Voor Huis en Hof. openbare vergadering over dergelijke zaken zou gaan spreken. Mnits. U weet wel wat ik bedoel. Voorzitter. Juist daarom. De heer Verschuren zegt dat een vorige week een koe aan miltvuur is gestorven. Volgens een bestaand voor schrift moet het cadaver dan worden verbrand omdat het anders een groot gevaar oplevert. Die maatregel is zeer goed, want wij allen weten hoe be smettelijk het is. Wat hem nu heeft verwonderd, is dat men het cadaver eerst een 400 M. heeft vervoerd. Vol gens het weinige verstand dat hij daarvan heeft kan hij toch verklaren dat overal waar het cadaver is langs gegaan, de boel besmet is. Spr. dringt er op aan dat, mocht zich weer een geval van miltvuur voor doen, dan maatregelen zullen worden genomen dat het ter plaatse zelf wordt verbrand. Voorzitter. Dat beest behoorde aan v. Loon en liep op de Kade van het Noorderafwateringskanaal. Die ka is zoo smal, dat daar geen gat in den grond kan worden gegraven. Ik heb toen met den veearts getelephoneerd om te hooren wat wij in dit geval moesten doen en die zei dat we het beest op dat Spieke daar moesten verbranden en begraven. In andere gevallen wordt het altijd ter plaatse gedaan. De afstand is ook niet zoo ver als u zegt maar ongeveer 50 M. Verschuren. Als zoo iets voorvalt is het van groot belang, dat de aan grenzende eigenaars worden géwaar- schuwd. Nu is het bloed van het beest bij mij op de wei terecht gekomen. Voorzitter. Dat mag volstrekt niet gebeuren. Verschuren. Een en ander gaat met veel kosten gepaard en daarom mogen de - te nemen maatregelen wel zeer streng zijn. Voorzitter. Wij zullen er rekening mee houden en in het vervolg de aan grenzende eigenaars even waarschuwen. Dat zoo'n beest vervoerd moet worden behoort tot de hooge uitzonderingen. Het spijt mij, dat u er nu niet van in kennis is gesteld. Verschuren. Ik maak u daar geen verwijt van, want u kan daar zoo goed niet mee op de hoogte zijn. Ik begrijp echter de veearts niet. Voorzitter. Dan heeft het toch niet doelmatig plaats gehad, want in uw weide had geen bloed mogen komen. Verschuren. Hoe gaat dat, men liep van de eene in de andere wei en zou wordt de besmetting overgebracht. Ze is zeer gevaarlijk die ziekte en daarom is het juist noodig dat maatregelen worden getroffen, dat niemand er last van heeft. U is niet deskundig en daarom neem ik het u ook niet kwalijk Brokx. Moet de veearts bij zoo'n geval niet tegenwoordig zijn. Voorzitter. Neen, dan komt er iemand uit den Bosch. Van de Rijken. Anders wordt het niet duur genoeg. Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. (Dezo bijdrage is oen paar weken moeten blijven liggen). IN 1)EN BLOEMENTUIN. We gaan voort met gereedmaken van onzen tuin met het oog op den voor- jaarsbloei. Behalve de hol en knolgewassen zijn er nog vele planten, die ons vroeg in het voorjaar met hare hloemen ver heugen en de komst der lente aankon digen. Het best bekend en het meest ver spreid zijn de Vergeet-mij-nietjes, met hare vele verscheidenheden, waaronder met prachtig donkerblauwe bloempjes'. Inderdaad, 't zijn dankbare voorjaars- bloeisters en zij worden schier in eiken tuin aangetroffen. Muurbloemen behoorcn ook als vast nummer op het programma van den voorjaarstuin. Het zijn dankbare plan ten, die met hare heerlijk riekende bloemtrossen werkelijk een plaatsje verdienen. Niet vergeten mogen- We de groot- bloemige Violen (Viola tricolor) die gewoonlijk door het publiek met den uitheemschen naam pensees" worden aangeduid. Prachtige kleuren treft men tegenwoordig onder deze violen aan en de bloemen hebben een reusachtige afmeting bereikt, zoodat zij aan de strengste eischen kunnen voldoen. De Madeliefjes, verdienen meerdere waar deering, dan zij tot heden genieten, ook als voorjaarsplant. Onder de vaste- of volfcgrondsplan- ten is ook veel, dat voor ons doel ge schikt is. Allereerst de bekende dubbel- bloemige Arabis alpina fl. pl. In het voorjaar is deze plant als met een laken overdekt, van de massa witte bloempjes, die haast geen blaadje vrij" laten. De gevuldbloemige variëteit heeft hef groote voordeel boven hare enkel- bloemige zuster, dat de bloei veel lan ger aanhoudt, zoodat zij de meeste aan beveling verdient. Dan hebben we de gasanjers (Dianthus plumarius) en de z.g. pck-Anjer (Dianthus Viscaria), die men niet zooveel meer ziet. Toch is zij mooi, niettegenstaande zij tot de oude planten gerekend kan worden. Dank bare planten zijn ook de verschillende Primula-soorten zooals pr. veris. Som mige zijn in ons land ook inheemsch maar werden door de kweekers in cul tuur genomen en verbeterd. De witte Scheefblocm (Iberis sempervirens) en het gele'Schildzaad (Alyssum saxatile compactum) zijn in het voorjaar ook mooi, als tallooze bloempjes de plan ten overdekken. Zeer aardig is een samenplanting van twee of meer gewassen op één perk of in een groep, vooral bolgewassen en overblijvende of eenjarige planten vol doen goed samen. Zoo verkrijgt men een mooi kleureffect, door tusschen de blauwe Vergeet-mij-nietjes, witte, róo- de, of gele tulpen te planten. Of de witte Arabis te vermengen met rose, rood, of gele tulpen. Dergelijke combi naties zijn er mee te maken en voldoen in 'l algemeen goed. We hebben nu keus genoeg en kun nen dus, ook voor den voorjaarsbloei, in onzen tuin de meest mogelijke af wisseling aanbrengen. IN DEN FRUITTUIN. Bij. het verschijnen van dit nummer, ziel men in de couranten en op veilin gen, alle soorten wintervruchten al aangeboden en vertegenwoordigd. Maar al moeten we ook de noodige voorzich tigheid aanraden, toch zijn wij met 't plukken van ons winterfruit, niet zoo gehaast. Hebben we nog wat mooi najaars weer, dan zetten de vruchten nog flink uit en ook de smaak wint er bij. Dui delijk is het verschil in smaak waar te nemen en wordt juist het fijnste aroma in de laatste paar weken gevormd. Behalve deze eigenschap zullen ook de vroeg geplukte vruchten veel spoe diger rimpelen, hetgeen wordt verer gerd door ze op een warme plaats te leggen en wel daar waar veel lucht- verversching is. Daarom dus de be waarplaats donker gehouden, tevens gezorgd, dat het er niet te warm is en maar slechts weinig luchtverversching. Tocht is ook voor vruchten te ontra den. Waarschuwden wij-, in een onzer vo rige opstellen voor het plukken van nat fruit en voor het op groote hoe veelheden te bewaren, waardoor het opdrogen en uitdampen wordt tegen gehouden, thans willen wij even de z.g. vruchtenrekken aanbevelen. De mooi ste vruchten, die als tafelfruit bewaard worden, moeten uitgezocht en deze op de vruchtenrekken uitgelegd. Hoog stens 2 a 3 lagen óp elkaar. De hier be doelde vruchtenrekken zijn in den han del verkrijgbaar, doch men kan ze ook zeer goed zelf maken. De latjes wor den een paar centimeters van elkaar gespijkerd, en aan weerszijden met een zwaardere lat bevestigd. Zoowel onder als boven, spijkert men een lat, waar door men de ruimte verkrijgt tusschen de rekken, die noodig is voor 2 a 3 vruchten op elkaar. Wenschelijk is het geen latten te gebruiken met scherpe hoeken en deze dus eenigszins rond bij te schaven. Heeft men weinig vruchten, dan is één laag beter dan 2 o#f 3, waar om de vruchten dan met de steel naar beneden gelegd worden. Herhaaldelijk worden de vruchten geïnspecteerd, de aangestokene verwijderd, doch de goe de vruchten niet iedere keér in de hand genomen, want met de grootste voor zichtigheid zullen ze toch nog bescha digd kunnen worden. Het keukenfruit kan in platte kisten worden uitgelegd, nadat ze eerst op een droge plaats zijn uitgedampt. Nooit moet men de vruchten direct met lé- kens of iets dergelijks dekken. Het ver dampen wordt hierdoor tegengegaan en de verrotting bespoedigd. Het opknappen van den fruittuin wordt noodzakelijk. De laatste dagen werd onze tijd door liet plukken in be slag genomen en het onkruid is ons de haas geworden. Het is wel geen lastig onkruid, doch hakken of schoffelen is niet meer.mogelijk, omdat men het niet meer dood kan krijgen. De grond is vastgetrapt bij het plukken, vooral met dat natte weer, en daarom is het nu tijd, hem om te spitten. Velen den ken, dat dit alleen maar in 't voorjaar moet gebeuren, doch hierin vergist men zich deerlijk. Het onkruid trekt veel voedsel uit den bodem, het biedt een schuilplaats voor alle insecten, die wij gaarne zouden missen en daarom is het omspitten het beste middel. Die in elkander getrapte grond, wordt nu weer eens flink los, hij kan doorvriezen, waardoor zijn poreusheid wordt bevorderd en het zal den hoo rnen goed doen. De lijmbanden, die wij in 't begin de zer maand "om de stammen der boomen gelegd hebben, om de wijfjes van de wintervlinder te vangen, moeten gere geld worden nagezien, of er nog vol doende kleefstof (brumatalijm) op zit, om de vlindertjes te vangen, want nu komen ze uit hun poptoestand en de wijfjes, die niet vliegen kunnen, krui pen langs de stammen van onze oofl- booinen, om aan 't einde der takken tegen de knopjes de eitjes te leggen, waaruit a.s. voorjaar de rupsjes ko men, die het jonge blad en wat nog er ger is, de knoppen, geheel opvreten. De lijmbanden zijn tot dusverre nog de beste hulpmiddelen om ze te van gen. De lijm, is bij iederen handelaar in tuinbouwartikelcn verkrijgbaar en moet als eigenschap bezitten lang kle verig te blijven. DUITSCHE HERDERSHONDEN. Er zijn vele Duitsche herdershonden, waarop niets is aan te merken, noch wat bouw, noch wat karakter aangaat, maar 't is niet te ontkennen, dat zeer vele dier honden tegenwoordig, wat men noemt „echtc-zenuwpillen" zijn. Ze zijn vaak bang en angstig, gluipen over de straat met de staart tusschen de pooten, willen voor ieder hondje wegkruipen en „blamccren den baas" door zich aan geen bevel lol terugkeer te storen, als ze uit een laffe vrees voor een of ander eenmaal aan den haal geslagen zijn. Zulke zenuwachtige hon den zijn een voortdurende ergernis voor den bezitter. Nog eens: lang niet alle Duitsche herdershonden vertoonen de genoemde fouten en als men een volwassen hond koopt, kan men na tuurlijk gauw genoeg zulke gebreken onderkennen, maar indien men pups koopt, dan zal het dier in vele gevallen blijken uit te groeien tot zenuwpil- lype, al kan men door een doelmatige verzorging van den jongen hond ook veel gebreken voorkomen. Daarover schrijven we nog wel eens eenige algemeene wenken als we verschillen de hondenrassen behandeld hebben. Dat angstige van D.-H.-honden is een fokkersfout. Zooals de fokkers van Holl. Herdershonden zich blind staar den op de kleur, zoo hebben de lief hebbers van D. H.-honden alles gedaan om aan de honden een sierlijken bouw, mooie lijn en adellijke uitdrukking te verzekeren. Het doel is voor een groot deel bereikt ,maar het middel ver- doorgedreven inteelt heeft onbere kenbare schade berokkend aan hel ka rakter der honden. Door steeds maar in hetzelfde bloed door te fokken zijn vele mooie typen in het ras vastgelegd, maar de dieren zijn toch gedegenereerd, psychisch sterk achteruil* gegaan. Een andere fout, die in de verschil lende variëteiten van het Herders-hon denras naar voren trad, is de onbe trouwbaarheid van vele dieren, wat de schuld is van de z.g. „africhters". Goede africhters zijn er maar enkele, de moesten liefhebberen maar wat op dat gebied, doen hun werk half en zij hebben den dieren wel het verdedigen en aanvallen kunnen leeren, maar zijn er niet in geslaagd om ze daarbij in de hand te houden, commando-vast te maken. Het gevolg is, dat zulke beesten op onbedoelde momenten, als een kind ze wil streelen, of iemand toevallig hard loopt, tot den „aanval" overgaan en met zulk een passie, dat ze zich niet meer aan tegen-commando's storen. Zulke honden zijn valsch en c*nbe- trouwbaar, worden door het publiek verwenseht, maar de schuldige is hier alleen de „haas". Die valschlieid kan een zoodanige karaktereigenschap van het dier worden, dat de fout ook in de nakomelingschap overerft. Toch be-^ hoeft om deze fouten niemand zich te laten afschrikken van het aanschaffen van een herdershond. In ons volgend artikeltje zullen we onze bespreking over de herdershonden beëindigen niet een advies omtrent de keuze van het soort Herdershond, dat verband houdt met het beoogde doel der aanschaf fing, over dingen waar men hij aan koop op te letten heeft en over ern stige fouten in het uiterlijk. Uit Brabant. Wij vinden 't volgende „Weekpraatje" onder „Hors d'oeuvre" in de Maasb. Als wij de vrijzinnige pers willen gelooven, dan is ons Katholiek Brabant eigenlijk het land van .het mes", de zuigelingensterfte en van de meest achterlijke barbaarschheid. Maar telkens als wij zelve weer eens toevallig een uitstapje naar Brabant doen, komen wij altijd weer voor een nieuwe verrassing te staan op gebied van echte beschaving, sociale naasten liefde, kunst, en ware levensvreugde. Kortelings schreven wij nog over het levenswerk van frater Adrianus, die onlangs den dag herdenkt, dat hij zich vijftig jaren lang in het wereld verloren stedeke Grave aan het blin denonderwijs wijdde. Bij herhaling schreven wij over het schitterende onderwijs, dat te Sint Michielsgestel gegeven wordt aan de Doofstommen, een schouwspel van toe wijding, dat den oud-minister Dr. de Visser bij een officieel bezoek een openbaring werd, zóó, dat hem de tra nen van aandoening over het gezicht liepen. Gebeurde 't hier niet, dat de heeren van de medische en paedagogische sec tie van den Volkenbond bij een offici eel bezoek aan dit heerlijke gesticht, in feilloos Fransch, Duitsch en En* gelsch werden toegesproken door meis jes-leerlingen, die doofstom geboren waren. Nog pas waren wij in Breda getuigen hoe een katholieke organisatie onder de bezielende leiding van Prof. Franken onze fabrieksmeisjes weet op te voeden tot beschaafde christelijke vrouwen en voorbeeldige huismoeders, een sociaal werk, dat tot voorbeeld mag gesteld worden aan heel Nederland. En nu waren wij deze week te Tilburg om het zilveren priesterfeest te vieren van Mgr. Dr. Eras, en wij waren ge tuigen van een feestviering, zoo voor naam en stijlvol, als wel nimmer een feest werd gevierd. Den anderen morgen vroeg ons een Brabantsch vriend, die thans in het kunstleven van Den Haag de Brabant- sche eer hoog houdt, en die altijd nog eiken boom en eiken steen van zijn schoon Brabant liefheeft «als zijn per soonlijk bezit, of wij niet met hem mede wilden gaan naar Udenhout. waar hij een van zijn dochters, die hij aan het religieuze leven had afgestaan, wilde gaan bezoeken. Zijn vaderhart trok naar het vriende lijke dorp om zijn lieve dochter te gaan begroeten, maar meteen wilde hij mij ook even toonen waaraan zijn kind haar leven van toewijding en offer wijdt. En zoo stonden wij op een zonnigen morgen van deze week voor een een voudig landhuis waar boven den gevel de simpele woorden stonden geschre ven „St. Vincentiushuize", Dit huis met schitterenden tuin is voor enkele jaren door den bewoner gelegateerd aan het Bisdom vooreen liefdadig gesticht, en op verzoek van den doorluchtigen Bisschop van den Bosch zijn hier de zusterkens van Lief de, Dochters van Maria en Joseph uit de Choorstraat te 's Bosch een internaat begonnen voor achterlijke meisjes Het eerste internaat in Nederland voor dit soort van geestelijk misdeelde kinderen. Het woord is gemakkelijk genoeg neergeschreven „achterlijke kinderen", maar wie 'iets van onderwijs en opvoe ding weet, zal begrijpen voor welkeen zware taak van liefde, toewijding en geduld deze eenvoudige zusterkens zich hebben gesteld Het „achterlijke kind" is het kind, dat in het geheel niet of zeer moeilijk lee ren kan, het kind, dat niet mee kan in het gewone lager onderwijs, het kind dat wordt achtergesteld en vaak miskend, hét kind, dat met het klimmen der jaren het ouderhart met zorgen ver vult, wat er in de toekomst- van wor den moet. Dit kind is vaak lastig en druk, moeilijk mee om te gaan en te regee- ren, dit kind heeft gewoonlijk het be sef dat het niet leeren kan, voelt op zich den druk dat het met andere kin deren niet mee kan, dat het bij vaak jongere broertjes en zusjes smadelijk achterblijft. Er zijn in ons land den laatsten tijd gelukkig meer speciale scholen voor achterlijke kinderen opgericht. Maar dit zijn alle dagscholen, waar het achterlijke kind na de schooluren weer in het gewone gezin komt en zich dan uiteraard weer in zijn achterlijkheid voelt teruggestooten. Maar hier in den Udenhout wordt het heilzame instituut van opvoeding van deze kinderen juist gevonden in het internaat, waar heel het samenleven met liefde en geduld er op gericht is het achterlijk kind vooruit te bren- en het geestelijk te ontwikkelen tot een normaal en bruikbaar meisje in gezin en maatschappij. O, 't is een zware taak, waarvoor deze religieusen zijn gesteld. Vóórhaar gelden geen bepaalde schoolroosters of omschreven lesuren, heel den dag moeten zij zich met deze kinderen bezig houden, waaronder meisjes zijn van vijftien, zestien jaren, voor wie het eerste bewaarschool-onderwijs nog geestelijk te vermoeiend is, die zelfs nog niet geleerd hebben zich zelve te verzorgen of aan te kleeden. Voor deze kinderen bestaan zoo goed als nog geen leermiddelen, de zusters moeten zelve al deze dingen uitdenken en met eigen handen ver vaardigen. Maar met voldoening en rechtmatigen trots schuiven zij de deuren van haar kasten open, waar de primitieve leer middelen als de bonte artikelen in een warenhuis staan uitgestald en die alle bedoeld zijn om het achterlijke kind de eerste begrippen van kennisenon- derscheid der dingen bij te brengen O, in den beginne is 't bijna onmogelijk om het kind langer dan vijf minuten met hetzelfde bezig te houden, ver moeid schuift het dan de platen en blokken weg. Maar altijd door Weten de zusters vol te houden en de energie van de kinderen te prikkelen. Als het eerste Ingezonden Mededeelingen. Overwerkte Zenuwen kalmeeren en worden gesterkt door de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardts .Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. moeilijke begin achter den rug is toonen de kinderen vaak een ijver en een leerlust, die aandoenlijk is, kunnen 2ij dra het gewone, lager onderwijs volgen, leeren zij handwer ken, spelen piano. Als aan een moeder hangen de kinderen aan de zuster, die haar zoo vooruit brengt, die haar de eerzucht en het zelfbewustzijn schenkt, dat zij nu geen domme en achtergestelde kinderen meer zijn. En als 't eens in het jaar vacantie is, dan schreien zij, omdat zij naar huis moeten, want zij voelen zich bij de zusters zoo gelukkig en tevreden in dit voor haar zoo geëigende milieu. Maar toch op haar beurt zijn zij weer trotsch omdat zij nu thuis aan vader en moeder, aan broertjes en zus jes kunnen toonen, hoe knap zij zijn geworden en nu niet meer dom zijn. Heele musea met werktuigen en keu rige handwerkjes voeren zij mee om thuis te laten zien en te overtuigen, dat zij dit alles zelve en eigenhandig hebben gemaakt, En ook, dit is de groote voldoening voor de zusters, komen er onder de vacantie dankbare brieven van de ou ders, die er versteld van staan, hoe hun Dientje, Doortje, Marietje opeens zulk een gezeggelijk, lief, aanhankelijk en ordelijk meisje is geworden, dat hen nu niet meer met zorg en leed vjervult, maar op wie zij nu trotscher zijn dan op hun andere gewoon ontwikkelde kinderen. Wij wandelen door den schoonen hof die als een paradijs is voor de kinde ren, en waar nu een tweetal kleurige paviljoens hun voltooiing naderen, die er od berekend zijn den kinderen alle comforts van een goede verzorging te geven. En wij zien hier weer een stichting verrijzen, waarop het Katholieke Bra bant trorsch mag zijn, omdat het weer de eerste in den lande is, die zoo iets zegenrijks en grootsch op onderwijs- en op opvoedingsgebied durft te onder nemen. Mijn vriend kijkt met ontroering zijn dochter aan, op wier uiterlijk zoo zwak ke krachten de zoo zware en vermoei ende taak van het eerste leerjaar drukt, en terwijl hij even vaderlijk haar smal le gezichtje streelt onder de zwarte kap, vraagt hij„Kind is je dit alles niet te-zwaar?" En dan wijst lachend het tengere zusterke haar gelukkige vader op een zegenspreuk die boven haar klas hangt, en waarop de alles verklarende woor den staan „Liefde vermoeit nooit". KERKNIEUWS. ARNOLD FRANS DIEPEN, Bisschop van 's-Hertogenbosch, aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom. Zaligheid in den Heer In ons schrijven van 27 December 1925, wekten Wij U op volgens het voorschrift van Z. H. Paus Pius XI op den laatsten dag van dat jaar alge meen en plechtig Jezus Christus als Koning der geheele wereld te eeren en te huldigen en Hem geheel toe te wijden. Bij die gelegenheid kondigden Wij U ons voornemen aan, later de voorschriften bekend te maken voor de jaarlijksche viering van het in zijn Omzendbrief „Quas primas" van 25 December 1925 door Z. H. ingestelde en op den laatsten Zondag van October vastgestelde feest van Christus-Koning, van het Koningschap van Onzen Heer Jezus Christus. Reeds hebben wij aan onze Geeste lijkheid bekend gemaakt, dat dit feest jaarlijks met grooten luister moet ge vierd worden en Haar meegedeeld, dat Zaterdags te voren een lof met uitstel ling van het H. Sacrament in den Re- monstrans moet gehouden worden en dat het H. Sacrament op dezelfde wij ze moet worden uitgesteld onder het Lof van dien Feestdag, waarin, vol gens vroegere verordering, in verband met de Octobermaand ook een plech tige Processie en Te Deum gehouden wordt. Wij deelden eveneens mede, dat voor ónzen aldus ter aanbiddinguitge- stelden Eucharistischen Koning de Ak te van toewijding, opgesteld door Z. H. Paus Pius XI met de Litanie van het Allerheiligst Hart van Jezus luidop zou gebeden worden. Onsmetvreugde herinnerend, met hoe veel geestdrift in ons Bisdom allerwe gen de éérste toewijding aan Onzen Heer en koning Jezus Cristus op den laatsten dag van het Jubeljaar 1925 heeft plaats gehad, noodigen Wij, bij het naderen van den laatsten Zondag van October, den Gloriedag van Christus- i

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 6