Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
.MGDRDBRABAND
•WAALWIJK
FEUILLETON
HET SLOT DYMECK
Hüm«KI
DOOR ER\4\RIWfê
WOENSDAG 22 SEPTEMBER 192G.
NUMMER 75.
49e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No, 38. Telegr.-AdresECHO.
EERSTE BLAD.
BINNENLAND.
Bondsvergadering van den R.K.
Rijkskieskring 's-Hertogenbosch.
Zaterdagnamiddag werd in de aula
der R.K. Lycea in Den Bosch een
Bondsvergadering gehouden van den
Bond van R. K. Statenkieskringorgani-
saties in den Rijkskieskring 's-Hertogen-
bosch.
Deze vergadering werd mede bijge
woond door de Tweede-Kamerleden
voor den Rijkskieskring jhr. mr. Van
Sasse van Ysselt, Fleskens en Winter-
mans (de laatste tevens lid van het
Bondsbestuur)van dr. Deckers was
bericht van verhindering ingekomen.
Huldiging van jhr. mr. Van Sasse
van Ysselt.
De voorritter, mr. dr. A. van Rijcke-
vorsel, achtte het een aangename taak,
den oudsten en eersten afgevaardigde
van onzen Bond te mogen huldigen op
den dag, waarop deze vóór 25 jaren
zijn intrede deed in de Tweede Ka
mer.
In die kwarteeuw is een kort inter
mezzo geweest, maar reeds in 1918
was het duidelijk, dat de tijdelijke
niet-herkiezing van den heer Van Sasse
van Ysselt een onbedoeld gevolg was
van een moeilijk te vermijden verwar
ring bij de eerste toepassing van het
nieuwe kiesstelsel,
Nooit heeft iemand een opzegging
van vertrouwen bedoeld, en in den
geest der kiezers zijt gij, mijnheer Van
Sasse van Ysselt, onze eerste afgevaar
digde gebleven. En de Bond is er
trotsch op, u heden hulde te kunnen
brengen.
Al is de politiek maar één deel van
uw veelomvattende werkzaamheid, wij
weten, hoe buitengewoon moeilijk
het zal zijn u te vervangen, ook om
het gezag, dat gij in het Parlement en in
het land geniet.
Wij zijn er trotsch op, u nog lang
onzen eersten en oudsten afgevaardigde
te mogen noemen, en bieden u als
bewijs onzer hulde een bloemenmand
aan.
Jhr. Van Sasse van Ysselt zei, dat
hij eenige dagen geleden een uitnoo-1
diging had ontvangen om op deze
vergadering te verschijnen, en dat
hij, toen daarna de secretaris, mr. I
Teulings hem zeide dat op zijn komst
gerekend werd, begreep, dat er wat
gaande was.
Vóór het Kamer-reces had zijn mede
afgevaardigde de heer K. ter Laan
hem gezegdWij zijn van dezen
zomer 25 jaar lid van de Kamer.
Voor spreker gold dit niet letterlijk,
maar het was hem een groote voldoe
ning, dat van den herinneringsdag
was notitie genomen.
Toen hem 25 jaar geleden werd
beduid, dat hij kamerlid moest wor
den, was hem de schrik om het hart
geslagen. Hoe zou hij het er af bren
gen Nu ik, zei spreker, heden zoo
gehuldigd ben, ben ik blij, toen door
den zuren appel heengebeten te heb
ben. Het is niet zoo erg geweest als
ik gevreesd had. De kiezers zijn over
mij tevreden geweest, en, daargelaten
het intermezzo, heb ik de sympathie
der kiezers gehad. Het is een Kamer
lid moeilijk het allen naar den zin te
maken, maar de kiezers hebben mij
nooit iets gevraagd wat ik niet mocht
doen.
Nog drie jaar. zei spreker, heb ik
voor den boeg. Als men 74 jaar is,
mag men geen ruimeren termijn nemen.
Moge het mij gegeven zijn, ook die
drie jaar mijn taak goed te vervullen
en de mij toevertrouwde belangen te
blijven behartigen.
De beide toespraken werden door
de vergadering met een warm applaus
onderstreept, en toen in den loop der
vergadering de heer Van Sasse van
Ysselt deze moest verlaten, werd hem
een ware ovatie gebracht.
De Reglementsherziening.
Aan de orde kwam nu het eerst de
herziening van het Bondsreglement
in verband met het nieuwe reglement
van de R.K. Staatspartij.
Geconstateerd werd, dat aanwezig
waren 29 afgevaardigden, over de
vijf Statenkieskringen als volgtverdeeld
Den Bosch 3, Heusden 2, Grave 7,
Helmond 7, Eindhoven 10.
De voorgestelde wijzigingen waren
goeddeels van formeelen aard.
Aangenomen werd een denkbeeld-
Derks (Eindhoven) om voorstanders
van amendementen van locale kies
verenigingen, waarvan niet vaststaat
dat zij onder de afgevaardigden ter
Bondsvergadering verdedigers zullen
vinden, toe te staan de Bondsvergade
ring bij te wonen ter bepleiting van
hun denkbeelden.
De belangrijkste der voorgestelde
wijzigingen betrof de wijze der verkie
zing van de afgevaardigden (13) naar
den Partijraad en hun plaatsvervangers.
Een stemming ineens zou tot gevolg
een uitslag kunnen hebben, die eigen
lijk niemand zou willen, die een teveel
naar den eenen. een tekort naar den
anderen kant kon opleveren.
Daarom was voorgesteld, de verkie
zing in vieren te doen geschieden den
eersten keer voor 4, den tweeden keer
voor 4, den derden keer voor 3, den
vierden keer voor 2 plaatsen.
Na elke stemming zou men het beeld
van den gedeeltelijken uitslag kunnen
overzien en dat beeld bij de volgende
stemming zoo noodig kunnen corri-
geeren..
Met twee dingen toch moest worden
rekening gehouden, met een gescha
keerde vertegenwoordiging en meteen
redelijke verdeeling der zetels over de
vijf Statenkringen.
mi
Als er vier gedeeltelijke stemmingen
werden gehouden, kon mits de
goede wil aanWezig was èn de
differentiatie onder de gekozenen èn
de evenredige vertegenwoordiging der
Statenkringen tot haar recht komen.
Bij de eerste stemming zou ieder 13
stemmen uitbrengen, bij de tweede 9,
bij de derde 5, bij de vierde 2.
De eerste stemming zou tevens als
candidaatsteiling fungeeren, bij de
tweede en volgende stemmingen zou
men alleen stemmen mogen uitbrengen
op candidaten, die bij de eerste stem
ming stemmen hadden verworven.
Met dit voorstel (een trouvaille van
den secretaris mr. Teulings, naar de
voorzitter meedeelde) vereenigde zich
de vergadering.
De reglementsherziening werd ten-
slotte zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Bestuurslid der R. K. Staatspartij.
Als bestuurslid voor de R K. Staats
partij werd aangewezen de voorzitter,
mr. dr. Van Rijckevorsel, met 25 stem
men tegen 3 op den Heer Van Hout
en 1 op mr. Teulings.
Als plaatsvervangend bestuurslid de
secretaris mr. Teulings, met 21 stem
men tegen 6 op den heer Van Hout,
1 op den heer Caners en 1 blanco.
Afgevaardigden naar den partijraad.
Van de gelegenheid om candidaten
voor te dragen werd een ruim gebruik
gemaakt.
Als zoodanig werden genoemd de
dames mevr. Brouns en mej. F. Jan-
jen, en de heeren Bellen Caners, Cox,
Derkx, Foppele, v. d. Geld. Heereveld,
van Hout, Knaapen, mr. Kolfschoten,
Krijgsman, Martens, Meerman, Mtyring,
v. d. Mortel, De Natris, dr. Nuyens,
Ploegmakers, Max van Poll, v. d. Putt,
Putters, Strik, Surig, mr. Teulings,
Uyen, v. d. Ven en de Vlam.
De uitslag der eerste stemming was,
dat werden uitgebracht 29 stemmen en
gekozen de heeren van Hout met 24,
Caners met 21. Strik met 20 en de
Vlam met 18 stemmen (de laatste bij
loting met de heeren Foppele en Van
Poll).
Bij de tweede stemming werden 27
stemmen, waarvan 26 geldig, uitge
bracht en gekozen de heeren Van Poll
met 17, Van de Ven met 17, Knaapen
(Geldrop) met 16 en Martens met 14
stemmen (de laatste bij loting met den
heer Beliën).
De uitslag der derde stemming was,
dat werden uitgebracht 24 stemmen en
gekozen de heer Foppele met 17,
mevr. Brouns met 12 en de heer Van
der Geld met 9 stemmen (bij loting
met den heer Meerman).
Bij de vierde stemming ten slotte
werden gekozen de heeren mr. Teu
lings met 15 en Meerman met 10 stem
men.
Er hadden nu nog twee stemmingen
voor de piaatsvervangers moeten wor
den gehouden, doch het was reeds
ongeveer 7 uur geworden en de afge
vaardigden moesten naar huis.
Daarom werd op voorstel van den
voorzitter besloten, als plaatsver
vangers aan te wijzen de niet-gekozen
13 leden, die bij de eerste stemming
het grootste aantal stemmen hadden
verkregen.
De gekozen afgevaardigden zijn dus:
mevr. Brouns, Den Bosch; F. J. Caners,
Ravenstein; C Foppele, Den Bosch;
J. v. d. Geld, Waalwijk; M. van Hout,
Helmond: F. Knaapen, Geldrop; S.
Martens, Beers; J. Meerman, Eindhoven;
Max van Poll, Helmond; P. Strik. Stip
hout; mr. Frans Teulings, Den Bosch;
A. v. d. Ven, Son enj de Vlam, Eind
hoven.
De plaatsvervangers: J. J. Beliën,
Oirschot; Derks, Eindhoven; J. Heere
veld, Cuijk; 'mej. F. Jansen. Den Bosch,
M Krijgsman, den Bosch; Jos. Meyring;
den Bosch; dr. Nuyens, Boxmeer; J.
F Ploegmakers, Oss; P v. d. Putt,
Eindhoven; G Putters, St. Hubert; H.
Surig. Waalwijk; Uyen, Eindhoven; H.
Verbeeten, Eindhoven.
De portverlagingen op 1 October
zullen omvatten
1. verlaging van het port der brief
kaarten van V'u tot 5 cent;
2. expressebestelling van briefpost
zendingen van 30 tot 20 cent;
3. port der postpakketten van 40,
50 ert 60 cent tot 30, 40 en 50 cent.
Nieuwe postzegels zullen uit dien
hoofde niet verschijnen.
Zijne waarschuwing tegen het
lidmaatschap van neutrale vrouwen
organisaties motiveert Z D. H Mgr.
Diepen als volgt
De „Nationale Vrouwenraad" propa-
De ïlcho van het Zuiden,
Waahvpsclse en l.angslraalsrkr Courant,
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementprfls per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het gehoele rtjk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Dit blad verschijnt
Prijs der Advertentiën
20 cont per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
BiJ contract flink rabat.
Advortentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 0 uur in ons bezit
zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
van „DE ECHO VAN EET ZEIDEN".
door
ILZE DORE TANNER.
8)
Eindelijk besloot, zij eeu paar regeltjes aan
den heer von Wackerath, te schrijven.
Zeer geachte heer von Wackerath,
Ik zou niet graag willen, dat u mij voor
onbeleefd hield, omdat ik onlangs uw; zweep-
groet niet heb beantwoord. Ik kende deze
wijze van groeten niet, maar graaf Roleneck
maakte er mij opmerkzaam op en gaf mij
een verklaring; ik had gedacht, dat u mij
niet herkend zou hebben. Ik dank u tevens
nogmaals hartelijk voor uw vriendelijke hulp
en verzoek u ook uw moeder mijn dank en
mijn groeten te willen overbrengen.
HENNY KONING.
Toen adresseerde zij den brief en bracht
hem tegelijkertijd met een brief aan haar
moeder persoonlijk naar het dorp op het
postkantoor.
Tot haar groote vreugde overhandigde de
postambtenaar haar daar een brief van Bru
no, die met de middagpost voor haar aange
komen was. Het was een. antwoord op haar
epistel, waarin zij van haar twee avonturen
had verteld en zij was zoo nieuwsgierig om
te weten, wat hij haar te schrijven had, dat
zij niet kon nalaten hem op den terugweg
naar het slot vluchtig door te lezen.
Bruno dreef in het geheel niet den spot
met haar, hij schreef integendeel vol belang
stelling en déelname, en bracht Heuny zelfs
op een geheel nieuwe, naar het haar toe
scheen, zeer waardevolle gedachte, het licht
inj de torenkamer betreffende.
„Dat de een of andere bewoner van het
slot het nachtelijk spook is, staat bij mij on
wrikbaar vast. Tante Klarissa kunnen we
natuurlflk gerust uitschakelen, want het zou
te dwaas zyn om te denken, dat de meeste
res van den burcht, die ten allen tyde over
al kan komen, juist bij nacht en onty haar
bezoeken in den toren zou afleggen, nog wel
geheel afgezien van het feit, dat zfl met
haar meer dan SO jaren bang zou zyn voor
kouvatten of overspanning. Juffr. Schroth
scliynt my ook geheel uitgesloten, omdat je
dan toch wel haar deur moest liooren gaan.
Wel houd ik het echter voor heel goed mo
gelijk, dat deze Koenraad met het diploma-
tengezicht of de een of andere dienstbare
geest van het slot, de torenkamer als berg
plaats voor gestolen zaken heeft uitgekozen
om daar geld of andere waardevolle dingen
te transporteeren. Juist omdat tante Kla
rissa al zoo oud is en haar oogen niet meer
overal rond kan laten gaan. is het zeer wel
mogelijk, dat zij bestolen wordt.
Onderzoek toch eens nauwkeurig de ven
sterbanken, de planken en de muren, klop
overal eens, of je geen holle plekken kunt
ontdekken. Je kunt stellig op groote dank
baarheid van de zijde van tante Klarissa
rekenen, indien je het geheim van den nach
telijken torengast weet te ontsluieren. Ik
voor my zou er een genoegen in vinden om,
zoodra ik het licht ontdekte, over het plat
vorm in de gang te sluipen en het „spook"
beet te pakken, maar jou als meisje kan ik
het niet kwalijk nemen, als je daarin geen
lust hebt en ik acht het zelfs beter, als je
het niet doet. Maar kun je je niet eens ach
ter dien vooruitspringenden muur verdekt
opstellen en van dkar uit het „spook" be
luisteren?"
Op haar ander avontuur ging Bruno slechts
heel vluchtig in, het torenspook scheen hem
aanmerkelijk veel meer belang in te boeze
men. Hij schreef alleen maar: „Misschien
heeft tante vroeger eens een proces tegen de
Wjickeratli's verloren want je weet, dat
papa altijd zegt, dat niets dé haat zoo hevig
aanwakkert als juist zoo'n proces."
Henny nam zich voori voorloopig Bruno's
meening betreffende een schuilplaats voor
gestolen voorwerpen te aanvaarden en op
een geschikten,. ongestoorden tijd eèns heel
nauwkeurige nasporingen in het torenvertrek
te ondernemen. Zij borg Bruno's brief zorg
vuldig weg en haastte zich om thuis te ko
men, want tegen den avond verwachtte tante
weer gasten.
MAAI3C HAPPY VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
Op de trap naar haar kamer kwam Ilenny
juffrouw ÜJcliroth al tegen, die een zeer ver
ontwaardigd gezicht trok
„Ik zocht de freule al, want ik moet straks
mevrouw de gravin ook nog kleeden," zeide
zy verwijtend."
„Ik heb brieven naar do post gebracht
ik kan mijzelf trouwens heel goed alleen
kleeden, als u daarvoor geen tyd meer hebt,
juffrouw Schroth," merkte Ilenny vriendelijk
op.
„Mevrouw de gravin heeft bevolen, dat ik
de freule by haar toilet moet helpen. Me
vrouw de gravin heeft ook in 't geheel niet
graag, dat de freule zelf haar brieven post,"
antwoordde juffrouw Schroth, met een sterk
afkeurende toon in haar stem.
Henny wierp het hoofd in den nek„Tan
te heeft my daaromtrent nog niets gezegd en
ik vind het fijn om naar het dorp te gaan,"
zeide zy eenigszins uit de hoogte eii liep
juffrouw Schroth zonder verder een woord
te zeggen voor bij en ging naar haar kamer.
Juffrouw Schroth volgde haar met een boos-
aardigen blik.
Henny deed vandaag voor het eerst een
der nieuwe toiletjes aan die tante Klarissa
voor haar had laten komen. Een licht japon
netje» van fijne, zachte, als zijde glanzende
wollen stof, dat hoogst modern, zonder even
wel opvallend te zijn, correct om haar elegan
te, slanke gestalte sloot en tot op kniehoogte
met een apart borduursel van prachtige
blauwe zijde, met goud- en zilverdraden
doorweven, getooid was. Toen Ilenny in de
spiegel keek, was zij zelf verbaasd, hoe ge
heel anders, hoe bevallig zy er uitzag. En zij
dacht eraan, wat haar moeder wel zou zeg
gen, als zy haar zoo eens kon zien en al haar
vriendinnen en kennissen daarginds. Dat
was werkelijk een heel groot onderscheid
tusgchen de kleeren van de brave juffrouw
Specht, die den geheelen beteren stand in
haar geboortestadje van japonnen voorzag
en dit kunstwerk, dat van fijne smaak ge
tuigde en Henny dacht, hoe mooi of het zou
zyn, als zy zich altijd met zulke prachtige
toiletten kon tooien en zooveel keus had, zon
der zich ooit beangst behoeven te maken of
zich te moeten ontzien.
Toen zy naar beneden ging, trof zy tante
Klarissa, zooals steeds, wanneer zy gasten
verwachtte, in een zwart zyden, met. kostba
re oude kant versierde japon, zy keek haar
nicht door haar gouden lorgnet van onder
tot boven onderzoekend aan en zooiets als
een glimlachje van tevredenheid vertoonde
zich op haar koel gelaat. Daarna wenkte zy
Henny om naderby te komen.
Zy trok een ouderwetsch, klein kistje naar
zich toe en nam daaruit een prachtig gouden
kettinkje, waaraan een aanhanger bevestigd
was, bestaande uit diamanten en paarlen in
den vorm van een sierlyk bloemruikertje.
Zy beval Ilenny haar hoofd te buigen en leg
de het om haar hals.
„Ziezoo, dit kettinkje, dat ik reeds als
jong meisje heb gedragen, zal jou nu toebe-
hooren, Henriëtte," sprak zei met ongewone
vriemlelykheid en Henny, die behalve een
zilveren horloge met ketting en een paar
kleiye waardelooze broches geen andere
sieraden bezat, boog zich in een opwelling
van spontane vreugde en dankbaarheid over
de gele, gerimpelde hand van haar tante.
„Zoo, ga nu naar de eetzaal en rangschik
de bloemen wat op de tafel, de tuinbaas doet
dat nooit zooals ik het graag wil hebben," be
val zy, terwyl Koenraad reeds de belde vleu
geldeuren voor graaf Roleneck opensloeg.
Er was vandaag een grooter aantal gasten
by gravin Dymeck verzameld ,dan gewooniyk
het geval was. Behalve de graaf, de opper
houtvester en diens neef, bovendien nog de
landheer von Wehla met zyn zeer schuchtere
jonge vrouw, majoor Bergman en gemalin,
die het bevel voerde over het in het naburige
stadje liggende bataillou en eeu kapitein en
twee luitenants van hetzelfde regiment.
Er was niet één onder de nieuwe gasten,
die niet met een gemengd gevoel van nieuws
gierigheid en bewondering de bekoorlyke
meisjesgestalte had gadegeslagen en eens
hoorde Henny heel duideiyk, hoe een van de
jonge officieren den houtvester von Molha-
gen met een beteekenisvollen blik op haar
in het oor fluisterde
„DrommelsMet alle achtingErfgename?
waarop Molhagen veelzeggend de schouders
ophalend, antwoordde
„Weet men dat ook al weer te vertellen
Maar in ieder geval zal het wel waar zyn,
andere familieleden zyn er in 't geheel niet,
behalve de familie Koning; 2y zou anders
al haar bezittingen aan stichtingen moeten
laten vervallen."
Een eigenaardig gevoel doortrilde Henny
zou het dan werkelyk mogeiyk kunnen
zyn, dat zy nog eens de erfgename vaui tan
te Klarissa zou worden? Dat zy voortaan
steeds in weelde en zorgeloosheid zou kun
nen leven zy en de harenOch. men raakt
immers zoo gauw gewoon aan zulk een leven
in de hooge kringen en de tyd, dien zy thuis
voor haar broers kousen stopte en voor het
fornuis stond te koken, scheen voor haar al
zoo lang vervlogen en als zy eeriyk wilde
zyn, wenschte zy ook werkelyk niet meer
naar dien vroegeren toestand terug.
Slechts naar haar ouders, broers en zusters
voelde zy dikwyis een groot verlangen en
zy had by zichzelf reeds een plannetje ge
vormd, dat zy toch tenminste met liet. Kerst
feest. in. ieder geval naar huls zou gaan.
Aan tafel zat Henny met de jongere hee
ren van het gezelschap aan het beneden
einde en zoo, eenigszins buiten het bereik
van de koude, scherpq oogen van tante Kla-'
rissa, fleurde zy op ei^praatte en lachte on
bevangen, zooals z(j dat thuis steeds gewoon
was.
Meerdere malen bemerkte zy, dat de blik
van graaf Roleneck onderzoekend op haar
rustte en toen hun oogen elkaar eenmaal
ontmoetten, hief hy met een lichte buiging
zyn champagneglas omhoog en ledigde het
in één teug.
Henny kleurde, zy was dergeiyke hulde
betuigingen niet gewoon en toen de kleine
luitenant Zielow naast haar een verwonder
den blik nu eens op haar, dan weer op graaf
Roleneck wierp, werd zy nog meer verlegen.
„Och ja, de heeren, voor wie een goedgun
stig lot dadeiyk een gravenkroon in de wieg
heeft gelegd, hebben het toch veel l>eter dan
een van ons," meende hy toen na een pauze
tamelyk ongemotiveerd.
Henny keek hem verbaasd aan„Dat beu
ik zonder meer in 't geheel niet met u eens,
het komt er toch in de eerste plaats op aan,
wat het lot hun bovendien nog in de wieg
heeft gelegd."
„De freule bedoelt geld
Zy lachte. „Neen, ook dat niet hoewel
by een titel hoort dat eigenlyk toch maar
ik bedoel gezondheid, begaafdheid, karakter
en dergeiyke."
(Wordt vervolgd.)