DE ECHO VAN HET ZUIDEN
„MODRDBRABATID
Een Polis-Levensverzekering
WAAI WIJK
Week-Revue.
FEUILLETON
HET SLOT DYMECK
gesloten btj
geeft
zekerheid
voor de
toekomst.
Vraagt
tarieven.
is een
Waarborg
voor uwe
nabestaanden.
Wij zullen
U inlichten.
No. 7G. Zaterdag 25 Sept. '26. 49e Jrg,
TWEEDE BLAD.
Binnenland.
Alle theorieën en stellingen der
wetenschap ten spijt, wordt de inensch
er telkens weer opnieuw ontzettend
aan herinnerd, dat het vraagstuk van
leven en dood er een is, waarvan de
oplossing niet aan ons is, maar aan
Hem, die de wereld schiep. In dui
zenden harten is weer vreeze, nu in
Duitschland naast een geweldige
typhus-epidemie weer zoo'n geheim
zinnige ziekte rondwaart, waarvan de
wetenschap alleen de uiterlijke ver
schijnselen kan vaststellen, zonder
echter nog de oorzaak te kennen en
geneeswijze te kunnen toepassen. We
bedoelen de acute kinderverlamming,
die nu ook bij ons een angstige be
langstelling gaat wekken, nu er reeds
meerdere gevallen binnen onze gren
zen zijn voorgekomen. Men noemt de
ziekte wel nieuw, maar volgens Prof.
Dr. Storm van Leeuwen is ze het niet.
Voor het eerst werd ze in I860 waar
genomen en kwam sindsdien geregeld
sporadisch voor. Een epidemisch
karakter had ze in 1890 en 1916. in
welk laatste jaar de ziekte in Zweden
woedde, waarbij circa 1000 menschen
werden aangetast en er 155 bezweken.
De omvang is thans echter veel groo-
ter en breidt zich nog geregeld uit,
de wetenschap kent nog geen genees
methoden, meent echter dat de ziekte,
als bij pokken en hondsdolheid, door
een ultravirus veroorzaakt wordt en
hoopt daarom nog eens een serum
tegen de ziekte te kunnen ontdekken.
Er is reden om aan te nemen, dat
we in ons land nog wel meer van
deze ziekte zullen waarnemen, al be
hoeft men zich nog niet ongerust te
maken. Men mag gerust wel een
beetje vertrouwen hebben op de
onvolmaakte wetenschap, want haar
waarde te miskennen,' is even dwaas,
als een onbegrensd geloof en vertrou
wen in de volwaardigheid der weten
schap. Onze beste wapenen tegen alle
ziekten zijn, naast een goede voeding,
een hygiënische levenswijze, reinheid
van lichaam, kleeding en alles wat
we in ons dagelijksch leven om ons
heen hebben.
Voorèl ook dienen we door een
doelmatige kleeding ons te bescher
men tegen de verraderlijkheden van
ons klimaat't schijnt, dat een ge
wone verkoudheid tot vele ziekten
leidt; ook tot deze nieuwsoortige
ziekte. En waar deze vooral de kin
deren bedreigt, moeten op deze vooral
onze zorgen concentreeren.
Nederland heeft voor den duur van
twee jaar een raadszetel in den Vol
kenbond gekregen, maar als eene
onderscheiding behoeft men zulks
volstrekt niet aan te merken. Één
raadszetel komt nu eenmaal toe aan
de groep neutrale, staten, gevormd
door de Scandinavische landen, Zwit
serland en Nederland. Nu Zweden
voor de eer bedankt had, waren wij
wel zoo'n beetje aangewezen voor
het innemen der vacante plaats. Niet
temin werden op ons land slechts 37
van de 48 stemmen uitgebracht en
bleven we verre achler bij landen als
Roemenië, Czecho Slowakije e.a. Bij
de stemming voor een 3-jarigen raads
zetel verkreeg ons land zelfs maar 16
st. mmen, zoodat het niet gekozen
werd.
Waar de oppositie gezocht moet
worden, is wel duidelijk. De Volkeren
bond kctn nog wel eens een werkelijke
Statenbond worden met gelijke rechten
voor allen, maar voorloopig is hij nog
op de eerste plaats een machtsinsti
tuut in handen der geallieerde mogend
heden.
De behandeling van de beleedi-
gingszaak van den Culemborgschen
Contmissaris contra den heer de Beus,
welke zaak haar aanzien dankt aan de
gruwzame moordaffaire, heeft wel een
fel licht geworpen op de onhoudbare
politietoestanden in dat stadje.
Omtrent de schuld van den Com
missaris inzake* den roofmoord is
niets geblekenals hij daarin op vol
strekt geenerlei wijze de hand had,
dan is zijn ongeschiktheid voor zijn
functie echter wel sterk naar voren
getreden, want het staat thans vast,
dat hij met een der gruwzame mis
dadigers „frère et compagnon" speelde
en hij dezen man laten we dan
aannemen „onbewust" sterk de
hand boven het hoofd heeft gehouden.
Om die reden blijken zijn onder
geschikten geen respect voor hem te
hebben en hij, die de vijandigheid
voelt, heeft op zijn beurt weer geen
vertrouwen op zijn personeel. Een
Inspecteur getuigde tégen den com
missaris, maar deze laatste zei in het
openbaar van den inspecteur, dat hij
niets aan hem had. Frissche boel
We kunnen ons het applaus op de
publieke tribune begrijpen, toen de
Officier van Justitie deze week levens
lang eischte tegen den jeugdigen
booswicht, die zijne jonge meesteres
te Spekholzerheide met voorbedachten
rade de hersens insloeg teneinde een
paar guldens te bemachtigen waarmee
hij kermis wilde gaan vieren. „Ze
mooste heum leventig verbrande", zei
de 72 jarige vader der vermoorde
vrouw in zijn diepe smart voor de
rechtbank, 't Schijnt dat de doodstraf
niet bij onze beschaving past, er zijn
echter momenten dat we a leen ons
rechtvaardigheidsgevoel (of is het
wraakgevoel) door zoo'n uiterste ver
geldingsmiddel bevredigd zouden zien.
Een feit is ook dat in Engeland het
minste aantal moorden wordt gepleegd.
Wie zich in dat land echter aan het
leven van anderen vergrijpt en gepakt
wordt, kan er ook verzekerd van zijn
dat hij aan de galg komt te bengelen
Buitenland.
In Duitschland bestaat de doodstraf
ook nog, maar er wordt daar toch een
veelvuldig gebruik gemaakt van het
recht van gratie. Of Schroder, de
roofmoordenaar, die een drietal andere
menschen door zijn valsche betich
tingen een tijd in de gevangenis
bracht zijn straf het doodvonnis
is tegen hem uitgesproken ont-
loopen zal, moet wel zeer betwijfeld
worden.
De toelating van Duitschland tot
den Volkenbond heeft al zeer ver
strekkende gevolgen gehad, zich uiten
de onder anderen in een opzien
barende Fransch-Duitsche toenadering
en de onderhandelingen over een
economisch verbond tusschen deze
vroegere vijanden. Men heeft in de
pers zelfs al over een militair verbond
gerept.
Frankrijk wordt v/aarlijk gedwee en
inschikkelijk onder de moeilijkheden
die het te trotseeren heeft. Het heeft
de vriendschap van Duitschland noo-
dig, want als deze vroegere vijand
niet betaalt, dan gaat de overwinnaar
ten gronde.
Heel de wereld-politiek schijnt trou
wens weer beheerscht te gaan worden
door verbonden en verdragen. Deze
week sloten Italië.en Roemenië weer
een politieke overeenkomst en ook
Lithauen en Rusland. Dat laatste ver
bond is een succes voor den Sovjet
staat, want daarmee is het cordon
verbroken dat de Volkenbond rond
Rusland gesteld had. In werkelijkheid
weten de Lithauers wel, dat van de
Russen de meeste gevaren dreigen,
maar hun haat tegen de Polen, die
hun Wilna ontroofden, heeft ze in de
armen van de boljewistische regee
ring gedreven.
Een ernstige natuurramp heeft Flo
rida in Amerika getroffen Een cycloon
teisterde het land en vaagde de stad
Miami schier van den aardbodem,
waarmee in een zucht vernietigd werd,
wat duizenden rappe handen in jaren
hadden opgebouwd. Dat meer dan
1000 menschenlevens te betreuren
vielen, is intusschen nog heel wat
erger dan de materieele schade, die
eenige honderden millioenen schijnt
te beloopen.
Wie van plan mocht zijn om dezer
dagen „even" van Parijs naar New-
York te gaan vliegen, moet de reis
nog wat uitstellen. Om de mogelijk
heid van zoo'n directe luchtverbinding
New-York—Parijs (in 36 uur) te
demonstreeren, zou de Fransche vlie
ger Fonck Dinsdag j.l. de eerste tocht
ondernemen. Nauwelijks echter was
het toestel boven den grond of het
viel te pletter, waarbij twee der vier
inzittenden omkwamen.
Waarmee op zeer drastische wijze
het feit onderstreept werd, dat deze
onderneming niet lag in de lijn van
eene geleidelijke ontwikkeling van het
vliegtuigverkeer.
GEMEENTERAAD.
HEUSDEN.
Openbare Raadsvergadering dezer
gemeente.
Bij de opening der vergadering bleek,
dat men was: „au grand complet"
I. De notulen werden onveranderd
goedgekeurd.
II. Slechts een stuk was ingekomen,
n.l. een besluit van Ged. Staten, in
houdende de goedkeuring van een wij
ziging der Gem. begrooting dienst
1926
III. Voorloopige vaststelling der
gemeenterekening en der rekening van
het vleeschkeuringsbedrijf over 1925.
Namens de betrokken commissie
bracht het lid Ruitinga verslag uit,
voorstellende, daar alle bescheiden
klopten, beide voorloopig vast testel
len. Desondanks meende hij toch een
inlichting te moeten vragen over het
vleeschkeuringsbedrijf en wel naar de
reden, waarom er niet evenals vorige
jaren een voordeelig saldo viel te boe
ken. thans was er een nadeelig van
f 107.615 en of er geen zuiniger be
heer kon worden gevoerd.
Het lid de Haan meende zich te
herinneren, dat er in 1920 een voor
deelig saldo was van circa f 1000, wat
de voorzitter beaamde.
Deze gaf als reden op, dat het aan
tal varkens, dat in 1924 door de eige
naars werd uitgehald, om de hoogere
prijzen, die zij in 1925 van hun leven
de krulstaarten konden maken, in dit
laatste jaar zeer gedaald was en tevens,
dat door het slechte weer gedurende
het 4e kwartaal 1925 door de betrok
ken ambtenaren veel meer dan ge
woonlijk gebruik gemaakt moest wor
den van vervoer per auto(bus), wat
bovendien veroorzaakt werd door on
gesteldheid van den hulpkeurmeester,
zoodat de heer Hilwig tijdelijk voor
den geheelen dienst kwam te staan.
Zeer terecht bracht de voorzitter
den Raad hulde, dat hij indertijd er
niet toe overgegaan was de keurings-
loonen te verlagen, waarna met alge-
meene stemmen besloten werd de
rekeningen voorloopig vast te stellen.
De Voorzitter was nog zoo welwillend
den sland van zaken nader onder cij
fers te noemen.
Wat de Gemeente-rekening betrof,
bedroegen de inkomsten gewonen
dienst f 66110.525, tegenaan uitgaven
f 50528.76. alzoo een batig slot van
f 16281495. De kapitaaldienst bedroeg
aan inkomsten en uilgaven f 3061 33.
Met het vleeschkeuringsbedrijf was
het gesteld als volgt: Inkomsten
f6493 55, uitgaven f6600,615. nadee
lig saldo f 107 615.
Na aan de Commissie van onder
zoek zijn dank te hebben betuigd,
bracht de voorzitter punt IV ter tafel:
Aanbieding van de Gemeentebe-
grooting en der begrooting van het
vleeschkeuringsbedrijf over 1927.
Volgens usance stelde de Voorzitter
voor een Commissie van onderzoek
aan te wijzen cn benoemde daarin de
leden: de Haan, de Mol en Schmie-
husen. die daarmee accoord gingen.
V. Voorstel van B. en W. tot ver
koop van iepeboomen langs den Demer
en een paar linden op de speelplaats
der oude openbare school.
De Voorzitter motiveerde het prac
tisch belang, dat het niet ging uit
winstzucht, alsmede, dat hij was voor
behoud van natuurschoon, zoo dit
goedschiks kon, doch de belendende
gebouwen en de wegen eischten
rooiïng.
Het lid de Haan kon daarmee niet ac
coord gaan en wilde slechts de doode
boomen opruimen, wat grootendeels
steun vond bij 't lid Ruitinga, terwijl het
lid Schmiehusen in de verwijdering
een bedreiging zag van de veiligheid
langs de Demer
De Voorzitter hield voet bij stuk en
nog heel wat werd gediscussieerd met
het gevolg, dat de Voorzitter instem
ming bracht een amendement van Mr.
Ruitinga, om de iepen achter den tuin
van den heer Deken te behouden.
Hiervoor stemden slechts de Haan,
Schmiehusen en de Voorzitter, zoodat
het voorstel van B en W. in behan
deling kwam en werd aangenomen
met de stemmen vanv. Everdingen,
de Mol, F. Verhoeven en H. Ver
hoeven.
VI. Voorstel tot aankoop van een
stukje grond nabij de Schapenbrug.
De Voorzitter deelde mede, dat het
mat 19 c.A., dat er geen verkoopacte
gevonden was en het stukje waar
schijnlijk door occupatiedoor de familie
Verhagen van gemeente- in privaat
eigendom was overgegaan, waarna de
heer Van Dijk door koop de nieuwe
eigenaar was geworden.
Na onderhandeling door den voor
zitter was het te krijgen voor f 10,
een luttele som, als men bedenkt, dat
de bestaande mestvaalt daardoor zou
verdwijnen en de weg aldaar kan
worden verbeterd. Allen waren he-
eens met den voorzitter.
MAAT3C HAPPY VAM VERZEKERING OP HET LEVEM
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
door
ILZE DORE TANNER.
9)
De kleine luitenant trok een comiscli ge
zicht „De freule heeft stellig nog niet veel
in <le wereld rondgekeken neemt u mij
niet kwalijk maar wanneer iemand graaf
is. geld heeft en nu bepaald geen idioot is,
danhij maakte een handbeweging, alsof
al het andere dan geheel en' al bijzaak was.
I)at wilde zij echter in 't geheel niet toe
geven en zoo ontstond er een tamelijk leven
dig dispuut, waarin zich ook de andere jon
gelui mengden.
Tenslotte, viel het den ouderen lieeren op.
dat er zoo'n levendig gesprek gevoerd werd
aan het andere einde van de tafel en er werd
gevraagd, wat hefc onderwerp der schijnbaar
zoo belangrijke conversatie vormde.
Henny werd vuurrood van verlegenheid,
evenals luitenant Zielow en een oogenblik
stokte het gesprek, toen zeide mijnheer von
Molhagen glimlachend
„De geachte freule beweert, dat zij rijk
dom en voorname geboorte niet al te hoog
schat."
Het was plotseling, alsof er een engel door
de zaal vloog, gravin Dy meek wierp een ijs-
koudeu blik op Henny, die op haar beurt
verbleekte voor dien doordringenden blik,
die haar scheen te doorboren.
Toen maakte graaf Roleneck 'n lichte bui
ging voor Henny en zei
„Onze geachte freule heeft groot gelijk
er is iets, dat veel liooger staat: Jeugd en
schoonheid," en een bewonderende blik trof
haar uit zijn oogen.
„Bravo, daarop moeten wij onze glazen
ledigen," riep de opperhoutvester, die woe
dend was over het volkomen gebrek aan tact
van zijn neef, met dreunende stem en ou
der helder geklink der glazen verdween deze
kleine wanklank.
Henny echter wierp den graaf een dank
baren blik toe. toen zy^rnet liem aanstootte
en over het gelaat van gravin Dymeck gleed
een tevreden glimlach.
Graaf Roleneck liet den geheelen avond
nog menigmaal verstolen zijn oogen op Hen
ny. rusten en bemerkte, hoe zy zonder eenig
spoor van coquetterie, met rustige natuur
lijkheid de huldeblijken van de jonge offi
cieren in ontvangst nam en hij moest aan de
woorden van gravin Dymeck denken, die zy
hem vandaag had meegedeeld, alvorens de
andere gasten er waren
„Ik ben van plan om mijn nicht Ilenriëtte
tot mijn eenigste erfgename te benoemen,
maar ik zal het testament laten afhangen
van de voorwaarde, dat zij een echtgenoot,
van voorname, oud-adelyke afkomst kiest...",
hun flikken hadden zich daarbij gekruist
en hy had ook zonder verdere woorden be
grepen, wat zyn oude bescherm vi-ou we
wensehte.
Eckart voy Wackeratli stond bij een kop
pel veulens niet ver van de boerderij verwij
derd en hy verheugde zich over de prachti
ge jonge vosveulens, die hijzelf had opge
fokt, en die, als zjj verder zool flink opgroei
den, schitterende inkomsten beloofden. Deze
extra verdiensten, waarnaar hy zoo vurig
verlangde, wilde hij; gaarne aanwenden voor
een ingrijpende verbouwing van het bouw
vallige woonhuis. Hij droomde er maar steeds
van, dat zyn ouders voor hun ouden dag
een gemakkelijker en weelderiger woning
moesten hebben, dan het. oude huis hun kon
bieden. Eckart bezat, behalve zyn practisch
verstand, een flinke dosis gevoel voor iets
fraais, wat zijn beide jongere broers misten.
De oudste van dei twee, Heinrich, had liet
toezicht op de veldarbeiders en de jongste,
Friedrich, die in de stad de handelsschool
had bezocht, zorgde voor den verkoop der
landbouwproducten, had de rekeningen in
orde gemaakt, kortom de geheele boekhou
ding berustte in zyn handen, terwijl Eckart,
zooals hy schertsend beweerde, de functies
van bestuurder, koetsier en veeverzorger in
zich vereenigde.
Den arbeid op het land waren de broeders
schimmel uit het tweede span paarden graag
weer kwijt /,yn, hy past niet tusschen de
bruinen. De paardenmarkt van morgen lykt
my daar uitstekend geschikt voor en dan
/.ook je ons voor den sclrimmel een goeden
bruine uit, die ook voor ons lichte voertuig
gespannen kan worden. Als het niet anders
kan, moet je maar vyftig of honderd mark
bijbetalen, tenminste als Friedrich ze in kas
en voor den aankoop van een paard beschik
baar heeft.
„Ik zal zien om voor denzelfden prys een
bruine te ki-ygen," beloofde Eckart, want
Friedrich trok een ernstig gezicht by de ge
dachte, om vyftig of honderd mark. afkom
stig van graanverkoop voor den aankoop
van een werkpaard uit te geven.
Door de straten van het stadje, dat wegens
de paardenmarkt thans een veel j^vendiger
aanblik bood dan anders, wandelde in haar
eenvoudig grys inantelcostuum en haar een-
voudigen, witten Engelsehen stroohoed. Hen
ny Koning. Juffrouw Schroth had naar den
tandarts gemoeten en Henny- had, gravin Dy
meck weten te bewegen om haar toestemming
te geven om mee te ï-yden. Haar moeder was
binnenkort jarig en Ilenny zou gaarne nog
een cadeautje koopeu, dat zy met een fraai
door haar zelf gemaakt handwerkje voor
haar moeder wilde bestemmen.
Die boodschap was spoedig gedaan en aan
gezien het nog een uur duurde, alvorens juf
frouw Sehroth eu Henny) elkaar weder zou
den ontmoeten in „de gouden ster", waar de
grafelyke koets was uitgespannen, wandelde
zy opgewekt door de straten van het drukke
stadje, en verheugde zich over de prachtig
bloeiende bloemen voor de kleine heldere
vensters, over de hagelwitte gordynen, over
de spelende kinderen, ja over het geheele
oude stadje zelf.
Zonder er op te lotten. was Henny daarop
de poort doorgeloopen en had nu de oude
wandeling op de wallen van het stadje be
reikt.
(Wordt vervolgd.)
Wackerath van jongsafaan gewoon, alleen
hadden zy zich daarin in het begin niet ge
heel kunnen wyden. Want hun vader had
streng aan het beginsel vastgehouden, dat zy
een zorgvuldige schoolopvoediug moesten ge
nieten en met een belioorlyk diploma voor
den dag zouden kunnen komen en de drie
broeders waren in de stad by de nicht van
hun moeder, die daar als weduwe van een
leeraar bescheiden leefde, in pension geweest.
Eckart zou maar al te graag ook eenige ja
ren op de landbouwhoogescliool hebben willen
studeeren, maar hy wist wel vooruit, dat
hun middelen daarvoor niet toereikend wa
ren en zoodoende waren de drie Wackerath's
als flinkwerkkrachten op 't vaderlyk land
goed terecht gekomen.
Hun practisclie aanleg was er oorzaak van
dat zy voor geen enkel werk terugdeinsden
en door het gebrek aan goede veldarbeiders
waren zy op het kleine landgoed welkome
krachten geweest. Gedurende zyn diensttyd
dien Eckart in een infanterie-regiment aan
de grens had doorgebracht, had men dan
ook zyn afwezigheid zeer gemist. Dat had
zyn vader hem verteld, toeui hy weer thuis
gekomen was en dat scheen hem een eervol
le onderscheiding toe. Hy was nu tot serge
ant bevorderd en moest by de eerstvolgende
oefeningen examen doen voor reserve-officier.
Temidden van zyn hoopvolle toekomstbe
schouwingen, klonk opeens het luide „goeden
avond" - van den brievenbesteller, die tot
Eckart's groote verrassing hem een sierlyk
couvert overhandigde* een brief waarop dui
delijk zyn naam, Eckart von Wackerath, ge
schreven door een krachtige dameshand. te
lezen stond.
Hy vloog haastig het korte briefje- dooi
en zyn oogen bleven als geboeid rusten op
de onderteekening „Henny Koning". Dat
was dus de jonge dame, die hy naar Dy-
mcck's grondgebied had gereden en Zondag
irii het dorp Dymeck gegroet had;
Zyn vader, die eens per maand een avond
je in „de gouden ster" in dei stad doorbracht,
had daar gehoord, dat de oude gravin Dy
meck gedurende den zomer bezoek had ge
kregen van een achternicht. Eckart von Wa
ckerath las den brief nog eenmaal door en
voelde een stille vreugde in zyn hart opsty-
gen. dat Henny zoo vriendelyk en zonder
zichzelf vi-y te pleiten haar klaarblykelyke
onbeleefdheid verontschuldigde. Ily stelde
zichzelf opeens voor de vraag, of Henny's
onbeleefdheid hem gekwetst zou hebben, in
dien zy opzettelyk z'n groet niet beantwoord
had en zyn hart beantwoordde deze vraag
met een volmondig ja.
I-Iy stak den brief in zyn zak en glimlach
te; wat ging hem deze jonge dame, die ver
dwaald was en die hy weer. op den goeden
weg naar huis had gebracht, de nicht van de
gravin Dymeck, die in openlyke vijandschap
met de Wackerath's leefde, eigenlijk aan?
Of hij zyn moeder van den brief zou vertel
len? Hij had haar Zondag verteld, dat hy de
jonge dame met graaf Roleneck had gezien.
Graaf Roleneck! Hoe was het mogelijk dat
hiy op dit dogenblik niet onmiddellijk aan
dezen naam had gedacht! Het was, alsof^een
schel lichtende bliksemstraal voor zyn oogen
flitstedeze jonge dame en graaf Roleneck
waren stellig een toekomstig paar. Of mis
schien toch niet? Een aanstaande bruid zou
toch wel aan iets anders te denken hebben
dan zich per brief by een heer wegens een
onbeantwoorden groet te' verontschuldigen.
Het werd hem zonderling warm om het
harte by de gedachte aan Henny Koning;
de bekoorlijke blonde verschijning had toch
meer indruk op hem gemaakt, dan hy zich
eerst had durven bekennen.
Paardengetrappel en tegelijkertyd zware
schreden deden hem uit zyn gepeins ontwa
ken de paarden kwamen van het werk terug
het was het einde van de inspannende
dagtaak, zyn dienst alsj liestuurder riep hem
naar de stallen, opdat de trouwe paarden
goed verzorgd werden. De beide jonge
knechts namen hun mutsen af; de kleine
stoet werd gesloten door Heinrich en Frie
drich en Eckart sloot zich by zyn beide
broeders aan.
De soep stond reeds op tafel, toen de jonge
Wackerath's het eenvoudige woonvertrek
binnentraden. Mevrouw von Wackerath in
haar eenvoudige, gryze huisjapon met een
blauwe schort voor, vulde de borden en vader
Wackerath werd spraakzaam. Eckart had
eigenlyk over zyn vosveulens willen spreken,
maaT de gedachte aan den brief bracht hem
vandaag geheel en al uit zijn gewone doen.
„Weet je wat, Eckart," zeide de oude heer
von Wackerath, „je zoudt morgen eigeniyk
wel naar de stad kunnen ï-yden, ik zou den