Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen
m
V Co.
F.
FEU FlT e TOM
ÊrnrsfiS
UITGAVE:
WAALWLJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-Adre»ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
GEMEENTERAAD.
RAAMSuONK.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Zaterdag 12 Febru
ari 1927.
Afwezig waren de leden, D. Lank-
huijzen. P. A van Dongen en J. P. van
Dongen Torman.
De Voorzitter opende om klokke
zes de vergadering en sprak daarna
in deze eerste zitting van 1927 den
gebruikelijken nieuwjaarswensen waar-
bij hij de leden en nun gezinn n alle
geluk en voorspoed toewenschte.
Hierna gaf spreker een overzicht
van den loop der bevolking in hei
afgeloopen jaar, waaruit bleek dat de
gemeente met 43 zielen is vooruitge
gaan.
In het overzicht van de in 1926 tot
stand gekomen openbare werken, wees
spreker op den vooruitgang van den
particulieren woningbouw, waardoor
eenige woningen van „Volksbelang" zijn
leeg gekomen.
Uit de verslagen over het G. E. B.
en het Vleeschkeuringsbedrijf valt op
te maken, dat deze bedrijven 2eer be
vredigende resultaten opleveren.
Dank zij de opleving van de indus
trie moest er van gemeentewege
geen uitkeering geschieden aan werk-
loozen.
De fiaancieele toestand van de ge
meente was eveneens bevredigend,
waardoor in 1926 eenige betastingver
laging kon plaats hebben, zooals ver
mindering van de stroomprijzen, ver
laging van de keurloonen en der
plaatselijke belasting.
Het iaat zich aanzien dat in 1927
geen belastingverhooging noodzakelijk
is. Verschillende werken zullen weer
aan de orde komen, om te beginnen
met de demping van een gedeelte der
haven op het Veer.
Ten slotte wenschte de Voorzitter
allen nogmaals een voorspoedig jaar,
waarbij hij de hoop uiisprak, dat de
te nemen besluiten in 1927 alle weer
in het belang der gemeente zouden
zijn. dat Gods zegen daarop zou rus
ten en dat de gemeente weer spoe-
dig de bloeiende plaats van voorheen,
mocht zijn.
Van Woerden bracht den Voorzitter
een woord van dank voor zijn geluk-
wenschen en uitte daarbij den wensch.
dat de Voorzitter onder Gods zegen
nog lang voor het algemeen welzijn zou
mogen werkzaam zijn.
De notulen van de vorige raadszitting
werden, zooals deze aan de leden
waren toegezonden, onveranderd vast
gesteld.
Ingekomen stukken
Ingekomen waren; Een schrijven
van Gedeputeerde Staten, houdende
bericht van ontvangst der verorde
ningen tot wijziging van Verkeersver-
ordening en Marktverordening.
Besluit van alsvoor tot goedkeuring
van de wijziging der begrooting van
1926 en tot goedkeuring der gemeen-
tebegrooting voor het dienstjaar 1927.
Verslagen van Commissie tot wering
van schoolverzuim, van de Commissie
van toezicht op 't correspondentschap
der arbeidersbemiddeling en van de
Schoolcommissie over het jaar 1926.
De Voorzitter vestigde de aandacht
op de passage welke voorkomt in het
verslag van de schoolcommissie, lui
dende
,,Blj de schoolcommissie kwam de
mededeeling in. dat het bestuur der
bijz. school U L. O. zich verplicht
ziet genoemde school op te heffen,
daar het aantal leerlingen niet meer
voldoende is voor de noodige leer
krachten.
Bij een gedachtenwisseling hierover
meende de commissie dat het voort
bestaan der U. L. O. scholen, vooral
in kleinere gemeenten zeer moeilijk
wordt, door de strenge bepalingen der.
wet Toch meende zij dat het zeer te
betreuren is dat deze scholen in onze
gemeente verdwijnen.
De commissie was dan ook van
oordeel, dat de gemeente er financieel
mee gebaat zou zijn, wanneer de nog
bestaande U. L. O. in stand wordt
gehouden. Een gevolg van de ophef
fing zal toch zijn. dat verschillende
leerlingen, buiten de gemeente, verder
onderwijs moeten gaan zoeken, wat
de gemeente op groote kosten brengt.
De commissie meende daarom goed
te doen Uw college in overweging
te geven of het niet doenlijk zou zijn,
dat tusschen gemeente en schoolbe
stuur overleg gepleegd werd om ze
in stand te houden. Wanneer de ge
meente bereid zou zijn het schoolbe
stuur te steunen in het bezoldigen
van een boventallig onderwijzer zou
het bestaan der U. L O. wel verze
kerd zijn."
De Voorzitter sprak als zijn meening
uit, dat dit gedeelte van het verslag
wel wat ondoordacht in elkaar is ge
zet, daar gebleken is dat het aantal
leerlingen uit deze gemeente steeds
zeer gering is geweest.
De meeste leerlingen toch kwamen
van elders, zoodat het niet zoo'n vaart
zal ioopen met het getal leerlingen dat
verder onderwijs buiten de gemeente
zal moeten zoeken, terwijl, wanneer
op het verzoek der commissie zou
worden ingegaan, ook de andere hier
gevestigde school, van gemeentewege
zou moeten worden gesteund, hetgeen
voor de gemeente vrij groote kosten
mee zou brengen.
Hierna deelde de Voorzitter mede,
dat naar aanleiding van het door den
Raad aan Mevrouw de Wed. Mr. Heere
gericht verzoek, om het vooruitsprin
gend gedeelte van haar tuin, gelegen
tegenover de familie A van Laarhoven
aan de gemeente af te staan, van haar
een schrijven is ingekomen, waaruit
blijkr, dat zij eenige meters van dien
grund wil afslaan en dien aan de ge
meente wil schenken, onder voorwaar
de, dal de gemeente de kosten zal
dragen vaij hei veranderen en ver
plaatsen van het tuinhek, daar in den
bocht en van eenige kleine verande
ringen in den tuin, die voor het archi
tectonisch geheel, na het verplaatsen
van het hek, noodig zullen zijn.
Besloten werd deze schenking, onder
de daaraan verbonden verplichiing, in
dank te aanvaarden.
Benoeming leden van het hoofdstem-
bureau voor de verkiezing van leden
van den gemeenteraad.
Zooals de heeren weten, zei de
Voorzitter, moet dit bureau met het
oog op de a s. raadsverkiezing weer
worden samengesteld en wel voor den
tijd van 4 jaren.
De Voorzitter van dit bureau is de
burgemeester; de andere leden wor
den door den raad benoemd.
Benoemd werden tot leden: de hee
ren, E. C. de Wit, J.W.F M. de Klijn,
D. Lankhuijzen en J. M. Kieboom en
tot plaatsvervangende leden, de heeren,
J. C. .Schoenmakers, J P van Dongen-
Torman en j. van Woerden.
Benoeming van leden der schattings
commissie, als bedoeld in de wet op
de Inkomstenbelasting, wegens perio
dieke aftreding van de heeren G. H
Simonis, E. C. de Wit, D. Lankhuijzen
en j. B. Zfjimans.
Alle genoemde heeren werden her
benoemd.
Voorstel van Burgemeester en Wet-
houders tot het in 't openbaar ver
pachten der zijbermen van den Lagen
weg en van de Achterstraat, voor den
tijd van 6 jaren, wegens afloop van
den tegenwoordigen pachttijd.
Daartoe werd besloten.
Schrijven van de Vleeschkeurings
commissie in den keuringskring Raams-
donk, waarin wordt geadviseerd niet
tot den bouw van een openbaar slacht
huis over te gaan Door Burgemeester
en Wethouders werd voorgesteld aldus
te besluiten.
De Voorzitter wijst er op, dat de
Raad indertijd in principe heeft be
sloten om een abattoir op te richten,
doch waar de raden der Gemeenten
Geertruidenberg, Made c a. en Waspik
zich tegen de daarstelling van een
openbaar slachthuis in deze Gemeente
hebben uitgesproken, wordt geadvi
seerd, niet tot den bouw van die in
richting over te gaan, wijl het voor
deze gemeente afzonderlijk financieele
bezwaren zou opleveren.
Besloten werd geen slachthuis te
bouwen.
Aanvrage van het Bestuur der Ned.
Herv. Gemeente tot het ontvangen der
benoodigde gelden voor de aanschaf
fing van eenige schoolbanken met
ontwerp besluit om de gevraagde
medewerking te verleenen.
Welk besluit werd vastgesteld.
Hierna deelde de Voorzitter mede,
dat dit jaar weer, zooals dit voorheen
geschiedde, aan de gemeente Geer
truidenberg de vraag is gesteld, wan-
neer de a.s. kermis aldaar zal worden
gehouden. Blijkens het daarop inge
komen schrijven zou indien het oude
gebruik werd gehandhaafd, de kermis
aldaar worden gehouden in het tijdvak
24 tot en met 31 Juli 1927 doch waar
echter de laatste jaren de kermis in
deze gemeente in hetzelfde tijdvak
plaats had, werd thans overwogen om
deze te verzetten, om welke redenen
men in Geertruidenberg gaarne zou
vernemen, wanneer de kermis in deze
gemeente zal worden gehouden
Waar nu is gebleken, dat door
Geertruidenberg geen prijs meer wordt
gesteld om de kermissen van beide
plaatsen gelijk te houden, zoo zal, zei
üc Vuur^illcr, om aiic moeilijkheden
te ontgaan, een vaste datum moeten
worden gesteld, terwijl in overleg met
den heer Burgemeester van Geertrui
denberg, wordt voorgesteld om dan te
gelijk de kermis te bepalen op 3 dagen.
Wanneer de kermis dan wordt ge
houden op den laatsten Zondag van
|uni, wordt daardoor de kermis te
Geertruidenberg niet geschaad.
Schoenmakers zou nu men toch
moet veranderen de kermis weer willen
houden zooals vroeger in de maand
October.
De Voorzitter was hier niet erg voor
en zag de kermis liever bepaald in
een van de zomermaanden, daar het
dan langer licht is. Van Woerden
vroeg of het niet beter was om gezien
de relletjes der laatste jaren de kermis
af te schaffen, daar het juist die dagen
zijn -die zich bijzonder leenen voor
conflicten en handtastelijkheden
De Jong was niet voor afschaffing
NUMMER 14.
WOENSDAG 16 FEBRUARI 1927.
50e JAARGANG.
De Ücho van net Zuiden,
Waalwykscbe en Langstraatsclie Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
AbonnementpriJs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ens.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regelminimam LBO.
BtJ contract flink rabat
Reclames 40 cent per regel.
Ad verten tl Cn moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur Id ons bezit
zijn.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN
OF
32)
Madeleine sprak aanhoudend door eu de
heer Verduret, die Ryouls gelaat goed kon
gadeslaan, omdat de lamp op den schoor
steen hem ten volle verlichtte, meende te
bemerken, dat hij h"t gesprek gaarne ge
ëindigd zou zien. Nu en dan rilde hy, of
pookte driftiger, zonder twijfel trof hem dan
een direct verwijt.
Wanhopig begon Madeleine te smeeken,
zy vouwde de handen en boog zich zoover
voorover dat zy by na op de knieën lag.
Raoul keerde het "hoofd om en antwoordde
slechts met enkele woorden.
Twee of drie keer scheen Madeleine te wil
len heengaan, maar zy kwam telkens terug,
alsof /.y een antwoord of belofte verlangde,
waardoor zy niet kon hesluiten te vertrek
ken.
Eindelyk scheen zy een overtuigende reden
gevonden te hebben, want Raoul stond in
eens op, opende een klein kistje, dat naast
den schoorsteen stond, nam er een bundel
papieren uit en reikte die aan haar over.
Wat zou dat beteekenen, dacht de heer
Verduret, zouden het brieven zyn, die zy
komt opeischen.
Madeleine, die het pakje aangenomen had,'
seheen nog niet bevredigd te zyn en smeekte
opnieuw, alsof zy nog iets anders verlangde.
'Daar Raoul weigerde, wierp zy de papieren
op de tafel.
De heer Verduret was zeer nieuwsgierig,
wat dit voor papiertjes waren. Zy lagen nu
verstrooid rond, hy kon duideiyk zien, dat
/.e allerlei kleuren hadden, gi-ys, groen en
rood.
Maar, dacht hy, ik vergis my niet, dat
zyn Lombardbriefjes.
Madeleine zocht er drie uit. die zy op
vouwde en in haar zak stak en stootte de an
dere verachtelyk opzy. Nu scheen zy vast
besloten heen te gaan. want op een woord
van haar nam Raoul de lamp op om haar
hij te lichten.
De heer Verduret had niets meer te zien
on voorzichtig afdalend, herhaalde hy
Lombardsbriefjes, wat voor schurkeryen
schuilen er achter die zaak.
Voor alles moest de ladder verwyderd
worden. Raoul kon den inval krygen, als hy
Madeleine uitliet, den tuin door te gaan, hij
zou dan, ondanks de duisternis zien, dat die
ladder tegen den muur stond.
Haastig legden de heer Verduret en Pros
per haar op den grond, onbezorgd over de
takken die zy daardoor afbraken en gingen
ergens in de schaduw staan, waar zy de
deur het huisi en het hek konden zien.
Op hetzelfde oogenblik verschenen Made
leine en Raoul in het portaal. Raoul had de
lamp op een der onderste treden van den
trap gezet en bood het jonge meisje zyn arm
aan, welke zy echter met heleedigende trots
afweerde. Dit gaf Prosper balsem op zyn
wond.
Die verachting scheen Raoul noch te ver
wonderen, noch te ergeren, hy antwoordde
slechts met spottenden blik, alsof hy zeg
gen wilde, zooals gy verkiest.
Hy begeleidde haar tot aan 't hek, opende
en sloot het en keerde daarop naar zyn ka
mer terug, terwyl het rytuig met Madeleine
in draf wegreed.
Nu mynheer, zei Prosper, die zyn on
geduld niet langer bedwingen kon, zeg nu,
wat ge my beloofdet en zeg my alles.
Spreek, vrees niets, ik ben sterk.
Dan moet gy sterk tegen de vreugde
zyn. Voordat Wfl een maand verder zyn,
zult ge berouw hebben over de gedachten
van zooeven, en zult gy blozen by de her
innering, dat gy Madeleine vooq de beminde
van een Lagors hield.
1 Mynheer de schyu
Ja. schyn bedriegt. Achterdocht berust
altyd ergens op. Maar wy kunnen hier niet
overnachten, die schurk van een Raoul
heeft het hek gesloten, wy moeten er juist
zoo uit als wy binnenkwamen.
En dé ladder?
Laat. die maar staan, wy kunnen even
min onze voetstappen uitwisschen, alles zal
op rekening van dieven worden geschoven.
Weer klommen zy over den muur.
Zy hadden nog geen vyftig passen gedaan,
of zy hoorden een hek sluiten.
Zy onderscheiden voetstappen en zagen'
weldra een man, die hun voorby en naar het
station ging.
Toen hy een eind verder was, zei de heer
Verduret
Dat is Raoul; onze Joseph zal; ons ze
ker straks mededeelen, dat hy alles aan Cla-
meran is komen vertellen. Als zy nu maar
Fransch spreken.
Hy zweeg toen en trachtte den draadi zy-
ner gedachten weer op te vatten.
Hoe komt liet toch, vervolgde liy plot
seling, dat Raoul, die toch steeds de wereld
en alle pretjes naloopt, zoo een afgelegen
huis in Vesinet kiest?
Omdat het zomerverblyf van den heer
Fauvel op een kwartier afstand van hhr
aan de Seine ligt.
Ja, dat verklaart dat hy er des zomers
woont, maar in den winter?
O. des winters is hy in het hotel du
Louvre en bovendien heeft hy ten allen tyde
te Parys een kamer tot zyn beschikking.
De heer Verduret! werd door dit alles niet
veel wyzer; hy begon harder te ioopen.
Als onze koetsier nu maar niet weg
gereden is, wy kunnen niet met den trein
mee, om het gevaar van Raoul te ontmoeten.
Hoewel het meer dan een uur geleden
was, dat zy het rytuig verlaten hadden,
stond dit nog voor de door den heer Verdu
ret genoemde herberg.
Dé koetsier had zich niet kunnen weer
houden, voor de door zyn paarden ver
diende honderd francs, zich eens te goed
te doen. Hy had zich eens lekker getrak
teerd en daar de wyn hem goed smaakte
was hy biyven plakken.
Gy zyt lang weggebleven, riep hy,
toen de twee verschenen.
Prosper antwoordde dat zy een vriend
hadden willen bezoeken, dat zy verdwaald
en in een modderpoel gevallen waren
alsof die in de bosschen van Vesinet be
stonden.
O. zoo, is het dat, zei de koetsier, die
deed, alsof hy hem geloofde, maar over
tuigd was, dat die twee iets geprobeerd of
misschien wel uitgevoerd hadden, wat niet
precies in den haak was.
Dat moesten eenige andere gasten, die in
de herberg zaten, ook wel denken, want
deze wisselden zonderlinge blikken.
Maar de heer Verduret sneed een verder
gesprek af en zei zoo gebiedend mogelyk
Laten wy vertrekken.
Even afrekenen, mynheer, antwoordde
de koetsier, en dan ben ik tot uw dienst.
Stapt maar vast. in.
Prosper had eerst getracht zyu metgezel
aan het spreken te krygen, maar daay deze
nauwelyks antwoordde, besloot hy te zwy-
gen. Hy ergerde zich over de steeds toene
mende macht, welke die man op hem uit
oefende. Zyn lichamelyke toestand ver
hoogde zyn ontevredenheid. Hy was ys-
koud. door en door nat en voelde zich zoo
vermoeid, dat. hy nauwelyks nadenken kon,
want al kent de macht der verbeelding geen
grenzen, onze lichamelyke kracht heeft
die wel. Na inspanning volgt reactie.
In een hoekje gedoken, zyn voeten op de
voorbank steunend, scheen de heer Ver
duret te slapen, maar hy was nooit meer
wakker geweest dan toen. Hy was zoo on
tevreden mogeiyk. Die tocht, die hem zeker
heid had moeten verschaffen, had hem nog
meer van den weg gebracht. De draden,
die hy meende beet te hebben, braken af
onder zyn handen. Zeker, de feiten bleven
dezelfde, maar de omstandigheden veran
derden. Hy kon niet ontdekken, welke ge-
zameiyke dryfveer, welke zedeiyke of gel-
delyke overeenkomst, welke invloeden de
vier tooneelspelers van zyn dramamevr.
Fauvel, Madeleine. Raoul en Glameran,
zoo eenstemmig lieten handelen. En hy
zocht in zyn vruchtbaar brein, dat met lis
ten doorweven was, het een en ander, dat
hem licht kon bezorgen.
Het sloeg twaalf uur. toen het rytuig
voor het hotel „den Aartsengel" stil hield.
Toen kwam de heer Verduret eerst tot de
ontdekking, dat hy nog niet gegeten had.
Gelukkig had de vrouw van Fauverlot
alles by <le hand en na eenige oogenblikken
was een souper gereed, zy bediende haar
gast met overdreven respect en gedienstig
heid. Terwyi hy at zag Prosper, dat zy
zyn metgezel met groote verwondering aan
staarde.
Toen hy verzadigd was stond hy op en
zeide tot Prosper
Morgen in den dag, zult gy my niet
zien, maar tegen den avond zal ik hier
z.yn. Misschien heb iK het geluk, op het bal
hij de heeren Jandidier te vinden wat ik
zoek.
Prosper dacht verkeerd verstaan te heb
ben.
Wat? De heer Verduret ging op een
feest, dat door den grootsten bankier van
Parys gegeven werdDaarom dan had hy
hem naar een costumier gestuurd.
Zyt gy dan geïnviteerd? vroeg hy.
De heer Verduret glimlachte en ant
woordde
Nog niet, maar het zal wel gebeuren.
O, welk een tegenstelling in dien men-
sclieiyken geest! Prosper, die toch aan zoo
veel ernstigs te denken had, zuchtte toen
hy alleen in zyn kamer was: Hè, hy is
gelukkig, hy zal Madeleine morgen zien,
schooner dan ooit in dat mooie kostuum,
als eerednme.
XI.
Ongeveer in het midden van de rue
Saint Lazare staan de tweelinghuizen van
de heeren Jandidier, twee beroemde ban
kiers, die, zelfs als zy van de macht hun
ner millioenen zouden beroofd zyn, toch
nog veel invloed zouden hebben. Dat kan
men van iedereen niet zeggen.
Die twee huizen, waarover de pers voor
eenige jaren, na hun voltooiing, in bewon
dering kwam, zyn van elkaar gescheiden,
maar kunnen zoo noodig tot één huis ver-
eenigd worden. Als de heeren Jandidier een
feest geven, worden de dikke beweegbare
muren weggeschoven, en zyn hun salons
de mooiste van Parys.
(Wordt vervolgd.)