DÊTCHOIIN HET ZUIDEN
Tfpen uil de rechtszaal
No. 21. Zaterdag: 12 Maart '27. 50e Jrg,
TWEEDE BLAD.
(Historisch).
't Is een jonge kerel, breed en hoe
kig, die bonkerig de zaal binnenkomt.
Eén moment priemt z'n blik fel en
stekend door de nieuwsgierige ge
zichten op de tribune; dan gaan zijn
zware schouders even merkbaar on
verschillig op en neer en we^idt hij
zich minachtend af. Bewust-loom gaat
hij héél dicht vóór den rechter staan,
één hand in de zij, de andere los-ben-
gelend langs 'tlijf.
Na het gewone murmelen van den
Officier, gaat beklaagde zitten. Een
van z'n groote grove handen verdwijnt
even in de vèr-uitpuilende jaszak
dan poetst ie met 'n peperkleurige
zakdoek onder z'n droge neus.
Beklaagde is beschuldigd van mis
handeling.
Wéér gaat de deur open en mèt
staat er een kort, ineengedrongen
manneke van nog geen twintig jaar
in de zaal. Hij is klein, héél klein en
knippert zenuwachtig door 'npaar
ovale brilleglazen. Met een gang als
iemand van de groote vaart schom
melt ie schokschouderend naar voren,
't Kereltje durft zijn omgeving niet
op te nemen en de geniepige blikken
van z'n tegenstander ziet hij ook niet.
Als de rechter lijdend voorwerp
een seconde scherp opneemt, verliest
't manneke zijn h&og-opgetrokken
puntige schouders, die dan in een mat-
hangende-ronding overgaan. Alles
ontspant zich aan 'm, de armen slin
geren slungelachtig langs zijn lijf.
De eedaflegging speelt ie niet in
eens zonder haspelen klaar. Maar liet
lukt en dan doet ie met ietwat schor
re stem een kort relaas: Zonder
Vorm van protest had de sterke hem
bij de keel gegrepen, „kijk daar, mijn
heer!" en hij doet een wanhopige
poging zijn boordje diep naar beneden
te trekken.
De rechter knikt, maar ziet slechts
een goor-geel oud-mannetjes-vel van
een nek.
lil het hoofdknikje van den rechter
voelt 't ventje een aanmoediging. Z'n
schouders komen één oogenblik weer
in vorm. Ook zijn stem schijnt vaster,
als ie besluit: „Toen werd ik op den
grond gesagen, kreeg drie klappen op
me kop en zeven schoppen in de zij."'
,,Dee 't zeer?" vraagt de rechter.
Met eenige verbazing maar een felle
overtuiging als van tweemaal twee»is
vier, zegt ie dan langgerekt: „Jaaa."
„En ben je toen naar den dokter ge
gaan?"
„Neen, neen, nog niet."
„Zoo. nog niet. Wil je er dan nog
naar toe?"
Men lacht als de mishandelde zegt:
„Neen."
't Hoofd in den nek, met langzaam
optrekkende schouders, die weer pun
tig worden als voorheen, gaat ie naar
z'n zitplaats.
„Heb je verzuim?" vraagt 'm de
rechter nog.
...la, mijnheer, vier, e e... vier
Met valt de rechter hem in de rede:
„Ik kan niet meer geven dan drie
gulden."
Niet zonder verwarring zegt de
ander weer: „Maar vier uur, mijn
heer. Ik verdien twintig cent per uur."
„Stommert", klinkt 't hard op de
tribune, waarom lioudt-ie z'n smoel
nie."
Een paar boeventronies werpen nij
dige blikken op 't kereltje.
Weer de zachte stem van den Of
ficier en dan de formeele bekrachti
ging van den rechter: twintig gulden
boete.
„Da's precies twee gulden per klap",
maakt een de opmerking.
De rechter keert zicli tot veroor
deelde: „Dat valt je nogal mee hé!"
Hard grijnzend verdwijnt de ander,
z'n groote handen diep wegmoffelend
in de gapende jaszakkèn.
H. B.
GEMEENTERAAD.
WASPIK.
(Vervolg.)
Hierna stelt de Voorzitter aan de
orde een schrijven van den heer A
Brokx, dat eerst dien dag in handen
van den Voorzitter was gekomen en
dat dus nog niet in het college van
B, W. is kunnen besproken worden.
Op de eerste plaats wordt in dit
schrijven gevraagd of het B, W.
bekend is, dat het salaris van den ge
neesheer door het armbestuur met
f 300.— is verlaagd en dat deze om
die reden ontslag heeft genomen.
Verschure. Alweer nieuwe critiek op
het beleid van het armbestuur.
Voorzitter. Wanneer de heer Brokx
de stukken was komen inzien dan zou
hij daarin een antwoord op enkele
vragen gevonden hebben. Blijkens de
begrooting van het armbestuur is het
salaris van den geneesheer van f 1300.-
op f 1000.— gebracht en in de me
morie van toelichting worden de mo-
staat o.a. dat deze verlaging is toe
gepast met het oog op den finantieelen
toestand en omdat in naburige ge
meenten ook lager salaris betaald bleek
te worden.
Ik kan dus op de vraag of het waar
is antwoorden met „Ja" of het den
gemeenteraad of B. W. bekend was
met „Neen" of de geneesheer met 1
Mei a. s. ontslag heett genomen,
weten wij evenmin, daar de genees
heer zulks wel rechtstreeks aan het
Armbestuur zal geschreven hebben.
In bedoeld schrijven wordt er ver
der op gewezen dat nog geen enkel
gemeente-ambtenaar in salaris is ver
laagd en gevraagd om welke reden
men voor dezen geneesheer, die toch
als zeer kundig algemeen bekend
staat, wel verlaging toepast, alsmede
welke maatregelen de raad in deze
kwestie denkt te nemen.
Ik kan daarop slechts antwoorden
dat men geen grieven tegen hem heeft,
dat alleen deze bezuiniging noodzake
lijk is geoordeeld door de daling der
inkomsten van het Armbestuur. Óf de
gemeenteraad maatregelen zal nemen,
is een zaak die de raad zelf heeft te
beslissen. Deze zou o.a. de begroo
ting waarop dit lagere salaris staal
aangegeven, niet kunnen goedkeuren.
L)e geneesheer wordt echter door het
Armbestuur benoemd of ontslagen,
terwijl dit ook zijn salaris regelt De
gemeente staat hier dus eigenlijk
ouiten.
Brokx. Ik geloof dat het toch wel
degelijk een gemeentebelang is, want
wat moet het worden als men zonder
dokter zit.
De Hond. Ik acht het geen motief
om het salaris van den dokter te ver
lagen omdat ook de inkomsten van
het Armbestuur verlaagd zijn. Als men
zoo redeneert diende men de sala
rissen van alle gemeente-ambtenaren
ook te verlagen. Was zijn salaris dan
te hoog?
BrokX. Ik kan ook niet begrijpen
hoe de Voorzitter, die toch zoo tegen
net verlagen van de salarissen der
ambtenaren was, nu zoo met dit be
sluit van het Armbestuur mee gaat.
Voorzitter. Dat heb ik niet gezegd.
Ik heb er op gewezen dat het een
zaak van het Armbestuur is en niet
van ons.
v. d. Rijken. We zitten hier een
zaak te bespreken waarover we niet
ie beslissen hebben.
Voorzitter. Dat is ook mijn meening.
De Hond. 't Is gemakkelijk zeggen
van het Armbestuur dat er wel een
andere dokter te krijgen is, maar dal
heeft men nog zoo zeker niet, en wal
dan
De heer Rubbens meent dat men
ucze kwestie gerust aan het Armbe
stuur kan overlaten.
De heer Brokx blijft de houding
van het Armbestuur zeer gevaarlijk
vinden, en nadat over deze zaak nog
eenigen tijd is gediscussieerd, stelt hij
een motie voor van afkeuring over
deze houding.
Met 7 tegen 3 stemmen verklaart
de raad evenwel met het beleid van
het Armbesiuur accoord te gaan.
De heeren de Hond, Smits en
Brokx stemden vóór de moiie.
Verder zegt de heer Brokx in zijn
schrijven, dat hij bij geruchten verno
men heeft dat men in onderhandeling
is geweest over den verkoop van de
voormalige lederfabriek Haagen, doch
dat deze onderhandelingen zouden
zijn afgestuit op den te hoogen koop
prijs die er voor gevraagd werd.
De Voorzitter kan hieromtrent mede-
deelen, dat hij indertijd een vertrou
welijk onderhoud heeft gehad met
een paar heeren die kwamen infor-
meeren of die fabriek te koop was.
Spr. heeft daarop geen antwoord kun
nen geven en verwees hen naar den
eigenaar, den heer Haagen te Rotter
dam. Het is spr. verder bekend dat
bedoelde heeren nadien een conferen
tie met deskundigen hebben gehad,
doch verder heeft hij niets meer hier
over gehoord.
De heer Brokx zegt vernomen te
hebben dat er f50.000 voor de fabriek
gevraagd werd en de betrokkenen er
135.000 voor geboden hebben Spr
acht deze kwestie een zeer groot
gemeentebelang en zou daarom gaarne
zien dat alles in het werk werd ge
steld dat deze koop zou doorgaan.
Zelfs zou hij er zijn stem aan kunnen
geven om van gemeentewege een
renteloos voorschot van f 10.000 of
f 15.000 te verstrekken.
De heer v. d. Rijken vindt het nogal
voorbarig om reeds cijfers te noemen
Hij acht het beter dat de Voorzitter
eerst eens inlichtingen hierover inwint.
De Voorzitter stelt zich gaarne be
schikbaar om nader bij den heer
Haagen te Rotterdam te informeeren,
zelfs wil hij er persoonlijk heen gaan
en de zaak bespreken.
Tot dit laatste wordt besloten.
In het schrijven van den heer Brokx
wordt verder met genoegen melding
gemaakt van het verblijdend feit dat
door de firma Schaapsmeerders eene
groote schoenfabriek zal worden ge
bouwd. Welk besluit men inzake de
kwestie fabriek Haagen ook neemt,
dit zal voor de fa. Schaapsmeerders
van geen invloed zijn. De heer Brokx
vertrouwt dat de gemeente trouwens
waar noodig ook deze firma tegemoet
komt. Hij vraagt ten slotte eene ver
betering te brengen in den toestand
van het bruggetje tegenover het
De Voorzitter zegt dat de gemeente
waar noodig met vergunningen e.d.
de firma Scnaapsmeerders alle mede
werking zal verkenen.
Wat het bruggetje tegenover het
station betreft, daar zal spr. naar
laten zien.
De Voorzitter brengt hierna weder
om ter sprake de kwestie van de
beschoeiing aan de Oostzijde der
haven bij v. d. Born. De Secretaris
heeft nog eens in het gemeente archief
nagesnuffeld of er iets te vinden is
dat er op wijst dat vroeger door de
Graaff ooit iets aan die beschoeiing
is gedaan of dat de onderhoudskosten
door de gemeente zijn gedragen
maar te vergeefs', er is niets van te
vinden. Op den staat van bezittingen
staat die zijde niet als eigendom der
gemeente aangegevenook op den
legger, waarop staat aangegeven waar
van de gemeente den onderhoudsplicht
heeft, staat niets hiervan vermeld.
Men blijft dus in het duister tasten
wie verplicht is de onderhoudskosten
van de Oostzijde te betalen. Van de
'Westzijde staat dit duidelijk aange
geven.
Brokx. Dan vind ik dat wij
moreel verplicht zijn die kosten te
dragenwij kunnen het tegendeel
immers toch niet bewijzen.
Voorzitter. V, d. Born heeft'me ver
teld dat de Graaff hem ooit gezegd
dat hij voor de gemeente eens iets
aan die beschoeiing had gemaakt.
Daar is echter niets van te vinden in
ons archief. Niets wijst er dus op dat
de verplichting op ons rust. Nu lijkt
het mij redelijk dat aan v. d. Bom
gelegenheid wordt gegeven om een
onderzoek in te stellen in onze be
scheiden of in eigen oude boeken om
daarmede aan te toonen dat niet hij.
maar de gemeente tot onderhoud ver
plicht is.
Verschure. We zouden er altijd
groote moeilijkheden mee krijgen. De
staat van gemeenteeigendommen, de
legger, de politieverordening, alles
moet dan gewijzigd worden.
Voorzitter. In de gemeente-archieven
vinden we wel een stuks van het jaar
1885 waarin over beschoeiing van de
Westzijde wordt gesproken, maar van
de andere zijde wordt niet gerept.
J. Smits. Als nu de gemeente, noch
v. d. Bom iets er aar» doet, wie wordt
er dan ten slotte de dupe van.
De Voorzitter meent dat toch eerst
aan v. d. Bom nog een kans moet
gegeven worden om gegevens te ver
schaffen. In de volgende vergadering
kan men dan besluiten wat er zal
dienen te worden gedaan, want de
beschoeiing is vreeselijk in verval.
Aldus wordt besloten.
Voorzitter. De Pilei Overste vari
de nieuwe parochie is bij me geweest
en heeft me gevraagd of ik in den
gemeenteraad eens de vraag wou
voorleggen of de gemeente genegen
was een jaarlijksche subsidie te geven.
Jaarlijks komt de kerk er duizenden
te kort. Men zou kunnen u'tgaan van
de overweging dat er in de stichting
van een nieuwe parochie een groot
gemeentebelang ligt Gewoonlijk ziet
men bij zoo'n kerk een complex
huizen verrijzen; er kunnen zich
neringdoenden komen vestigen, enz
Om die redenen wordt er in ver
schillende gemeenten een subsidie aan
de kerk gegeven.
Pruijssers. 't Is allemaal heel mooi,
maar waar moet het vandaan komen
Voorzitter. Dat kan niet anders dan
uit verhooging van belasting ge
vonden worden. Ik heb dit willen
mededeelen omdat hij het me verzocht
heeft en kan de raad dit eens in
overweging nemen. Een beslissing
behoeft thans nog niet genomen te
worden, men kan er tot de volgende
vergadering over denken.
Brokx. Daar behoef ik me niet over
te bedenken Ik ben tegen het verlee
nen van subsidie en ik denk dat er
wel meer zoo over zullen denken.
A. Kamp Als we weigeren subsidie
te geven, dan zijn we naar ik meen,
de eerste gemeente die zulks doet.
V orzitter. In Limburg wordt het
tenminste algemeen gedaan en ook
hier in Noord—Brabant ziet men het
op verschillende plaatsen.
De heer J Smits voelt wel voor
subsidieverlening omdat hij er wel
een gemeentebelang in ziet; de heer
Brokx echter niet.
Wordt besloten dit verzoek tot de
volgende vergadering aan te houden
Bij de rondvraag vraagt de heer v.
d Rijken of er reeds antwoord van
de gemeente Capelle is ingekomen.
De Voorzitter antwoordt onikennend
Verder geeft de Voorzitter op een
desbetreffende vraag van den heer
v. d. Rijken eene toelichting over de
wijze van schoolgeldheifing. die ge
schiedt volgens den aanslag in de
Inkomstenbelasting.
v. d. Rijken Wij hebben hier in
Waspik een leening gesloten en nu
weet men dat de raadsleden nogal
eens over het een en ander worden
aangeklampt, waarop ze altijd geen
antwoord kunnen geven Zoo wist
men mij onlangs te vertellen dat het
Dag. bestuur niet de voordeeligste
manier had gezocht met het plaatsen
van de leening De gemeenteraad zegt
op de voorstellen van B en W. ge
woonlijk „ja" en „amen", maar nu
zou ik toch wel graag wat meer
inlichtingen hierover willen hebben,
om de menschen, die dat weten te
leening zou volgens hen tegen '/a
pCt. minder geplaatst hebben kunnen
worden:
Voorzitter. Ik veronderstel dat de
kasgeldleening bedoeld woidi. Die
zaak heeft zich als volgt toegedragen
Toen besloten was die leening aan te
gaan, hebben B. en W. bij verschil
lende banken inlichtingen ingewonnen,
omdat we jaar in jaar un Dij Lank-
huijzen 6 pCt. moesien betalen. Daar
onder was ook de Boerenleenbank,
die aanbood tegen 4'^ pCt. plus 1
pCt. provisie en de Naiobank die 5
pCt. vroeg zonder meer. Daarom be
sloten B. en W. natuurlijk de leening
bij de Naiobank te pl atsen omdat
die het voordeeligst was. Er was
immers geen besluit genomen *aar
de leening moest geplaatst worden,
dus was het de plichi van B. en W
om het zoo voordeelig mogelijk te
doen. De Natobank veistrekt vele
leeningen, ook aan groote gemeenten
als Tilburg e.a Naar mijn oordeel is
deze zaak dus geregeld zooals het
voor de gemeente het beste is.
Brokx. De persoon die dat aan den
heer v. d Rijken verteld heeft zal wei
dezelfde zijn waar ik het van weet.
Die bedoelde dat de Boerenleenbank
voordeeliger was omdat die maar
4'/2 pCt. vroeg, maar vertelde er niet
bij dat er nog 1 pCt. extra bij kwam
v. d. Rijken, 't ls niet dat ik B. en
W. wantrouw, maar ik wil die men
schen die telkens met zulke praaijcs
aankomen, graag van antwoord dienen
en dat kon ik eerst niet. Zoo is mt
ook gezegd dat de geleverde keislag
veel te duur is gekocht; die hm
iemand in Riamsdonk i 60 goedkoopei
kunnen leveren.
Voorzitter. Toen besloten was om
keislag te koopen hebben B en W
zich tot de grooiste firma's op di
gebied gericht. Er was ook een vrieno
van me die er mij over de levering
aansprak. Ik heb hem echter tezego
dat hij m ar zijn gezegeld biljet bij
B. en W. moest indienen. Wie dan
het voordeeligst bleek te zijn werd
dan de levering opgedragen. Dt
BaSalt Maatschappij bleek diimaal he
voordeeligst te zijn mei 17 per ton
Dus een voordeel van f60 kan toch
onmogelijk waar zijn.
Verschure'. Ik zou nog een vraag
willen stellen betrtffende onze vee
markt Deze verkeert in een staat var.
sterken achteruitgang Dit kan voor een
deel gelegen zijn in het terugloopei
der prijzen, maar de hoofdzaak is wH
het intrekken van het premiesysteem
Waar zoo'n markt toch een gemeente
belang is. moest daaraan nog eens dt
aandacht besteed worden.
Voorzitter. Ik ben het volkomen mei
U eens, doch volgens de Lorerijwt»
mogen geen premies meer beschik
baar gesteld worden.
Verschure. Ik vind dat zeer jammer.
In Waalwijk vindt m n dit schijnbaar
pok een goed idee, want de burge
meester daar juichte het plan ten
zeerste toe om ook premies beschik
baar te stellen
Voorzitter. Daar begrijp ik niets
van. Ik zal eens inlichtingen inwinnen
Er staat echter geen post voor op de
begrooting.
Niemand meer het woord verlangend
sluit de Voorzitter de vergadering.
DRUNEN.
Dank zij het uitnemend beleid van
B. en W. kon het heffingspercentage
van 3 worden gebracht op 2,7.
Vergadering van den Raad dezer Ge.
meente op Donderdag 10 Maart j.l. des
namiddags 7,30 uur.
Voorzitter de Edelachtb. heer Loeff,
burgemeester.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering
met den christelijken groet en trekt als
stemmingsnummer 3, aanwijzend dat
de grondvraag begint bij den heer
Klerks.
1. Ingekomen stukken, mededeelin.
gen, enz.
Ingekomen is o.m.
a. eenige goedkeuringsbesluiten van
Gedeputeerde Staten;
b. proces-verbaal van kasopname bij
den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt
dat op 't tijdstip van kasopneming
439,in kas was.
c. besluit van Ged. Staten, houdende
vaststelling van de gemeente-rekening
over het dienstjaar 1920.
d. verslag van het correspondent
schap der Arbeids-bemiddeling over
1920.
Voorzitter: De heer W. v. d. Wiel
heeft hieromtrent een schriftelijke
vraag ingediend waarom eerst nu dit
verslag wordt aangeboden en waarom
over 1925 geen verslag is uitgebracht.
Ik heb de verordening eens nagezien,
waaruit mij is gebleken, dat B. en W.
elk jaar in de maand Maart een ver
slag moeten aanbieden betreffende de
werkzaamheden van het correspon
dentschap der Arbeids-bemiddeling.
Elke week krijgen we eene opgave die
(jan wordt bijgehouden. Wij hebben
overeenkomstig de verordening gehan
deld en bieden nu 't verslag aan.
W. v. d. Wiel: Dat is wel zoo, maar
waarom hebben B. en W. dan over 1925
geen verslag uitgebracht?
Voorzitter: Dat zal vermoedelijk op
een vergissing berusten. Maar vanaf
1923 tot Februari 1927 kunnen de leden
over elke maand de werkzaamheden
van de Arbeids-bemiddeling nagaan.
Maar misschien heeft men 't vorig jaar
vergeten om 't verslag aan te bieden.
Ingezonden Mededeelingen.
Door den winter heeft het gestel
aan weerstand verloren en is minctèr
Desiand tegen het gure weer der lente
maand.
Zij, die influenza of griep gehad
hebben, loopen veel kans opnieuw ziek
te worden.
Neemi U in acht en gebruikt Akker's
Abdijsiroop. Deze zal vastzittende, ont-
sitki'ig veroorzakende slijm zonder
inspanning losmaken, borst, keel en
longen van zitkitkitmen zuiveren,
waardoor de ademnaln.g ruimer wordt
en het gestel bestand zal zijn tegen de
invloeden van het weer.
Akker's Abdijsiroop heeft een even
snelle als verrassei.de werking bij
bronchitis, slijm en kliikhoesi, keelpijn
en kortademigheid, kortom bij alle
aandoeningen, die in verband slaan of
hei gevolg zijn van een minder goede
weikmg der ademhalingsorganen.
Akker's Abdijsiroop mag nimmer in
een gezin ontbreken, maar in de maand
Maart kan zij ieder oogenblik var-t pas
komen.
Op voorstel van den Voorzitter wor
den hierna al de hiervoren genoemde
stukken voor kennisgeving aangeno
men.
Dan brengt de Voorzitter in behan
deling een schrijven van J. G. Brok,
die in verband met zijn ouderdom en
gebrekkigheid ontheffing vraagt van
de door hem gepachte perceelen Ge.
meente.grond.
Voorzitter: Dit verzoek is eerst gis
teren ingekomen. Ik heb 't dus niet op
de agenda kunnen plaatsen en ook
nog geen gelegenheid gehad om er
eerst met de heeren wethouders over te
spreken. Maar als de Raad er zich mede
kan vereenigen, dan zou ik dit punt
toch wel dadelijk willen afhandelen, te
meer waar 't tijd wordt om te verpach
ten. Kan de Raad er zich mede vereeni
gen dat we Brok van deze perceelen
ontheffen om ze dan opnieuw te ver
pachten? Maar ik zou ze niet bij in
schrijving maar wel publiek willen
verpachten.
Weth. v. Speijk voelt wel voor ver
pachting bij inschrijving.
Voorzitter: Ik ben meer voor pu
blieke verpachting ook omdat in de
vorige vergadering een aantal leden de
opmerking maakten dat de pachten bij
inschrijving zoo hoog liepen. Wij zou.
'den ze dit jaar kunnen laten bieden en
dan 't volgend jaar zelf de pacht be
palen. B. en W. hebben over deze
kwestie al gesproken. De pachtprijs is
natuurlijk ook afhankelijk van resul
taten die de pachter in 1 jaar bereikt.
Heeft hij 'n goed jaar, dan zal hij ook
wel willen bieden. Is 't een pachter die
er in wil komen, die heeft er ook wel
een goeden prijs voor over.
A. v. d. WielIk geloof dat U bij in
schrijving niet zulke hooge prijzen zult
krijgen?
Voorzitter: Wij hebben al meerdere
malen gewaarschuwd dat de prijzen te
hoog gaan. Daarom meen ik, dat we
elke maatregel aan de hand moeten
doen om de hooge prijzen te voorko
men.
W. v. d. Wiel: Dat is waar en wij
zullen bij publieke verpachting ook
lang niet zulke hooge prijzen krijgen
alslrij inschrijving.
Voorzitter: Kunnen de heeren er
zich mede vereenigen dat we de per
ceelen van Brok publiek verpachten en
hieraan de voorwaarde verbinden, dat
't volgend jaar door ons de huur wordt
vastgesteld.
v. Halder: Ja, maar laten we nog
eerst beslissen of we Brok van de pacht
ontheffen. Doen we dat niet dan kun
nen we immers de gronden ook niet
verpachten. Laten we dat dus eerst
doen.
Voorzitter: Natuurlijk, dat was ook
de bedoeling. En zullen we dan een pu
blieke verpachting houden in een her
berg?
Van Drunen: In 't najaar is er toch
ook nog duur verpacht. Kan dat nou
ook niet anders gesteld worden Ik
ken iemand die een stuk grond heeft
en 't wel graag in weiland wou omzet
ten. Maar de man wil 't niet wagen,
want hij is er nu nog niet zeker van of
bij 't volgend jaar weer dezelfde grond
kan pachten.
Voorzitter: Dan zullen er wel moei
lijkheden komen met de pachters van
voor 2 a 3 jaar.
Weth. v. Haider: Ik zou die kwestie
nog wat willen aanhouden, want als
we een besluit nemen dan is dat nog
a! van ingrijpenden aard. Laat ons dit
voorstel daarom nog wat uitstellen dan
hebben we gelegenheid om er eens
rustig over na te denken.
Voorzitter: 't Voorstel is niet ingrij
pend voor de oude pachters, 't geldt nu
alleen voor alle nieuwe pachters. De
bedoeling is dus om de menschen nu
vrij te laten bieden en dan 't volgend
jaar zelf de prijzen vast te stellen. Als
we zoo in dezen geest een besluit ne
men, dan kunnen we in een volgende
vergadering eens speciaal over de oude
pachters spreken. De kwestie is, nu
moet er verpacht worden volgens nieu
we regelen.
—Da's saineu tien", zegt 'n tribuue-
mensch.