck te aanschouwen. „Myn achternicht Henny, dochter van myn nicht Toni vou Orlenhaus," zeide de oude gravin en de heeren maakten nu voor Hen ny een sierlyke buiging, terwyl zy op haar beurt zichzelf verwonderend afvroeg, waar om tante Klarissa haar niet had voorgesteld zooals zy werkelyk heette, als Henny Ko ning. Zy was tocli van kindsbeen af trotsch er op geweest, dat zy het dochtertje was van professor Koning. Zy gingen dadelyk aan tafel. Tante Kla rissa nam den haar aangeboden arm van graaf Roleneck en met ouderwetsche hoffe- lykheid bood opperhoutvester Dellenliagen Henny den zyne. Behalve Koenraad hielp een tweede jonge bediende, die ook in het koetshuis moest helpen, maar het ging nu niet zoo stilzwy- gend toe als by de andere maaltyden, dié de gravin en Henny tezamen gebruikten. Want Henny zou het nauwelyks gewaagd hebben het gesprek te beginnen en de gravin Dymeck bewaarde meestal een diep stilzwygen of liet het gansche gesprek uit enkele vragen ha- rerz.yds bestaan, waarop Henny slecfits te antwoorden had./De beide heeren daaren tegen waren zeer spraakzaam en opgewekt en daar Henny nauwelyks 'in de conversatie gemengd werd, had zy gelegenheid te over hen nauwkeurig gade te slaan. Opperhoutvester Dellenhagen was van een middelmatige grootte» doch breed geschou derd en had een eenigszins roodachtig, goed moedig gezicht, omlyst door een vollen baard. Hy sprak luid en lachte, dat het daverde, als het te pas kwam, vooral wanneer hy zelf iets grappigs vertelde. Overigens bezat hy zulk; een kosteiyken, aangeboren zin voor humor, dat al zyn verhalen feitelyk den stempel van opgewektheid droegen. Graaf Roleneck, wiens leef tyd Henny o'nmogeiyk vermocht te raden, had een fjjn geteekend gelaat, maar zyn kleur was vaalbleek en zyn blauwgryze oogen schenen glansloos en matzy werden eerst wat levendiger, toen liy een glas van den ouden Zuidwyn had gedronken, <lie na de soep werd geschonken, doch waarvan Henny, wie het genot van wy» onbekend was, niets gebruikte. Het hoofd van den graaf leek klein in ver houding tot zyn hooge, maar byna magere gestalte en ondanks de zorgvuldige wyze, waarop zyn haar gefriseerd was, kon men toch duidelyk zien, dat het zeer dun en spaarzaam was. Een rosachtige knevel, pryk- te boven den smallen mond met de kleur- looze lippen en een even rossige baard' gaven hem in Henny's kinderoogen iets sombers. Zy schrikte op, toen hy het woord tot haar richtte: „Drinkt u niet van dezen lieeriyken Zuidwyn?" „Neen, graaf Roleneck, ik drink nooit wyn, vader en moeder houden er niet van, dat wy kinderen wyn drinken." „Dat is de nieuwe wyze van opvoeding," lachte de opperhoutvester, „men heeft zelfs in dezen modernen tyd onder de studenten propaganda gemaakt voor het anti-alcoholis- me, maar nu de wyn er eenmaal is, is het toch jammer om ze te laten bederven." Graaf Roleneck nam 1111 de draad van het gesprek verder op en Henny, die door haar weigering iets van den wyn te gebruiken de oorzaak van dit gesprek was geworden, volg de stilzwygend de verdere conversatie. Haar gedachten hielden zicli overigens meer met de gasten bezig; den opperhoutvester, dien zy by haarzelf- „oud'} noemde, mocht zy wel graag ïyden, want hy had ondanks zyn barschheld iets goedmoedigs, iets openhar tigs over zicli. Daarentegen was graaf Ro leneck haar onsympathiek, zyn doffe oogen, die diep in hun kassen lageiij en die toch ge durende den maaltyd een merkwaardige op flikkering vertoonden, zyn smal gezicht, dat wel met perkament bespannen scheen, boe zemden haar eenige angst in, hoewel zy toch in liet algemeen niet vreesachtig, zelfs moedig was. zy wierp snel een blik op de handen der gasten om zich te overtuigen, of zy gehuwd waren. De opperhoutvester droeg aan den pink van zy» rechterhand twee trouwringen, tcrwyi graaf Roleneck aan de linkerhand een wapenring en aan de rechterhand een schitterenden brillauteu ring droeg. Na afloop van het diner speelden de gra vin en dé beide heeren een party skaat, ter- wyi Henny zich verdiepte In] den aanblik van eenige prachtige platenalbums. zy werd ten slotte moe en droomerig enzy kon niet ver hinderen, dat haar hoofd op de album voor overboog en in 9laap viel. Haar regelmatige ademhaling, die sprekend op die1 van een slapend kind geleek, trok de aandacht van den graaf. Iiy klemde zyn monocle in het oog en keek vanaf zy» plaats aan de speel tafel naar de sofa, waarop Henny zat. Ily lette zelfs een oogenblik in 't geheel niet op het spel, Iets wat de gravin anders zeer kwaiyk nam en zei zachtjes: „Indien ik nu maar kon schilderen, dat is een prachtig gezicht zoo, dit bekooriyke blonde kind, dat daar zoo rustig slaapt." „Werkelyk," zei- de de oude dame en keek aandachtig door haar gouden lorgnet naar de niets vermoe dende Henny. „Duidt het haar maar niet ten kwade, myne heeren, zy is nog niet ge woon aan het gezelschapsleven, als oudste zuster van vele broers en zusters is zy tot op heden steeds als huishoudstertje thuis gebleven." „Wat een onschuldige engel," zeide de graaf en een eenigszins spottend glimlachje vertoonde zich op zyn gelaat, terwyi de op perhoutvester; luid en dreunend lachte: „Het arme kind mevrouw de gravin had haar gedurende de skaatparty niet hier moeten laten De zware klank van zyn stem had Henny gewekt, verward en verwonderd hief zy haar hoofd op, eerst ten hoogste verbaasd, dat zy zich niet in haar bed, doch in de salon van tante bevond en toen verlegen, omdat de gravin en haar gasten haar slapend hadden gezien. Zy sprong op maar zooals zy daar stond met die hoogroode kleur van verlegenheid op haar wangen, pas ontwaakt en met dien he vig verbaasden blik in de groote blauwe kin deroogen, was zy zoo bekooriyk, dat graaf Roleneck dacht: „Voor den drommel daar zit tocli het echte ras in. ondanks dat huwe- ïyk en kracht en vuur in deze jonge, slanke gestalte als ik schilder was...o" (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1