Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
I 4 Co.
Kr.
FEÜILLETO
St. Nicolaas-Cadeaux.
P. KOESEN
t
NUMMER 93.
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1926.
49e JAARGANG.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD,
GEMEENTERAAD.
SPRANG-CAPELLE.
Vrijdag 19 Nov. j l. vergaderde, de
raad dezer gemeente des namiddags
om 3 uur ien gemeentehuize.
Bij de opening door den Voorzitter
zijn afwezig de heeren Middelkoop,-
J. Michael en Rijken
J. De notulen der vorige vergade
ring werden onveranderd vastgesteld.
2. Onderzoek van den geloofsbrief
van den heer J. van Beek te Sprang,
benoemd tot lid van den gemeente
raad vacature de heer B. Verhoeven.
f:; De Voorzitter schorst de vergade
ring en verzoekt de heeren Oerlemans,
Moonen en Verheijden, de geloofs
brieven van den heer J. van Beek te
onderzoeken.
Als deze in orde bevonden zijn
heropent de Voorzitter de vergadering.
Voorzitter. Zeer spijt het mij, dat
de heer Verhoeven tot deze ontslag
name besloten heeft, echter moeten
we de beweegredenen hiervan eer
biedigen. Hij was de nestor van den
raad, waarvan hij 40 jaren lid is
geweest en waarin hij 30 jaren lang
de functie van Wethouder vervulde.
Hij heeft zich doen kennen als een
waar bestuurder Ik zal volstaan met
te zeggen, dat de heer Verhoeven
zeer veel in het belang dezer gemeente
heeft verricht eii hij mij tot grooten
steun is geweest. Namens de heele
gemeente breng ik hem dank voor
zijn vele verdiensten, daarbij den
wensch uitsprekend, dat hij nog lange
jaren mag terugzien op het werk
door hem in het belang der gemeente
gedaan.
De heer Vgn Beek komt ter ver
gadering.
3. Beëediging van den heer J. van
Beek als lid van den gemeenteraad.
Als de gebruikelijke eedsaflegging
is afgeloopen zegt de Voorzitter: Met
deze eedsaflegging hebt ge het ambt
als lid van den raad aanvaard. Ik
wensch U hiermede geluk en hoop
dat ge in het belang van Sprang—
Capelle moogt werkzaam zijn. Gij
i neemt thans den zetel in van een
waardig voorganger, die veel voor
onze gemeente heeft gedaan, ik hoop,
dat ge zijn voetsporen zult volgen.
Van Beek. Ik dank U voor Uwe
vriendelijke woorden en hoop in het
belang der gemeente werkzaam te
zijn en daarbij 't voetspoor van mijn
voorganger te volgen.
Ook de andere leden van den raad
feliciteeren hun nieuwen collega.
De heer Rijken komt ter vergadering.
4 Ingekomen stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat van
den Commissaris der Koningin bericht
is ingekomen, dat de heeren P. A. v.
d. Hoeven en W. B. Rijken zijn be
noeml tot leden van het College van
Zetters
Voorts is ingekomen een schrijven
van den Noord-Brabanlscben Brand-
weerbond om als lid van dezen bond
toe te treden.
Voorzitter. We hebben reeds meer
dere malen een dergelijk schrijven
ontvangen, doch ook nu stellen wij U
voor, dit verzoek voor kennisgeving
aan te nemen.
Met algemeene stemmen wordt hier
toe besloten.
Dan doet de Voorzitter voorlezing
van een brief van Ged. Staten, hou
dende mededeeling, orn aanvulling van
ar!. 178 der gemeente wet en art. 1
der woning wet.
Voorzitter. Wij stellen U voor de
gevraagde wijziging aan te brengen.
Hiertoe wordt met algemeene slem
men besloten.
Een adres van de wed. Lobbe te
Capelle, inzake mishandeling van
dieren, wordt ter visie gelegd.
Een verzoek van J. Koenen e.a om
verharding van het voetpad naar
Wolfsnest erf verlichting van den toe
gangsweg.
Voorzitter. Het adres is ongezegeld
en dus niet voor behandeling vatbaar.
Van der Hoeven. Dit adres behoort
niet bij den Raad thuis. Het voetpad
is eigendom van particulieren en het
Polderbestuur is met 't onderhoud er
van belast
De Voorzitter zegt nogmaals, dat
dit ongezegelde adres niet door den
Raad in behandeling kan worden ge
nomen.
Verzoek van dhr. 8enjamir.se om ten
behoeve van een landbouwcursus een
schoollokaal te mogen gebruiken.
B. en W. hebben reeds voorloopig
hierin toegestemd.
Verheijden: Het is mij onbegrijpe
lijk dat uit Capelle zich geen leer
lingen hebben aangemeld voor het
landbouw-onderwijs. Tegen de benoe
ming van den heer Benjaminse als
schoolhoofd had ik indertijd bezwaar
om reden hij een acte in de moderne
talen miste en ik het in 't belang
achtte van de opkomende schoen
industrie dat hel onderwijspeil van
den wegirekkenden heer de Noo niet
i achteruitging.
De stroom van Fransche, Engelsche
i en Duitsche handelsreizigers heeft de
oogen der- fabrikanten niet geopend en
men staat nog steeds behoudens de
heer Oerlemans met den mond vol
tanden
Daar de heer Benjaminse de land-
bouwakte had, heb ik op advies van
mijn voorganger Wethouder Rijken,
die dit een groot belang achtte, toe
gegeven en genoemden heer mijne
stem gegeven.
In de laatste dagen heeft men ge
zinspeeld in den „Echo" op den heer
Rijken en mij, doch deze heer, die de
zuivelindustrie in onze vereenigde
plaats door zijn stuwkracht op zoo'n
hoog peil bracht, arbeiders tot kleine
boeren maakle, moest nu eens opzien,
dat op den aanstaan 'en cursus geen
enkele Capeljepaa- verwhijnt.
Iff
Het is mij bekend, dat men het be
trekkelijk hoog inkomen volgens som
mige boeren van vóór enkele jaren den
heer Benjaminse niet gunde. Dit is
blijkbaar één der argumenten, voorde
bijzondere school geweest in plaats
van het beginsel.
Dit inkomen is grootendeels verkre
gen door zijn werkzaamheid gedurende
de wintermaanden door het leiden van
diverse cursussen. Indien ik mij niet
vergis fietste Z.Ed. wekelijks naar
het katholieke Made en was men daar
evenals in meerdere andere dergelijke
plaatsen zeer op zijn onderwijs ge
brand Z.Ed. deed dit zoowel voor den
landbouwer als voor zijn gezin als
huisvader.
Men verbeeldt zich in onze veree
nigde gemeente, dat men de zuivel,
van ons prutsland niet kan missen
doch er kunnen wel eens tijden aan
breken dat incn zich tot verbouwing
van gewassen en tuinvruchten zal
moeten richten om niet bij .den mo
dernen tijd achter te staan.
Het verheugt mij dat Sprang en Vri,
hoeve dit nu eindelijk eens inzien en
ik zou het een ramp noemen als de
heer Benjaminse uit de Heistraatsche
school werd gedrongen door allerlei
wauwelpraalje rond de kachel in de
wintermaanden die zich hiervoor zoo
bij uitstek leenen. Deze aanvrage za
ik dan ook steunen.
De meeste heeren weten niet wat er
zich deslijds heeft afgespeeld, daarom
heb ik dit nog eens even willen me-
moreeren
Voorzitter. Wij stellen U voor een
lokaal van de Heistraatsche school ter
beschikking te stellen.
Oerlemans. Heeft men ook om deze
school gevraagd
Voorzitter. Neen, men vroeg aan
vankeiijk een lokaal in Vrijhoeve. Doch
men neemt nu genoegen met de schoo
in de Heistraat. We hebben zulks dit
jaar gedaan omreden er 't vorige jaar in
Sprang zooveel klachten kwamen over
het verontreinigen van de lokalen. Als
de onderwijzers des morgens in de
school kwamen dan was het 'n groote
zwijnenboel.
Verheijden. Ik zou gaarne zien dat
de onderwijzer voorlaan aan de leer
lingen het rooken en pruimen in
school verbood.
De Voorzitter stelt voor het gevraag
de lokaal in bruikleen af te staan op
de door den heer Verheijden genoemde
voorwaarden.
Met algemeene stemmen wordt hier
toe besloten.
De Voorzitter brengt ter kennis een
verzoek van het Bestuur van de school
met den Bijbel om betaalbaarstelling
van een bedrag van f 1300 als kosten
van toezicht van den architect.
B. en W. stellen voor niet dit bedrag
uit te keeren, maar het architecten-
honorarium te berekenen naar 't oor
spronkelijk bij den Raad ingediende
plan.
Lederwarenfabrlkant
Hinthamerstraat 61 - 's-BOSCH.
Schitterende keuze
DAMESTASSCHEN.
Reisnecessalres. Actentasschen.
Manicures. Muziek- en
Zaktoilets. Schooltasschen.
Portemonnaies. Auto- en Motor-
Portefeuilles. handschoenen.
Sigarenkokers. Auto dekens,
Boordendoozen. Motorjassen.
Schrijfmappen. Thermosflesschen.
Beenkappen.
DAMESTASSCHEN.
B. en W. stellen zich voor hierover
met het betrokken Bestuur in overleg
te treden.
Verheijden. Ik kan mij noch met 't
een noch met 't andere vereenigen.
Van mij geen halve rooie cent. 't Is
ongepermitteerd wat er zich destijds
in Capelle heeft afgespeeld. Ik weet
alles van dit geheime zaakje, maar
wil er verder geen woorden meer over
vuil maken. Laat Ds. Meijers en zijn
vrienden voor den architect betalen.
Kerst. Gaat dat niet te ver mijnheer
de voorzitter De heer Verheijden
spreekt hief over een geheim, laat hij
't dan in den raad uitbrengen.
Verheijden. Als het niet in orde is
kan de Voorzitter mij het woord ont
nemen. Maar ik weet er meer van^
doch zeg niets.
Kerst. Dat is niet in orde zooals
U zich daar tegenover predikanten
uitlaat.
ngstraatsckf Courant,
Dit blad verschflnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementprfls per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der Ad verten tiën
20 cent per regelminimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat.
Advertenüën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit
ztyn.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
OF
8)
Pardon, het zou mfl .spijten, u te moeten
logenstraffen, maar ik hen zeker van het
geen ik zooeven zeide.
En ik verzeker u, dat Prosper mij niets
heeft gegeven.
Maar mflnheer, ik bid u, ontken niet,
drong Fauverlot aan, ge zoudt mij dwingen
vier bedienden te laten verklaren, dat zjj
hem een met potlood geschreven briefje
naar u hebben' zien werpen, dat zoo klein
mogelijk gevouwen was.
Cavaillon begreep, dat ontkennen tegen
over een man, die zoo goed ingelicht scheen
te zyn, niet mogelijk was; hy veranderde
dus van systeem.
Welnu, zei hy. het is waar, ik ontving
een briefje van Prosper, maar daar het voor
mij was, heb ik het zoodra ik het gelezen
had, verscheurd en verbrand.
Dat kon de waarheid zynFauverlot
vreesde er voor, maar hoe kon hy zich daar
van vergewissen?
Hy bedacht dat de grofste listen het best
Slagen, en op zjjn gelukster bouwend, zei hij
op den man af:
Ik veroorloof my, mynheer, u te doen
opmerken, dat dit niet juist is. Het briefje
Is aan u toevertrouwd, om aan Gipsy te
overhandigen.
Een wanhopige beweging van Cavaillon
'-ei den agent, dat hij zich niet vergiste. Hy
herademde.
Ik zweer u, mynheer, begon de jonge
man.
Zweer niet, viel Fauverlot hem in de
rede, alle eeden der wereld zyn overbodig.
(Jij hebt dat briefje niet alleen niet ver
scheurd, maar gij zyt dat huis binnengegaan,
om liet aan de geadresseerde te overhandi
gen en gij hebt het in uw zak.
Neen, mynheer, neen.
Fauverlot deed 'alsof hy die ontkenning
niet hoorde, en vervolgde met zachte stem
En ik ben er vaft overtuigd, dat u wel
zoo goed zult willen zijn. mjj dat briefje te
sevengeloof maar vrij. dat ik zonder strik
te noodzakelijkheid
Nooit antwoordde Cavaillon, en 't oogen-
blik gunstig adhteiul, trachtte hij te vluch
ten.
Doch dat mislukte, hem, de geheime agent
is even vlug als zachtmoedig en greep hem
vast.
Pas op. ik zou u pijn doen, mijnheer, zei
hij, geloof my. geef my dat briefje.
Ik heb het niet.
Kom, kom, u zult mij dwingen pijnlijke
maatregelen te nemen. Weet gij wat er ge
beuren zal als u zoo koppig blijft?
Danroep ik twee politieagenten, die u
ieder hij een arm nemen en naar het politie
bureau brengen, en als u daar zyt, zou ik
u tegen wil en dank moeten onderzoeken.
Eerlijk gezegd dat zou my spy ten, zeide hy.
Zeker was Cavaillon Prosper zeer goed
genegen, en daarom zocht hy op alle moge
lijke wyze het briefje te behouden, maar hy
was overtuigd, dat het hem niet zou geluk
ken en zelfs geen tijd zou hebben liet te
vernietigen. In die positie het briefje over
te geven was geen verraad plegen en hy gaf
zich over, zyn onmacht verwenschende en
weeuende van woede.
T zyt de sterkste, zei hy, ik gehoorzaam
en te^eiykertijd nam liy het ongelukkige
stukje papier uit zyn portefeuille en gaf
liet Fauverlot.
Diens handen beefden van opwinding,
toen hy het papier open deed, maar de be
leefdheidsvormen evenals altyd in acht ne
mend, hoog hy, nadat hy liet briefje geopend
bad, voor Cavaillon en zeide:
U veroorlooft my wel nietwaar myn
heer. Het spyt my werkelyk zoo onbeschei
den te moeten zyn.
Eindelyk las hy
„Lieve Nina.
Als je mij bemint, gehoorzaam my dan
dadclyk, zonder een oogenblik fe aarzelen,
zonder na te denken. Als je dit briefje ont
vangen hebt, neem dan alles wat je in het
huis toebehoort, maar „vooral alles" mee,
en ga in het een of ander gemeubileerd huis
aan den anderen kant van Parijs wonen.
Vertoon je niet, houdt je zoo verborgen, als
je eenigszins mogelyk is. ^Van je gehoor
zaamheid, hangt misschien myn leven af.
Men beschuldigt my van een belangryken
diefstal en inen zal my gevangen nemen. In
de secretaire moeten 500 francs liggen, neem
die. Geef je adres aan Cavaillon, die u alles
zal uitleggen, wat ik niet schryven kan.
Houd maar goeden moed en tot wederziens.
Prosper."
Indien Cavaillon niet zoo verward was ge
weest, bad hy op het gelaat van zyn hege
leider alle teekenen eener groote teleurstel
ling kunnen lezen.
Fauverlot had gehoopt, een zeer gewichtig
document machtig- te worden, ja misschien
wel een onomstootelijk, onfeilbaar bewys van
de onschuld of schuld van Prosper.
In plaats daarvan kreeg hy een briefje in
handen van een beminde, die zich minder om
zichzelf ongerust maakte dan over de vrouw
die hy Liefhad.
Hoe hy zijn hoofd ook brak, kon hy a§n
dit briefje geen enkel teeken van belang
vinden, geen enkel bepaald bewys. Het be
wees niet voor, noch tegen den schryver. Die
twee woorden, maar „vooral alles", waren
weliswaar onderstreept, maar die kon men
op zooveel verschillende wyzeu uitleggen.
Toch vond hy het geraden verder te gaan.
Die juffrouw Nina Gipsy, vroeg hy aan
Cavaillon, is zeker een goede vriendin van
mynheer Prosper?
Zij is zyn beminde.
O zoo, woont zij daar in nummer 39.
Ja, u zag er my toch ingaan.
ik dacht liet wel, mynheer, en zeg eens,
is het huis dat* zy bewoont, op haar naam
gehuurd?
Neen, op dien van Prosper.
Uitstekend; kunt u my ook zeggen op
wel ke verdieping
Op de eerste; s
Fauverlot had het briefje weer zorgvuldig
opgevouwen en stak het in zyn zak.
Duizendmaal bedankt, mijnheer, zeide
hy daarop, voor belooning wil ik nu die
boodschap wel voor u doen.
Mynheer.
Ja. met uw permissie, zal ik zelf dat
briefje aan mejuffrouw Gipsy brengen.
I Cavaillon poogde zich te verzettenhy
wilde tegenspreken, maar Fauverlot voor
kwam hem.
Mynheer ,zei hy. ik hen nog zoo vry
u een goeden raad te geven. In uwe plaats
ging ik kalmpjes naar myn kantoor terug
en zou ik mij in hét geheel niet meer met
dat zaakje bemoeien.
Maar, hernam •Cavaillon, Prosper is
myn beschermer geweest, hy. heeft my uit
het ongeluk gered, liy is nlyn vriend.
Reden te meer voor u, dm u rustig te
houden. Kunt gy hem helpen f Neen immers
Welnu! Ik zal u zeggen in hoever gy
hem nuttig kunt zyn. Daar men weet dat gy
hem genegen zyt, zal men uw afwezigheid
spoedig opmerken. Indien gij u warm. voor
hem maakt en pogingen aanwendt, die toch
tot niets leiden, zal men die dan niet ver
keerd uitleggen?
Ik weet zeker dat Prosper onschuldig
is. hernam Cavaillon.
Dat was eveneens de meening van Fau
verlot, maar het kwam hem niet te pas, zyn
gedachten te verraden, en toch was het in
het belang van; zyn toekomstige nasporingen
noodig, den jongen bediende tot voorzichtig
heid en geheimhouding aan te. sporen. Gaar
ne had hy hem ook verzocht over hun on
derhoud te zwygen, maar hy deed het niet.
Wat gy, daar zegt is wel mogeiyk, zeide
hij en ik hoop liet voor mynheer Prospér.
Ik hoop het vooral voor u, want indien hy
schuldig is, zult ge u zeker ongerust maken
over uwe bekende vriendschap met liem. ja
misschien zult ge zelfs van medeplichtigheid
verdacht worden.
Cavaillon liet het','jhoofri hangen, hy was
als verpletterd.
Geloof me dus, jonge man. vervo'gde
Fauverlot, ga uw bezigheden horratten, tot
weerziens.
De arme jongen gehoorzaamde. Langzaam,
moedeloos bereikte hy de rue Notre Dame
ilc Lorette. Hij overlegde, hoc hy Prosper
dienen of mejuffrouw Gipsy waarschuwen
kon en vooral hoe hy zich op dien hrutalen
agent kori wreken, die hem zooeven zoo diep
vernederd had.
Zoodra hij om den hoek der straat verdwe
nen was. ging Fauverlot hot huis binnen,
riep den porfier den naam van Prosper B<u-
tomy toe. ging de trap op en heliie aan de
eerste verdieping.
Een knechtje van ongeveer 15 jaar in net
uniform deed hem open.
Mejuffrouw Nina Gipsyvroeg hy.
De kleine knecht aarzelde even, waarop
Fauverlot, dit ziende, den brief toonde en
zei
De heer Prosper heeft my opgedragen
mejuffrouw Gipsij dit briefje te geven <>n
op antwoord te wachten.
Gaat u maar binnen, ik zal de juffrouw
waarschuwen.
De naam Prosper had zyn doel niet ge
mist. Ily liet Fauverlot in een kleine kamer,
die met goudkleurige damastzyde behangen
was. Voor de ramen hingen driedubbele gor-
dynen. die met dikke blauwe koorden opge
houden werden. Voor alle deuren hingen
portières, terwyi een prachtig tapyt op den
rond lag.
Nu, dacht de geheime agent, het ziet er
hier goed uit.
Maar hy had geen tfld, zyn onderzoek te
vervolgen, want een der portières werd op
zyde geschoven en mejuffrouw Nina Gipsy
verscheen.
Zy is, of beter gezegd, was toen nog zear
jong, een teere kleine vrouw, met een don
kere gelaatskleur en handen en voeten als
een kind. Lange wenkbrauwen, verhoogden
de schoonheid harer groote zwarte oogen,
haar lippen lieten glimlachend een ry witte
tanden zien.
Zy was reeds door een kapper of benen-
dige kaïnenier gekapt. Haar haren waren
van voren gefriseerd en gekruld, langs bet
voorhoofd lagen rood fluweelen lintjes, in
den hals was het haar tot een dikken knoop
te zaïnen gedraaid.
zy was allerbekoorlykst, had een zoo on
gewone schoonheid, dat Fauverlot er geheel
door verrukt werd.
(Wordt vervolgd.)