Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen
ICo,
Mgii
li
lïcssKS
G. VAN HAARLEM Jr.
Accountant - Belasting-Adviseur
Hotel P. Verwiel
FEÜILLETO
Waalwijk.
NUMMER 8.
WOENSDAG 26 JANUARI 1927.
50e JAARGANG.
s
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No, 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
GEMEENTERAAD.
KAATSHEUVEL.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Zaterdag 22 Jan.
'27 des nam. 3 uur.
Voorzitter de Edelachtb. heer van
Besouw.
Afwezig de heeren de Bresser en
Verschuren.
Voorzitter. Alvorens de vergadering
te openen, wensch ik U alien nog een
gelukkig en zal'g nieuwjaar. Ik hoop
dat het jaar 1927 voor U en Uw ge
zinnen in alle opzichten voorspoedig zal
mogen zijn en dat Gods milden zegen
op onze gemeente en hare bevolking
zal mogen rusten.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
Mededeeling van kasopname bij den
gemeente-ontvanger Er was en moest
in kas zijn f 5850.55'/a.
Schrijven van Ged. Staten over de
instelling van een commissie tot be
houd van natuurschoon en het ver
zoek om het streven dier commissie
steeds naar vermogen te steunen.
2. Schrijven van Ged. Staten inzake
de gemeentebegrooting voor het dienst
jaar 1927.
Waar de opmerkingen slechts van
administratieven aard zijn, wordt aan
B. en W, machtiging verleend om
Ged. Staten van antwoord te dienen.
3. Schrijven van het bestuur der
Diocesane Federatie van het Wit-Gele-
Kruis om subsidie.
In het verzoekschrift wordt bijzonder
de aandacht gevestigd op hetgeen
door de Federatie wordt gedaan tot
vermindering der kindersterfte en
wordt een subsidie van f 10 tot f 25
gevraagd.
De Voorzitter wijst op een schrijven
door Ged. Staten op 2 December
1925 aan verschillende gemeentebe
sturen gericht om speciaal op de kin
dersterfte toe te zien. Gelukkig be
hoorde Kaatsheuvel toen niet onder
de gemeenten die deze aanschrijving
kregen Niettemin acht spr. het streven
der Federatie zeer nuttig.
Van Amelsfoort. Ik vind ook dat
deze subsidie voor een goed doel ge
vraagd wordt.
Snoeren. In hoeverre zou onze ge
meente daar baat bij hebben als er
geen Wit Gele Kruis gevestigd is#
Voorzitter. Daar is hier wel een
Wit—Gele Kruis, dat zeer verdienste
lijk werkt.
Van Kuijk. Verschillende gemeenten
hebben ook een Consultatiebureau.
Voorzitter. Mogelijk komt de tijd dat
men hier ook daartoe overgaat,
Van 'Amelsfoort. Ik ben wel voor
een subsidie. Ze vragen nogal niet te
veel.
Voorzitter. Zullen we dan f 10,—
geven
Van der Horst. Laten we er f 15,
van maken, dan geven we toch het
minste niet.
Aldus wordt met algemeene stemmen
besloten.
4. Adres Kaatsheuvel's Kruisverbond
om verhooging van subsidie.
In het adres wordt uitvoerig be
toogd dat mef de eigen middelen de
vereeniging niet ten volle aan haar
doel kan beantwoorden. Vooral het
organiseeren van propaganda avonden,
wat toch in 't belang van de vereeni
ging noodigis, levert gewoonlijk een
nadeelig slot.
Door de belasting op de entrée's
komi er van zoo'n propaganda-avond
meer in de gemeente-kas dan de sub
sidie op het oogenblik bedraagt. Die
belasting bedroeg n.l. de laatste maa
f 15,— terwijl de subsidie slechts
f 12 50 bedraagt.
Gevraagd wordt de subsidie tot f 100
te verhoogen.
De Voorzitter vraagt het oordeel der
raadsleden omtrent dit verzoek.
Snoeren. Ze komen zeker, om het
postje dat vroeger voor het Loonsche
Kruisverbond, dat nu is[*opgeheven,
was uitgetrokken.
Wijdemans. Kunnen ze de contributie
dan niet wat hooger stellen.
De Wijs. Als men de leden nog
meer contributie [liet betalen, ben ik
bang, dat er velen zouden bedanken.
Reeds nu moet men alles in het werk
stellen om het ledental op peil te
houden.
sWijdemans. Als de leden er niet wat
meer voor over hebben, zijn ze ook
geen subsidie waard.
De Wijs Dat is-geen redeneering.
U weet heel goed, dai men voor een
dergelijke vereeniging niet zoo gaarne
contributie betaalt, dr.n voor andere
vereenigingen. daar men er betrekke
lijk niets voor terug ontvangt.
Swagemakers. We zouden geen
nieuwe subsidies meer toestaan was
gezegd en nu komen er steeds maar
nieuwe bij. Het lijkt allemaal heel
aardig, maar laat ze het zelf maar af
werken.
De Wijs. 't Is een mooi doel, dat door
niemand kan tegengewerkt worden.
Swagemakers. Zeker, maar het moet
niet overdreven worden. Niet iedereen
zal het streven van het Kruisverbond
toejuichen, 't Is heel gemakkelijk om
maar om verhooging van subsidie te
komen, dat zou iedere vereeniging wel
willen hebben.
Snoeren. Ze moesten zelf trachten
rond te komen. Ik geloof, dat de tijds
omstandigheden en de prijs van den
drank propaganda genoeg zijn voor de
drankbestrijding.
Voorzitter. Misschien wil men wel
de subsidie wat verhoogen, al is het
dan niet tot f 100 zooals gevraagd
wordt. Een subsidie van f 12.50 is
toch ook zeer gering.
v. d. Horst. Het streven van het
Kruisverbond is zeer te prijzen en het
is IEDEREN VRIJDAG van 10 uur voorm.
lot en met 4'/a uur 's nam. te consulteeren in
moet gezegd, dat er een flinke actie
van uit gaat. Zij zelf kunnen beter dan
wij beoordeelen wat er mee bereikt is
geworden. Ook ik meen dat hun stre
ven moet zijn om buiten de gemeente
kas gelden binnen te krijgen bijv. door
het aanwerven van donateurs. Ik ge
loof dat ze daar zelfs reeds mee bezig
zijn. Waar het hier een zeer lofwaardig
streven betreft, vind ik dat f 12,50
subsidie wel wat weinig is, 'Lis slechts
een aalmoes. Maar f 100.— vind ik
toch wel wat veel.
De Wijs. Het is zoo moeilijk om
voor een vereeniging als het Kruis
verbond gelden los te krijgen, langs
welken weg men het ook probeert.
Snoeren. Daar komt dit nog bij dat
ze ook in Loonopzand wel eens kon
den probeeren om het Kruisverbond
weer op te richten en dan moeten die
toch evenveel subsidie hebben als hier.
Voorzitter. Daarmee zou zoo noodig
t.z.t. wel rekening worden gehouden.
v. Amelsfoort. Ik stel voor er f25.—
van te maken.
v. d. Horst. Dat is 100 verhooging
dat is dus nog al wat.
Snoeren, 't Is precies dat postje van
f 12.50 dat eerst voor Loonopzand
bestemd was.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten de subsidie van f 12,50 op
f 25 te brengen.
5. Adres inwoners van den Berkdijk
om electrificatie.
Voorzitter. Dit adres is in de vorige
vergadering reeds voorgelezen en toen
naar de lichtcommissie verwezen. Deze
heeft de zaak behandeld en door den
directeur een berekening laten maken.
De kosten van aanleg heeft de direc
teur geraamd op f 2070 In aan
merking nemende het getal der aan
te sluiten perceelen en het aantal
K. W. U. dat naar schatting zal wor
den afgenomen, zal er een vermoede
lijk tekort op de exploitatie blijven
van f 200,
Van Amelsfoort. Ik meen dat f 2000
nogal ruim genomen is.
Voorzitter. Dat lijkt mij ook, maar
hij is toch deskundig, dus moeten we
ons houden aan de cijfers die hij ons
gegeven heeft. Er was ook sprake van
dat er nog kracht-afname bij zou kun
nen komenis daar nog nader over
onderhandeld.
Snaphaan. Ik meen dat In de gas-
commissie besloten was dat de heer
van Amelsfoort zou onderzoeken of
er kracht-afname bij zou komen
Van Amelsfoort. Daar kon de be
trokkene nog niet over beslissen.
Voorzitter, Zouden we het adres
dan niet beter kunnen aanhouden tot
de volgende vergadering, dan kan de
lichtcommissie die straks opnieuw
moet worden benoemd deze zaak nog
eens onderzoeken en kan de raad in
de volgende vergadering hierover een
beslissing nemen.
Van Amelsfoort. Ik vind het wel
jammer dat de bewoners van Berkdijk
van electrisch licht moeten verstoken
blijven, maar ik geef toe dat het vol
gens deze cijfers van den directeur
voor de gemeente toch te duur zou zijn.
Wordt besloten hei adres tot de vol-
gende vergadering aan te houden.
6. Adres van het bestuur der ver
eeniging „Ter bevordering der Moer-
sche Belangen" inzake wegverbetering.
In het adres en de bijgevoegde me
morie van toelichting wordt uitvoerig
uiteengezet in welk een onhoudbaren
toestand de wegen in de Moer ver-
keeren. Niet alleen in het belang van
de bewoners aldaar, doch ook in dat
van hen die daar hun bezittingen
hebben is het van groot belang dat
er verbetering komt.
De landbouwers ter plaatse zouden
ten slotte niet ongenegen zijn om de
gemeente mede te helpen, om de wegen
in een beteren toestand te brengen.
Waalwijksclie en Laiigstraatsehe Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnemen tprfl s per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rtjk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ons.
franco te zenden aan den Uitgever.
EriJs der Advertenüön
20 cent per regelminimum 1.50.
By contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regeL
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in, ons bezit
zijn.
van „DE ECHO VAN EET ZTJIDEN".
OF
20)
Niets ergers, dan de houding van die twee
menschen tegenover elkaar, de bankier met
een vuurrood, opgezwollen gezicht, alsof liy
«■en beroerte zou krijgen. Prosper, bleeker
dan een gewonde, die zQn laat sten droppel
bloed verliest.
Onbeweeglijk, bevend, nauwelijks drie
passen van elkaar verwijderd, wisselden zij
blikken van doodelyken haat en waren ge
reed zich op elkander te werpen.
Gedurende minstens een minuut bestu
deerde de lieer Verduret die twee vijanden
nauwkeurig, met de koelbloedigheid van een
plulosoof, die de hevigste uitingen dei) meu-
sclielijke hartstochten bestudeerde en ver
dachte bewegingen ziet.
Daar die stilte hoe langer hoe gevaar
lijker werd, besloot liij het woord te nemen
en zich tot den bankier wendende, zei hij
l weet zeker mijnheer, dat mijn jon
gen bloedverwant zooeven in vrijheid is ge
steld
.Ta, antwoordde de heer Fauvel, die
alle mogelijke moeite deed, om niet in woe
de uit te barsten, ja, bij gebrek aan vol
doende bewijzen.
TT •Juist- mÜnheer, en dit arrest van in
vrijheidstelling heeft zijn toekomst zoozeer
vernield, dat hij besloten is naar Amerika
te gaan.
Bij die verklaring veranderde de uitdruk
king op het gelaat van den bankier piot-
soling. Zijn trekken ontspanden zich, alsof
hij van een vreeselijken angst verlost werd.
Zoo. vertrekt liy, herhaalde hij ver
scheidene malen, vertrekt liy?
De bedoeling van die woorden viel niet
te ontkennen. Op die wyze gesproken, be
helsden ze een grove beleediging.
De heer Verduret wilde echter niets
merken.
Het. schynt my toe, herhaalde hy op
luchtigen toon. dat het vertrek van mijn
bloedverwant noodzakelijk is. Ik wilde al
leen dat hy voor zijn vertrek van zyn vree-
geren chef afscheid zou nemen.
Een bittere glimlach plooide de lippen
van den bankier en hij antwoordde:
De heer Bertomy had die voor ons
beidën zoo pijnlijke visite wel achterwege
kunnen laten. Ik heb niets van hem te ver
nemen en heb hem niets te zeggen.
De heer Verduret, die dezen wenk om te
vertrekken, begreep, groette den bankier
en ging met Prosper, die geen wond ge
sproken had. weg.
Op straat vond Prosper zijn spraak eerst
terug en zei op doffen toonU hebt het
gewild, mijnheer, ik ben u gevolgd. Zijt gij
nu tevreden? Ben ik er verder door geko
men, deze bloedige vernedering bij alle an
deren te moeten voegen?
Gij niet, antwoordde de heer Verdu
ret, ik echter wel. Ik kon zonder u niet by
den bankier komen, en nu weet ik, wat ik
verlangde te weten. Ik ben er zeker van,
dat de heer Fauvel in de verste verte niet
by dién diefstal betrokken is.
O. mijnheer, merkte Prosper op, men
kan huichelen.
Zeker, maar niet op dat punt en dat
is nog niet alles; het was voor mijn plan
noodig dat ik wist, of uw chef voor eenige
vermoedens toegankelijk is. Eu nu kan ik
gerust daarop ja antwoorden.
Prosper en zijn metgezel waren, om meer
op hun gemak te kunnen spreken, op den
hoek van de rue Lafitte blijven staan, mid
den op een leege plaats, die vrij gekomen
was, doordat er eenige huizen afgebroken
warén.
De heer Verduret scheen ongerust, en al
pratende, keek hy telkens om, alsof hy
iemand verwachtte.
Weldra slaakte hy een kreet van vol-
doening. Aan den anderen kant van die
plek kwam Cavaillon hard aanloopen.
Hij scheen zoo gehaast en onrustig, dat
hy er niet aan dacht, zyn vriend Prosper
geluk te wenschen en hem de hand te druk
ken. Ily wendde zich dadelyk tat mynheer
Verduret
Zy zyn vertrokken, zei liy.
Sinds lang?
Neen, ongeveer sedert een kwartier.
Duivels, zei mynheer Verduret, dan
hebben wy geen minuut te verliezen.
En aan Cavaillon het briefje gevend,
dat liy bij Prosper had geschreven, zei hy
Hier, laat hem dat geven en ga gauw
naar het kantoor terug, opdat men uw af
wezigheid niet bemerke; zonder hoed uit
gaan is een onvoorzichtigheid, die opzien
kan verwekken.
De kleine Cavaillon liet zich dat geen
tweemaal zeggenhy liep hard weg, zoo
als hy gekomen was.
Prosper was verbluft.
Wat, zei liy, kent u Cavaillon?
Dat schynt wel zoo, antwoordde myn
heer Verduret glimlachend, wy hebben nu
echter geen tijd tot spreken, wy moeten ons
haasten.
Waar gaan wy dan heen?
Dat zult ge wel zien, kom, gauw.
Hy gaf zelf het voorbeeld en in een
oogenblik waren zy in de rue Lafaye, al
loopeiule, of liever, al hollende, sprak hy
half hardop en scheen onverschillig of
Prosper hem al of niet kon verstaan.
Ja, zei hy. met stil zitten komt men
niet aan zyn doel. Als men eenmaal een
aanwyzing gevonden heeft, moet men geen
minuut rust meer hebben. De wilde, die in
een bosch de voetsporen van zyn vyand
ontdekt heeft, volgt die, zonder zelfs even
op te houden, want hy weet dat de wind
of regen deze onzichtbaar kan maken. Zoo
is het ook by ons. De minste gebeurtenis,
kan de sporen, die wy volgen, vernietigen.
Voor het huis no. 81 stond hy plotseling
stil.
Hier moeten wy zyn, treed binnen.
Zij gingen den trap op, naar de tweede
verdieping en hielden voor een deur stil,
waarop een koper bord met het opschrift:
„Modes et Confections" pi-ykte. Langs den
deurpost hing een prachtig schellekoord,
maar mynheer Verduret trok er niet aan.
Met de vingers tikte hy op zekere wyze te
gen de deur en dadelyk, alsof er iemand
achter stond, die op dat teeken wachtte,
werd zy geopend.
Het was een vrouw1 van ongeveer 40 jaar,
eenvoudig, maar netjes gekleed. Zonder te
spreken leidde zy de twee heeren in een
kleine eetkamer, waarin verscheidene deu
ren uitkwamen.
Zij boiog voor mynheer Verduret als een
beschermeling voor haar meester. Hy be
antwoordde dien groet nauwelijks. Vragend
zag hy baar aan. Zyn blik zei:
Welnu?
De vrouw knikte toestemmend met bet
hoofd
Ja.
Daar, nietwaar, zei mynheer Verdu
ret zachtjes, op een der deuren wyzend.
Neen. antwoordde zy eveneens fluis
terend. aan den anderen kant in de klpHTö
kamer.
Mynheer Verduret opende daarop de hem
aangewezen deur, en Prosper zachtjes voor
zich uit duwend, zei hy in zyn oor
Treed binnen en wees kalm.
Maar waartoe dienen die vermaningen?
Zoodra Prosper een blik in die kamer
had geworpen, waar men hem tegen wil en
dank had heengevoerd, zonder hem gewaar
schuwd te hebben, slaakte hy een gil
Madeleine.
Het was werkeiyk dc nicht van myn
heer Fauvel, die hy zag, mooier dan ooit,
met die kalme strenge schoonheid, die be
wondering opwekt en achting gebiedt. Zy
stond in het midden van do kamer voor een
tafel, die met stoffen bezaaid was en
schikte de plooien van een rood fluweelen
met goud doorwerkten rok, zeker haar cos-
t.uuin als eeredame van Cathariua de Me
decis.
Toen zy Prosper zag, week al het bloed uit
haar gelaat, haar oogen sloten zich half, als
of zy op het punt stond flauw te vallen. De
krachten begaven haar, zoodat zy genood
zaakt was op de tafel te steunen, teneinde
niet te vallen. Madeleine behoorde, zooals
Prosper wel wist, niet tot die vrouwen, wier
koud hart den geest altyd vry laat, die ge
waarwordingen hebben, maar nooit oprecht
gevoel; zy was geen romanheldin, die voor
alle omstandigheden een kunstmiddeltje
weet.
By haar teederon droomachtigen geest had
zy een byzonder sterk ontwikkelde, byna
ziekelyke gevoeligheid. Maar zy was trotach
en het was haar onmogelyk tegen haar ge
weten in te handelen. Waar de plicht gebood
gehoorzaamde zy.
Haar zwakheid duurde slechts een oogen
blik eni uit haar zachte oogen sprak nog
slechts trots, toen zy op beleodigcndeu toon
zei: Mynheer, wie heeft u de toestem
ming gegeven my te spionneeren? Hoe durft
u my te volgen, hier binnen te dringen?
Zeker, Prpsper was niet schuldig. Ily wil
de met een enkel woord alles ophelderen.
Maar de moeiiykheid, zyn gedachten onder
woorden te brengen, deed hem zwygen.
Gy hebt my op uw eer gezworen, ging
Madeleine voort, nooit te probeeren my weer
te zien. Houdt gy zoo uw woord?
Ik heb gezworen, juffrouw, maar
Ily liiekl ineens op.
O, spreek.
Er is sinds dien dag zooveel gebeurd,
dat ik dacht, die belofte, die ik in ïnyn zwak
heid gaf, te mogen verbreken, al was het
maar voor één uur. Het is toeval, tenminste
door een anderen wil dan den mynen, dat ik
zoo gelukkig hen my weer eens tegenover u
te bevinden. Helaas, toen ik u zag beefde
myn hart van innerlyke vreugde. Ik dacht
niet, neen ik kon niet denken dat u my even
onmeedoogend als de wereld zou tenigstooten
nu ik; zoo ongelukkig ben.
Zij antwoordde evenwel met vaste stem:
Gy kent my genoeg Prosper, om te we
ten, dat u geen ongeluk kan treffen, zonder
ook my te grieven. Gy lfldt, ik beklaag u als
een zuster, die een teerbeminden broeder be
klaagt. I
(Wordt vervolgd.)