DE ECHO VAN HET ZUIDEN „MODRDBRABATID Een Polis-Levensverzekering WAAI WIJK Week-Revue. FEUILLETON HET SLOT DYMECK gesloten btj geeft zekerheid voor de toekomst. Vraagt tarieven. is een Waarborg voor uwe nabestaanden. Wij zullen U inlichten. No. 7G. Zaterdag 25 Sept. '26. 49e Jrg, TWEEDE BLAD. Binnenland. Alle theorieën en stellingen der wetenschap ten spijt, wordt de inensch er telkens weer opnieuw ontzettend aan herinnerd, dat het vraagstuk van leven en dood er een is, waarvan de oplossing niet aan ons is, maar aan Hem, die de wereld schiep. In dui zenden harten is weer vreeze, nu in Duitschland naast een geweldige typhus-epidemie weer zoo'n geheim zinnige ziekte rondwaart, waarvan de wetenschap alleen de uiterlijke ver schijnselen kan vaststellen, zonder echter nog de oorzaak te kennen en geneeswijze te kunnen toepassen. We bedoelen de acute kinderverlamming, die nu ook bij ons een angstige be langstelling gaat wekken, nu er reeds meerdere gevallen binnen onze gren zen zijn voorgekomen. Men noemt de ziekte wel nieuw, maar volgens Prof. Dr. Storm van Leeuwen is ze het niet. Voor het eerst werd ze in I860 waar genomen en kwam sindsdien geregeld sporadisch voor. Een epidemisch karakter had ze in 1890 en 1916. in welk laatste jaar de ziekte in Zweden woedde, waarbij circa 1000 menschen werden aangetast en er 155 bezweken. De omvang is thans echter veel groo- ter en breidt zich nog geregeld uit, de wetenschap kent nog geen genees methoden, meent echter dat de ziekte, als bij pokken en hondsdolheid, door een ultravirus veroorzaakt wordt en hoopt daarom nog eens een serum tegen de ziekte te kunnen ontdekken. Er is reden om aan te nemen, dat we in ons land nog wel meer van deze ziekte zullen waarnemen, al be hoeft men zich nog niet ongerust te maken. Men mag gerust wel een beetje vertrouwen hebben op de onvolmaakte wetenschap, want haar waarde te miskennen,' is even dwaas, als een onbegrensd geloof en vertrou wen in de volwaardigheid der weten schap. Onze beste wapenen tegen alle ziekten zijn, naast een goede voeding, een hygiënische levenswijze, reinheid van lichaam, kleeding en alles wat we in ons dagelijksch leven om ons heen hebben. Voorèl ook dienen we door een doelmatige kleeding ons te bescher men tegen de verraderlijkheden van ons klimaat't schijnt, dat een ge wone verkoudheid tot vele ziekten leidt; ook tot deze nieuwsoortige ziekte. En waar deze vooral de kin deren bedreigt, moeten op deze vooral onze zorgen concentreeren. Nederland heeft voor den duur van twee jaar een raadszetel in den Vol kenbond gekregen, maar als eene onderscheiding behoeft men zulks volstrekt niet aan te merken. Één raadszetel komt nu eenmaal toe aan de groep neutrale, staten, gevormd door de Scandinavische landen, Zwit serland en Nederland. Nu Zweden voor de eer bedankt had, waren wij wel zoo'n beetje aangewezen voor het innemen der vacante plaats. Niet temin werden op ons land slechts 37 van de 48 stemmen uitgebracht en bleven we verre achler bij landen als Roemenië, Czecho Slowakije e.a. Bij de stemming voor een 3-jarigen raads zetel verkreeg ons land zelfs maar 16 st. mmen, zoodat het niet gekozen werd. Waar de oppositie gezocht moet worden, is wel duidelijk. De Volkeren bond kctn nog wel eens een werkelijke Statenbond worden met gelijke rechten voor allen, maar voorloopig is hij nog op de eerste plaats een machtsinsti tuut in handen der geallieerde mogend heden. De behandeling van de beleedi- gingszaak van den Culemborgschen Contmissaris contra den heer de Beus, welke zaak haar aanzien dankt aan de gruwzame moordaffaire, heeft wel een fel licht geworpen op de onhoudbare politietoestanden in dat stadje. Omtrent de schuld van den Com missaris inzake* den roofmoord is niets geblekenals hij daarin op vol strekt geenerlei wijze de hand had, dan is zijn ongeschiktheid voor zijn functie echter wel sterk naar voren getreden, want het staat thans vast, dat hij met een der gruwzame mis dadigers „frère et compagnon" speelde en hij dezen man laten we dan aannemen „onbewust" sterk de hand boven het hoofd heeft gehouden. Om die reden blijken zijn onder geschikten geen respect voor hem te hebben en hij, die de vijandigheid voelt, heeft op zijn beurt weer geen vertrouwen op zijn personeel. Een Inspecteur getuigde tégen den com missaris, maar deze laatste zei in het openbaar van den inspecteur, dat hij niets aan hem had. Frissche boel We kunnen ons het applaus op de publieke tribune begrijpen, toen de Officier van Justitie deze week levens lang eischte tegen den jeugdigen booswicht, die zijne jonge meesteres te Spekholzerheide met voorbedachten rade de hersens insloeg teneinde een paar guldens te bemachtigen waarmee hij kermis wilde gaan vieren. „Ze mooste heum leventig verbrande", zei de 72 jarige vader der vermoorde vrouw in zijn diepe smart voor de rechtbank, 't Schijnt dat de doodstraf niet bij onze beschaving past, er zijn echter momenten dat we a leen ons rechtvaardigheidsgevoel (of is het wraakgevoel) door zoo'n uiterste ver geldingsmiddel bevredigd zouden zien. Een feit is ook dat in Engeland het minste aantal moorden wordt gepleegd. Wie zich in dat land echter aan het leven van anderen vergrijpt en gepakt wordt, kan er ook verzekerd van zijn dat hij aan de galg komt te bengelen Buitenland. In Duitschland bestaat de doodstraf ook nog, maar er wordt daar toch een veelvuldig gebruik gemaakt van het recht van gratie. Of Schroder, de roofmoordenaar, die een drietal andere menschen door zijn valsche betich tingen een tijd in de gevangenis bracht zijn straf het doodvonnis is tegen hem uitgesproken ont- loopen zal, moet wel zeer betwijfeld worden. De toelating van Duitschland tot den Volkenbond heeft al zeer ver strekkende gevolgen gehad, zich uiten de onder anderen in een opzien barende Fransch-Duitsche toenadering en de onderhandelingen over een economisch verbond tusschen deze vroegere vijanden. Men heeft in de pers zelfs al over een militair verbond gerept. Frankrijk wordt v/aarlijk gedwee en inschikkelijk onder de moeilijkheden die het te trotseeren heeft. Het heeft de vriendschap van Duitschland noo- dig, want als deze vroegere vijand niet betaalt, dan gaat de overwinnaar ten gronde. Heel de wereld-politiek schijnt trou wens weer beheerscht te gaan worden door verbonden en verdragen. Deze week sloten Italië.en Roemenië weer een politieke overeenkomst en ook Lithauen en Rusland. Dat laatste ver bond is een succes voor den Sovjet staat, want daarmee is het cordon verbroken dat de Volkenbond rond Rusland gesteld had. In werkelijkheid weten de Lithauers wel, dat van de Russen de meeste gevaren dreigen, maar hun haat tegen de Polen, die hun Wilna ontroofden, heeft ze in de armen van de boljewistische regee ring gedreven. Een ernstige natuurramp heeft Flo rida in Amerika getroffen Een cycloon teisterde het land en vaagde de stad Miami schier van den aardbodem, waarmee in een zucht vernietigd werd, wat duizenden rappe handen in jaren hadden opgebouwd. Dat meer dan 1000 menschenlevens te betreuren vielen, is intusschen nog heel wat erger dan de materieele schade, die eenige honderden millioenen schijnt te beloopen. Wie van plan mocht zijn om dezer dagen „even" van Parijs naar New- York te gaan vliegen, moet de reis nog wat uitstellen. Om de mogelijk heid van zoo'n directe luchtverbinding New-York—Parijs (in 36 uur) te demonstreeren, zou de Fransche vlie ger Fonck Dinsdag j.l. de eerste tocht ondernemen. Nauwelijks echter was het toestel boven den grond of het viel te pletter, waarbij twee der vier inzittenden omkwamen. Waarmee op zeer drastische wijze het feit onderstreept werd, dat deze onderneming niet lag in de lijn van eene geleidelijke ontwikkeling van het vliegtuigverkeer. GEMEENTERAAD. HEUSDEN. Openbare Raadsvergadering dezer gemeente. Bij de opening der vergadering bleek, dat men was: „au grand complet" I. De notulen werden onveranderd goedgekeurd. II. Slechts een stuk was ingekomen, n.l. een besluit van Ged. Staten, in houdende de goedkeuring van een wij ziging der Gem. begrooting dienst 1926 III. Voorloopige vaststelling der gemeenterekening en der rekening van het vleeschkeuringsbedrijf over 1925. Namens de betrokken commissie bracht het lid Ruitinga verslag uit, voorstellende, daar alle bescheiden klopten, beide voorloopig vast testel len. Desondanks meende hij toch een inlichting te moeten vragen over het vleeschkeuringsbedrijf en wel naar de reden, waarom er niet evenals vorige jaren een voordeelig saldo viel te boe ken. thans was er een nadeelig van f 107.615 en of er geen zuiniger be heer kon worden gevoerd. Het lid de Haan meende zich te herinneren, dat er in 1920 een voor deelig saldo was van circa f 1000, wat de voorzitter beaamde. Deze gaf als reden op, dat het aan tal varkens, dat in 1924 door de eige naars werd uitgehald, om de hoogere prijzen, die zij in 1925 van hun leven de krulstaarten konden maken, in dit laatste jaar zeer gedaald was en tevens, dat door het slechte weer gedurende het 4e kwartaal 1925 door de betrok ken ambtenaren veel meer dan ge woonlijk gebruik gemaakt moest wor den van vervoer per auto(bus), wat bovendien veroorzaakt werd door on gesteldheid van den hulpkeurmeester, zoodat de heer Hilwig tijdelijk voor den geheelen dienst kwam te staan. Zeer terecht bracht de voorzitter den Raad hulde, dat hij indertijd er niet toe overgegaan was de keurings- loonen te verlagen, waarna met alge- meene stemmen besloten werd de rekeningen voorloopig vast te stellen. De Voorzitter was nog zoo welwillend den sland van zaken nader onder cij fers te noemen. Wat de Gemeente-rekening betrof, bedroegen de inkomsten gewonen dienst f 66110.525, tegenaan uitgaven f 50528.76. alzoo een batig slot van f 16281495. De kapitaaldienst bedroeg aan inkomsten en uilgaven f 3061 33. Met het vleeschkeuringsbedrijf was het gesteld als volgt: Inkomsten f6493 55, uitgaven f6600,615. nadee lig saldo f 107 615. Na aan de Commissie van onder zoek zijn dank te hebben betuigd, bracht de voorzitter punt IV ter tafel: Aanbieding van de Gemeentebe- grooting en der begrooting van het vleeschkeuringsbedrijf over 1927. Volgens usance stelde de Voorzitter voor een Commissie van onderzoek aan te wijzen cn benoemde daarin de leden: de Haan, de Mol en Schmie- husen. die daarmee accoord gingen. V. Voorstel van B. en W. tot ver koop van iepeboomen langs den Demer en een paar linden op de speelplaats der oude openbare school. De Voorzitter motiveerde het prac tisch belang, dat het niet ging uit winstzucht, alsmede, dat hij was voor behoud van natuurschoon, zoo dit goedschiks kon, doch de belendende gebouwen en de wegen eischten rooiïng. Het lid de Haan kon daarmee niet ac coord gaan en wilde slechts de doode boomen opruimen, wat grootendeels steun vond bij 't lid Ruitinga, terwijl het lid Schmiehusen in de verwijdering een bedreiging zag van de veiligheid langs de Demer De Voorzitter hield voet bij stuk en nog heel wat werd gediscussieerd met het gevolg, dat de Voorzitter instem ming bracht een amendement van Mr. Ruitinga, om de iepen achter den tuin van den heer Deken te behouden. Hiervoor stemden slechts de Haan, Schmiehusen en de Voorzitter, zoodat het voorstel van B en W. in behan deling kwam en werd aangenomen met de stemmen vanv. Everdingen, de Mol, F. Verhoeven en H. Ver hoeven. VI. Voorstel tot aankoop van een stukje grond nabij de Schapenbrug. De Voorzitter deelde mede, dat het mat 19 c.A., dat er geen verkoopacte gevonden was en het stukje waar schijnlijk door occupatiedoor de familie Verhagen van gemeente- in privaat eigendom was overgegaan, waarna de heer Van Dijk door koop de nieuwe eigenaar was geworden. Na onderhandeling door den voor zitter was het te krijgen voor f 10, een luttele som, als men bedenkt, dat de bestaande mestvaalt daardoor zou verdwijnen en de weg aldaar kan worden verbeterd. Allen waren he- eens met den voorzitter. MAAT3C HAPPY VAM VERZEKERING OP HET LEVEM van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". door ILZE DORE TANNER. 9) De kleine luitenant trok een comiscli ge zicht „De freule heeft stellig nog niet veel in <le wereld rondgekeken neemt u mij niet kwalijk maar wanneer iemand graaf is. geld heeft en nu bepaald geen idioot is, danhij maakte een handbeweging, alsof al het andere dan geheel en' al bijzaak was. I)at wilde zij echter in 't geheel niet toe geven en zoo ontstond er een tamelijk leven dig dispuut, waarin zich ook de andere jon gelui mengden. Tenslotte, viel het den ouderen lieeren op. dat er zoo'n levendig gesprek gevoerd werd aan het andere einde van de tafel en er werd gevraagd, wat hefc onderwerp der schijnbaar zoo belangrijke conversatie vormde. Henny werd vuurrood van verlegenheid, evenals luitenant Zielow en een oogenblik stokte het gesprek, toen zeide mijnheer von Molhagen glimlachend „De geachte freule beweert, dat zij rijk dom en voorname geboorte niet al te hoog schat." Het was plotseling, alsof er een engel door de zaal vloog, gravin Dy meek wierp een ijs- koudeu blik op Henny, die op haar beurt verbleekte voor dien doordringenden blik, die haar scheen te doorboren. Toen maakte graaf Roleneck 'n lichte bui ging voor Henny en zei „Onze geachte freule heeft groot gelijk er is iets, dat veel liooger staat: Jeugd en schoonheid," en een bewonderende blik trof haar uit zijn oogen. „Bravo, daarop moeten wij onze glazen ledigen," riep de opperhoutvester, die woe dend was over het volkomen gebrek aan tact van zijn neef, met dreunende stem en ou der helder geklink der glazen verdween deze kleine wanklank. Henny echter wierp den graaf een dank baren blik toe. toen zy^rnet liem aanstootte en over het gelaat van gravin Dymeck gleed een tevreden glimlach. Graaf Roleneck liet den geheelen avond nog menigmaal verstolen zijn oogen op Hen ny. rusten en bemerkte, hoe zy zonder eenig spoor van coquetterie, met rustige natuur lijkheid de huldeblijken van de jonge offi cieren in ontvangst nam en hij moest aan de woorden van gravin Dymeck denken, die zy hem vandaag had meegedeeld, alvorens de andere gasten er waren „Ik ben van plan om mijn nicht Ilenriëtte tot mijn eenigste erfgename te benoemen, maar ik zal het testament laten afhangen van de voorwaarde, dat zij een echtgenoot, van voorname, oud-adelyke afkomst kiest...", hun flikken hadden zich daarbij gekruist en hy had ook zonder verdere woorden be grepen, wat zyn oude bescherm vi-ou we wensehte. Eckart voy Wackeratli stond bij een kop pel veulens niet ver van de boerderij verwij derd en hy verheugde zich over de prachti ge jonge vosveulens, die hijzelf had opge fokt, en die, als zjj verder zool flink opgroei den, schitterende inkomsten beloofden. Deze extra verdiensten, waarnaar hy zoo vurig verlangde, wilde hij; gaarne aanwenden voor een ingrijpende verbouwing van het bouw vallige woonhuis. Hij droomde er maar steeds van, dat zyn ouders voor hun ouden dag een gemakkelijker en weelderiger woning moesten hebben, dan het. oude huis hun kon bieden. Eckart bezat, behalve zyn practisch verstand, een flinke dosis gevoel voor iets fraais, wat zijn beide jongere broers misten. De oudste van dei twee, Heinrich, had liet toezicht op de veldarbeiders en de jongste, Friedrich, die in de stad de handelsschool had bezocht, zorgde voor den verkoop der landbouwproducten, had de rekeningen in orde gemaakt, kortom de geheele boekhou ding berustte in zyn handen, terwijl Eckart, zooals hy schertsend beweerde, de functies van bestuurder, koetsier en veeverzorger in zich vereenigde. Den arbeid op het land waren de broeders schimmel uit het tweede span paarden graag weer kwijt /,yn, hy past niet tusschen de bruinen. De paardenmarkt van morgen lykt my daar uitstekend geschikt voor en dan /.ook je ons voor den sclrimmel een goeden bruine uit, die ook voor ons lichte voertuig gespannen kan worden. Als het niet anders kan, moet je maar vyftig of honderd mark bijbetalen, tenminste als Friedrich ze in kas en voor den aankoop van een paard beschik baar heeft. „Ik zal zien om voor denzelfden prys een bruine te ki-ygen," beloofde Eckart, want Friedrich trok een ernstig gezicht by de ge dachte, om vyftig of honderd mark. afkom stig van graanverkoop voor den aankoop van een werkpaard uit te geven. Door de straten van het stadje, dat wegens de paardenmarkt thans een veel j^vendiger aanblik bood dan anders, wandelde in haar eenvoudig grys inantelcostuum en haar een- voudigen, witten Engelsehen stroohoed. Hen ny Koning. Juffrouw Schroth had naar den tandarts gemoeten en Henny- had, gravin Dy meck weten te bewegen om haar toestemming te geven om mee te ï-yden. Haar moeder was binnenkort jarig en Ilenny zou gaarne nog een cadeautje koopeu, dat zy met een fraai door haar zelf gemaakt handwerkje voor haar moeder wilde bestemmen. Die boodschap was spoedig gedaan en aan gezien het nog een uur duurde, alvorens juf frouw Sehroth eu Henny) elkaar weder zou den ontmoeten in „de gouden ster", waar de grafelyke koets was uitgespannen, wandelde zy opgewekt door de straten van het drukke stadje, en verheugde zich over de prachtig bloeiende bloemen voor de kleine heldere vensters, over de hagelwitte gordynen, over de spelende kinderen, ja over het geheele oude stadje zelf. Zonder er op te lotten. was Henny daarop de poort doorgeloopen en had nu de oude wandeling op de wallen van het stadje be reikt. (Wordt vervolgd.) Wackerath van jongsafaan gewoon, alleen hadden zy zich daarin in het begin niet ge heel kunnen wyden. Want hun vader had streng aan het beginsel vastgehouden, dat zy een zorgvuldige schoolopvoediug moesten ge nieten en met een belioorlyk diploma voor den dag zouden kunnen komen en de drie broeders waren in de stad by de nicht van hun moeder, die daar als weduwe van een leeraar bescheiden leefde, in pension geweest. Eckart zou maar al te graag ook eenige ja ren op de landbouwhoogescliool hebben willen studeeren, maar hy wist wel vooruit, dat hun middelen daarvoor niet toereikend wa ren en zoodoende waren de drie Wackerath's als flinkwerkkrachten op 't vaderlyk land goed terecht gekomen. Hun practisclie aanleg was er oorzaak van dat zy voor geen enkel werk terugdeinsden en door het gebrek aan goede veldarbeiders waren zy op het kleine landgoed welkome krachten geweest. Gedurende zyn diensttyd dien Eckart in een infanterie-regiment aan de grens had doorgebracht, had men dan ook zyn afwezigheid zeer gemist. Dat had zyn vader hem verteld, toeui hy weer thuis gekomen was en dat scheen hem een eervol le onderscheiding toe. Hy was nu tot serge ant bevorderd en moest by de eerstvolgende oefeningen examen doen voor reserve-officier. Temidden van zyn hoopvolle toekomstbe schouwingen, klonk opeens het luide „goeden avond" - van den brievenbesteller, die tot Eckart's groote verrassing hem een sierlyk couvert overhandigde* een brief waarop dui delijk zyn naam, Eckart von Wackerath, ge schreven door een krachtige dameshand. te lezen stond. Hy vloog haastig het korte briefje- dooi en zyn oogen bleven als geboeid rusten op de onderteekening „Henny Koning". Dat was dus de jonge dame, die hy naar Dy- mcck's grondgebied had gereden en Zondag irii het dorp Dymeck gegroet had; Zyn vader, die eens per maand een avond je in „de gouden ster" in dei stad doorbracht, had daar gehoord, dat de oude gravin Dy meck gedurende den zomer bezoek had ge kregen van een achternicht. Eckart von Wa ckerath las den brief nog eenmaal door en voelde een stille vreugde in zyn hart opsty- gen. dat Henny zoo vriendelyk en zonder zichzelf vi-y te pleiten haar klaarblykelyke onbeleefdheid verontschuldigde. Ily stelde zichzelf opeens voor de vraag, of Henny's onbeleefdheid hem gekwetst zou hebben, in dien zy opzettelyk z'n groet niet beantwoord had en zyn hart beantwoordde deze vraag met een volmondig ja. I-Iy stak den brief in zyn zak en glimlach te; wat ging hem deze jonge dame, die ver dwaald was en die hy weer. op den goeden weg naar huis had gebracht, de nicht van de gravin Dymeck, die in openlyke vijandschap met de Wackerath's leefde, eigenlijk aan? Of hij zyn moeder van den brief zou vertel len? Hij had haar Zondag verteld, dat hy de jonge dame met graaf Roleneck had gezien. Graaf Roleneck! Hoe was het mogelijk dat hiy op dit dogenblik niet onmiddellijk aan dezen naam had gedacht! Het was, alsof^een schel lichtende bliksemstraal voor zyn oogen flitstedeze jonge dame en graaf Roleneck waren stellig een toekomstig paar. Of mis schien toch niet? Een aanstaande bruid zou toch wel aan iets anders te denken hebben dan zich per brief by een heer wegens een onbeantwoorden groet te' verontschuldigen. Het werd hem zonderling warm om het harte by de gedachte aan Henny Koning; de bekoorlijke blonde verschijning had toch meer indruk op hem gemaakt, dan hy zich eerst had durven bekennen. Paardengetrappel en tegelijkertyd zware schreden deden hem uit zyn gepeins ontwa ken de paarden kwamen van het werk terug het was het einde van de inspannende dagtaak, zyn dienst alsj liestuurder riep hem naar de stallen, opdat de trouwe paarden goed verzorgd werden. De beide jonge knechts namen hun mutsen af; de kleine stoet werd gesloten door Heinrich en Frie drich en Eckart sloot zich by zyn beide broeders aan. De soep stond reeds op tafel, toen de jonge Wackerath's het eenvoudige woonvertrek binnentraden. Mevrouw von Wackerath in haar eenvoudige, gryze huisjapon met een blauwe schort voor, vulde de borden en vader Wackerath werd spraakzaam. Eckart had eigenlyk over zyn vosveulens willen spreken, maaT de gedachte aan den brief bracht hem vandaag geheel en al uit zijn gewone doen. „Weet je wat, Eckart," zeide de oude heer von Wackerath, „je zoudt morgen eigeniyk wel naar de stad kunnen ï-yden, ik zou den

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 9