(Alle correspondentie, enz te zen
den aan OOM wim, „de Echo" te
Waalwijk).
Lieve Nichtjes en Neefjes.
Nu moet ik jullie dan toch eens
wat vertellen waarvan je zeker erg zult
opkijken.
's Jongens, 's jongens, jullie Oom
stond er zelf een oogenblik paf van
Luister eens! Toen ik Zondagmiddag
m'n kranten eens vlucntig doorkeek
kon ik een uitroep van veroazing niet
onderdrukken bij het lezen van 't
Zondagsblad (Roman bijvoegsel van
het Dagblad) „De Avondster".
Stel je voor daar lees Ik
Het avontuur van het dubbeltje uit
fan's spaarpotdoor Bastiaan Dal-
meijer en ,De oude stoel". (Da's van
„Piet" geachte Redactie „Avondster")
Nou. beste vriendjes, wat zegje me
daar van Daar plaatst warempel een
Dagblad 't werk van mijn jongens, ja
Mijnheer de Redacteur van „de Avond
ster", ik heb erg knappe neefjes.Sas
tiaan is een dapper kereltje van 13
jaar Mijn vriendjes mogen er werke
lijk troisch op zijn dat hun werk ook
in een Dagblad wordt opgenomen.
Ik heb er niets op tegen dat de
„Avondster" dit doet, maar als men
wil, dan zag ik toch wel gaarne, dat
er voortaan eenige bronvermelding
plaats vond. En dan mag ik aan de
Redactie misschien wel als tegen
prestatie verzoeken om mij een extra
aantal nos. van „de Avondster" te ge
ven. opdat ik er dan mijn vriendjes
gelukkig mee kan maken.
Voor al mijn vriendjes moet dit feit
toch wel een aansporing zijn om ook
eens met zorg een verhaaltje te maken
Wie weet. of 't i^ordt dan ook nog
in een ander blad geplaatst
Vriend Pastiaan en Piet proficiat!
Zoodra „de Avondster" aan mijn ver
zoek heeft voldaan, zend ik jullie een
nummer waarin je werk voorkomt.
Laat 't deze week eens brieven
regenen voor Oom Wim.
Denk er aan, zoo rond Paschen
krijgen we weer een grooten raadsel
wedstrijd! Dan mag niemand ontbre
ken.
jullie aller
OOM WIM
Van een vechtpartij
met een mooi slot.
door OOM WIM.
Ze waren samen op school geko
men Karei en Bert en vanaf den
eersten dag dat de Juffrouw ze naast
elkander had gezet, dikke vriendjes
geworden. In aanleg en karakter ver
schilden ze heel veel, maar dat belette
toch niet. dat ze 't best met elkaar
konden vinden. Maar 't was niet altijd
koek en ei met die tweeNeen hoor,
daar waren 't te echte HollandscHe
jongens voor. Karei en Bert hadden
zich al meer dan eens flink geran
seld. Onlangs nog waren ze elkaar
minder lief en zacht om den hals
gevlogen, 't Kwam zooBert was met
een klasgenoot, 't kleine buil je Wieg
mans, aan 't knikkeren. Toen Bert 't
niet kon winnen, probeerde *e 't door
oneerlijk spel. Karei kwam er juist bij
en zag 't Hij riep z'n vriend even ter
zijde en fluisterde hem in 't oorBert.
dat is toch niks aardig van je om op
zoo'n manier met Jantje Wilgmans te
knikkeren.
Bert kreeg een kop als een rooie
kool en ontkende.
„Ik stechel nie", zei ie nijdig met
afgewend gelaat.
„Toch heb ik 't gezien", zei Karei
zacht, want hij wilde niet graag dat
anderen 't hoorden.
Maar Jantje Wiegmans had met ge
spitste ooren staan luisteren en vol
doende van het gesprek opgevangen
om daaruit te kunnen afleiden, dat
Bert geprobeerd had om hem te be
dotten.
Nou was 't bultje zelf wel niet altijd
een braaf manneke, maar deed gaarne
„alsof", en begon toen plotseling tegen
Bert uit te pakken, 't Schrale kerehje
gilde en krijschte zich bijna buiten
adem en zeK in drift heel leelijke
leugenachtige dingen van Bert z'n
vader, zooals ie ze van zijn broer
had gehoord, die bij Berts' vader
werkte. Dat was te veel voor Berts'
warme gemoed; 't volgende oogen
blik had ie den kleinen Jan Wieg
mans met één stomp op den grond
geslagen. Jantje werd hardhandig be
werkt onder de stevige knuisten van
Bert. 't Bultje riep moord en brand
Karei waarschuwde al een paar
maal, maar Bert in z'n drift hoorde
niets en ging nog verder. Hij trok
de klomp van z'n voet en juist toen
ie er 't schreeuwende bultje een har
den slag mee op z'n kop wilde geven,
kwam Karei tusschenbeide. Met een
ruk trok ie Bert van 't krijschende
bultje en plaatste zich toen tusschen
de vechthanen.
„Dat gaat te ver. Bert", zei Karei
en hij zag 'm daarbij een oogenblik
bl'ksemend aan.
Bert hoorde 't niet, hij was heele-
maal onthutst door die plotselinge
verandering van 't strijdtooneel.
Van deze gunstige gelegenheid
maakte Jantje Wiegmans haastig ge
bruik om alle knikkers op te rapen,
ook -die van Bert. Toen poetste ie
vlug de plaat. Bert merkte 't niet
eens. Woedend keek ie naar Karei
„Mot jij je d'r ook mee bemoeije,
met dat bult van 'n jongMot jij
je 'm nog helpe als ie smerige leu
gens van me vader zeid?".
Pats! Karei kreeg een mep om z'n
ooren dat ze er van tuiten Een oogen
blik later rolden de vechtende vrien
den om en om over den grond. Ze
verschilden elkaar niets in kracht,
Karei en Bert, beiden waren voor
hun leeftijd van 12 jaar buitengewoon
krachtig
Die vechtpartij zou zeker héél lang
geduurd hebben als er niet toevallig
een heer passeerde die de vechtende
jongens scheidde met een ernstige
vermaning.
„'t Is zijn schuld", zei Bert, terwijl
ie z'n bloedneus droogde.
„Mot je ook nog liege?" beet Karei
'in in verontwaardiging toe.
Wat waren 't toch heete koppen
als die vreemdeling niet tusschen-
Deide was gekomen, dan waren ze
elkaar weer in de haren gevlogen
„Kom", zei de vreemde heer vrien
delijk, die belang begon te stellen in
de vurige jongens „Kom, vertel me
maar eens eerlijk hoe die ruzie ont
staan is" En ja wel, daar begonnen
beiden om 't hardst te praten.
„Neen, neen", zei de heer, „zóó
gaat 't niet, jullie maken 'n lawaai
als een troep kakelende kippen. Daar
kan ik geen wijs uit worden Hoe
heet jij daar met je bloedneus, vroeg
ie lachend aan Bert, en jij mannetje
met je blauw-oog? Zoo, dan ver
tel jij eerst eens Karei.
En Karei vertelde wat ie er van
wist; hoe hij had gezien dat Bert
oneerlijk speelde met 't bultje.
„En wat deed jij toen, Karei?"
„Toen heb ik t zachtjes aan Bert
gezegd."
„Waarom deed je't zachtjes Karei
Karei draaide even met z'n ant
woord. Toen zei ie „Bert is m'n
vrienden ik wilde'm nie beschame
toentoen er anderen en 't bultje
bij waren
De vreemde heer klopte Karei heel
vriendschappelijk op den schouderen
zei: „Karei, dat deed je goed, je bent
een goede vriend waarop Bert werke
lijk trotsch mag zijn. En verder?"
Karei verhaalde precies wat er toen
verder was gebeurd.
„Is dat zoo?" vroeg de heer nu aan
Bert.
Bert schopte verlegen wat steentjes
voor zich weg en draaide zich met
gebogen hoofd half om. Eindelijk
kwam 't er met schuldbewustzijn
zachtjes uit; „ja ja, mijnheer."
„Kijk 's Bert, dat Jan Wiegmans
leugens van je vader vertelde was héél
leelijk van hem. Dat je hem daarvoor
een pak ransel gaf is niet zoo erg.
Maar. wie was hier de aarleiding tot de
ruzie? Dat was jij toch Bert. Jij had
eerlijk moeten zijn bij 't spel en dan
was er niets voorgevallen. Maar kom.
't is nu gebeurd willen jullie nog
vrienden blijven
Beiden antwoordden tegelijk ja. ja
Daar had de vreemdeling heusch
veel pleizier van.
„Zoo mag ik 't hoorenKom, geeft
elkander maar de hand dan is alles
weer in orde".
Bert en Karei reikten elkaar de hand
en toen ze mekaar een oogenblik aan
keken kwam de zon een lachje in
beider oogen leggen.
„Jullie zijt aardige makkers, maar
niet meer zoo driftig worden jongens
Hier, pak aan, je moet me beloven
nooit meer met elkaar te zullen vech
ten en meteen gaf ie de jongens ieder
een dubbelije en ging groetend haastig
verder.
Bert en Karei zagen elkaar sprake
loos aan. Toen zij den vreemdeling
wilden na loopen ging ie 'juist een def
tig heerenhuis binnen.
Met 't dubbeltje in de vuist stapten
de vriendjes in gedachten zwijgend
verder.
Toen ze bij 't kappelleken van „Ons
Lief Vrouwke" waren gekomen bleef
Bert weifelend staan. „Wat is er?"
vroeg Karei.
Ietwat bedremmeld antwoordde hij
„Karei, datdat dubbeltje komt me
niet toe. 't Was mijn schuld allemaal
Karei, 'k wil dat dubbelije in 't busje
doen voor de versiering van't nieuwe
beeldeke van Ons Lief Vrouwke"
Dat viel bij Karei in goede aarde
Samen offerden zij bereidwillig, baden
nog een haastig weesgegroetje, sloegen
toen een ruw kruiske en gingen zin
gend naar huis.
Wat een wonderlijk vriendenpaar
toch. Misschien hooren we er nog
wel meer van.
Voor 't eerst van huls.
door Lily Consemulder.
Daar stonden ze nu, de kleine
Tervoortjes, kant en klaar om met Tan
te Jo mee te gaan. Toch stonden hun
gezichtjes niet zoo erg blij, als wel te
verwachten was van kinderen, die voor
't eerst een spoorreisje gaan maken
Geen wondei! Hun goede Moe was
ziek, zwaar ziek. Oh, 'twas de laatste
weken zoo stil en akelig leeg in huis
nu Moe te bed moest blijven. De dok
ter had gezegd, dat alles heel rustig
gehouden moest worden en daarom
was Tante Jo nu gekomen om ze mee
te nemen naar't dorp waar ze woonde
Ze had hun verteld van hun boerderij,
den boomgaard, de groote velden, waar
ze met hun drietjes heerlijk spelen
konden, van de koeien en de paarden
kippen en eenden en ai 't andere dat
bij een boerderij hoort. Nu, daar zou
den ze graag heengaan.
Nu het echter op een^cheiden stond
betrokken de gezichtjes en werd er
eve- tjes geschreid
Toen echter het afscheid genomen
was en ze in de trein zaten, waren ze zoo
vol van het nieuwe, wat ze zagen.dat
ze hun verdriet gauw te boven waren Ze
keken door de raampjes naar builen
en wezen elkaar op alles, waar zeals
't ware voorbij vlogen.
Toen ze op de plaats van bestem
ming waren, bezichtigden ze alles en
kwamen maar niet uitgekeken. Oom
moest een heel verhaal hooren van al
les wat ze onderweg gezien hadden
De tijd ging spoedig voorhij en't was
bedtijd eer ze 't wisten. De twee zus
jes sliepen in een ledikant je op et-nt-
mooie ruime kamer en Bennie opeen
kleinere daarnaast, ze baden hartelijk
voor moeder en tante dekte hen
toe. zei dat ze nu wel moe waren en
dus maar gauw moesten slapen. Bennie
en Mienije sitepen dan ook spoedig
in Leni, de oudste van 't drietal, kon
echter niet in slaap komen.
„Hoe zou 't nu met Moe zijn?"
dacht ze „Zou ze nog zoo'n pijn heb
ber.?„
„Ik heb nog wel zoo'n plezier gehad
Ze zal zeker aan ons gedacht hebben
Lief Moedertje, ach en ik heb U van
daag haast heelemaal vergeten!' riep
ze uit en 't overspannen kind begon
te snikken.
Zach'jes werd deur geopend en trad
Tante de kamer binnen. Ze ging naar
't schreiende meisje vatte haar hand
en vroeg wat haar scheelde. Leni ver
telde 't haar „Maar, lieve kind", zei
Tante, zachtjes haar hand streelend
Ben je daarom zoo bedroefd Zoo moet
je niet doen, hooi! Moe zal 't juist
plezier doen als je vroolijk en blij
bent denk je zelf ook niet? Of zou
Moe blij zijn als ik naar huis moest
schrijden dat je hier altijd met 'n treu
rig gezicht rondloopt. Wil je wat voor
moeder doen, bid dan nog eens ex-ra
voor haar en wees lief voor je broer
tje en zusje. Droog dus nu gauw je
traantjes en ga maar rustig weer slapen.
Tante stopte haar nog eens warm
onder en met een geruststellend hartje
vol goede voornemens, sliep ze nu
ook spoedig in.
NIEUWS
WTT KAATSHEUVEL
Kaatsheuvel, 5 Maart 1927
Nog eens de doktersfondskwestie
te Kaatsheuvel.
Men zendt ons 't volgende ter op
name
Jl. Zondag had alhier in de groote
zaal van het patronaatsgebouw wel
willend daartoe door den ZeerEerw
Heer Pastoor afgestaan opnieuw
eene enorm drukke vergadering plaats,
waar de Hoeren Hendriks en Eykemans
nogmaals den stand van zaken zouden
uiteenzetten en het goed recht der
katholieke arbeiders organisatie in deze
zouden verdedigen Achter de bestuurs
tafel hadden plaats genomen de vol
tallige besturen van de R K. Werk
liedenvereeniging en het bestaande
Ziekenfonds met hun geestelijken
Adviseur Kap. Hoekx In de propvolle
zaal waar meer dan 400 personen
aanwezig waren, merkten we ook op
Wethouder de Weijs.
Na een kort openingswoord door
den heer Pols, waarin hij de aanwezigen
van harte welkom heette, leest de Heer
Damen de notulen der vorige verga
dering en geeft in 't kort eene uit
eenzetting van hetgeen het bestuur na
dien tijd nog deed
Daarna is het woord aan de Heer
Hendriks uit's Bosch. Voorde tweede
maal zegt spreker thans in Kaatsheuvel
te zijn voor zoo'n massale vergadering
Zoo'n vergaderingen, aldus spreker
ziet men alleen gehouden worden bij
eene grootsche of eene verschrikkelijke
gebeurtenis. Het schouwspel dat we
hier beleven is niet grootsch. integen
deel zeer klein en treurig. Waar deze
zaak thans het karakter gaat aannemen,
waarin het thans is gekomen door het
uitgeven door de Heeren doktoren ter
plaatse van een circulaire, zal soreker
zoo noodig zijne komst tot 20 maSl
herhalen. Wij zullen langzamerhand
moeten gaan overwegen of er aan het
befaamde rapport van het R K Werk
liedenverbond nog niet eenige blad
zijden moeten worden toegevoegd uit
Kaatsheuvel zij het dan niet van
werkgevers. Nog nimmer zag spreker
een dergelijk optreden door Heeren
doktoren waarmede hij toch meermalen
in aanraking kwam. Hij betreurt het,
dat ook het gemeentebestuur van
Kaatsheuvel niet op deze vergadering
is uitgenoodigd De tijd is daar, dat
ook zij dezerzijds behoorlijk hooren te
worden ingelicht. Naar aanleiding van
het verslag der laatste vergadering op
Maandag 21 Februari kwam er een
schrijven in van Dr. Huber en Waar
denburg, dat zij het met het gesprokene
van Dr. de Both geheel en al eens
waren. De vergadering weet dus dat
zij op hetzelfde heersebzuehtig stand
punt staan Van eenige medezegging
schap in het fonds der plaatselijke
geneesheeren is absoluut geen sprake.
Zij alleen bepalen de prémie, zij alleen
beslissen over de al af niet toelating,
zij alleen benoemen bode en admini
strateur. Onze arbeiders hebben niet
anders te doen dan te betalen Wij
zuilen zegt spreker in Kaatsheuvel ons
eigen fonds houden ondanks alle
tegenwerking, waarvan al de leden
onzer organisatie (en ook niet leden)
lid kunnen zijn. Spreker geeft dan een
overzicht van het gesprokene op de
bijeenkomst van Maandag j I. met de
Heeren medici ter plaatse en Dr Pink
hof uit Amsterdam. Spreker heeft niets
dan lof voor Dr. Pinkhof, die hier in
eene moeilijke positie verkeetde, om
dat de Heeren doktoren eenvoudig
niet van plan waren met onze organi
satie nog langer samen te werken
die hun zooals de Heer Roestenberg
later opmerkte toch steeds tot den
laatsteh cent betaald heeft. Spreker
heeft hen op die bijeenkomst meer dan
eens gevraagd, maar te willen zeggen
welk honorarium per verzekerde ver
langd werd, dan was daarover te
praten. Hierop bleven de Heeren het
antwoord schuldig, waaruit wel blijkt,
dat het niet alleen om de centen te
doen is. De Heeren zeggen thans dat
zij andere financieele waarborgen
wenschen. Laat hen dan zeggen welke,
over de hoegrootheid der premie zullen
we zelf wel beslissen. Spreker meent
dat het liberale regiem van gedwongen
winkelnerirfg hetwelk in deLangsbaat
zoo lang regeerde, nog niet overal is
uitgestorven. Als altijd zegt spreker zijn
en blijven wij tot elk behoorlijk over
leg bereid. Waar het er hier evenwel
blijkbaar om gaat een fonds dat sinds
1906 reeds bestaat en daarmede onze
katholieke werkliedenorganisatie een
gevoelige klap toe te brengen, daar
vertrouwt spreker dat geen enkel lid
onzer organisatie zich als lid van het
fonds der Heeren doktoren zal laten
inschrijven, maar meer dan ooit als één
man achter hun bestuur zullen staan tot
verdediging en grootmaking van eigen
bond en instellingen.
Daarna komt aan het woord de Heer
Eijkemans die meer speciaal de waar
schuwing der Heeren doktoren zal
bespreken. Spreker pakt deze waar
schuwing in drie deelen samen, n 1
een uitgesproken tendens van puur
Materialisme, misleidend vooi onzt
arbe ders en schadelijk voor het pres
tige der Heeren medici. Spreker wijs'
er op dat van eenig idealisme voor
zijn patiënt of eenige christelijk»
naastenliefde in de geheele circulaire
niets te vinden is. Niets anders dan
koud materialisme van geld en nog
eens geld. Dat schijnt ^oor de Heerei
medict ter plaatse het eerste en voor
naamste gebod. Waarom zegt sprekei
waarborgen Die waarborg geven wij
in het batalen door eenige honderden
arme arbeiders van hunne wekelijksch»
premie. Daarenboven heeft onze katho
lieke arbeiders beweging als zoodanig
ook nog eenig prestige op te houden,
al is het van een ander gehalte al-
van sommige anderen Overigens wijst
ook hij er op, dat zij nimmer naar
eenige waarborg vroegen. Spreker wijst
er op, dat Dr. de Both zich eerst nog
meende te kunnen vastklampen aar.
het Bisschoppelijk Comm., waarin vol
gens hem niet stond, dat wij dokters
fondsen mogen stichten Spreker vraag'
zich af, of een dergelijke wijsheid soms
te vinden is in de Telegraaf? Nu
zoekt men een andere uitvlucht en
vraagt men waarborgen. De waarschu
wing der Heeren is ook misleidend
Men tracht daardoor de menschen bang
te maken door het te willen doen
voorkomen, dat onze organisatie straks
tegenover hen niet aan hare verplich
tingen zal kunnen voldoen. Wij zouden
willen vragen of de Heeren kunnen
zeggen, dat onze organisatie ooit
tegenover hare leden zijne verplichtin
gen niet nakwam? Hij kan daarin
niets anders zien, dan eene poging om
onze leden van onze katholieke orga-
nisatie's bang en los te maken. Daar
tegen moet met alle kracht worden
opgekomen door elk weldenkend
mensch.
Op de derde plaats vraagt spreker
zich af al hebben wij dat niet ter
onzer verantwoording of op een
dergelijke wijze, met het uitgeven van
dergelijke pamfletten het prestige van
hen en hun geheelen stand wel is ge
diend. Spreker meent als we hiervan
een exemplaar aan hun vertegenwoor
diger te Amsterdam opzenden, dat
Z Ed. hiervan vreemd zal opzien.
Tot slot dringt ook hij er op tan,
dat allen lid zullen worden van ons
eigen doktersfonds, hetwelk eerlang
zal gerugsteund worden door een te
stichten Diocesaan doktersfonds. Zorgt
zegt spreker dat hier in den kortst
mogelijken tijd een 3 k 400 tal huis
gezinnen lid zijn van ons eigen fonds,
dan zullen wij wel eens zien met een
inkomen van f 6000 k f 7000.—
per jaar wat wij te Kaatsheuvel te doen
hebben. De zaak heeft en houdt de
volle belangstelling van het Diocesaan
bestuur en wij zullen al het mogelijke
doen om een aanslag op deze wijze
op onzen bond en zijn instellingen af
te weren.
Alsnu vraagt de geestelijke Adviseur
het woord. Spreker zegt dat hem onze
katholieke werkliedenvereniging zeer
sympathiek is. Hij brengt een woord
van warme hulde en dank aan den Heer
Eijkemans. die van den beginne ai
later bijgestaan door een te dezer zake
meer deskundige deze zaak tot zijne
groote tevredenheid heeft verdedigd
en bïtnrtigi Sinker zegt dat op den
tweeden Paaschdag het nieuwe vaandel
voor onze werkliedenvereniging zal
worden gewijd. Hij noopt en vertrouwt
onder dat vaandel onze werklieden
vereniging en ons eigen doktersfonds
zal mogen greeien en bloeien.
Wethouder de Weijs. zegt aan den
Heer Hendriks dat hij ongenoodigd
zeer gaarne naar deze vergadering is
gekomen Hij geeft de verzekering, dat
de kwestie al reeds in hun college ter
sprake is geweest. En al kan hij er
niet verder over uitweiden, gaarne
geeft hij de verzekering dat het college
van B en W. zeer s-y.npathiek tegen
over ons streven staat en er van hunne
zijde op zijn voorzichtigst gezegd
zeker geen tegenwerking is te
verwachten. 0
Nog werd medegedeeld, dat een
schrijven van de Heeren doktoren was
ingekomen, dat zij niet ter vei gadering
aanwezig zouden zijn, omdat er eene
onjuiste en eenzijdige voorstelling van
zaken was gegeven in de peisü Wij
kunnen begrijpen, zegt de Heer Hen
driks nog, dat zij publicatie van een
en ander eenigzins onbehaaglijk vinden.
Wij hebben evenwel niets te verbloe
men en zullen ook voor de toekomst
het publiek van Kaatsheuvel en om
geving gaarne op de hoogte houden
van den gang van zaken.
Nadat nog eenige vragen waren ge
steld door de aanwezigen, die door den
Heer Eijkemans ten genoegen van
allen waren beantwoord, wordt de
vergadering met een speciaal woord
van dank aan den Geestelijken Advi
seur en Wethouder de Weijs voor
hun moreelen steun, alsmede aan de
beide sprekers van dezen middag op
de gebruikelijke wijze gesloten.
Het fonds der werkliedenvereniging
wordt thans met a le kracht voortgezet.
De bode van het ziekenfonds is voor-
loopig tot bode benoemd, zoodat
allen zich bij hem kunnen opgeven of
aanmelden, alsook bij alle bestuurs
leden.
Euphonia.
De groote tooneeluitvoering dooi- de
Tilburgsche Tooneelvereeniging „Von
del" Dinsdag 1 Maart in Euphonia ge
geven, is een groot succes geweest. We
meldden reeds in ons nummer van
voor acht dagen terug, dat „Vondel"
over prima krachten beschikte. Zij die
het drama „Onder één dak" van deze
vereeniging gezien hebben, zullq/i moe
ten getuigen, dat we niet te veel schre
ven. Er is één roep gegaan over 't keu
rige spel, vol gevoel en uitdrukking
en toch ongekunsteld vrij. 't Was te
zien, de dames en heeren van „Vondel"
komen meer voor 't publiek en staan
onder goede leiding. Geen pathos in
woord of gebaar, doch gemakkelijk
heid in geheel 't optreden, beschaafd
en van goede, dictie. Vooral het spel
van Wolter en Antje de heer J. Jan
sen en Mej. A. Liebrchts was keu
rig, terwijl ook Jan Smid de heer A.
Bolsius onverbeterlijk te noemen
was. We noemen hier namen, doch we
moesten het eigenlijk niet doen, daar
dit den waan zou wekken dat de an
dere acteurs en actrices minder vol
maakt waren, wat in geen enkel op
zicht waar was. We kunnen over allen
niets dan lof geven en hopen het ge
zelschap spoedig in Kaatsheuvel terug
te zien.
Industrie.
De drukte in de schoenindustrie, die
andere jaren deze maanden kenmerkt,
laat zich dit jaar nog niet overal gevoe
len. Er heerscht een opvallende slapte
over 't algemeen. Slechts enkele fabrie
ken hebben enorm veel werk en hebben
reeds overwerkvergunning gevraagd
en verkregen. De toestand van hier
wordt ook in andere plaatsen van
schoenindustrie waargenomen.
Festival.
Zondag a.s. om 12 uur zal er een ver
gadering gehouden worden van alle
sub.comité's die uitgenoodigd zijn voor
de organisatie der te'vieren Internatio
nale Muziekfeesten op 4, 5 en 6 Juni a.s.
mede te werken.
NIEUWS UIT HEUSDEN.
Heusden, 3 Maart 1927.
De sprei, verloot ten bate van het
Diaconessenhuis, is ten tweeden male
verloot en viel ditmaal op No. 169.
De heer A. Vos, die als lid van de
Gem. Zangver. „Crescendo" benoemd
was tot 2en penningmeester van den
Bond van Zang. en Muziekgezelschap
pen in deze streken, heeft die benoe
ming niet aangenomen.
Dinsdagmiddag viel de tienjarige
J. M. al spelend van den aanlegsteiger
in de Maas. Gelukkig waren een paar
menschen bij de hand, die hem grepen,
toen hij een keer boven water kwam,
zoodat dit ongeval bijzonder gunstig af
liep.
De V-den der pluimveevereeniging
„Heusden en Omstreken" met hunne
huisgenooten zijn in de gelegenheid ge
steld kosteloos de film te bezoekei*, die
a.s. Zondag onder leiding van Dr. Ten
Hennepe in hotel „Noord-Brabant te
's.Bosch zal worden vertoond. Bij ge
noegzame deelname vertrekt men hier
om half één per bus van het vereeni-
gingslokaal.
ABONNEERT U OP
ADVERTEERT IN DIT BLAD.
Voor de
Mi