Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
I
F
8 Co.
De ïrouw van den Bankier.
BIGGELAAR's
i
HEERLIJKE
FIJNE
GOEDKCCPE
I/WAK
Week-Revue.
voor Heeren
5? NlcÖLAAS- -'
-cadeau:
PULLOVERS, VESTEN,
OVERHEMDEN,
DASSEN SHAWLS enz.
FEUILLETON
ju
De Rooij-Bourgonjen
Asthma, Bronchitis
Abdijsiroop
BAY
DOOR ERWUNG
NUMMER 94.
ZATERDAG 27 NOVEMBER 1926.
49e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Binnenland.
Een kleine reeks van interessante
strafprocessen is in ons land begonnen
of aangekondigd. En alles draait na
tuurlijk weer... om de dubbeltjes.Er
zijn wel eens menschen, die meenen,
dat de een of andere maatschappelijke
klasse in crimineel opzicht lager staat
dan de andere, maar de feiten wijzen
voortdurend uit, dat menschen van
allerlei standing zich al even zwak
kunnen toonen, als hun karakter, dat
met stand of geld niets te maken heeft,
ze niet in de banen van maatschap
pelijke orde houdt. 't Eenige verschil
is slechts gelegen in de wijze, waarop
de misdaden worden gepleegd.
Zucht naar geld en rijkdom of de
verhooging daarvan is^de steen, waar
op velen, die met een onevenwichtigen
gang den rechten weg des levens be-
koopt U bi|
Schapenmarkt 20
's-Bosch. 37404
OF
Jeidttot het
pooken van
wandelen, te struikelen komen.
De intellectueelen onder hen, de
mannen van opvoeding en ontwikke
ling, kiezen voor hun doel een heel
net van duistere zijpaden, gangen van
raffinement, berekening, sluwheid en
huichelarijals ze daarop gegrepen
worden, beweren ze nog met het on
schuldigste gezicht ter wereld, dat ze
heusch niet wisten, dat ze verdwaald
waren.
Daar hebben we de zaak Marang;
Hij is een bankier, geëerd en gezien,
hij bekleedt een vertrouwenspost. be
waart en „beheert" de gelden van
kleine spaarders, speelt de groote
mijnheer en raakt in de put.
Zijn passief is grooter dan zijn
actief, steeds dieper raakt hij in de
schuld. Hij ontmoet echter kennissen
uit de groote wereld een gezant, van
een klein, berucht-roerig landje, die
twinlig en meer malen de wissels,
voor schulden gepresenteerd, terug
stuurt en een broer van de^n wereld-
groote, van wien ze in het deftige
Haagje niet wisten, dat hij in het verre
Afrika den rol van gentleman-inbreker
had vervuld en daarvoor in de gevan
genis geboet. De gezant en zijn broer
weten een middel om aan geld te
komen, maar als groote mannen pakken
ze geen kleine zaakjes aan Hun kennis
van den gang van zaken misbruiken
ze om valsche bankbiljetten te laten
nadrukken: een massa. Valsche stuk
ken worden opgemaakt en onze Hol
landsche Marang, de gesjochte bankier,
speelt voor intermediair, zorgt, ge
wapend met de valsche stukken, voor
de uilvoering der plannen.
Nu staat hij terecht. De stukken
valsch? Heusch, Mijnheer wist er niets
van 1 Al die slinksche paadjes van
bedrog en leugen heeft hij afgelegd
omdat eerbare menschen als de gezant
en zijn broer, hem dien weg als de
juiste gewezen hadden. Hij heefter nooit
iets kwaads van gedacht. Echter
vóór zijn relaties met de heeren, had
hij een groote schuld aan de Rotter-
damsche Bank en nu, heeft hij er een
tegoed van ruim een ton. Honny soit,
qui mal y pense.
Een andere „man van standing"
heeft een bankierskantoor fn Haarlem.
Hij begint zonder geld, maar met een
goeden naam. De menschen brengen
er hun spaarpot heen, anderen storten
onderpanden voor een crediet en
mijnheer zelf^ de directeur, neemt alle
gestorte gelden over, op.een eigen,
door niets gedekte rekening. Als de
bom springt, blijkt er een tekort van
een dik millioen te zijn, een zelfde
bedrag ongeveer, waarvoor de directeur
bij zijn eigen bank in het krijt staat.
Als een minder handige dief een
dein bedrag steelt, heeft de justitie
hem gewoonlijk gauw in zijn kraag,
maar die groote heeren voeren geen
strijd zonder een dekking in den rug
achter te laten. Deze bankier b.v. pro-
iteerde voor ruim een millioen van
andermans geld, maar nu de gerechtig
heid dreigt, heeft hij eenige „vrienden"
die 79 mille, een kleinigheidje ten
opzichte van een millioen, ter beschik-
cing der schuldeischers stellen, mits
de schuldige niet vervolgdwordt door
de justitie. Werkelijk liet men den man
een tijd lang ongemoeid en we begrij
pen, dat 't een moeilijk geval wasvoor
de justitie. De schuldeischers zijn toch
al zwaar gedupeerd en dan nog 70
mille te moeten missen voor eene be
straffing, waarvan ze geen enkel voor
deel hebben, is wel hard.
Gelukkig echter voor het recht in
ons land, zit de bankier thans toch
achter slot en grendel.
De door den bankier en zijn vrien
den gevolgde methode zou anders te
veel navolging vinden. De manier is
trouwens niet nieuw.
Misschien herinneren onze lezers
zich nog het geval Broekhuijs. den
*rooten zaakwaarnemer en loterij
koning. In wanhoop kwam een jonge
man eens tot hem om raad deze had
op zijn kantoor n.l. successievelijk
2000 gulden verduisterd en den vol
genden dag zou zijn kas gecontroleerd
worden. „Kunt je nog meer gappen ?u
vroeg Broekhuijs den jongeman. Deze
was stom verwonderd over de vraag,
maar antwoordde bevestigend Op raad
van den zaakwaarnemer, bracht de
bediende des avonds twee duizend
pop. die hij nog gauw uit de kas ge
haald had, bij Broekhuijs.
Met dat geld in zijn zak toog de
zaakwaarnemer den volgenden ochtend
naar het kantoor van zijn jeugdigen
cliënt, schold daar eerst wat in sappige
woorden op het gebrek aan controle
en deelde tenslotte den verbluften
directeur mee, dat dit gebrek aan
contióle een zijner bedienden verleid
had tot een verduistering van 4000
gulden.
Natuurlijk wilde de directeur de
*>*>1
1 Grossier:
WAALWIJK.
politie opbellen, maar Broekhuijs hield
hem terug. De „dood-fatsoenlijke fa
milie van den dader, zoo verzekerde
hij", had om de schande van een
justioneele vervolging te voorkomen,
alle spaarcentjes tot een bedrag van
f 1500 bijeen gebracht, die hij,
Broekhuijs, nu in zijn zak had en
dadelijk wilde ^overreiken, mits de
directeur van een aanklacht afzag.
Wat kon de man anders doen
Beter een half ei, dan een ledigen dop.
En Broekhuijs hield nog f 500 voor
zijn bemoeiingen over, waarvan hij
den schuldigen jongeman met royal
gebaar reisgeld naar het buitenland
afstond.
Waftlwpsclie en Lingsfrutscbe Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementprfls per 3 maanden 1.25.
Franco per post door* het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enx
franco te zenden aan den Uitgever.
PrtJs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum ƒ1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrydag
des morgens om uiteriyk 9 uur In ons bezit
zyn.
van „DE ECHO VAN EET ZUIDEN
9)
Sapperloot, dachthij, aan de edele nn
strenge schoonheid van Madeleine, die hij
eenige uren te voren gezien had, denkend,
ons kassiertje heeft een goeden smaak.
Terwyl hij er over nadacht, hoe liet ge-
sprek te beginnen, nam mejuffrouw Gipsy
hem met de meeste minachting op, verwon
derd in haar salon dien sober gekleeden man
te zien. met een glimmenden hoed, die klaar-
biykeiyk door herhaaldelyk opstryken, tel
kens opgeknapt werd.
Daar zy schuldeischers had, ging zij in
gedachten na, welke van hen zich veroor
loofde zoo een afgezant te zenden, die met
zyn vuile laarzen haar tapyten bezoedelde.
Wat verlangt u, vroeg zy, nadat haar
onderzoek geëindigd was, haar best doende
er zoo brutaal mogelyk uit te zien.
In plaats dat Fauverlot door die blikken
en dien toon boos werd, nam hy de gelegen
heid waar, om in zichzelf opmerkingen over
't karakter der jonge vrouw te maken.
Goedhartig scliynt zy niet te zyn, daclit
hy, en goed opgevoed evenmin.
Hy wachtte mof te antwoorden en mejuf
frouw Nina stampte met haar voet op den
grond. 4
Spreek toch, herhaalde zy. wat wilt u?
Waarde juffrouw, zei liy met zyn zach
te en nederige stem, ik ben belast u een brief
je van mynheer Prosper te overhandigen.
Van Px-osper? Kent u hem dan?
Ik geniet die eer en ik durf zelfs be
weren,. dat hy mij onder zyne vrienden telt.
Maar, riep juffrouw Gispy, verontwaar
digd. daar hij haar gevoel van eigenwaarde
krenkte.
.Fauverlot deed, alsof hij dien beleedigen-
den uitroep niet hoorde. Hy is eerzuchtig
en de minachting glijdt over hem heen als
de regen over een glad harnas.
Zooals ik zei, ik ben een vriend van
hem en ik ben zeker, dat weinig personen,
nu voor hunne vriendschap tot hem durven
uitkomen.
De agent sprak zoo ernstig en overtuigend,
dat mejuffrouw Gispy er door getroffen
werd.
Mynheer, ik ben| nooit knap genoeg ge
weest om raadsels te ontc-yferen; zoudt u
niet duidelyker willen zyn? zeide zy droog
jes.
De man der politie trok langzaam het aan
Cavaillon ontnomen briefje uit zyn zak en
het Nina aanbiedend, zei hy
Lees mejuffrouw.
Zij vermoedde nog niets kwaads. Hoewel
zy de beste oogen der wereld had. zette zy
toch een mooi lorgnet op, voor dat zij het
briefje opende.
In een oogslag overzag zy het.
Eerst werd zij doodsbleek, vervolgens vuur
rood, een rilling overviel liaar en deed haar
wankelen. Fauverlot wilde haar ondersteu
nen. Onnoodige voorzorg.
De duizeling, die haar by het vernemen
van dien verpletterenden slag overvallen had,
ging weer bliksemsnel voor by. Zy wankelde,
maar viel niet. Zy richtte zich hooger op en
met haar kleine handen de polsen van den
agent zoo hard drukkend, (fltt hy het van
pyn bijna uitgilde, zei ze:
Verklaar, my, wat dat beduidt. Weet u
wat dit briefje behelst?
Hoe dapper Fauverlot, <lie dageiyks met
de gevaariy'kste schurken in aanraking
kwam, ook was, voor den toorn van juffrouw
Nina werd hy bevreesd.
Helaas, zei hy.
Men wil Prosper arresteeren, men be
schuldigt hem van een diefsfal.
Ja, men beweert dat hy 350.000 francs
uit zyn kas heeft genomen.
Het is niet waar, riep het meisje, het
is lastertaal, het is onwaarheid.
Zy had Fauverlot's polsen losgelaten, en
haar verontwaardiging, een woede als van
een bedorven kind, uitte zich in verwarde
kreten, zy scheen zich weinig om haar mooie
kleeding niet prachtige kanten te bekomme
ren, die zy zenuwachtig verfrommelde.
Prosper een dief, zei zy, neen dat kan
niet. Een dief? Waarom zou hy stelen?
Heeft hy geen geld genoeg?
Mejuffrouw, bracht de agent in het
midden, men beweert juist, dat mynheer
Prosper niet ryk is. dat hy van zyn salaris
moet leven.
Dit antwoord scheen de gedachten van
juffrouw Gipsy geheel in de war te bren
gen.
Maar. zeide zy. ik heb hem toch altyd
over veel geld zien beschikken, niet ryk maar
dan
Zy durfde den zin niet te voltooien, maar
haar oogen ontmoetten die van Fauverlot en
zy begrepen elkaar.
Haar blik scheen te zeggen
Dus liet zou voor my zyn, om in mfjn
weelde te voorzien? Voor myn grillen, dat
hy gestolen heeft?
Misschien wel, antwoordde de blik van
den geheimen agent. Na even nagedacht te
hebben, was zy echter weer volkomen mees
ter over zich zelf. De twyfel, die haar een
oogenblik overmeesterd had, was geweken.
Neen, riep zy uit, voor my zou hy nim
mer gestolen hebbendat een kassier geld
uit de hem toevertrouwde kas neemt voor
een vrouw, die hy bemint, is verklaarbaar
maar Prosper, heeft my nooit bemind.
O, mejuffrouw, merkte de galante en
beleefde Fauverlot op, wat u daar zegt
meent u niet.
Treurig boog zy het hoofd, zy kon de tra
nen nauwelyks terugdringen, die in haar
oogen kwamen.
Ja ik meen het, antwoordde zy, en het
is de waarheid. En, zult ge zeggen, hy
altyd bereid al uw wensclien te vervullen
Maar wat bewyst dat! Als ik zeg, dat hy my
niet bemint, ben ik daar maar al te zeker
van en ik kan het beoordeelen. Eens in myn
leven heeft een man my werkeiyk bemind en
door wat ik nu sedert een jaar ïyd, begryp
ik, hoe ongelukkig ik die gehaakt heb. Ik
beteeken niets in bet leven van Prosper
nauwelyks een toevallige
DE.
kwaliteit smaak! U
DE
qeur behaagt U
DE
prys verbaast U
Dil zijn de wonderen van
of andere ziekten der ademha-
lings organen kunnen Uw leven
vergallen. Voor de priUtelende
hoestbuien die U 's nachts uit den
slaap houden is er één beproefd
middel: AKKER*»
Maar waarom?
Ach ja, antwoordde zy. waarom? Als u
liet my kunt zeggen, z.yt u knap. Iteeds een
jaar lang zoek ik vergeefs antwoord op die
vraag en ik ben nog al een vrouw. Maar
doorgrondt nu eens dq gedachte van 'n man.
die niets verraadt, van wat er in zyn hart
omgaat. Ik heb hem bestudeerd, zooals een
vrouw alleen dat doen kan by een man,
waarvan haar leven afhangt; vergeefsche
moeite. Ily is goed en zachtaardig, maar
doet zicli anders voor dan by werkeiyk is.
Men houdt hem voor zwak, maar men ver
gist zich. Die blonde man is van yzer en
staal, al maakt hy den indruk dat hy zeer
zwak is. Door haar gevoel meegesleept, liet
Nina- den agent in den grond van haar hart
lezen. Zy koesterde geen wantrouwen tegen
over den man, die haar aanhoorde en in
wien zy, hoewel onbekend, een vriend van
Prosper zag.
Wat Fauverlot betrof, liy feliciteerde zich
zelf met zyn geluk en zyn slimheid. Slechts
een vrouw kan iemand geheel precies be-
schryven. In een oogenblik van opwinding
gaf zy liem de nauwkeurigste inlichtingen,
hy wist nu voor 't vervolg met wien hy te
doen had, wat in een onderzoek de hoofd
zaak is.
Men zegt, wahgde hy nog te zeggen, dat
mynheer Prosper speelt en! veel verliest.
Nina haalde de schouders op.
Ja, zei ze, dat hy speelt is waar. Ik heb
hem zonder de minste ontroering groote
sommen zien verliezen en winnen. Hy, speelt
maar is van harte geen speler. Hy speelt,
zooals hy soupeert, zooals hy zich dronken
drinkt, zooals hy dwaasheden begaat, zon
der hartstocht, zonder genoegen. Soms vrees
ik. dat hy een lichaam met zich meedraagt,
waar geen ziel meer in woont. O, denk niet,
dat ik gelukkig ben. Ik heb hem nooit an
ders dan volkomen onverschillig gezien, dik-
wyis dacht ik dat het wanhoop was.
En die man zou gestolen hebben, dat
geloof ik nooit. U kunt my niet uit het hoofd
praten, dat er achter zyn levenswyze iets
verschrikkelijks schuilt, een geheim, een on
geluk. ik weet niet wat, maar er is iets.
En heeft hy u nooit over zyn verleden
gesproken
Hy? Maar hebt ge my dan niet begre
pen? Ik zei u toch, dat by my niet bemint.
Weldra nam haar verdriet de overhand.
Zy weende en groote tranen rolden langs
haar wangen. Maar het was slechts een
oogenblik van wanhoop, zy herstelde zich,
hare oogen vlamden van de grootste plan
nen.
Maar ik bemin hem, ik; riep zy, en
ik zal hem redden. Ik zal mot zyn chef spre
ken. met dien ellendeling, die hem beschul
digt en met de rechters en de geheele wereld.
Ily is in hechtenis genomen, maar ik zal be-
wyzen. dat hy onschuldig is. Kom mynheer,
laat ons gaan. en ik verzeker u, dat hy voor
den avond vry. of ik met hem gevangen zal
zyn.
Dat plan van mejuffrouw Gipsy was zeker
zeer pryzenswaardig en werd door de edel
ste ingevingen gedreven; ongelukkigerwijze
was het niet uitvoerbaar. Buitendien strook
te liet volstrekt niet met de plannen van den
geheimen agent. Hoe vast hy ook voornemens
was, om de moeielykheden,' zoowel als de
voordeelen van die zaak geheel vooif zyn re
kening te nemen, liegroep hy toch, dat hy
Nina niet aan een gerechteiyk onderzoek ont
trekken kon. Den een of anderen dag zou zy
toch voor moeten komen en opgezocht worden
Daarom wilde hy vooral niet, dat. zy zich
reeds uit eigen beweging vertoonde. Hy stel
de zich voor haar dan te laten verschijnen,
als dit hem het best voorkwam, om geheel al
leen de eer van haar ontdekking te hebben.
Daarom trachtte hy de opwinding van liet
meisje te kalmeeren. Hy wist dat het heni
niet moeiiyk zou vallen, haar te bewijzen,
dat elke stap ten gunste van Prosper nu een
dwaasheid zou zijn.
Wat zoudt u daarby winnen, juffrouw,
sprak hy. Niets, ik verzeker u. (lat gy niet
de minste kans van slagen hebt Daarby
zult ge u erg compromitteeren. Wie zegt,
dat de justitie in u geen medeplichtige zal
zien
Maar die angstige gevoelens, die op Cavail
lon zoo een indruk hadden gemaakt dat hy
dadeiyk liet briefje had afgegeven, dat hy
toch zoo goed had kunnen behouden, verhoog
den slechts de geestdrift van Nina.
Dat komt omdat de man berekent en de
vrouw aan de ingevingen van haar hart ge
volg geeft.
(Wordt vervolgd.)