Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen t BIGGELAAR's NIEMEIJER'S NIEMEIJER'S Week-Revue. FEUILLETON HET SLOT DYMECK BAY I DOOR ERWMMÊ De Rooijj-Bourgonjen 49e JAARGANG. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. Binnenland. In dezen zomer had een handig stel- ietje loterij-zwendelaars in Schiedam een kantoortje gesticht, van waaruit een nieuw gok-systeem geëxploiteerd zou worden. Er werden agenten aangesteld, maar reclame werd er niet gemaakt, we heb ben er althans nooit iets van bemerkt. De werkzaamheid der Expresse-bank, zoo hadden de lieeren hun onderneming gedoopt, viel ons op, doordat we in en kele steden steeds grooter groepen gokkers voor allerlei winkels de lijsten met uitgebreide nummer-ritsen zagen controleeren. Daaruit begrepen we met een nieuwe loterij te doen te hebben, maar noch die lijsten, noch eenig ander raambiljet lichtten ons verder over de ze onderneming in. 't Is* eigenaardig, hoe ontvankelijk de meeste menschen zijn voor een gokje; wie zoo'n zaakje een beetje handig in elkaar zet. behoeft bijna geen reclame te makeu, want het gokkers-instinct schijnt de „kans" al te ruiken vóór de zaak goed en wel in elkaar zit. Toch weet het publiek, dat de kans in een loterij maar zeer klein is en dat zulk kansje nog aanmerkelijk gereduceerd wordt door het feit, dat in ons land van de tien opgezette loterij en er. achteraf minstens negen zwen- del-affaires blijken te zijn. Toch speelt het publiek, want een kleine mogelijk heid blijft bestaan, dat de ondernemers eerlijk zijn De affaire was dezen keer op een zeer bijzondere leest geschoeid. De bank gaf, voor het civiele prijsje van een kwartje, coupons uit, die genum merd waren. AVie door combinatie van drie nummers tot een bepaald getal kon. komen, kreeg den prijs, daarop ge steld. Op vernuftige wijze echter had den de leiders der onderneming vast gesteld. welke nummers ingehouden moesten worden, om elke gunstige com binatie onmogelijk .te maken en daar door te werken zonder het risico der Lcq prima tabaK.die weinig Kost uitkeering van groote prijzen. Onder- tusschen kochten de menschen maar steeds weer nieuwe coupons voor, wie weet op wht, overgespaarde kwartjes, in do hoop toch maar eens tot een ge lukkige combinatie te geraken. Er zijn lieden, die op deze wijze 80100 gul den verspilden, 't Schijnt, dat er on geveer 200.000 coupons geplaatst zijn, maar nu heeft de politie er een einde aan gemaakt Waarom zijlks niet da delijk gebeuren kan begrijpen we niet. In wezen heeft de loterij wet heel weinig tegen het loterijwezen uitge richt; het eenige gevolg is nu, dat po litie en justitie de gecamoufleerde gok- zaakjes niet controleeren,, /omdat £e officieel niet erkend worden en dege nen, die het publiek willen afzetten, daardoor een tijd lang vrij spel krijgen. Een wet, die de loterijen niet ver biedt, maar ze reglementeert en aan overheidstoezicht onderwerpt, zou de publieke moraliteit heel wat meer ten goede komen, dan het huidige verbod. Een ongeluk aan den spoorweg,-over gang bij Kethel1 doode en 1 levens gevaarlijk gewonde; verkeersongeluk bij Delft: 1 doode, 2 zwaar gewonden; hotelbrand Roermond2 doodenauto busongeluk HeerlerheiJe1 doode, 2 gewonden. Dat zijn zoo de berichtjes, die men in z'n Maandagkrant te lezen krijgt, en een mensch doen afvragen, of die typlius-epidemie nu wel zoo erg is, daar wé, dank zij vooruitgang van we tenschap, techniek en vooral door den „vooruitgang" van het verkeer, toch wel gauw aan ons levenseinde zullen komen. Er kan geen epidemie meer ontstaan of„uitgevonden" worden, of de verkeersongevallen-epidemie behoudt haar record. Toch dreigt ons nog een groot gevaar. In Gouda is n.l. iemand aan een vreemde ziekte gestorven, die ook wel eens epidemisch heerscht en als het daartoe in ons land komt, dan is de ellende voor ons nageslacht niet te overzien De ziekte heet n.l. Spiro- chaetosis ictero-hemorrhagica. Als ze onzen kinderen later terwille der sta tistiek zullen vragen, waaraan hun va der gestorven is, dan zal 'thun niet moeilijk vallen te zeggen: die is over reden of door een trein vermorzeld, of uit een*vliegmachine gevallen... Maar als ze moeten antwoordendie is over leden'aan(zie boven !)y dan zijn ze toch wel erg te beklagen. züQ- i !.L! IMÏ1 Het beet, (lat. de ziekte door ratten verspreid wordt. Alleen oin den men schen het uitspreken van dien oninoge- lijken ziektenaain te besparen, verdie nen al die dieren uitgeroeid te worden. Nog eenvoudiger echter lijkt het ons, de medische wetenschap te bewegen om een beetje meer eenvoud te betrach ten in de betiteling van nieuwe vin dingen. Dat is trouwens een levensbe lang der dokters, want 't zal heel moei lijk zijn om Spirochaetosis ictero-hae- morrhagica even populair te maken als b.v. deSpaansche Griep, waaraan elk behoorlijk mensch, die niet zijn tijd meegaat, eens per jaar lijdende meent te zijn. Buitenland. In Rusland gebeurt iets geweldigs. Daar zijn enkele communisten opge staan, die het gewaagd hebben om in het publiek te zeggen, dat ze het niet in alles eens zijn met andere commu nisten, die op het oogenblik de leiding hebben. Het feit, dat zulks als een ge weldige gebeurtenis wordt aangemerkt, spreekt boekdeelen, zegt alles omtrent de tyrannieke vrijheidsbeperking, waaronder het Russische volk gebukt gaat. Zal dit optreden van de oppositie het begin zijn van een democratisee ring van het openbare leven in Rus land? Het moet slechts aan den slaafsehen geest van het onderdrukte volk gewe ten worden, dat de tyrannic zoo lang verdragen is. Op geen enkel gebied is de dictatuur ten zegen geweest. Schnei der, de afgevaardigde der Zwitsersche vakvereenigingen uit de transport- en levensmiddelenbranche heeft na zijn bezoek aan Rusland zijn bevindingen op papier gesteld en dezer dagen zijn ze in boekvorm verschenen. Hij be laagt den lezer niet met mededeeling van loonen, die een onjuist beeld geven van de welvaart, omdat alles er ten slotte op neerkomt, wat men voor zijn loon kan koopen. Volgens mededeeling echter van dezen onverdachten getuige moet de arbeider in Rusland voor een paar schoenen 57 uur werken, in Zwit seriand 18 uur; voor een kilo boter in Rusland ruim 5 uur, in Zwitserland ruim 3 uur. In de meeste fabrieken is accoord-arbeid ingevoerd. Van 't scha mele loon van den Russischen arbeider wordt slechts 30 uitgekeerd bij wer Grossier WAALWIJK. keloosheid. Wat heeft de arbeider aan een hoofd vol onvervulde niachtaidealen, als zijn maag leeg blijft en het lichaam in lom pen gehuld? Na eeuwen van onderdrukking door het Czarisme heeft de Russische arbei der eindelijk de kwellende banden ge broken, maar zijn „kameraden" ston den klaar óm hem in nieuwe boeien te slaan. Indien hij die na enkele jaren reeds weet af te werpen, dan blijkt hij toch vooruitgegaan te zijn en mogen we vertrouwen, dat hij eens zichzelven zal wordeneen vrije burger in een de mocratischen staat. Het wordt Briand en Stresemann niet gemakkelijk gemaakt om hun ver zoeningspogingen met kans op succes voort te zetten; de „incidenten" im mers, die in de laatste weken in het bezette gebied voorvielen, zijn wel in staat om weer te scheiden, wat her een igd leek. In sommige berichten, die uit Parijs stammen n.l., wordt den Duitschen burgers de schuld gegeven NUMMERE SO. ZATERDAG 9 OCTOBER 1926. WOENSDAG EN ZATERDAG, Abonnementprfls per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Dit blad verschflnt Prfls der Advertentiën 20 cent per regel; minimum ƒ1.50. Reclames 40 cent per regel. Bi) contract flink rabat. Advertentiën moeten Woonsdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur Id. ons bezit zijn. van „DE ECHO VAN HET ZTJIDEN". door ILZE DORE TANNER. 13) Toen Henny den volgenden morgen uit een diepen slaap ontwaakte, leek het haar, alsof alles wat zij beleefd had, een droom ge weest was, en de vurige wenseh kwam in haar op, uit deze droom te ontwaken met het bevrijdende gevoelal die vreemde onzin, dat graaf Roleneck om je hand gevraagd hacl. dat tante je tot erfgename wilde ma ken, dat vader en moeder het daarmede al eens waren, is immers allemaal een droom en kiln toch ook alleen een droom zijn. Ze opende de oogen en keek eens in het be kende vertrek rond ja daar lagen de brieven van "haar ouders op tafel, de letters uitgewischt door haar tranen, en aan haar ringvinger stak de ring met den robijn, dien graaf Roleneck haar gegeven had,; de ver lovingsring van zijn moeder de sedert lang gestorven gravin Roleneck en nu zou zij ook een gravin Roleneck worden, ze zou rijk en gelukkig zijn. Gelukkig! Henny zat met strakke oogen recht op in haar bed. Ziet het geluk er zóó uit? Een deftige man, een oude naam en rijke bezittingen? Natuur lijk was dat in de oogen der menschen ge luk voor Ileuny Koning, het arme onderwij zersdochtertje. En toch een zeldzame leegte was er in haar hart, dat thuis, waar alles zoo eenvou dig en natuurlijk was, dikwijls overmoedig geklopt had in het volle geluk van haar jeugd. Zy draaide den zwaren, ouden ring een paar maal om haar slanken vinger, (le ro bijn schitterde en straalde, als moest hij het symbool van het stralende geluk van Henny Henny had zich het gevoel om verloofd te zyn, heel anders voorgesteld. Thea Roseler, haar vriendin, had haar van een jubelend, onuitsprekelijk geluk verteld, toen zij de ver loofde van den hulpprediker geworden was, die eindelijk een predikantsplaats gekregen had, die hem in> staat stelde te trouwen. Zij kleedde zich langzaam aan. Haar lede maten waren zoo zwaar als lood, voor haar oogen stond steeds het beeld van graaf Role neck. Zij kon zich nauwelijks de eerste dagen herinneren, waarop zij hem had leeren ken nen hij had, haar in 't eerst heel onsym pathiek geleken, zijn manier van spreken en zich te geven, was zoo geheel anders, als zij het van de lieeren, die zij van thuis kende, gewoon was. ^laar meer en meer dat kon zy niet ontkennen had zij zich aan den graaf gewend, zijn komst als een welkome afwisseling en afleiding beschouwd, en ge leerd, zijn wat stijve houding; als onberis pelijke wellevendheid op te vatten. Hoe had hy toch gisteren tegen haar ge zegd: ..I^eb je vertrouwen in me, Henny?" Ze had geknikt, en hij had haar zyn lief, bang kind genoemd. En toch was zij ge schrokken van die liefkoozing kón men dan van de liefkoozing van een door het hart uitgekozen verloofde schrikken? Henny sloeg in matelooze wanhoop de handen voor haar oogen. Op de gang werd geloopen en met deuren geslagen. Een klok sloeg. Het was hoog tijd, zich klaar te maken om aan de ontbijttafel te verschijnen. Zij was er bij na bang voor, om met tante Klarissa alleen te moeten zyn. Waarom moest zij op dit oogenblik aan thuis denken, waarom aan haar juichende broeders, die, wanneer Hen ny den weg ging, dien zy nu betreden had, de uitverkoren beroepen konden kiezen? Waarom aan vader, die haar zoo dikwijls zijn verstandige, moedige dochter genoemd had. Ja moed hebben voor het nieuwe levenDat was eigenlijk alles En zoó ging ze dan met een moedig hart naar het ontbijt. De oude gravin begroette Henny zeer vriendelijk, sprak echter weinig over Henny's verloving en in het geheel niet over graaf Roleneck. Zij was verstandig genoeg om te begrijpen, dat men Henny overrompeld had, en dat het beter was, haar zich rustig in het nieuwe leven te laten schikken, dan met veel woor den opzettelijk het nieuwe geluk te prijzen Aarzelend begon Henny de brieven aan vader en moeder te beantwoorden. Ze was nog niet in staat, zichzelf zoo geheel en al met haar gevoelens op den voorgrond te plaatsen en alleen de geruststelling naar voren te laten komen, dat zy nu de geluk schenkster voor haar broeders was. De slot woorden van moeder, „dat het het aller hoogste is, wanneer je je toekomstigen man met geheel je hart lief hebt en hem ver trouwt", deden haar pijn. Liefde? Of zij den graaf ooit naar waarde zou kunnen liefheb ben? Ze wilde er haar best voor doen. Met het vertrouwen zou het gemakkelijker gaan Hij had niets in zyn natuur, dat haar het vertrouwen onwaardig deed schijnen. Eenige verlichting gaf haar de zekerheid dat men haar verloving eerst publiek wilde maken, zoodra ze weer thuis was, of wan neer haar ouders binnen eeh paar weken voor twee dagen naar Dymeck zouden ko men. Graaf Roleneck was den volgenden dag direct naar Henny's ouders gereisd, om zich als schoonzoon voor te stellen. De innemende manier waarop hy, weer thuisgekomen, van Henny's ouders en broers vertelde, deed in Henny voor het eerst een wat warmer gevoel, een gevoel van dank baarheid jegens haar verloofde, opkomen. Zyn alles ontziende en ridderlijke aard boe zemde haar ontzag in. Graaf Roleneck was een beproefd vrou- wenkenner. Zijn leven, (lat hem over hoog ten en door diepten gevoerd had, had hem geleerd, dat zulke teere, reine, ongerepte meisjeszielen als die van Henny, niet door opdringerige liefkoozingen, niet door harts tochtelijke blikken en woorden, maar slechts door zachte beminnelijkheid, geduldige goed heid en wellevendheid te winnen zyn, terwijl zij voor hartstocht en liefkoozingen terug schrikken. Hij had ook eigenlijk aan een huwelijk niet gedacht, die huwelijksbanden hadden hem tot nu toe nog te veel angst aangejaagd, maar in elk geval, een rijke erf- genome en daarbij een zoo jonge en teere 1 eclitgenoote 1 dat liet zich wel hooren. j Zoo Henny slechts eenmaal de hartstocli- telyke blikken had kunnen zien, die de graaf haar nazond, wanneer zy door de kamer ging of door den tuin liep, zij zou zich hui- verend afgewend hebben en naar huis terug- Alt?,BAK 0O5 ons ons gekeerd zijn. Ze zou weer het eenvoudige omler wyzersdochtertje geworden zijn, maar graaf Roleneck had in zyn veelbewogen le ven, dat niet aan iedereen bekend mocht worden, geleerd, de Btrc/ng^te 'zelfbehoei,'- sching te beoefenen, daar, waar dit noodig was, en zyn ware natuur niet te verraden Omdat hij haar eens had doen schrikken toen hy eek keer zeide: „wanneer we maar eerst getrouwd zyn". waagde liy zich aan dit toekomstbeeld niet weer, maar hy wist I Henny door zyn verhalen over zy'n reizen toch zóó te boeien, dat hy een oogenblik later liet erop wagen kon, te zeggen„Ilc verheug me er op, je later ook alles te kunnen laten zien, als we op reis gaan. Het weer was einde October ruw en koud geworden en Henny had haar wandelingen door den tuin- niet naar buiten kunnen uit strekken. Dikwijls wanneer zij de eenzame wegen liep, keek zy naar het boscbje, en tel kenö steeg er een heete blos naar haar wan gen. Dat bosclije scheidde haar van den Olmenhof en van Eckart Wackerath. Eckart Wackerath had iemand haar zyn naam toegefluisterd stond liy daar niet met zijn reuzengestalte, zyn energiek, doch'goedhar tig gezicht en zijn verstandige, trouwe, blau we oogen? Ilenuy schrokZij, de verloofde van graaf Roleneck, dacht aan Eckart Wackerath. Maar ten slotte hinderde dat dan iets? Was Wackerath niet haar neef? En moch ten neef en nicht niet onschuldig met elkaar praten? Toen zy op den eerste^ zounigen dag, die aanbrak na lange mist- en regendagen, weer door het bosclije ging, stond Wackerath plotseling voor liaar, en het was, alsof er een bijzondere uitdrukking op zyn gelaat verscheen, toen liij haar zag. „Goeden dag, juffrouw Koning, zei hy verheugd, ik heb u in lang niet gezien het weer was al dien ty<l zoo treurig, maar nu schijnt tie zon weer." „Ja, gelukkig wel, antwoordde Henny, maar het ontging hem niet, dat er iets in haar gezichtje ontbrak wat hy tot nu toe daarin steeds zoo gaarne gezien hadde zonnige kinderlach i ze zag er ernstiger en niet vroolyk uit. Nadat zy hem naar zyn ouders en broers gevraagd had, zei liy„Juffrouw Konig, wees niet boos, wanneer ik u vandaag een vraag stel. Maar zegt u my eerst; hebt u vertrouwen in my?" Hij vroeg het ernstig en kortaf, met de zelfde woorden, waarmede graaf Roleneck het liaur gevraagd had. Ze antwoordde, hem verwonderd aanziende: „Zeker, in een neef moet men toch vertrouwen hebben." Iiy scudde echter het hoofd: „Dat moé ten is overbodig, nicht Henny, hier komt het op het willen en kunnen aan. Ik bedoel, heb je vertrouwen in me, zoo ongeveer' als in een vriend, laten wy zeggen, een oprech ten en besten vriend?" Henny voelde een hevige angst l>ij deze ernstige vraag, haar hart klopte met snelle slagen, het was alsof er een donkere wolk den helderen, lachenden herfsthemel ver duisterde. Een pyniyk gevoel kwam bi haar op, het was, alsof hier naast haar de beste, trouwste mensch stond, die haar troost en hulp kon en wilde zyn, die ze vast en zonder schroom vertrouwen kon en toch moest er een hooge, onoverkomeiyke scheidsmuur tus- schen lien zyn. zy was de verloofde v. graaf Roleneck, en lianr verloofde was nu haar naaste vriend, moest haar vertrouwde, haar raadgever zy'n. Zy huiverde licht, ineens had zy het koud. ofschoon de middagzon byna warm neerscheen. Ze waagde het niet, Wackerath aan te zien, maar gevolg gevend aan een dwingend gevoel, dat sterker was dan de overweging, dat ze de verloofde van graaf Roleneck was, antwoordde zy „Ja mynheer Wackerath". Eckart Wackerath waa tevreden met dit beslist uitgesproken ja. Wat hy nu tot Hen ny wilde zeggen en waarover hy met haar wilde spreken, kwam niet alleen voort uit de belangstelling, die hy voor haar gevoelde, het was meer de wensch, do plicht, haar te ontrukken aan de haar, hi haar onervaren heid omstrikkende en verwarrende omstan digheden. „Geloof me, juffrouw Hennyzyn stem beefde in het begin, kreeg echter later weer haar gewone vastheid, „geloof me, dat ik voor allerlei praatjes, zooals er hier in de huurt altyd rondgestrooid worden, niet vatbaar ben. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1